Het perceel Jansveld 19 Utrecht (tot 1890: H 584/585) was in de zestiende eeuw eigendom van de echtgenoot van Trijn van Leemput. Het huis heette van eind zestiende tot tweede helft zeventiende eeuw Den Orangeboom.
Tegenwoordig bevindt zich hier een buurtfietsenstalling.
Beschermd stadsgezicht
Jansveld 19 en 19 BS staan op de lijst met beeldbepalende panden in beschermd stadsgezicht.
Gijsbert Corneliss en Hillegont
Halverwege de zestiende eeuw was het perceel eigendom van Gijsbert Corneliss en Hillegont.
Claes Jacobss en Margriet Evert Vermasten weduwe
In 1555 transporteerden Gijsbert Corneliss en Hillegont vrije eigendom, erf en schuur aan Claes Jacobss en Margriet, Evert Vermasten weduwe.
In 1562 vestigde Claes Jacobss een plecht op een huijs en hoffstede ten behoeve van Jacob Gijsbertss.
Jan Jacobss van Leemput
In 1571 transporteerden vleeshouwer Claes Jacobss en Margriet, weduwe van Evert Vermasten, het huis aan brouwer Jan Jacobss van Leemput.
Jan Jacobss van Leemput was getrouwd met Catrijn Willem Claeszoensdr. Voornen, beter bekend als Trijn van Leemput. Het echtpaar Van Leemput woonde aan de Oudegracht, in de Vergulden Craen.
Jan Jacobss van Leemput overleed, volgens Aernout van Buchel, op 22 juli 1590 (Commentarius rerum quotidianarum, dl. II, fol. 124).
Digna van Leemput
Na het overlijden van Jan Jacobss van Leemput, werd het huis achter het Vleeshuis eigendom van hun dochter Digna Jan van Leemputs dr.
Digna Jan van Leemputs dr. trouwde (ondertrouw 20 dec. 1590) met Peter van Dam (dbnl).
Claes Petersz en Cornelia Hendricks van der Mast
In mei 1591 transporteerden Peter van Dam en Digna Jan van Leemputsdr. het huis aan Neeltgen Hendrick Vermastendr (van der Mast). Neeltgen Vermasten vestigde een plecht op het huis ten behoeve van Peter van Dam en Digna van Leemput. Neeltjen Henrics was eerder dat jaar getrouwd met Niclaes Petersen van Gorcum. Neeltjen Henrics woonde volgens het trouwboek achter ’t Vleeshuys.
In 1592 vestigden Claes Peters en Cornelia Hendricks van der Mast een plecht op het huis “waer de Oranguen Boom uijthangt” ten behoeve van Adriaen van Baerl en Constantia Conincx.
In april 1594 vestigde Cornelia Hendricks van der Mast een plecht op het huis “den Appelboom van Orangien” ten behoeve van jonker Lubbert van Parijs van Suytoort.
Lubbert van Parijs van Zuijtoort
In mei 1594 transporteerde Cornelia Hendricks van der Mast het huis “den Appelboom van Orangien” aan jonker Lubbert van Parijs van Suytoort.
Jasper Tonisz van Heijmenberch
In 1607 transporteerde Lubbert van Parijs van Zuijtoort het huis aan Jasper Jansz. Op het huis rustte nog de plecht ten behoeve van Peter van Dam.
Jasper Antonis Janssoon de Vleyshouwersz was op 19 september 1590 getrouwd met Jannichgen Wouter Campsdochter.
In 1614 vestigde Jasper Thonis een plecht op het huis Orangeboom ten behoeve van Peter van Dam. De belendingen waren noordwaarts (Jansveld 21) en zuidwaarts (Jansveld 17) de weduwe van Dirck Hendrickss van Schoddenberch.
Jasper Tonisz van Heijmenberch overleed in december 1626, nalatende kinderen uit twee huwelijken.
Aeltgen Jaspers van Heymenbergh
In 1638 trouwde dochter Aeltgen Jaspers van Heymenbergh, onder huwelijkse voorwaarden, met Peter Hendricksoon Beulingh [van Amsterdam]. De bruid bracht een huis staande agter ’t Vleyshuys in.
In 1649 maakte Aeltje Jaspers van Heymenbergh een testament. Het echtpaar gaf elkaar bovendien lijftocht tot aan een wederhuwelijk. In 1653 maakte Aeltje Jaspers van Heymenbergh een codicil.
Aeltgen Jaspers van Heymenberch, huisvrouw van Peter Hendrickx Beulingh, overleed op 11 april 1659 agter ’t Vleeshuys, nalatende haar man met collaterale mondige en onmondige erfgenamen. Volgens het begraafboek liet zij vastgoed na. Zij werd begraven in de Buurkerk.
Erven Aeltgen Jaspers van Heymenbergh
In 1667 (transportakte Jansveld 17) wordt Peter Hendricksz [Beuling] als belendende eigenaar genoemd.
In 1671 hertrouwde Peter Henrixe Beuling (-1689), onder huwelijkse voorwaarden, met Elisabeth van Heymenberch (-1708).
In februari 1671 werd een akkoord gesloten over de voldoening van de nalatenschap van Elisabeth van Heymenbergh. Volgens dit akkoord werd het huis De Oraingeboom toegedeeld aan de erven Aeltgen Jaspers van Heymenbergh.
Jaspar Peters Mareschal
In maart 1671 werd de boedel Aeltgen Jaspers van Heymenbergh gescheiden. Het huis kwam daarbij in handen van haar neef Jaspar Petersz Marischall.
Vleeshouwer Jaspar Petersz Mareschal was een zoon van Teuntgen Jaspers van Heijmenberch (-1663) en Peter Mareschal. Hij was in 1661 getrouwd met Jannichen Willems van Wyck (-1671). Volgens de boedelscheidingsakte werd het huis al door hem bewoond.
In juni 1671 vestigde Jaspar Petersz Mareschal een plecht op het huis ten behoeve van Judith Vereem, weduwe van Johan Sael van Vianen. Volgens de akte had Jaspar Petersz Mareschal het huis geërfd van Merrichjen Jaspars van Heijmenbergh en Aeltje Jaspars van Heijmenbergh. In 1674 schonk Judith Vreem het vruchtgebruik van de plecht aan Huybertgen van Wyck.
In 1672 hertrouwde Jasper Piterss Mareschal, op huwelijkse voorwaarden, met Grietgen Wichmans, weduwe van Dirck Eersten van Royen.
In 1677 legde Jasper Marischal een verklaring af over de wijze waarop de uitkoopsom van zijn 16-jarige dochter Aletta Marischall, vanwege haar moederlijk erfdeel, en de lasten van de boedel zouden worden voldaan. Er werd daarvoor een plecht van f.1000-0-0 gevestigd op het huis Den Oraingienboom ten behoeve van Cornelis van Rossum, advocaat bij het Hof van Holland.
Zijn zuster Janneke Mareschal (-1682) trouwde op 22 januari 1671 met Johannes van Wijck. In 1683 hertrouwde Johan van Wijck met Neeltje Jacobs [Sibbets].
In april 1691 deden de onmondige kinderen van Janneke Mareschal afstand van de nalatenschap van Jasper Marschall, waarvan de minderjarigen enige erfgenamen waren, wegens de schuldenlast van de boedel.
Johan van Wijck overleed in 1693.
Johan van Wijk
In 1708 werd de boedel van Johan van Wyck, de overleden man van Neeltje Sibbets (1641–1728), verdeeld. Het huis, waar de boedelhoudster en haar stiefkinderen Johan van Wijck en Antonia van Wijck, woonden, kwam daarbij in handen van zijn zoon Johan van Wijck.
Johan van Wijk trouwde in 1709 met Maria Witteveen (-1730) uit Weesp.
In 1724 vestigden Johan van Wijk en Maria Witteveen een plecht op het huis ten behoeve van mr chirurgijn Reinier Schuts. In 1725 kreeg Jan van Wijk ook een stallinge in handen.
Neeltje Sibbets
In april 1726 verhuurde Jan van Wijk het huis voor een jaar aan zijn stiefmoeder Neeltje Sibbets.
In mei 1726 verkocht hij het huis aan haar. De belendingen waren zuidwaarts Gysbert van Deutekom en noordwaarts Lodewyk Kraa. Ook verkocht hij meubelen en vee aan haar. De verkoop van het huis had uitsluitend een financiële reden; Jan van Wijk bleef met zijn kinderen het huis bewonen.
In haar testament van 1726 wees Neeltjen Sibbets haar kleinkinderen als erfgenamen aan. Neeltje Sibbets overleed in februari 1728.
Reijnier Schuts
In juli 1728 verkochten de kleinkinderen het huis aan Reinier Schuts. De belendingen waren zuidwaarts Ghysbert van Deudecum en noordwaarts Lodewyck Kraa.
Hermannus ten Engel
In 1729 verhuurde Reynier Schuts het huis aan Hermannus ten Engel. Uit de akte blijkt dat het huis nog steeds door Jan van Wijk werd bewoond.
In 1745 maakten Reinier Schuts en zijn zuster Anna Jacoba Schuts, beiden wonende op de Voorstraat, een testament, waarin de langstlevende tot erfgenaam werd benoemd.
Rijnier Schuts overleed op 3 oktober 1746, op de Voorstraat bij het Bagijnsteegje, nalatende een mondige broeder en zuster. Hij werd begraven in de Janskerk.
Anna Jacoba Schuts
In 1748 maakte Anna Jacoba Schuts een testament, waarin zij haar neef Stephanus Schuts als erfgenaam aanwees. Anna Jacoba Schutz overleed in februari 1753, wonende aan de Voorstraat bij het Begijnesteegje.
Johan Christiaan Mulder en Cornelia van Wijk
In april 1753 verkocht Stephanus Schuts het huis Achter het Vleeshuis aan Johan Christiaen Muller.
Jan Christiaan Mulders was in 1739 getrouwd met Cornelia van Wijk (-1786). Muller woonde in 1750 aan de westzijde achter het Vleeshuis. Johan Christiaan Mulder overleed in februari 1759 achter het nieuwe vleeshuis, nalatende zijn vrouw en geen kinderen.
Cornelia van Wijk en Johan Christoffel Mengh
In november 1759 hertrouwde Cornelia van Wijk, onder huwelijkse voorwaarden, met Johan Christoffel Meyn (Mengh).
In mei 1774 vond een openbare verkoping van het huis plaats, maar het werd niet verkocht. Volgens de akte werd het huis door de verkopers bewoond.
Andries Houtzagers
In augustus 1774 verkochten Johan Christoffel Meng en Cornelia van Wijk het huis aan Andries Houtzagers (-1810). De belendingen waren aan de ene zijde vanouds Lodewyk Kraa en aan de andere zijde Gysbert Introst.
Andries Hendrik Houtsagers, zoon van Hendrik Houtsager en Helena Swager, was in 1760 getrouwd met Cornelia van Alphen (-1773). In december 1774 hertrouwde Andries Houtzagers, onder huwelijkse voorwaarden, met Johanna van Senderen.
Johanna van Senderen overleed in mei 1778, wonende achter het vleeshuis, nalatende haar man en geen kinderen. Zij werd begraven in de Weeskerk.
In 1782 hertrouwde Andries Houtzagers, met attestatie van Utrecht en Amersfoort, met Jannigje Groenewoud.
Jan Reijers
In augustus 1783 transporteerde Andries Hendrik Houtzager het huis aan Jan Reijerse.
Jan Reijers was in 1780 getrouwd met Anna Catharina Guijkink. Zij vestigden een plecht op het huis ten behoeve van Aart van Scherpenseel.
Johannes Eijtinger
In 1810 transporteerde Jan Reijers het huis, dat blijkens de transportakte het adres nr. 584 (562 oud) had, aan Johannes Eijtinger. De belending noordwaarts was Gerrit Willem Houtzagers. De belending zuidwaarts was de herberg De Haan.
Gerrit Hoefman
Tijdens de volkstelling van 1813 werd het huis tussen dat van Gerrit Willem Houtzagers en Antony Vermeulen bewoond door Gerrit Hoefman, zijn echtgenote Marie Helena Stokkers (-1830), zijn schoonzoon Jacob van Ettinger (Etteger) en dochter Hendrika Wilhelmina Hoefman (1780-). Gerrit Hoefman en Maria Helena Elizabeth Stokkers waren in 1774 getrouwd. Gerrit Hoefman overleed in 1814, wonende op H 562.
Tijdens de volkstelling van 1824 woonden Johannes Eytinger en Geertruy Verhoef op Achter ’t Vleeshuis H 584 (perceel A594 OAT).
OAT 1832
Johannes Eytinger staat in de OAT 1832 vermeld als eigenaar van de percelen A591 en A594.
Johannes Eijtinger overleed in december 1831 aan de Plompetorengracht (BS Utrecht 1831 O, aktenr. 1889).
Arnoldus van der Poel
Tijdens de volkstelling van 1830 werd het huis wijk H no. 584 bewoond door Arnoldus van der Poel en Dirkje Renes met hun drie kinderen. Ook woonde hier haar zuster Cornelia Renes en nog vijf andere personen. Arnoldus van der Poel, uit Utrecht, en Dirkje Renes, uit Woudenberg, waren in 1824 getrouwd. Zij woonden hier pas net. Hun zoon Jan Carel van der Poel werd op 15 november 1830 op dit adres geboren (H 504 zal een schrijffout zijn). Hun eerdere kinderen werden geboren in de Lange Smeesteeg, resp. de Lange Viesteeg. Het blad van H 585 is leeg.
Hendrikus Schut
In 1841 werd Achter het Vleeshuis H 584 voor f 2360,- verkocht aan H. Schut (Utrechtsche provinciale en stads-courant: algemeen advertentieblad, 26-04-1841, Delpher).
Hendrikus Schut trouwde in september 1841 met Johanna van Oorschot. Op 5 juni 1842 werd Hendrika Johanna Schut, dochter van Hendrikus Schut en Johanna van Oorschot, geboren op Achter ’t Vleeschhuis wijk H no. 584.
J.R.H. Hessing
In 1849 werd Jansveld H 584 te koop aangeboden. Het huis was volgens de advertentie in de Utrechtsche provinciale en stads-courant van 2 februari 1849 (Delpher) voorzien van “vier Kamers, Alcove, Keuken, Kelder en Zolder”. De verkoop werd voor f 2060,- opgehouden (Utrechtsche provinciale en stads-courant: algemeen advertentieblad, 19-02-1849, Delpher).
In het bevolkingsregister 1850-1859 staan kamerbehanger Johan Reinhart Hubertus Hessing (1822-1884) en zijn echtgenote Jannigje Anna Maria van Cuijlenburgh (1829-1904) en personeelsleden op het adres H 584 ingeschreven (deel 7527, wijk H, blad 831).
Bovenwoning
In een advertentie van 1862 bood Hessing een bovenwoning te huur aan. Om welk adres het gaat wordt niet duidelijk gemaakt. Het zou kunnen gaan om H 584 zelf. In het bevolkingsregister 1850-1859 beslaat dit huis twee bladzijden. Op het andere blad staan vermoedelijk de bewoners van de bovenverdieping ingeschreven.
Aanvankelijk woonden hier Gerardus Soer (1790-1868) en Wijnanda Grootjasper (1803-1870) met hun dochter Maria Antoinetta (1823-1908).
Op 14 mei 1855 kwam hier koetsier Nicolaas Vleeming (1816-1884) met zijn echtgenote Antonia Catharina van Dijk (1809-1888) en twee dienstmeiden wonen.
In 1863 werd Jansveld H 584 in opdracht van J.R.H. Hessing verbouwd. Uit de bouwtekening volgt dat de huidige gevel, op de garagedeuren in de onderpui na, van deze verbouwing dateert. Het huis had echter al de opzet met dakraam en raamverdeling op de eerste verdieping en de begane grond.
Ook in het bevolkingsregister 1866-1878 staat het echtpaar Hessing ingeschreven op Jansveld H 584.
In april 1871 kwamen er nieuwe bewoners voor Jansveld H 584, die hier slechts enkele maanden hebben gewoond. Jansveld H 584 wordt hierna steeds voor korte perioden bewoond.
In het bevolkingsregister 1880-1890 wijk H deel 2 staat het echtpaar Hessing ingeschreven op het adres Jansveld H 584/585.
Johan Reinhart Huibertus Hessing, gehuwd met Jannigje Anna Maria van Cuijlenburgh, overleed op 26 augustus 1884, wonende op het Jansveld H 584 (BS Utrecht 1884 O, aktenr. 1590). Jannigje Anna Maria van Cuijlenburgh hertrouwde in 1886 met Pieter van Steeden. Zij overleed in 1904, wonende in de Nobelstraat.
H 584 en H 585 wordt Jansveld 19 Utrecht
Bij de omnummering van 1890 werd H 584, samen met H 585, gewijzigd in Jansveld 19 Utrecht.
Banning’s piano- en orgelhandel
In 1899 was Banning’s piano- en orgelhandel op Jansveld 19 Utrecht gevestigd (De Tijd: godsdienstig-staatkundig dagblad, 30-07-1899, Delpher). Banning staat nog in de telefoongids van 1901 op Jansveld 19 vermeld (Delpher).
J.H. van Aalten
In 1904/5 was J.H. van Aalten, manufacturen en gros, op Jansveld 19 gevestigd (Rijksgids voor den telefoondienst 1904, Delpher en Rijksgids voor den telefoondienst 1905, Delpher).
Firma Van Wijk & v.d. Wijngaard
In 1908 was de firma Van Wijk & v.d. Wijngaard, een boekbinderij, op Jansveld 19 gevestigd (Het nieuws van den dag: kleine courant, 03-12-1908, Delpher).
De firma Van Wijk en v.d. Wijkgaard staat nog in de telefoongids van 1920 op Jansveld 19 Utrecht vermeld (Naamlijst voor den telefoondienst 1920, Delpher).
W.C. van Asperen & Zn.
In de telefoongids van 1921 staat de firma W.C. van Asperen & Zn., groothandel in rookartikelen, op Jansveld 19 vermeld (Naamlijst voor den telefoondienst 1921, Delpher).
In 1925 zocht de firma W.C. van Asperen en Zn, gevestigd op Jansveld 19 Utrecht, in het centrum van Arnhem een droge opslagruimte met kantoor, voor de vestiging van een grossierderij in tabaksfabrikaten, sigaretten, sigaren en tabak. Ook zocht de firma een vertegenwoordiger, die tevens in staat moest zijn om het filiaal te leiden (Arnhemsche courant, 25-11-1925, Delpher).
Enige jaren later werd de naam gewijzigd in N.V. Groothandel in Tabaksfabrikaten Van Asperen en Zn. v.h. W.C. van.
Van Asperen staat nog in de Naamlijst voor den interlocalen telefoondienst 1937 op Jansveld 19 Utrecht vermeld (Delpher). Enkele jaren later verhuisde de firma naar Jansveld 24.
Action Kenpo Karate Studio
Tot december 2016 was op Jansveld 19 Action Kenpo Karate Studio gevestigd.
Huidige bestemming Jansveld 19 Utrecht: buurtfietsenstalling
Jansveld 19 Utrecht heeft een woon- en werkbestemming. Op de begane grond bevindt zich sinds 15 juni 2018 een buurtfietsenstalling met plek voor zo’n 120 fietsen in rekken. Beheerder is U-stal.
Gepubliceerd: 19-07-2016 door Caroline Pelser. Laatst geactualiseerd op 17-05-2022.