Minrebroederstraat 8 Utrecht

Minrebroederstraat 8, rond 1900 (collectie Het Utrechts Archief)
Minrebroederstraat 8 (het huis met het uithangbordje), rond 1900 (collectie Het Utrechts Archief)

Minrebroederstraat 8 (tot 1890: Minrebroederstraat wijk G no. 269) staat op het terrein waar tot de reformatie de Minrebroederskerk stond.

Na de reformatie is de Minrebroederskerk afgebroken. Het terrein werd vervolgens in percelen verdeeld en verkocht.

Beschermd stadsgezicht

Minrebroederstraat 8 is geen rijks- of gemeentelijk monument, maar staat wel op de lijst beeldbepalende panden in beschermd stadsgezicht.

Wermbout Henricxss

Volgens een rapport uit 1922 werd het perceel Minrebroederstraat 8 in 1587 verkocht aan Wermbout Henricxss. Hij was ook eigenaar van Minrebroederstraat 6.

In 1592 hertrouwde Mariche Sebastiaens, weduwe van Wermbout Henriczoon, wonende in de Minrebroederstraat, met Mathys Claeszoon, j.g. wonende op de Ganzenmarkt.

Mathijs de Ridder

In het begin van de zeventiende eeuw was het perceel Minrebroederstraat 8, net als Minrebroederstraat 4 en Minrebroederstraat 6, in handen van Mathijs de Ridder en Catharina Gerrits.

Gerrit Aertse van Borne

In 1610 transporteerden Mathijs de Ridder en Catharina Gerrits de camer aan goudsmid Gerrit Aertse van Borne. Van Borne vestigde een plecht van f 500,- op de camer ten behoeve van Mathijs de Ridder en Catharina Gerrits.

Steven van Schadenbroeck en Cecilia Jans Snelerweert

In 1612 transporteerde Gerrit Aertse van Borne de camer aan Steven van Schadenbroeck en Cecilia Jans Snelerweert.

Willem Harmansz van Bijlert

In 1614 transporteerden Steven van Schadenbroeck en Cecilia Jans Snelerweert de camer aan Willem Harmans van Bijler.

Willem van Bijler (-1624) was in 1610 getrouwd met Antonia Cornelis Cornelissoon van Portengensdochter.

Michiel Ogert

In 1632 transporteerde Antonia Cornelis Portengensdr, weduwe van Willem Hermans van Bijler, inmiddels hertrouwd met Joriaen Jaspersz Storp, het huis “alinge huis en hofstede” aan Michiel Ogert.

Michiel Ogert, weduwnaar van Maeijken van Bemmel (-1625), was in 1625 hertrouwd met Jacobjen van Everdingen (-1637), weduwe van Jan van Snelderweert.

In december 1632 maakten Michiel Ogaert en Jacobgen Aelberts van Everdingen een codicil, wonende in de Minrebroederstraat.

In 1634 maakte Jacobgen Aelberts van Everdingen, echtgenote van Michiel Ogaert, een testament, wonende in de Minrebroederstraat. In 1635 maakte Michiel Ogaert een testament.

Op 11 maart 1640 werden goederen in het sterfhuis van Michiel Ogaert, dat in de Viesteeg stond, verzegeld. Op 14 maart 1640 werden ze weer ontzegeld. Vijf dagen daarna werd nog een kast ontzegeld.

Johan Ogert

In juni 1642 kwam Minrebroederstraat 8 bij de boedelscheiding van Michiel Ogert in handen van Johan Ogert.

Jan Oogert, weduwnaar van Lijntjen Cornelis van Sevenbergen, was in 1641 getrouwd met Judith Losser (-1669) uit Vianen (attestatie Utrecht). In oktober 1642 maakten Johan Ogert en Judith Losser een testament, wonend in de Korte Viesteeg.

In 1648 sloot Johan Ogaert een overeenkomst met buurman Aert Quirijnsen van der Horst (Minrebroederstraat 6).

In 1649 legde Johan Ogaert een verklaring af. Volgens deze attestatie was Johan Ogaert 54 jaar oud.

Gysbert de Coten

In 1659 droegen Johan Ogert en Judith Losser de huurpenningen van hun huis in de Minrebroederstraat, verschuldigd door Gysbert de Coten, procureur gerecht van Utrecht, over aan Ryck Diderick, koopman in vlas in Gent, ter voldoening van f 348-0-0 en f 270-0-0 met rente en onkosten.

Gijsbert de Coten (-1694) was in 1652 getrouwd met Margareta van Rossum (-1683).

Isaack Abrahams en Grietjen Meijnders

In 1663 transporteerden Johan Ogert en Judith Losser het huis aan schrijfmeester Isaack Abrahams [van ’s Heerencaspel] en Grietjen Meijnders (-1689).

Isaack Abrahamss van Heerencerspel en Grietgen Myners stelden in juli 1673 een akte van voogdijbenoeming op. Volgens deze akte was Isaack schoolmeester en voorzanger in de Catharijnekerk te Utrecht.

Isack van Heerencarspel overleed in augustus 1673, wonende in de Minrebroederstraat, nalatende zijn vrouw met onmondige kinderen. Hij werd begraven in de Buurkerk.

Anthoni Goetcoop

In 1696 en 1697 wordt Anthoni Goetcoop als belending genoemd.

Anthonis Goetcoop (-1710), bode van Utrecht, was in 1678, onder huwelijkse voorwaarden, getrouwd met Lysbeth van der Oort (-1723), dochter van Anthoni van der Oort en Janneke van Benthem (testament, 1674). Hun zoon Gijsbert, gedoopt in 1681, werd in de Minrebroederstraat geboren.

Pieter Smith

In 1707 transporteerde Anthony Goedkoop het huis aan Pieter Smith.

Pieter Smit was in 1699, onder huwelijkse voorwaardengetrouwd met Hendrikje van Bakkenes. Volgens een testament van 1710 was Pieter Smith meester paruykmaker.

Pieter Smith en Hendrikje van Bakkenes lieten in 1713 hun zoon Jacobus dopen, wonende in de Minrebroederstraat.

In 1732 verhuisden Pieter Smith en Hendrikje van Bakkenes naar Janskerkhof 2. Waar zij tussen 1722 en 1732 hebben gewoond is nog niet onderzocht.

Cornelis Wilburgh

In 1722 verkocht Pieter Smit het huis aan Cornelis Wilburgh.

Gerrit van Beeck

In 1728 verkocht Cornelis Wilburgh het huis aan de noordzijde van de Minrebroederstraat aan Gerrit van Beeck. De belendingen waren achter de Statenkamer, aan de ene zijde Abraham Wilburgh (Minrebroederstraat 10) en aan de andere zijde de erven Arnoldus van der Horst (Minrebroederstraat 6).

Gerrit van Beek was in 1724 getrouwd met Jacomijn van Eck (-1769).

In 1730 lieten Gerrit van Beeck en Jacomina van Eck hun zoon Hendrik Jacob dopen, wonende in de Minrebroederstraat. Ook hun dochter Hendrika Jacoba, gedoopt in 1736, werd in de Minrebroederstraat geboren. In 1742 lieten zij hun zoon Hendrik Jan dopen, wonende in de Minrebroederstraat.

In oktober 1751 kocht Hendrica Jacoba van Beek Minrebroederstraat 9. Aangezien zij nog minderjarig was, trad haar vader op als voogd. Hendrica Jacoba van Beek trouwde (o.tr. Utrecht) in 1765, onder huwelijkse voorwaarden, met Willem Campagne. Volgens de stukken overlegd voor de commissarissen tot de huwelijkse zaken woonde Hendrica Jacoba van Beeck toentertijd in Jutphaas.

Gerrit van Beek overleed in januari 1772. Kasten, kabinetten en lessenaars in zijn sterfhuis in de Minrebroederstraat werden verzegeld. In dezelfde week overleed ook zijn dochter Hendrica Jacoba.

Frederik Martens

In april 1772 werd het huis uit de boedel Gerrit van Beek, in leven gehuwd met Jacomina van Eck, verkocht aan Fredrik Martens. Frederik Martens was pander bij het Hof van Utrecht.

Frederik Martens (-1795) was in 1766, onder huwelijkse voorwaarden, getrouwd met Clasina Huysman (-1802).

In 1779 maakte het echtpaar een gezamenlijk testament. Daarnaast maakte Clasina Huysman een testament. Ook Frederik Martens maakte een testament.

Gerardus Doedes

In 1794 transporteerden Frederik Martens en Clasina Huysman het huis aan apotheker Gerardus Doedes.

Apotheker Gerardus Doedes (1741-1816) was een zoon van Jan Doedes en Maria Ros (schenking, 1793). In 1764 was hij getrouwd met Margaretha Engel (-1797). In 1795 verkocht Gerardus Doedes zijn apothekerswinkel. Ook verkocht hij een huis in de Korte Jansstraat. Hij huurde een huis aan de westzijde van de Nieuwe Kamp.

In 1798 hertrouwde Gerrit Doedes, weduwnaar van Margaretha Engel, onder huwelijkse voorwaarden met Wilhelmina van der Pauw, weduwe van predikant Albertus Langebeek.

Bij codicil van 17 juli 1802 schonk Gerardus Doedes zijn echtgenote Willemina van der Pauw de lijftocht en het vruchtgebruik van het huis (CORNELIS JOHANNES HEIJLIDIJ – 1802-1802 – 2642 – NL-UtHUA_34-4_2643_000208).

In 1806 werd Gerardus Doedes benoemd tot voogd over de buurkinderen.

Willemina van der Pauw overleed in 1808, wonende aan de Kamp.

In 1809 wordt Gerardus Doedes als belending genoemd. In 1811 hertrouwde Gerrit Doedes met Elisabeth Tijssen. Het huis wordt genoemd in de huwelijkse voorwaarden van 4 december 1811 als goed van de bruidegom (CORNELIS JOHANNES HEIJLIDIJ – 1811-1811 – 2653 – NL-UtHUA_34-4_2653_000286).

Diederica Besoski e.a.

Tijdens de volkstelling van 1813 werden Diederica Besoski, Clasina Gales, Metje Huberta van Blokhuijsen (1776-1842), de 20-jarige Johanna Elisabeth Bongenaar met twee kleine kinderen, de 17-jarige Johanna Theodora Gros, en de twaalfjarige Willem van Leersum op dit adres geregistreerd.

Gerardus Doedes, getrouwd met Elisabeth Tijssen, overleed in 1816, wonende aan het Oudkerkhof (BS Utrecht 1816 O, aktenr. 326).

Te koop

Op 1 september 1821 zou het huis openbaar worden verkocht tijdens een veiling (Utrechtsche Courant, 13-08-1821, Delpher). Enkele weken later werd geadverteerd met de veilingdatum 29 september 1821 (Utrechtsche Courant, 24-09-1821, Delpher).

Jacobus Dirk Carlebur

Tijdens de volkstelling van 1824 werden Jacobus Dirk Carlebur (“Kerrelebur”), zijn echtgenote Cornelia Smak Gregoor en twee kinderen op Minrebroederstraat G 269 geregistreerd. Achter hun namen staat vermeld dat zij zijn verhuisd. Verder staat Dirk Bruinikshuis (ook deze naam is vermoedelijk verkeerd gespeld) geregistreerd. Tot slot staan kleermaker Franciscus Persoon en zijn echtgenote Marie Dusault vermeld, ook met de notitie dat zij zijn verhuisd (FamilySearch, Volkstelling 1820 wijk G-K, blad 59).

Willem van Peelen

Tijdens de volkstelling van 1829 werden winkelier Willem van Peelen (1760-1829), zijn dochter Christina van Peelen (1790-?) en instrumentmaker Jacobus Winter op Minrebroederstraat G 269 geregistreerd. Willem van Peelen’s echtgenote Johanna Christina Merkquert was in 1824 op hun woonadres Minrebroederstraat G 304 (=Minrebroederstraat 19) overleden (BS Utrecht 1824 O, aktenr. 1080). Zij waren in 1784 getrouwd.

Willem van Peelen, weduwnaar van Johanna Christina Merkwest, overleed op 11 december 1829 (BS Utrecht 1829 O, aktenr. 1426). Christina van Peelen en Jacobus Winter zijn daarna verhuisd.

Johannes Paulus Houtman

I.P. Houtman, J.P. Houtman, Johannes Paulus Houtman
Afbeeldingen van Gezichten te of by Utrecht, I.P. Houtman (collectie Universiteitsbibliotheek Leiden)

In een ander handschrift staan in de volkstelling van 1829 ook de namen van Johannes Paulus Houtman, zijn echtgenote Johanna Francina Nolet en haar broer, boekbinder Jacobus Daniel Nolet, vermeld.

Johannes Paulus Houtman (1803-1845) en Johanna Francina Nolet (1805-1840) waren op 10 juni 1829 getrouwd (BS Utrecht 1829 H, aktenr. 143).

OAT 1832

In de OAT 1832 staat steendrukker I.P. Houtman als eigenaar van perceel 1211 (“huis en erf”) vermeld.

Jacobus Daniel Nolet trouwde in 1834 met Clasina de Rooij (BS Utrecht 1834 H, aktenr. 118). Zij verhuisden naar Amersfoort.

Tijdens de volkstelling van 1840 werd het gezin Houtman op Minrebroederstraat wijk G no. 269 geregistreerd.

Johanna Francina Nolet overleed in 1840 (BS Utrecht 1840 O, aktenr. 547). Johannes Paulus Houtman hertrouwde in 1841 met Margaretha van Malsen (BS Utrecht 1841 H, aktenr. 225).

Johannes Paulus Houtman, echtgenoot van Margaretha van Malsen, overleed in 1845 op zijn woonadres Minrebroederstraat wijk G no. 269 (BS Utrecht 1845 O, aktenr. 1016).

Jacobus Daniel Nolet

Na het overlijden van Johannes Paulus Houtman, kwam zijn zwager Jacobus Daniel Nolet hier wonen. Op 15 mei 1846 werd Jacobus Daniël Nolet, zoon van Jacobus Daniel Nolet en Susanna Alida Riegen, op Minrebroederstraat G 269 geboren (BS Utrecht 1846 G, aktenr. 658).

Jacobus Daniel Nolet en Susanna Alida Riegen waren in 1843 in Amersfoort getrouwd. Zijn eerste echtgenote Clasina de Rooij was in 1842 in Amersfoort overleden.

J.D. Nolet was boekhandelaar (Opregte Haarlemsche Courant, 15-01-1850, Delpher). In juni 1850 werd de boekhandel en affaire in Dames-handwerken verplaatst naar de Ganzenmarkt, “op den hoek van achter het Stadhuis” (Utrechtsche provinciale en stads-courant: algemeen advertentieblad, 10-06-1850, Delpher).

In het bevolkingsregister 1850-1859 staan Jacobus Daniel Nolet, zijn echtgenote Susanna Alida Riegen, drie kinderen, en enkele boekdrukkersleerlingen, nog geregistreerd (Bevolking 1850-1859; deel 7524, wijk G, blad 361). Het echtpaar verhuisde naar Ganzenmarkt G 292. Susanna Alida Riegen, huisvrouw van koopman Jacobus Daniel Nolet, overleed in 1861 op Ganzenmarkt G 292 (= voormalig Ganzenmarkt 21; BS Utrecht 1861 O, aktenr. 622).

Te koop

In mei 1850 werd het huis te koop aangeboden. In de advertentie (De Nederlander : nieuwe Utrechtsche courant, 04-05-1850, Delpher) wordt het huis omschreven als:

“een hecht, weldoortimmerd, goed onderhouden HUIS, erve en grond , bijzonder geschikt tot uitoefening van NEGOTIE, gelegen te Utrecht aan de Noordzijde van de Minderbroederstraat, Wijk G. N°. 269, voorzien van: drie Kamers, Keuken , Kelder, Zolder , enz.”

Het huis werd geveild op 25 mei 1850. De verkoop werd opgehouden voor f 3500,- (Utrechtsche provinciale en stads-courant : algemeen advertentieblad, 27-05-1850, Delpher).

Johannes Albertus ten Geusendam

Per 1 juni 1851 vestigde J.A. ten Geuzendam zich als kamerbehanger op Minrebroederstraat wijk G no. 269 (Utrechtsche provinciale en stads-courant : algemeen advertentieblad, 02-06-1851, Delpher).

Agatha Wigeri, weduwe Aberson

Agatha Wigeri, weduwe van Willem Diderik Aberson, en haar dochter Hester Paulina Aberson (1819-1874) kwamen hier op 10 oktober 1856 wonen. Ook een kleinzoon van Agatha Wigeri, Willem Diederik Wigeri Aberson (1838-1895), werd ingeschreven. Hij was student (Bevolking 1850-1859; deel 7524, wijk G, blad 361).

Agatha Wigeri verhuisde in maart 1862 naar Breda (Bevolking 1860-1879; deel 7579, wijk G, blad 392), waar zij hetzelfde jaar is overleden. Hester Paulina Aberson verhuisde met haar mee, maar kwam weer terug. Zij overleed in 1874 op Oudkerkhof F 56 in Utrecht (BS Utrecht 1874 O, aktenr. 1542).

Johannes Albertus ten Geusendam

In het bevolkingsregister werd Johannes Albertus ten Geuzendam op dit adres ingeschreven op 21 november 1865. Johannes Albertus ten Geusendam (1822-1908) was in 1853 getrouwd met Catharina Elisabeth Lens (1829-1903).

Te koop

Op 1 februari 1868 werd het huis openbaar verkocht (Utrechtsch provinciaal en stedelijk dagblad : algemeen advertentie-blad, 13-01-1868, Delpher). Het huis was te aanvaarden op 1 mei 1868.

Hendrik Klomp

In mei 1869 verhuisde de koks affaire van de firma Deijs van het Wed 211 naar Minrebroederstraat G 269. De advertentie werd ondertekend door H. Klomp (Utrechtsch provinciaal en stedelijk dagblad : algemeen advertentie-blad, 04-05-1869, Delpher). Op 5 mei 1869 werd Hendrik Klomp, samen met zijn echtgenote Alida Tiendjes en twee kinderen, in het bevolkingsregister op dit adres ingeschreven.

Minrebroederstraat 8 Utrecht

Bij de omnummering van 1890 werd het adres Minrebroederstraat wijk G no. 269 gewijzigd in Minrebroederstraat 8 Utrecht.

Hendrik Klomp

Vanaf april 1891 werd Minrebroederstraat 8 weer bewoond door cuisinier Hendrik Klomp en zijn gezin (Bevolking 1890-1900 wijk A1 deel 5, blad 2343). Hendrik Klomp (1838-1913), weduwnaar van Alida Johanna Tientjes, was in 1876 (BS Utrecht 1876 H, aktenummer 132) hertrouwd met Anna Maria de Bruin (1844-1921).

In 1895 diende H. Klomp een bouwtekening in voor het vernieuwen van de voorgevel van Minrebroederstraat 8 (HUA, bouwdossier 4270-58-35). In 1897 werd een tweede tekening ingediend. Het huis werd in 1897 verbouwd (bouwdossier HUA, 4270-63-63). 

In 1908 diende Hendrik Klomp weer een bouwtekening bij de gemeente in (bouwdossier 4270-110-52).

In het bevolkingsregister 1900-1912 heeft het huis twee bladen. Op blad 2417 staat Hendrik Klomp met zijn gezin ingeschreven.

Louis Christiaan Besier

Op blad 2418 staat Louis Christiaan Besier (1868-1938), ambtenaar bij het openbaar ministerie, ingeschreven. L.C. Besier (de latere procureur-generaal bij de Hoge Raad), verhuisde in september 1900 naar de Maliesingel.

Gerrit Klomp

De zaak werd voortgezet door zoon Gerrit Klomp (1883-1948). Op 1 november 1945 werd de zaak opgeheven.

Huidige bestemming Minrebroederstraat 8 Utrecht

Op Minrebroederstraat 8 Utrecht is Rigal hair & make-up gevestigd.

Bronnen

  • Eigendomsbewijzen plecht (Utrechts Archief).
  • Rapport over de Stads kleine schuld, gaande uit het perceel Minrebroederstraat 8 (manuaal nr. 39), 20 april 1922 (HUA).



Gepubliceerd: 01-05-2016 door Caroline Pelser. Laatst geactualiseerd op 18-09-2024.

Scroll naar boven