
Minstens één keer per jaar wordt zij gevoerd, op Facebook, op Twitter of andere social media: de discussie of we in Utrecht nu HET Neude of DE Neude moeten zeggen. En ook al weet (bijna) iedereen dat het DE Neude is, zijn er toch altijd weer mensen die zeggen dat Het Neude lekkerder bekt, of dat een echte Utregter “Ut Neude” zegt.
Het bewijs dat al in het begin van de zeventiende eeuw in Utrecht over DE Neude werd gesproken is te vinden in diverse archiefstukken in Het Utrechts Archief. Het knipsel hieronder komt uit het Trouwboek van 1625. Ik had de gegevens nodig voor het maken van de stamboom van de familie De Ridder. Het is maar een voorbeeld. Er zijn in het archief vanzelfsprekend veel meer doop-, trouw- en begraafinschrijvingen te vinden van mensen die op de Neude hebben gewoond.
DE Neude

De tekst van de hierboven afgebeelde huwelijksinschrijving luidt:
Dirck de Ridder weduwnaar van Janneken Pauwels
wonende op de NeudeMargriete Swart van Groeningen wonende tot
Amsterdam
Dirck de Ridder, wonende op de Neude, trouwde in 1625 voor de vierde keer. Een jaar eerder was hij voor de derde maal weduwnaar geworden. Dirck de Ridder was eerder getrouwd met Gerriche Stevens, met Adriana van Dompselaer (†1617) en met Jannegen Paulus (†1624).
Het knipsel uit het trouwboek bewijst dat men in 1625 al De Neude zei.
Dirck de Ridder en Gerriche Stevens waren de overgrootouders van Elisabeth de Ridder (1677-1719) en haar broer Willem de Ridder (1680-1735). Elisabeth de Ridder heeft op Boothstraat 10 gewoond. Haar broer Willem de Ridder woonde op Boothstraat 17. Zie voor meer gegevens de stamboom De Ridder.
Een lid van de familie De Ridder werd eigenaar van Janskerkhof 5, waar eerder een andere familie De Ridder had gewoond. Zie over die familie bij Janskerkhof 5.
Van der Monde
Vandaag las ik op Facebook de bewering dat we in Utrecht DE Neude zeggen omdat hiermee “de richtlijn [wordt] gevolgd van de oud-historicus Van der Monde”.
Het knipsel uit het trouwboek bewijst dat de Utrechtse boekhandelaar, uitgever en oudheidkundige Nicolaas van der Monde (1799-1847) deze richtlijn niet heeft bedacht. Uit zijn negentiende-eeuwse boek “Beschrijving van pleinen, straten [enz.]” kan juist worden opgemaakt dat Utrechters al eeuwen eerder spraken over DE Neude, als zij “deze marktplaats, waarop acht straten uitloopen, en welke thans aan alle zijden van deftige koopmans-huizen omgeven is” bedoelden (p. 87).
Volgens Van der Monde was de Neude “tot in de XV eeuw een morsig, onbestraat plein, niettegenstaande de Stad een man bezoldigde, die uitsluitend tot het schoonhouden van hetzelve bestemd was” (p. 87). Het plein werd in 1465 bestraat. Van der Monde citeert kameraar Jonge Geryt Knijff die in dat jaar noteerde:
gekogt van een Vries 39 tonnen keezelsteens inder Node verbesicht.
Verbesicht is een vervoeging van het werkwoord verbesigen, dat verwerken betekent. Node is een oude benaming voor Neude.
Kortom
Iedereen mag zeggen wat hij of zij wil, maar het is toch echt DE Neude.
Bronnen
- N. van der Monde, Geschied- en Oudheidkundige beschrijving van de pleinen, straten, stegen, waterleidingen, wedden, putten en pompen der stad Utrecht. Bevattende een overzigt van de oude plaatselijke gesteldheid der stad, van hare bewaking, verlichting en verdere maatregelen, tot veiligheid en gemak der ingezetenen, op de openbare wegen genomen. […], 1846.
- DTB Utrecht.
Gepubliceerd: 10-03-2016 door Caroline Pelser. Laatst geactualiseerd op 18-12-2019.