Home » Blog » Publicatie tegen het smijten van drek, Utrecht 1611

Publicatie tegen het smijten van drek, Utrecht 1611

Janskerkhof Utrecht, landmeter J..R. van den Berch
Janskerkhof, 1604 (collectie Het Utrechts Archief)

In de Publicatie tegen het smijten van drek, vuiligheid en andere stinkende materie op publieke plaatsen, in 1611 uitgevaardigd door het stadsbestuur van Utrecht, wordt het Janskerkhof met name genoemd. Het Janskerkhof was een plek waar, ondanks eerder uitgevaardigde Placaten, klaarblijkelijk sprake was van veel overlast, onder meer van kaatsers.

In de vijftiende eeuw waren ook al verboden tot het storten van vuil op het Janskerkhof uitgevaardigd. Het bijzondere van deze publicatie is dat er twee soorten verboden worden gecombineerd. Het was op het Janskerkhof verboden om te kaatsen.

Janskerkhof anno 1611

Ruim dertig jaar eerder was de katholieke eredienst in Utrecht verboden en had de Janskerk de functie van kapittelkerk verloren. De muren rond de immuniteit waren afgebroken, maar de voormalige claustrale erven waren nog intact.

Hoewel de Janskerk in gebruik was bij de Waalse gemeente en het koor van de kerk al enige jaren als stadsbibliotheek diende, was er vermoedelijk te weinig sociale controle op het Janskerkhof. Op 7 februari 1611 werd daarom de volgende publicatie uitgevaardigd:

PUBLICATIE tegen het smyten van drek, asch & c. op eenige publiecque plaatsen, den 7 February MDCXI

Men voege hierby het Placaat tegen het ryden op der Stadswallen & c., den 10 Maart 1607. Siet het 1 Boek XIII. Tyt. I. Deel. Num. 111.

Alsoo daaglycks, onaangesien verscheyde voorgaande Placaten, veele luyden hun onderstaan, op de kerckhoven, en andere marckten, ende publiecque plaatsen, peyn, drek, vuyligheyd, asch, strooy, ende andere stinkende materie te doen storten, of brengen, principaal mede het S. Jans kerkhof, ende ook aldaar kaatsen, kolven, de kloot schieten, en de diergelycke insolventie bedryven, belettende en empecheerende allen goeden luyden, ende passanten aldaar frequenteerende, soo word nogmaal allen en een yeder verboden, zulks van nu voortaan meer te doen, alles op poene van ses gulden, te appliceeren, de eene helfte tot behoef van den aanbrenger, ende de andere helft ten behoeven van den Officier; ende zullen deese beboetinge mogen doen, alle deser Stads Dienaars ende Boden, met den Schouten Dienaars, als ook Willem Willemse, orgelblaser der kercke van S. Jan voorsz.

Ook kaatsen, kolven en klootschieten verboden

kolven kolfspelers Jan Luyke
Kolfspelende jongens, Jan Luyken, Zacharias Chatelain (II), 1712 (collectie Rijksmuseum)

Opmerkelijk is dat het verbod niet alleen het storten van vuil betreft, maar tevens een aantal populaire spelen omvat. Het wordt in deze publicatie verboden om te kaatsen, te kolven en de kloot te schieten op het Janskerkhof. Eerdere publicaties waarin kaatsen, kolven en klootschieten op openbare plaatsen, zoals kerkhoven, werden verboden, waren uitsluitend aan deze spelen gewijd en dus niet gecombineerd met verboden tot het dumpen van afval.

Het spelen op straat was het stadsbestuur een doorn in het oog. Er waren al diverse publicaties van het stadsbestuur aan gewijd. Zo wordt in een placaat van 31 december 1600 daarover gezegd:

“Alsoo men bevind, dat niet tegenstaande verscheyde Publicatien, ende beveelen van niet te kolven, kaatsen, of de kloot te schieten, op eenige kerkhoven of straten, &c. sulks evenwel niet gelaten, maar meer en meer gedaan word, in kleynachting van de voorsz bevelen, dat men geensints langer wil gedogen; soo is ’t, dat myn Heeren Schout, Burgemeesteren en Schepenen deser Stad wel ernstig nogmaal by desen bevelen, allen en een yder, wie zy zyn, kleyn of groot, jong of oud, niet te kolven, kaatsen, of de kloot te schieten op eenige kerkhoven, merkten, of straten, tot behoef van den bekeurder; daar toe geauthoriseert werden des Stads dienaars en boden, met ook de buyten dienaars van den Officier; ende sullen de ouders voor hare kinderen moeten verantwoorden; ende die geen middelen hebben, sullen daar over arbitralyk gecorrigeert worden, tot discretie van den Gerechte.”

In het Groot Placaatboek van 1729 zijn de publicaties betreffende het spelen op straat opgenomen in een titel in het Eerste Boek, die zich richt tegen “allerley ongeregeltheden en insolentien, die zoo op de straten, als aan de kerken, en huysen van particulieren, met elteren slingeren, tegen den anderen te stormen, met kaart of dobbelsteenen te spelen, kolven, rasen, glasen in te smyten, scheltrekken &c. bedreven worden”.

De Publicatie van 7 februari 1611 bevindt zich echter niet in deze titel, maar in een titel in het Tweede Boek van het Groot Placaatboek, gewijd aan het reinigen en schoonhouden van markten, straten, goten, bruggen, grachten, singels en andere publieke plaatsen.

Strafbedreiging

De strafbedreiging is een boete van zes gulden. Omgerekend naar nu, was dat een bedrag van ongeveer honderd euro. Het bedrag kwam niet uitsluitend ten bate van de overheid; de helft van het geïnde bedrag was voor de aanbrenger. Een dergelijke verdeling van de boete was gebruikelijk, al deelden vaak ook de armen mee voor een derde van het bedrag. Aannemende dat de aanbrenger hier degene is die de overlast ervaren heeft, lijkt sprake van een soort voorloper van de moderne schadevergoedingsmaatregel.

Orgelblazer van de Janskerk mag boetes uitdelen

Opvallend is bovendien dat er, naast een aantal functionarissen, ook een met name genoemd persoon in de publicatie voorkomt. Willem Willemse, orgelblazer van de Janskerk (een orgelblazer is iemand die met een blaasbalg wind brengt in de orgelpijpen), krijgt een taak in de handhaving van de openbare orde op het Janskerkhof. Ook hij mag boetes opleggen.

Bronnen

  • Publicatie tegen het smyten van drek, asch & c. op eenige publiecque plaatsen, den 7 February MDCXI, Groot Placaatboek, Jacob van Poolsum, 1729 (Google books).
  • Placaat tegen het ryden op der Stadswallen & c., den 10 Maart 1607, Groot Placaatboek, Jacob van Poolsum, 1729 (Google books).

Gepubliceerd: 17-02-2016 door Caroline Pelser. Laatst geactualiseerd op 11-02-2019.

Scroll naar boven