
Janskerkhof 23 Utrecht (tot 1890: Janskerkhof wijk G no. 231), waar Surya Utrecht is gevestigd, dateert uit 1894/5. Het huis verving een ouder huis op deze locatie. De oudste tot nu toe gevonden vermelding van een huis op het perceel Janskerkhof 23 Utrecht dateert uit de zestiende eeuw.
Rijksmonument
Janskerkhof 23 Utrecht heeft geen eigen inschrijving in het Rijksmonumentenregister, maar wordt genoemd in de beschrijving van Janskerkhof 22.
Janskerkhof 22 werd in 1967 in het Rijksmonumentenregister ingeschreven met de omschrijving “Pand met gepleisterde lijstgevel en trapgevel”. In die tijd was Janskerkhof 22 samengevoegd met Janskerkhof 23 Utrecht. De samengevoegde panden fungeerden als bankgebouw. Na de inschrijving in het Rijksmonumentenregister werd ook Janskerkhof 21 aan het bankgebouw toegevoegd.
In 1976 hebben de huizen een grote renovatie ondergaan. Daarbij is onder meer de trapgevel van Janskerkhof 23 verwijderd. In 1995 werden de huizen weer gesplitst en kreeg Janskerkhof 23 het eigen huisnummer terug.
De inschrijving in het Rijksmonumentenregister is na de verbouwing van 1976 en de splitsing van de huizen, in 1995, lange tijd ongewijzigd gebleven. In januari 2015 zijn, na informatie-inwinning door de maker van deze website bij de gemeente Utrecht, de adressen aan de beschrijving van Janskerkhof 22 toegevoegd, om duidelijk te maken dat het gedeelte over de trapgevel op Janskerkhof 23 slaat.
Janskerkhof 22 wordt tegenwoordig in het Rijksmonumentenregister (monument nr. 36167) beschreven als “Pand met gepleisterde lijstgevel(nr.22) en trapgevel(nr.23)”.
Aert Semme
In 1530 transporteerde Aert Semme, weduwnaar van Hillegont, een huijsinge ende hofstede aan het Janskerkhof aan zijn kinderen Jacop, Cornelia en Jutgen. Het huis werd volgens de transportakte bewoond door Peter van Haerlem, vicarius van St. Peter.
Peter Wijnants
In een plecht uit 1558, inzake Janskerkhof 24, wordt als belending genoemd Peter Wijnants, vicarius St. Jans. Peter Wijnants had het perceel in 1551 in erfpacht gekregen van Jacob Sem.
Cornelia Hendricksdr. en Adriaen van Zuylen
In 1570 transporteerde Peter Wijnants het huis met hofstede aan Cornelia Henricksdr. Cornelia Henricksdr. vestigde nog dezelfde dag een plecht op het huis ten behoeve van Margareta van Suijlen, dochter van Steven van Suijlen en joffr. Henriette.
Cornelia Henricksdr. [de Wijs] was getrouwd met Adriaen van Zuylen, deken van het kapittel van St. Jan. Steven van Zuylen was zijn broer. Diens weduwe Joffr. Henriette – Henriette des Barres (in de literatuur ook wel Helena genoemd) – hertrouwde met Jean de Bonnot, Heer van Cormaillon.
In plechten van 1579 en 1580 inzake Janskerkhof 24 wordt Adriaen van Zuylen, Deken St. Jans, als eigenaar van dit perceel genoemd.
Werner Helmich

Adriaen van Zuylen woonde, volgens een zeventiende-eeuwse bewonerslijst van het Janskerkhof, in het claustrale huis op erf V. Janskerkhof 23 werd, zo blijkt uit een plecht van 1587, bewoond door de Utrechtse predikant Werner Helmich (Wernerus Helmichius; 1551-1608).
Werner Helmich was in 1580 getrouwd met Elisabeth van Zuylen, dochter van Adriaen van Zuylen en Cornelia de Wijs.
Werner Helmich kreeg zijn huishuur vergoed. Kameraar Joh. van Leemput noteerde in het boekjaar 1585-1586 (Archief voor kerkelijke en wereldsche geschiedenissen, inzonderheid van Utrecht, 1844, p. 76):
“Wernerus Helmichius, predicant ende dienaer des G. Woorts, betaelt 450 L., als: 400 voor een jaer tractements ende 50 L. voor een jaer huyshuur, beyde verschenen Victoris 1586”.
In 1590 nam Werner Helmich een beroeping naar Delft aan.
Wouter Verdoes
In 1592 verkocht Adriaen van Zuylen Janskerkhof 23 aan Mr. Wouter Verdoes, doctor medicine. Hij kreeg het huis op 22 november 1592 getransporteerd. Wouter Verdoes vestigde een plecht op het huis ten behoeve van de executeurs van het testament van Thomas van Nijkercken.
Wouter Verdoes was in januari van dat jaar getrouwd met Leonora Busersdochter. Of het echtpaar hier woonde is niet duidelijk. Zij hadden ook een huis op het Pieterskerkhof.
Wouter Verdoes overleed in 1603. Hij werd op 7 oktober 1603 overluid.
Leonora Buijsers en Peter Willemss Davelaer
In 1608 hertrouwde Leonora Buysers met de Amersfoorter Peter Willemss Davelaer. Het echtpaar ging in Amersfoort wonen. Op 9 juli 1608 sloten zij een overeenkomst over een venster en de verkoop van een watergang met Dirck Thoniss van Braeckel en Gijsbertgen Aedriaens aan het Jansveld.
In een plecht van 1621, ten behoeve van de vicarie opt Loyenaltaer in de Buerkercke, worden Peter Willemss Davelaer en Leonora Buijsers eigenaar van het huis genoemd. In hun testament van 1615 wordt zij Cathalina genoemd. In 1621 verkochten zij het huis aan het Pieterskerkhof aan het kapittel van Sint Pieter.
In 1631 (plecht, gevestigd ten behoeve van de schilder Henrick Bloemaert) was Cathalina Buijsers, weduwe van Wouter Verdoes [en vermoedelijk ook van Peter Willemss Davelaer], eigenaresse van het huis aan het Janskerkhof.
Cathalina Buijsers overleed in 1640. Zij werd overluid op 25 november 1640.
Bruno Verdoes en Aleyda van Beest
Janskerkhof 23 bleef tot 1662 in handen van de familie Verdoes. Na het overlijden van Cathalina (Leonora) Buijsers werd haar zoon, de chirurgijn Bruno Verdoes, eigenaar. Vermoedelijk had hij al vóór 1639 het beheer over het huis.
Bruno Verdoes, weduwnaar van Gerritgen Cornelisdr, was in 1619 getrouwd met Geertruydt Cronendochter. Geertruijt Cronen overleed in 1640. In het begraafboek staat haar naam onder die van haar schoonmoeder.
Bruno Verdoes hertrouwde op 21 januari 1643 (RK) met Aleida van Beest (-1678), dochter van Wouter van Beest en Geertruyt Verhaer (tr. 1605; procuratie 1609; procuratie 1653; halfzuster; haar moeder hertrouwde met advocaat Johan van Gronsfelt). Bruno Verdoes overleed op 17 januari 1648.
In 1652 gaf Aleyda van Beest, weduwe van Bruno Verdoes, procuratie om ten behoeve van haar stiefdochter Maria Verdoes een plecht van f. 2000-0-0 te vestigen op een huis aan de Ganzenmarkt en een gelijke plecht te vestigen op haar huis aan het Janskerkhof. Uit een procuratieakte uit 1651 kan worden afgeleid dat Aleyda van Beest in het huis aan het Janskerkhof woonde.
In 1652 transporteerde Maria Verdoes (-1697) haar plecht aan Gerrit Hendrikx van Hemert. Maria Verdoes en haar echtgenoot Adriaen van Dam woonden in 1654 (procuratieakte) aan de Nieuwegracht bij het Janskerkhof.
Willemina Verdoes en Wouter Verdoes
In 1661 gaven de onmondige kinderen van wijlen Bruno Verdoes procuratie om voor het gerecht van Utrecht ten behoeve van Elisabeth van Doorn te Utrecht een plecht van f 400,- te vestigen op het huis. Uit de opdracht dit te combineren met assignatie op de huurpenningen voor de rentebetalingen lijkt te kunnen worden afgeleid dat het huis toentertijd werd verhuurd. Op het huis rustte ook nog de plecht ten behoeve van Gerrit van Hemert.
Harmen Helmich van Welle
In 1662 (datum transportakte) verkochten Willemina Verdoes en Wouter Verdoes, kinderen van Bruno Verdoes en Aleyda van Beest, het huis, dat toen werd bewoond door de schout [Cornelis] Junius, aan Harmen Helmich van Welle. Dat Harmen Helmich van Welle een kleinzoon was van de broer van Werner Helmich, zal toeval zijn.
In september 1662 verklaarde Harmen Helmich van Welle dat hij het glazen kastje dat was aangebracht in de muur van de achterkeuken van zijn huis aan het Janskerkhof, grenzende aan het huis van Jan Corneliss van Hensbeeck in de Jansstraat, zou verwijderen zodra laatstgenoemde dit zou wensen. In 1663 verleende de vicarie opt Loyenaltaer in de Buerkercke aan Harmen Helmich van Welle een garantie van schadeloosstelling inzake de aflossing van een plecht van f 260,- gevestigd op het huis.
Harmen Helmich van Welle overleed kort vóór of in 1679. In mei 1679 tekenden Johan Theodoor van Alckemade en zijn echtgenote Elisabeth van Hellemys van Welle protest aan tegen de laksheid in het maken van de staat en inventaris van de nagelaten boedel van hun overleden (schoon)ouders Harman van Hellemys van Welle, in leven kapitein, en Maria van Wolde, in het bijzonder tegen hun zwager/broer Adriaen van Hellemys van Welle.
Nicolaes Walens
Het huis werd vermoedelijk kort daarna verkocht. In plechten van 1682 en 1683, inzake Janskerkhof 24, wordt Nicolaes Walens als eigenaar van het huis genoemd. Nicolaas Walens betaalde voor het eerst huisgeld op 21 februari 1681 (Manuaal van het Dubbele huisgeld, 1678).
Nicolaes Walens, koopman op de Deventer houtmarkt te Amsterdam, was sinds enkele jaren weduwnaar. Walens was in 1639 getrouwd met de Susanna de Latfeur, dochter van Carel (Charles) de Latfeur (ca. 1572-1650) en Hester van der Muelen (1587-1643). Na het overlijden van Susanna in 1664, was Nicolaes Walens hertrouwd met Barbara Wolters, weduwe van Remont de Smeth. Zij was overleden in 1678.
Nicolaes Walens gebruikte Janskerkhof 23 als woonadres, maar had volgens het Amsterdamse transportregister tot 1693 ook een huis op de Nieuwezijds Voorburgwal. In 1696 vond superscriptie plaats op een besloten testament van Nicolaes Walens. In 1705 stelde Nicolaes Walens, wonende aan het Janskerkhof, een codicil op.
Nicolaes Walens overleed op 29 november 1706, wonende aan het St. Janskerckhoff. Carel Gabri en zijn zuster, kinderen van Nicolaes’ zuster Maria, lieten een dag daarna een akte opmaken waarin zij verklaarden dat het begraven van hun oom Nicolaes Walens geschiedde zonder aanvaarding van de nalatenschap.
Erckje Hendricks Antwerpen
De erven Nicolaas Walens verkochten Janskerkhof 23 op 29 december 1706 aan Erchje (Erckje Henricks) Antwerpen, weduwe van Cornelis van Oosterwyck. Volgens een procuratieakte van 18 november 1706 was zij koopvrouw.
In 1707 gaven de erfgenamen, Carel Gabry en zijn zuster Johanna Gabry, weduwe van Anthonius Beneus, beiden wonende in Amersfoort, procuratie aan Borchard de Vry, “eerste clercq ter secretarye van de gerechte van Utrecht”, om het huis aan Erckje Antwerpen te transporteren. Volgens de transportakte was de belending westwaarts Thomas Ysselveld (Jansveld 9). Zuidwaarts stond het huis van de weduwe van raadsheer Van Royen (Janskerkhof 24). De belendingen noordwaarts waren de juffrouw De Leeuw en de heer De Rijp (Janskerkhof 22).
In 1708 maakte Erckje Henricks Antwerpen een codicil.
Arckje Antwerpen, weduwe van Cornelis van Oosterwijck, overleed op 6 januari 1710 op ’t St. Janskerckhoff, nalatende mondige erfgenamen. Zij werd begraven in de Buurkerk.
Hendrik van Singel
Na het overlijden van Erckje Antwerpen kwam Janskerkhof 23 in handen van haar neef Hendrik van Singel.
Hendrik van Singel (ook: van Cingel) was een zoon van haar zuster Cathalina Antwerpen. Hij was in 1704 gehuwd met zijn nicht Jacomina (ook: Jacoba) Verbeek, dochter van Abraham Verbeek en Maria Antwerpen. Hendrik van Singel was koopman.
Uit diverse akten (zie bijvoorbeeld testament dochter Cathalina) kan worden afgeleid dat het gezin Van Singel Janskerkhof 23 als woonhuis gebruikte, maar Hendrik van Singel had, blijkens een akte opgemaakt in 1739 in verband met het voorgenomen huwelijk van dochter Cathalina, ook een huis in Gouda, “op de Haven”. Dat moet het huis met de gevelsteen “Anno 1734 door Hendrik van Singel” op Oosthaven 29 zijn (zie afbeelding). In 1737 gaf Hendrik van Singel procuratie tot het voeren van een proces tegen een metselaar, een timmerman, een smid en een beeldhouwer, allen wonende te Gouda.
Jacoba Verbeeck overleed in maart 1731, wonende aan het Janskerkhof omtrent de Lange Jansstraat. Zij werd begraven in de Buurkerk. Na haar overlijden werd een medevoogd benoemd voor dochter Catharina.
In 1736 hertrouwde Hendrik van Cingel met Hendrina van Vliet (-1762), weduwe van Adrianus Croes. In 1740 maakten Hendrik van Singel en Henderina van Vliet, wonende op het Janskerkhof, een testament, waarin de langstlevende als voogd werd aangewezen. Ook stelde Hendrik van Singel een codicil op. Eind 1740 stelde Hendrik van Singel nog een testament op.
Liberale gifte
Ten tijde van de Liberale gifte 1748 woonde Hendrikje van Vliet, echtgenote van Hendrik van Cingel, met drie voorkinderen en een inwonende op Janskerkhof 23 (Fortuin, no. 156). De inwonende was vermoedelijk Johannes van Vlied.
Waar Hendrik van Singel verbleef is nog niet duidelijk. Mogelijk stond hij toentertijd reeds onder curatele van zijn echtgenote. Wat de reden voor de curatele was is nog niet bekend; in 1718 stond Hendrik van Singel onder curatele van zijn toenmalige echtgenote Jacomina Verbeek, mogelijk samenhangend met het confinement ten huize van Cristiaen van der Tack (1676-1721) te Delft. Ook volgens een akte van 1729 was zij curatrice van haar echtgenoot.
Hendrik van Singel overleed voor april 1753. Op 10 april 1753 gaf Hendrina van Vliet, weduwe van Hendrik van Singel, procuratie tot aanbreng van het huis in Gouda voor de collaterale successie.
In 1754 (schuldbekentenis) woonde de weduwe Hendrina van Vliet buiten de Tolsteegpoort. Vanaf 1755 (schuldbekentenis) was haar woonplaats huyse Groenendaal, buiten de Catharijnepoort.
Hendrik Gravé
Het huis werd verhuurd aan Hendrik Gravé. In de verkoopakte van 1759 wordt als huurder “de heer Gravé” genoemd.
Hendrik Gravé was in 1744, onder huwelijkse voorwaarden, getrouwd met Cornelia Susanna Platel. Hij was toen weduwnaar van Jannetje Vastrik (-1742), met wie hij in 1735, met attestatie van Utrecht, was getrouwd.
Vrouwe Cornelia Susanna Platel, huisvrouw van de Heer Hendrik Grave, overleed op 13 november 1758, op het St. Janskerkhof, nalatende haar man en geen kinderen. Zij werd begraven in de Buurkerk.
Hendrik Gravé hertrouwde in 1759, onder huwelijkse voorwaarden, met Maria Johanna Tinnemans (1730–1803), dochter van Dirk Tinnemans (zie Lange Jansstraat 27bis oud).
In januari 1760 huurde Hendrik Gravé een huis op de Mariaplaats.
Christina van Hemert
Op 22 oktober 1759 verkocht Hendrina van Vliet het huis op Janskerkhof 23, dat ze van haar echtgenoot had geërfd, aan Christina van Hemert (1692-1761), weduwe van Jan Harman Perné (tr. 1729).
Vrouwe Christina van Hemert, weduwe van de Heer Herman Perne, overleed op 26 juni 1761 op het St. Janskerkhof, nalatende een mondige dochter. Zij werd begraven in de Geertekerk.
Susanna Maria Perné en Cornelis Maurits van Eelde
Dochter Susanna Maria Perné (1730-1788) was in 1750, onder huwelijkse voorwaarden, getrouwd met Cornelis Maurits van Eelde. Cornelis Maurits van Eelde (1726-1787) was advocaat in het Hof van Utrecht en secretaris van de Fundatie van Renswoude te Utrecht (1771-1787).
Van Eelde was door zijn huwelijk met Susanna Maria Perné eigenaar geworden van de zoutziederij buiten de Catharijnepoort, die haar vader in 1732 had gekocht (zie bijv. overeenkomst, 1769). (De verkoop ervan, in 1748, was wegens wanbetaling ongedaan gemaakt.) De zoutziederij heeft tot in de twintigste eeuw bestaan. Het archief wordt bewaard in Het Utrechts Archief.
In een boedelscheiding van 1762, inzake Janskerkhof 22, en een akte van openbare verkoping van 1774, inzake Janskerkhof 24, wordt Cornelis Maurits van Eelde als belendende eigenaar genoemd.
In 1772 werd door twee notarissen een verklaring afgelegd dat Christine van Hemert tot haar enige erfgename had nagelaten haar dochter Susanna Maria Perné, gehuwd met Kornelis Maurits van Eelde, advocaat hof van Utrecht.
Cornelis Maurits van Eelde, man van S.M. Perne, overleed op 28 juni 1787 op de Oudegracht bij de Viebrug, nalatende zijn vrouw, vijf mondige en drie onmondige kinderen. Hij werd begraven in de Geertekerk.
Susanna Maria Perne, weduwe van Cornelis Maurits van Eelde, overleed op 29 november 1788 in Haarlem, nalatende vijf mondige en drie onmondige kinderen. Zij werd begraven in de Geertekerk.
Magdalena Willemina van Overmeer
In maart 1789 werd het huis op een openbare verkoping te koop aangeboden. Volgens de akte (ABRAHAM HARTMAN – 1787-1789 – 2482 – NL-UtHUA_34-4_2482_000224) was het huis laatst bewoond geweest door Magdalena Willemina van Overmeer, weduwe van Jan Jacob van Poolsum. Magdalena Wilhelmina van Overmeer was in januari 1789 overleden, wonende op het Janskerkhof. Zij werd begraven in de Jacobikerk.
Dirk Ubing
Op 29 juli 1789 werd Janskerkhof 23 door de erven uit de boedel van de weduwe Susanna Maria Perné getransporteerd aan Dirk Ubing (1745-1794). Op het huis rustte zowel een oudeigen ten behoeve van het kapittel van Sint Jan als ten behoeve van het H. Kruisgasthuis.
Dirk Ubingh, meerderjarig ongehuwd, overleed op 22 juni 1794, buiten de Waerdpoort, in de Nieuwe Waerd. Hij werd begraven in de Lutherse Kerk.
Dirk Ubing liet zijn goederen, waaronder het huis, na aan de Lutherse gemeente ten behoeve van de armen.
Lutherse Diaconie
In de OAT 1832 staat de Lutherse Diaconie als eigenaar van perceel A606 (huis en erf) vermeld.
Janskerkhof 23 was onderdeel van het Dirk Ubing Fonds. Het huis werd door de Lutherse gemeente verhuurd.
T.D.A. Verboom
Tijdens de volkstelling van 1813 werden Thomas Dolegius Adriaen Verboom, zijn echtgenote Adriana Hendrika van der Graaff de Vapour, hun zeven-jarige kleinzoon Johan Hendrik Verboom Reede van Oudtshoorn en drie bedienden op dit adres geregistreerd. Johan Hendriks moeder, Johanna Henrica Verboom, was in 1806 in Gorinchem overleden; zijn vader Pieter Adriaan van Reede van Oudshoorn was in 1812 in Delft hertrouwd.
Adriana Hendrika van der Graaff de Vapour overleed in 1819.
Tijdens de volkstelling van 1820 werd Thomas Dolegius Adriaan Verboom samen met zijn kleinzoon, de inmiddels 18-jarige student Johan Hendrik Verboom Reede, en twee dienstmaagden op dit adres geregistreerd (p. 51).
Thomas Dolegius Adriaen Verboom, weduwnaar van Adriana Hendrika van der Graaff de Vapour, overleed in 1826 op zijn woonadres Janskerkhof wijk G no. 231 (BS Utrecht 1826 O, aktenr. 675).
Predikant Reudler
Tijdens de volkstelling van 1830 werd de Lutherse predikant Reinhard Theodorus Frederik Reudler (1796-1855) met zijn gezin op dit adres geregistreerd (p. 227).
Op 26 juli 1829 werd hun dochter Louisa Helena Frederika op Janskerkhof 23 geboren (BS Utrecht 1829 G, aktenr. 907). Het gezin Reudler verhuisde voor 27 mei 1831 naar Jansdam 2. Louisa Helena Frederica Reudler overleed op 27 mei 1831, wonende op Jansdam H 320 (BS Utrecht 1831 O, aktenr. 756).
Jan Daniel Ignatius Nepveu
Tijdens de volkstelling van 1840 werden Jan Daniel Ignatius Nepveu (1810-1887), substituut griffier bij het Provinciaal Gerechtshof, zijn echtgenote Anna Jacoba des Tombe en hun dienstmaagd Aaltje de Vries hier geregistreerd (p. 228). Jan Daniel Ignatius Nepveu had tot zijn huwelijk, in 1839, bij zijn ouders op Janskerkhof 14 gewoond. In 1842 werd hun dochter Anna Cornelia Jacoba geboren. Volgens de geboorteakte (BS Utrecht 1842 G, aktenr. 1387) woonde het echtpaar toen op Janskerkhof G 236 (Drift 13), maar dat kan een schrijffout zijn.
Tussen 1842 en 1845 is het echtpaar verhuisd naar het ouderlijk huis van Jan Daniel Ignatius Nepveu op Janskerkhof 14. Hun zoon Jan Laurens Aubijn werd in 1845 op hun woonadres Janskerkhof H 609 geboren (BS Utrecht 1845 G, aktenr. 1426).
Vier palen
In 1846 kreeg de diaconie toestemming van de gemeenteraad om op de stoep van Janskerkhof 23 vier palen te plaatsen. Waar deze palen voor moesten dienen, wordt uit de stukken niet duidelijk.
Wilhelmina Johanna Tromp
Ten tijde van de start van het bevolkingsregister werd het huis bewoond door Wilhelmina Johanna Tromp (1793-1867), weduwe van Isaac Tromp. Wilhelmina Johanna Tromp verhuisde in 1855 (Bevolking 1850-1859; deel 7524, wijk G, blad 320).
Thomas van Dam van Isselt
Na de verhuizing van Wilhelmina Johanna Tromp kwamen Thomas van Dam van Isselt en zijn echtgenote Adriana Geertruida Webbina Catharina Conrad met hun pasgeboren dochter Jaqueline Marie Claire op Janskerkhof 23 wonen (Bevolking 1850-1859; deel 7524, wijk G, blad 320).
Bernard Coenen
Vanaf circa 1859 woonden Bernard Coenen (ca. 1830-1866) en Hendrika Meijer (1833-1892) op Janskerkhof 23. Zij waren in 1852 getrouwd (BS Utrecht 1852 H, aktenr. 240) en hadden eerder bij de Viebrug en op het Oudkerkhof gewoond. Op 28 december 1859 werd hun dochter Clasina Metta Sophia hier geboren (BS Utrecht 1859 G, aktenr. 1837). Volgens deze geboorteakte was het beroep van Bernard Coenen zaakwaarnemer. Volgens het adresboek 1863/1864 was Bernard Coenen commissionair in Koloniale Waren.
Op 1 november 1866 overleed Bernard Coenen, gehuwd met Henderika Meijer, op zijn woonadres Janskerkhof G 231 (BS Utrecht 1866 O, aktenr. 3089). Twaalf dagen later werd zijn zoon Bernard Coenen op het adres Janskerkhof G 231 geboren (BS Utrecht 1866 G, aktenr. 1840).
F.J.J. baron van Heemstra

Van 1871 tot 1875 woonde hier de politicus Frans Julius Johan baron van Heemstra (1811-1878) met zijn echtgenote Henriëtte Philippa Jacoba van Pallandt en hun dochter Cornelia Martina van Heemstra (1847-1931) (Bevolkingsregister 1866-1878 Wijk G).
Frans Julius Johan baron van Heemstra en Henriëtte Philippa Jacoba van Pallandt waren overgrootouders van Ella van Heemstra, de moeder van Audrey Hepburn. De grootvader van Ella van Heemstra, hun zoon Willem Hendrik baron van Heemstra (1841-1909), heeft hier niet gewoond.
Notaris Hendrik van Meerlant
Vanaf 1875 woonde notaris H. van Meerlant (1843-1898) hier met zijn echtgenote Krijntje Hartog en hun kinderen. Ook het kantoor van notaris Van Meerlant was hier gevestigd (zie o.a. Het nieuws van den dag: kleine courant, 04-10-1876, p. 4, Delpher). De familie kwam van de Wittevrouwensingel. Dochter Krijntje Cornelia was op 8 mei 1872 geboren op Wittevrouwensingel wijk I no. 110b (BS Utrecht 1872 G, aktenr. 930).
In 1880 verhuisde het gezin Van Meerlant naar Drift 11. In 1888 liet Hendrik van Meerlant een kantoorpand bouwen op het perceel Nobelstraat 2, waar tegenwoordig Florin Utrecht is gevestigd.
Bij de omnummering van 1890 werd het adres Janskerkhof wijk G no. 231 gewijzigd in Janskerkhof 23 Utrecht.
Tandarts A.J. Bor
In november 1891 vestigde tandarts A.J. Bor zich op Janskerkhof 23 Utrecht (De Standaard, 11-11-1891, Delpher). Aart Johannes Bor was in 1884 getrouwd met Dirkje van der Karst (1857-1920).
Janskerkhof 23 Utrecht vervangen door nieuw huis

In 1894 liet het armbestuur van de Evangelisch Lutherse gemeente Janskerkhof 23 afbreken en vervangen door het huidige huis (HUA, bouwdossier 4270-57-456).
Het afbreken van het huis werd aanbesteed in juli 1894 (Utrechts Nieuwsblad, 03-07-1894, p. 3). De bouw van het huis werd gegund aan W. Lorette, voor f. 12.300,- (Utrechtsch Nieuwsblad, 18-04-1894, p. 3, HUA). Het afbreken van het oude woonhuis werd apart aanbesteed (Utrechtsch Nieuwsblad, 09-07-1894, p. 3, HUA).
In augustus 1894 diende het armbestuur een bouwplan bij de gemeente Utrecht in (HUA, bouwdossier 4270-57-456). Het plan hield in “het stellen van een gebouw, ter plaatse van het gesloopte gebouw aan het Janskerkhof no. 23”.
Het huis met trapgevel werd gebouwd in neorenaissance-stijl. Later is de gevel, zoals te zien is op de foto boven aan deze pagina, gepleisterd. In 1976 werd de trapgevel verwijderd. Op de foto uit 1924 is de oorspronkelijke gevel (rechts van het Centraal Woningbureau) nog te zien.
Tandarts Bor
De eerste bewoner van het nieuwe huis Janskerkhof 23 Utrecht was Aart Johannes Bor (1857-1934), die in mei 1895 zijn tandartspraktijk opende op Janskerkhof 23 (Utrechts Nieuwsblad, 6-05-1895, p. 4, HUA). Tandarts A.J. Bor was als gezegd al sinds 1891 op Janskerkhof 23 gevestigd. Vanwege de nieuwbouw was hij in juni 1894 met zijn gezin tijdelijk verhuisd naar de Lange Viestraat 11bis Utrecht (De Standaard, 13-06-1894, Delpher).
In 1906 werd het achterhuis van Janskerkhof 23 Utrecht verbouwd (HUA, bouwdossier 4270-102-235).
In 1911 vestigde zich ook tandarts H.A. Bor op Janskerkhof 23 Utrecht (Het Centrum, 13-01-1911, Delpher), vermoedelijk voor korte tijd. In 1920 overleed Dirkje van der Karst, echtgenote van Aart Johannes Bor, wonende aan het Janskerkhof (BS Utrecht 1920 O, aktenr. 216). Aart Johannes Bor hertrouwde in 1922 in Harmelen met Henriëtta Johanna Diderika Robbemond (1878-1960) (BS Harmelen 1922 H, aktenr. 11).
W. van Lankeren
In 1933 werd de praktijk van tandarts Bor op Janskerkhof 23 overgenomen door W. van Lankeren (Utrechts Nieuwsblad, 23-10-1933, p. 11).
Modelhuis Eigen Haard
In 1939 was op Janskerkhof 23 Utrecht een modelhuis ingericht van de meubileerinrichting Eigen Haard, die in dat jaar verhuisde van Janskerkhof 5 naar Voorstraat 8 (Utrechts Nieuwsblad, 23-12-1939, p. 20).
Tweede Wereldoorlog
In de Tweede Wereldoorlog werd Janskerkhof 23 door de bezetter gevorderd en gebruikt als officierswoning.
Voorlichtingsdienst PTT
In 1956 was de voorlichtingsdienst van de PTT op Janskerkhof 23 gevestigd (Utrechts Nieuwsblad, 01-08-1956, p. 2).
In 1960 werd de voorlichtingsdienst van de PTT verplaatst naar de Nachtegaalstraat (Utrechts Nieuwsblad, 04-10-1960, p. 12).
Bankgebouw
Janskerkhof 23 Utrecht werd in gebruik genomen als bankgebouw en verbonden met Janskerkhof 22, dat als hoofdadres van de bank fungeerde.
De trapgevel van Janskerkhof 23 is bij een restauratie in 1976 weggehaald. In die periode was het huis ongenummerd. Op een foto uit 1977 is te zien dat Janskerkhof 23 geen voordeur meer heeft (HUA, catalogusnr. 59439).
In 1995 kreeg het huis het adres Janskerkhof 23 Utrecht terug.
Restaurant
De laatste jaren is op Janskerkhof 23 Utrecht een restaurant gevestigd. Restaurant Avond werd opgevolgd door restaurant Karma.
In 2013 verleende de Gemeente Utrecht een omgevingsvergunning voor het legaliseren van een reclame-uiting bij een horecagelegenheid op Janskerkhof 23 (HZ_WABO-13-06876; Gemeenteblad 2013, nr. 929).
Huidige bestemming Janskerkhof 23: Surya Utrecht
Sinds 2015 is op Janskerkhof 23 Utrecht restaurant Surya Utrecht gevestigd.
Bronnen
- G.A.P. van Helbergen, N.V. Slavenburg’s bank, Utrecht, oud en nieuw, Jaarboek Oud-Utrecht, 1976, p. 73-96.
- Brieven en andere bescheiden betreffende Daniël van der Meulen 1584-1600.
- Archief Dirk Ubing Fonds, Het Utrechts Archief.
- Beheer Dirk Ubing Fonds, Het Utrechts Archief.
- Utrechts Nieuwsblad, 03-07-1894, p. 3.
- Utrechts Nieuwsblad, 09-07-1894, p. 3.
Gepubliceerd: 13-04-2012 door Caroline Pelser. Laatst geactualiseerd op 17-09-2024.