Drift 8 Utrecht

Drift 8 Utrecht
Drift 8 Utrecht, 1988 (collectie Het Utrechts Archief)

Drift 8 Utrecht (tot 1890: Drift wijk H no. 613) is een rijksmonument. Het huis had tot aan het einde van de negentiende eeuw een tuin aan de zijkant (op het noorden). In 1895 zijn in de tuin van Drift 8 de huizen Drift 10 en 12 gebouwd.

M. Dolfin e.a. schrijven over Drift 8 Utrecht: “Het samengestelde huis met een middeleeuwse kern is gelegen op een claustraal perceel van St Jan. Het bestaat uit twee bouwlagen, kelders en een schilddak. Het front aan de gracht dateert uit de 18de eeuw. Oorspronkelijk had het een tuin op het noorden. In de late 19de eeuw is het huis grondig verbouwd.”

Rijksmonument

Drift 8 Utrecht wordt in het Rijksmonumentenregister (monument nr. 36104) omschreven als:

“PAND met lijstgevel, hoewel van oudere oorsprong maakt zij door verbouwingen een 19e eeuwse indruk. Gemetselde boogbrug.”

Claustraal erf VI

De grond waarop Drift 8 is gebouwd behoorde in de middeleeuwen tot claustraal erf VI. Het claustraal erf VI besloeg in breedte de percelen van Janskerkhof 13 en Janskerkhof 13a en liep van het Janskerkhof, langs de Drift, tot aan de Voorstraat (Drift 14 oud; tegenwoordig Voorstraat 89). Het claustraal huis stond ter hoogte van Drift 6.

Claustraal erf VI was in het begin van de zeventiende eeuw eigendom van Pompeius a Montzima, kanunnik en thesaurier van Oudmunster te Utrecht. Na diens overlijden, in 1637 (hij werd overluid op 20 februari 1637), werd claustraal erf VI door zijn erfgenamen in drie percelen verdeeld en verkocht.

Anthonis Joosten van Ewijck

In 1638 werd het perceel Drift 8 (“huis en hof”) door Philips van Oprode en Bucho van Schroyesteyn, erfgenamen van Pompeius à Montzima, getransporteerd aan de wijnkoper Anthonis Joosten van Ewijck.

De belendingen van het huis waren noordwaarts het huis en erf van Tielman van der Burch (Drift 14 oud) en zuidwaarts het huis van Pierre de Dortfort (Drift 6). Westwaarts achter liep het perceel tot aan het erf van Griffier [Nicolaes] de Goyer. Nicolaes de Goyer had dit erf – een gedeelte van het voormalige claustraal erf V – in 1631 van Louis de Malapert getransporteerd gekregen.

Volgens de transportakte waren de huizen zuidwaarts en noordwaarts respectievelijk verhuurd aan jonkheer Philips van Oprode en Mr. Anthonius de Rode.

Anthonis Joosten van Ewijck, weduwnaar van Aeltjen Cornelis, wonende aan de Wittevrouwenbrug, hertrouwde in 1639 met Helena Stell(en). In november 1639 maakten zij een testament, wonende aan de Wittevrouwenbrug. Mogelijk betrof dit een ander huis (Drift 31?), want bij het opmaken van een testament in 1641 woonden zij daar nog.

Jacomina van Wijngaarden

In 1640 transporteerden Anthonis Joosten van Ewijck en Helena Stellen het huis op het perceel Drift 8 aan Jacomina van Wijngaarden, douairière van Hendrick van Tuyll van Serooskerken (oudeigen f 6,- en 8 st.).

Jacomina Oem van Wijngaarden was een zuster van Emerentia Oem van Wijngaarden (-1632), die met haar echtgenoot Godard van Reede van Nederhorst op Drift 9 had gewoond. Volgens een procuratieakte van 1643 woonde Jacomina van Wyngaerden aan de Nieuwegracht omtrent de Wittevrouwenbrug.

Reynout van Tuyll van Serooskerken en Agnes van Reede

In 1644 schonk Jacomina van Wyngaerden Drift 8 aan haar zoon Reene (Reynout) van Tuyll van Serooskerken.

Reinout van Tuyll van Serooskerken was op 7 juni 1636 getrouwd met Agnes van Reede. Agnes van Reede was een dochter van Ernst van Reede en Elisabeth van Utenhove (voormalig eigenaar van Janskerkhof 10).

Het echtpaar was ook eigenaar van Kasteel Rijnhuizen.

In 1645 maakten Rynaud de Tuyll van Serooskercken en Agnes van Reede een testament, waarin onder meer werd bepaald dat (schoon)moeder Jacomina van Wyngaerden levenslang gratis mocht blijven wonen in het huis dat zij aan haar zoon had geschonken.

Jacoba van Wyngaerden, Vrouwe en douairière van Stavenisse en Rynhuysen, overleed op 8 juni 1647. Zij werd op 10 juni 1647 overluid (48p405).

In 1650 gaf Gerard van Reede, als voogd van de kinderen van Carell Wttenhove en Sandrina van Tuyll van Seroskercke, procuratie om voor het gerecht van Utrecht te verklaren dat zij afstand deden van het huis dat volgens het testament van hun grootmoeder Jacomina van Wijngaerden, weduwe van Henrick van Tuyll van Seroskercken, gedevolveerd was op haar zoon Reynoudt van Tuyll van Seroskercken.

In 1651 vestigde Reynout Tuyll van Serooskerken een plecht op het huis ten behoeve van de schilder Gerard van Honthorst.

Reynout Tuyll van Serooskerken overleed in 1652 te ‘s-Gravenhage. Hij werd op 14 juni 1652 begraven in de Dom.

Zijn weduwe Agnes van Reede woonde in februari /maart 1654 Nieuwegraft ontrent St. Janskerckhoff (procuratie, procuratie; procuratie). In september van datzelfde jaar werd een akte van protest opgesteld met als woonadres Jansdam. Zij hertrouwde in 1657 met Gerard van Reede van Nederhorst, zoon Godard van Reede en Emerentia Oem van Wijngaarden. Wat er na het overlijden van Reynout Tuyll van Serooskerken met Drift 8 is gebeurd, is nog onduidelijk. Mogelijk hebben zijn nabestaanden het huis verkocht.

Jacob van Baexen

In oktober 1654 wordt de Heer van Hermelen als belendende eigenaar van Drift 6 genoemd. Jacob van Baexen was in 1640 getrouwd met Adriana van Aesewijn. Jacob van Baexen, heer van Hermelen en Leeuwenberg overleed in 1663.

In 1668 maakte Adriana van Asewijn, weduwe van de heer van Hermelen, een testament.

In 1669 gaf Adriana van Aeswijn, weduwe van Jacob van Baexen, heer van Hermelen, procuratie om een plecht van f.2200-0-0 te vestigen op het huis, hof en stalling aan de westzijde van de Nieuwegracht op de Grift te Utrecht, ten behoeve van de kunstschilder Cornelis van Swanenborch wegens een lening. De belendingen van het huis waren zuidwaarts Jasper Schade (Drift 6) en noordwaarts de weduwe van Thylman van Burch (Drift 14 oud). Het oudeigen op het huis bedroeg volgens de akte f 6 en 8 st.

Elisabeth van Deuverden

Op 6 september 1671 deden de erven Willem van Matenesse afstand van een verbod tot transport van het huis, dat aan Daniel Simons van de Wouwer was verkocht. Daniel van de Wouwer was in 1651 getrouwd met Elisabeth van Deuverden.

Op 12 oktober 1671 transporteerde Wynandt de Renesse van Wulp, getrouwd met oudste dochter Johanna Maria van Baexen, Drift 8 aan Elisabeth van Deuverden, weduwe van Daniel Simons van de Wouwer. Op het huis rustte nog de plecht ten behoeve van kunstschilder Cornelis van Swanenborch.

In november 1671 regelde Elisabeth van Deuverden voogdij over haar onmondige kinderen, wonende aan de Nieuwegracht. Haar zuster Barbara van Deuverden woonde in 1670 (procuratieakte) in de Boothstraat. Volgens een procuratieakte van augustus 1671 woonde zij aan de Wittevrouwenbrug.

Elisabeth van Deuverden overleed voor oktober 1676.

Hendrina Elizabeth van de Wouwer

Na het overlijden van Elisabeth van Deuverden kwam het huis in handen van haar dochter Hendrina Elizabeth van de Wouwer (16531733). Zij was getrouwd met Pieter Muykens. In 1680 lieten zij hun zoon Henric dopen. Doopgetuigen waren haar broer Cornelis Jan (1661-) en Vrouwe Emilia van Juchen.

In 1682 wordt Piter Muykens, echtgenoot van Hendrina Elizabeth van de Wouwer, als belending van Jasper Schade (Drift 6) genoemd.

Pieter Muykens overleed volgens een verzoeningsakte op 19 mei 1684 in Amersfoort, kort na een gevecht met Laurens Charles. In april 1685 maakte Henrieta van de Wouwer, weduwe van Peter Muyckens, een testament, wonende aent Baginne hoff.

Cornelis Aerssen van Juchem

In 1687 vestigde Cornelis Aerssen van Juchem (ook: Juchen) twee plechten op het huis, ten behoeve van Anthoni van Mansveld en Peter Haeck de Jongh. Peter Haeck de Jongh was in 1685 getrouwd met Anna Maria van Weede.

Hoe Cornelis Aerssen van Juchem het huis in handen had gekregen is nog niet duidelijk. Uit de akten kan worden afgeleid dat het huis werd verhuurd.

Cornelis Aerssen van Juchem was getrouwd met Emilia Schade (-1689). Zij was een dochter van Jasper Schade en Cornelia Strick van Linschoten. Hun dochter Susanna Agnes van Juchem (1669-<nov. 1735), die in 1687 een buitenechtelijke zoon Leendert liet dopen, woonde aan de Plompetorengracht. Cornelis van Juchem woonde, blijkens een akte van 19 mei 1689 waarin Susanna geassisteerd door haar vader procuratie gaf om een proces tegen Leonard de Casenbroot te beginnen, in Groenekan. Vrouwe Amilia Schade van Westrom, huisvrouw van Cornelis Aerssen van Juchen, overleed in december 1689, buiten de stad. Zij werd begraven in de Buurkerk.

Susanna Agnes van Juchem had zoveel schande aan de familie toegebracht dat ze de rest van haar leven in testamenten van familieleden werd uitgesloten (testament 1701, 1702, 1702, 1704, 1708, 1711). In 1711 gaf Leonard de Casembroot heer van Rijnesteyn als gemachtigde van Susanna Agnes van Juchem, moeder en enig universeel erfgename ab intestato van Leonard Casembroot, procuratie om achterstallig gage van de WIC te ontvangen. Volgens de akte was haar zoon Leonard Casembroot als assistent in dienst geweest van de bevelhebbers van de WIC in Guinea.

Anna Cossaert

In 1699 transporteerde Cornelis Aerssen van Juchem, weduwnaar van Emilia Schade, Drift 8 aan Anna Cossaert, weduwe van Pieter Wiltvanck. Het huis werd volgens de transportakte door de heer state Weede gehuurd. Mogelijk wordt Johan van Weede (1658-) bedoeld. Johan van Weede kocht in 1698 een huis aan de Plompetorengracht.

Johan van Bommel

In 1713 transporteerde Anna Coesaert, weduwe van Pieter Wiltvanck, Drift 8 aan Johan van Bommel.

Johan van Bommel was in 1702 in Vianen getrouwd met Antonetta van Maurick. Johan van Bommel kwam uit Bergen op Zoom; Antonetta van Maurick uit Vianen.

Het echtpaar werd op 30 april 1714 in het lidmatenregister van Utrecht ingeschreven, met attestatie van Bergen op Zoom (NL-UtHUA_A70702_000112).

Johan van Bommel overleed op 6 november 1735, op de Nieuwegragt bij de Wittevrouwe-brugh. Hij liet na zijn vrouw en geen kinderen. Hij werd begraven in de Jacobikerk.

Vrouwe Antonetta van Mourik, weduwe van Johan van Bommel, overleed op 27 december 1742 op de Nieuwegracht bij de Wittevrouwenbrug, nalatende meerderjarige vrienden. Zij werd begraven in de Jacobikerk.

Cornelis van der Hoop

In 1753 verkochten de erven Anthonetta van Maurik, weduwe van Johan van Bommel, Drift 8 aan Cornelis van der Hoop, canonicq in den capittule ten Dom t’ Utregt. De belendingen van het huis waren zuidwaarts de koper (Drift 6) en noordwaarts de heer van Bouningues (Drift 14 oud). Het huis werd volgens de akte verhuurd.

Johannes Oosterdijk Schacht

In 1770 legde Cornelis van der Hoop als verklaring af dat hij als eigenaar van zijn huis in Utrecht, aan de westzijde van de Nieuwegracht aan de Drift, de muur langs de gracht, waartegen een brug gerust had, zou onderhouden. Uit de akte volgt dat het huis bewoond werd door Johannes Oosterdijk Schacht.

Cornelis van der Hoop overleed op 18 juli 1779 op zijn buitenplaats Jagtlust aan de Bilt. Hij werd begraven in Schoonhoven. Hij liet geen vrouw of kinderen na.

Johannes Oosterdijk Schacht

Johannes Oosterdijk Schacht
Johannes Oosterdijk Schacht, detail (collectie Rijksmuseum)

In 1779 werd Drift 8 uit de boedel van wijlen Cornelis van der Hoop getransporteerd aan Johannes Oosterdijk Schacht (1704-1792), professor in de medicijnen aan de academie van Utrecht. Blijkens de akte rustte op het huis nog een oudeigen van f 6-8.

Johannes Oosterdijk Schacht was in 1733 getrouwd met Johanna Alethea Moll. Zij lieten in 1736 hun dochter Johanna Alethea dopen, wonende aan de Drift. In 1761 maakten Johannes Oosterdijk Schacht en Johanna Alethea Moll, wonende aan de Nieuwegragt, ontrent de Wittevrouwenbrug, een testament.

In 1783 maakten Joannes Oosterdijk Schacht en Johanna Alethea Moll een codicil, waarin zij het huis bestemden voor hun dochters.

Vrouwe Joanna Alethea Moll overleed op 20 december 1791 op de Drift, nalatende haar man en meerderjarige kinderen. Zij werd begraven in de Buurkerk.

Joannes Oosterdijk Schacht overleed op 18 augustus 1792 op de Drift, nalatende meerderjarige zoons en dochters. Hij werd begraven in de Buurkerk.

Catharina Maria Oosterdijk en Joanna Alethea Oosterdijk

Drift 8 Oosterdijk Schacht
Drift 8, getekend door Johanna Oosterdijk (collectie Het Utrechts Archief)

In september 1792 maakte Catharina Maria Oosterdijk (1742-1820), wonende op de Drift, een testament, waarin zij haar helft van het huis op de Drift bestemde voor haar zuster Joanna Alethea Oosterdijk (1736-1813). Ook Joanna Alethea Oosterdijk, wonend op de Drift, maakte een testament; haar helft van het huis was bestemd voor Catharina Maria Oosterdijk.

Johanna Aletta Oosterdijk maakte eind achttiende eeuw tekeningen van het huis (HUA, catalogusnrs. 35316 en 35317), waarop ook de nog onbebouwde tuin is te zien.

In 1807 legden zij een verklaring af dat zij eigenaressen waren van de huizinge, erve en tuin aan de westzijde van de Nieuwe Gracht, nabij Den Drift met deszelfs tuin grenzende aan de tuin van Henricus Smits, bedienaar des goddelijken woords te Utrecht staande aan de oostzijde van de Boothstraat (Boothstraat 13-15).

Johanna Aletta Oosterdijk, ongehuwd, overleed op 12 maart 1813 op 77-jarige leeftijd op haar woonadres Drift wijk H no. 613 (BS Utrecht 1813 O, aktenr. 264).

Tijdens de volkstelling van 1813 werden Catharina Maria Oosterdijk, 70 jaar, en Wilhelmina Krieger, 60 jaar, met een bediende en een huishoudster, op dit adres geregistreerd.

In 1820 overleed Vrouwe Catharina Maria Oosterdijk op 77-jarige leeftijd op haar woonadres op Kromme (sic) Nieuwegracht wijk H no 613 (BS Utrecht 1820 O, aktenr. 10). Na haar overlijden werd haar inboedel verkocht (Utrechtsche Courant, 27-03-1820, p. 2, Delpher).

Johan Gerard Oldenbarneveld genaamd Witte Tullingh

In de OAT 1832 staat Johan Gerard Oldenbarneveld genaamd Witte Tullingh, lid van het Hoog Militair Gerechtshof, als eigenaar van perceel A 543 (Drift 8; huis, erf en tuin) vermeld. Het Hoog Militair Gerechtshof was gevestigd op Drift 31.

Johan Gerard Oldenbarneveld genaamd Witte Tullingh (1779-1852) was getrouwd met Lucia Catharina Stratenus (1780-1848). Het gezin is hier tussen 1820 en 1824 komen wonen. Hun zoon Hendrik Jacob Justus Oldenbarneveld genaamd Witte Tullingh werd op 2 september 1824 aan de Drift geboren (BS 1824 G, aktenr. 1000).

Lucia Catharina Stratenus overleed op 11 oktober 1848, wonende op Drift H 613 (BS Utrecht 1848 O, aktenr. 1259).

Johan Gerard Oldenbarneveld genaamd Witte Tullingh is na het overlijden van zijn echtgenote verhuisd. Hij overleed op 25 maart 1852 aan de Cingel (=Wittevrouwensingel) wijk I no. 239 (BS Utrecht 1852 O, aktenr. 338).

Anthony Adriaan van Oldenbarneveld genaamd Witte Tullingh

Louisa Anna Alexandrina Ram (1822-1892)
Portret van Louisa Anna Alexandrina Ram (1822-1892), J.H. Kramer ca. 1879-1890 (collectie RKD)

Na het overlijden van zijn ouders kwam het huis in handen van Antonij Adriaan van Oldenbarneveld genaamd Witte Tullingh (1805-1883).

Antonij Adriaan was op 24 juli 1845 in Utrecht getrouwd met Louisa Anna Alexandrina Ram (1822-1892) (BS Utrecht 1845 H, aktenr. 256). Hun eerste kind, dochter Lucia Johanna, werd in 1846 geboren aan de Kromme Nieuwegracht F 393. Ook dochter Anna Magdalena Laurentia werd daar, in 1850, geboren. Dochter Jacoba Philippina werd in april 1853 geboren op Drift H 613.

In 1883 overleed Anthony Adriaan van Oldenbarneveld genaamd Witte van Tullingh, op 77-jarige leeftijd, op zijn woonadres Drift H 613 (BS Utrecht 1883 O, aktenr. 246).

Drift 8 Utrecht

Bij de omnummering van 1890 werd het adres Drift wijk H no. 613 gewijzigd in Drift 8 Utrecht.

Zijn weduwe Louisa Anna Alexandrina Ram overleed in 1892, op 69-jarige leeftijd, op haar woonadres Drift H 8 (BS Utrecht 1892 O, aktenr. 291).

Hun dochter Lucia Johanna van Oldenbarneveld overleed in 1894, op 48-jarige leeftijd, op Drift 8 (BS Utrecht 1894 O, aktenr. 1723).

Anthony Grolman, Drift 8 Utrecht
“het huis van de famille van Oldenbarneveld genaamd Witte-Tullingh – Drift-Utrecht”, A.E. Grolman 1895 (collectie Het Utrechts Archief)

Tuin bebouwd met twee huizen

In januari 1895 werd het huis – uit de hand – te koop aangeboden (Het nieuws van den dag : kleine courant, 04-01-1895, Delpher):

“Een kapitaal dubbel Heerenhuis met Tuin, 890 ellen, te Utrecht aan den Drift. Bevattende 13 Kamers, Keuken, Zolder, Kelders en verdere gemakken. Inlichtingen verstrekt Notaris BENIT, te Utrecht.”

In hetzelfde jaar maakte A.E. Grolman een tekening van Drift 8 met als opschrift “Het huis van de familie Oldenbarneveld genaamd Witte-Tullingh”. Anthony Grolman maakte de tekening vanwege de aanstaande verbouwing van het huis.

D.A.P.N. Koolen

Drift 8 Utrecht
Drift 8, kort voor de verbouwing (collectie Het Utrechts Archief)

In juli 1895 werd bij de gemeente een bouwplan ingediend voor de verbouwing van Drift 8, om in de tuin, ten noorden van het huis, twee nieuwe huizen (Drift 10 en Drift 12) te kunnen bouwen. De bouwtekeningen werden ingediend door aannemer R. Diks, die op Breedstraat 30 woonde.

Bij de verbouwing werd het prieel aan de zijkant van Drift 8 afgebroken. Het voormalige huis Drift 10 (tegenwoordig Voorstraat 89) werd vernummerd tot Drift 14.

Na de verbouwing kwam advocaat D.A.P.N. (Dionysius Adrianus Petrus Norbertus) Koolen (1871-1945; CV) op Drift 8 wonen. Koolen, die zijn jeugd op Nieuwegracht 139 (gesloopt) had doorgebracht, was op 12 januari 1897 te ‘s-Graveland getrouwd met Maria Agnes Zumgahr. In oktober 1897 werd hun dochter Maria Gesina Agnes Koolen op Drift 8 geboren (BS Utrecht 1897 G, aktenr. 2656).

Koolen is lid geweest van de gemeenteraad Utrecht. In 1905 werd Koolen lid van de Tweede Kamer.

Koolen was aanwezig op de Derde Roomse Landdag, in juni 1925 in Rotterdam. Daar werden deze beelden van hem gemaakt (fragment uit Polygoon film).

Van 4 augustus 1925 tot 8 maart 1926 was Koolen minister van Arbeid, Handel en Nijverheid in het eerste kabinet-Colijn.

R.K. Werkliedenverbond

In 1925 werd Drift 8 gekocht door het R.K. Werkliedenverbond, dat gevestigd was op Drift 10-12 (De Tijd, 03-10-1925, Delpher). Volgens het krantenbericht was het huis eerder bewoond geweest door minister Koolen.

Voor een foto van het kantoor van het R.K. Werkliedenverbond, zie HUA, catalogusnr. 403804.

In 1937 werd het pand te klein (De Tijd, 15-11-1937, Delpher). De verhuizing naar een nieuw kantoor in Pijlsweerd vond plaats in het najaar van 1940 (De Tijd, 18-09-1940, Delpher).

Drift 8 werd na de verhuizing van het R.K. Werkliedenverbond het bureau van de Bouwvakarbeiders. Dit bureau was tot dan toe gevestigd geweest aan de Bemuurde Weerd (De Tijd, 04-10-1940, Delpher).

Belastingkantoor

In juli 1949 werd bekend dat het Ontvangkantoor der Directe Belastingen zou gaan verhuizen naar Maliebaan 25 (Utrechts Nieuwsblad, 16-07-1949, p. 3).

Het Ontvangkantoor der Directe belastingen verhuisde op 1 oktober 1950 van Drift 8 naar Walsteeg 22 (Utrechts Nieuwsblad, 16-09-1950, p. 2; De Tijd, 19-09-1950, Delpher).

Huidige bestemming Drift 8 Utrecht: Universiteit Utrecht

Drift 8 Utrecht wordt sinds 1974 gebruikt door de Universiteit Utrecht.


Vorige huis: Drift 6 Utrecht.
Volgende huis: Drift 10-12 Utrecht.


Gepubliceerd: 11-06-2015 door Caroline Pelser. Laatst geactualiseerd op 19-09-2024.

Scroll naar boven