
Het perceel Drift 9 Utrecht (tot 1890: Drift wijk G no. 238), waar tegenwoordig het Pietas-gebouw staat, was in de middeleeuwen deel van de immuniteit rond de Janskerk.
Het huis op dit perceel wordt op de zeventiende-eeuwse lijst met bewoners van het Janskerkhof voor het eerst genoemd in 1372.
Jan Claass van Leerdam
In mei 1590 transporteerde Jasper van Haemstede en Moermond, kanunnik van St. Jan (testament), het huis op het perceel Drift 9 aan Jan Claass van Leerdam (charter). Op het huis rustte een plecht ten behoeve van Gerrit Knoop. Ook rustte op het huis een plecht ten behoeve van de weduwe van Hubert Buth.
Johan Ruysch
In april 1595 transporteerden Johan Claess van Leerdam en zijn echtgenote Alyt van Sevener het toenmalige huis Drift 9 aan Johan Ruysch de jonge (charter).
Jonkheer Jan Ruysch was in 1590 getrouwd met Margriet van Loo (huw. aant. 27-12-1589 RK). Johan Ruysch en Margriet van Loo vestigden een plecht op het huis ten behoeve van Johan Claess van Leerdam.
Johan Ruysch de Jonge overleed in december 1595. Hij werd op 29 december 1595 overluid.
Gerard van Reede van Nederhorst

In april 1596 droeg Margriet van Loo, weduwe van Johan Ruysch, het huis over aan Gerard van Reede van Nederhorst (ca. 1567-1612).
Gerard van Reede was getrouwd met Mechteld Peunis van Diest (-1615).
Godart van Reede
Het huis werd geërfd door hun kinderen, onder wie Godard van Reede van Nederhorst (1588-1648). Hij kocht in 1622 de claustraliteit van het huis af.
Godert van Reede van Nederhorst trouwde in 1617 met Emerentia Oem van Wijngaarden (-1632). Het echtpaar had ook een huis in Den Haag. In 1624 werd hun zoon Gerard van Reede van Nederhorst in Den Haag gedoopt.
In 1627 trouwde Cornelia Martens van Rewis, uit Den Haag, met Hendrik Hendriksz van Stamhorst, die bij de Wittevrouwenbrug woonde. De bruid woonde volgens Aernout van Buchel (zie vertaling Kees Smit, 2011) gratis bij Emerentia van Wijngaarden op het Janskerkhof.
In 1628 ondertekende Godart van Reede een kwitantie, wonende op de Nieuwegracht over het Janskerkhof.
Hertrouwd

Op 26 juli 1635 (ref.) hertrouwde Godart van Reede, weduwnaar van Emerentia van Wijngaarden, met Catharina van Utenhoven (-1656). Volgens Aernout van Buchel was Catharina van Utenhoven “een jongejoffrouw, tamelijk oud” (zie vertaling Kees Smit, 2011). Haar zuster was Elisabeth van Utenhove, echtgenote van Ernst van Reede (Janskerkhof 10). Haar broer Charles van Utenhove was eigenaar van Janskerkhof 24.
In 1639 kreeg hij de helft van het huis getransporteerd van zijn zwager Ernst van Abcoude van Merthen, weduwnaar en boedelhouder van Lucia van Reede. Ook in 1639 gaf Godart van Rhede, wonend op de Nieuwegracht bij het Janskerkhof, procuratie om een huis op Achter Sint Pieter te transporteren.
Stateneiland
In 1640 sloot Godart van Reede c.s., wonend op de Nieuwegracht bij het Janskerkhof, een overeenkomst met Cornelis Melyn over de oprichting van een kolonie in Nieuw-Nederland op Stateneiland.

Godart van Reede had vermoedelijk inwoning van zijn dochter Sandrina van Reede, die in 1644 was getrouwd met Ansem Boll, schout van de stad Utrecht. In 1645 maakten Ansem Boll en Sandrina van Reede een testament, wonend op de Nieuwegracht bij het Janskerkhof.
Vrede van Münster
Godart van Reede vertrok in 1646 naar Münster, voor de vredesonderhandelingen. Volgens het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek kwam Godart van Reede in 1647 ziek naar huis, maar keerde hij in 1648 terug naar Münster om de Vrede te kunnen ondertekenen. Na het zetten van zijn handtekening keerde Godart van Reede direct naar Utrecht terug. Godart van Rheede overleed op 17 juli 1648. Hij werd in de Dom begraven.
Zijn weduwe Catharina van Wttenhove woonde in 1652 (zie akte van overdracht) bij de Wittevrouwenpoort.
Sandrina van Reede en Ansem Boll
Ten tijde van de afwikkeling van zijn testament, in 1653, werd Drift 9 bewoond door Sandrina van Reede en Ansem Boll. Ansem Boll, heer van Rynesteyn, overleed in mei 1658. Hij werd begraven in de Dom.
In oktober 1658 gaf Sandrina van Reede als moeder van haar onmondige zoon Traiectinus Boll, procuratie om voor het leenhof van de heer van Brederode belening te verzoeken met de ridderhofstad en huis Rynesteyn in het Nedereind van Jutphaas. De procuratieakte werd bij hen thuis opgemaakt, aan de Nieuwegracht bij het Janskerkhof.
Willem van der Muelen
In 1660 transporteerde Sandrina van Reede drie woningen aan de westzijde van de Keizerstraat (“becomen 22-12-1659”) aan Willem van der Muelen. Willem van der Muelen (1631-1690) was in 1655 gehuwd met Constantia Deutz (1629-1670).
Uit de genoemde belendingen valt niet af te leiden dat ook de huizen aan de Drift (wijk G nos. 238 en 239) tot het transport behoorden. Toch moet Willem van der Muelen, gelet op zijn transporten van 1661 (zie Drift wijk G no. 239) en 1662 ook deze huizen, mogelijk via andere akten, getransporteerd hebben gekregen.
Gerard Ploos van Amstel
In 1662 transporteerde Willem van der Muelen het huis op het perceel Drift 9 aan Gerardt Ploos van Amstel, Heer van Oudegeijn, en zijn echtgenote Anna Regina van Bodeck (-1703). Anna Regina van Bodeck was een schoonzuster van buurvrouw Josina Sara van Brederode (Drift wijk G no. 239).
In 1666 stelde Gerardt Ploos van Amstel, wonend aan de Nieuwegracht, zijn testament op. In 1677 was Drift 9 onderpand voor een borgstelling ten behoeve van zijn broer Engelbert Ploos van Amstel. Volgens de procuratieakte woonde Gerard van Amstel aan de oostzijde van de Nieuwe grafte voor ’t pleyn van St. Janskerckhoff.
In 1678 gaf Gerard Ploos van Amstel procuratie aan Gerard van Rheemen om het huis ter voldoening van schulden te verkopen. Hetgeen het huis bij verkoop meer opbracht dan f 6000-0-0 zou worden overgedragen aan Johannes Gerobulus, Cornelis van Wyckerslooth, Alexander van Wevelinxhoven en Anna van Schoonenburgh. In 1679, 1680, 1681 en 1682 was het huis onderpand voor een garantie.
Henrick van Westrenen en Aletta Ploos van Amstel
Vermoedelijk werd het huis toen (ook?) bewoond door Henrick van Westrenen en Aletta Ploos van Amstel. Henrick van Westrenen en Aletta Ploos van Amstel waren in 1652 getrouwd. Aletta Ploos van Amstel was een zuster van Gerard Ploos van Amstel. Hendrick van Westrenen overleed in juni 1681. Enkele dagen later werd zijn, in 1680 bij het Janskerkhof opgestelde testament, geopend.
In mei 1682 overleed Aletta Ploos van Amstel, weduwe van Hendrik van Westreenen, aan de Nieuwegracht bij het Janskerkhof. Gerard Ploos van Amstel liet bij de notaris vastleggen dat het begraven van zijn zuster Aletta Ploos van Amstel geschiedde zonder boedelaanvaarding. Een kamer in het huis van de overledene, staande aan de Nieuwegracht tegenover het Janskerkhof, werd verzegeld.
Johan van der Heyden
Op 6 mei 1682, enkele dagen na het overlijden van zijn zuster, verkocht Gerard Ploos van Amstel het huis op het perceel Drift 9 aan Johan van der Heyden, directeur van de betaling van de militie van Holland. Daags daarna werd de kamer van Aletta Ploos van Amstel ontzegeld, zodat Gerard geld uit een kist kon halen om haar uitvaart te betalen. De kamer werd vervolgens weer verzegeld.
Later werd het huis opnieuw geveild, maar opgehouden.
In 1697 tekende Johan van der Heyden, gehuwd met Johanna Cabellau, wonende aan de oostzijde van de Nieuwegraft tegensover het St Janskerckhoff, een schuldbekentenis van f 10.000,-, vanwege een lening ten behoeve van schepen Mattheus van Luchtenburgh, met procuratie om het huis te belasten met dit bedrag. In 1697 tekende Johan van der Heyden een schuldbekentenis van f 2.500,-, vanwege een lening ten behoeve van notaris Paulus Stael, met procuratie het huis als onderpand te stellen.
Petrus van der Dussen
Johan van der Heyden verkocht het huis Drift 9 in 1699 aan Petrus van der Dussen.
Petrus van der Dussen was, met een attestatie van Utrecht, onder huwelijkse voorwaarden, in 1683 te Delft getrouwd met Mechteldis Margareta van Honthorst (-1702), dochter van Anthony van Honthorst en Margareta Maria van Lommetzum.
Margareta Maria van Lommetzum en haar dochter Sophia Maria van Honthorst (-1731) zijn, na het overlijden van Anthony van Honthorst, ook op Drift 9 ingetrokken.
Mechteldis Margareta van Honthorst, echtgenote van Petrus van der Dussen, overleed in april 1702, aan het Janskerkhof. Zij werd begraven in de Catharijnekerk.
Sophia Maria van Honthorst maakte in mei 1702 een testament, wonende aan de Nieuwegracht over het Janskerkhof, waarin zij haar moeder Margareta Maria van Lommetzum als erfgenaam aanwees. Haar neef Cornelis Adrianus van der Dussen maakte een testament in 1705.
Antonius Martinus van der Dussen overleed in 1709.
Akkoord over muur
In 1712 sloot Petrus van der Dussen een akkoord met zijn buurman Maurits Cornelis van Nierop van Drift 11 over het optrekken van een muur tussen hun huizen. In de akte waarmee Van Nierop het huis datzelfde jaar getransporteerd had gekregen, wordt Margareta Maria van Lommetzum als belendende eigenaar aan de zuidkant genoemd.
Petrus van der Dussen overleed op 6 maart 1716 op de Nieuwegracht bij het Janskerkhof, nalatende mondige kinderen. Hij werd begraven in de Catharijnekerk.
Op 15 mei 1717 stelden zijn kinderen Martinus Fransciscus van der Dussen en Eduarda Maria van der Dussen wonende op Drift 9 een testament op. Erfgenaam was de langstlevende, hun grootmoeder Margareta Maria van Lommetzum kreeg een legitieme portie.
Martinus Franciscus van der Dussen, jonghman, overleed op 16 mei 1717 aen d’ Nieuwegracht op ’t St. Janskerkhoff. Hij werd begraven in de Catharijnekerk.
Eduarda Maria van der Dussen wees in haar testament van 14 augustus 1717 het huis op het perceel Drift 9 toe aan haar tante Sophia Maria van Honthorst.
Margaretha Maria van Lommetsum, weduwe van Anthony van Honthorst, overleed op 12 juli 1718 aan de Nieuwegracht tegenover het Janskerkhof. Zij werd begraven in de Catharijnekerk.
Op 30 augustus 1720 stelde Eduarda Maria van der Dussen, wonende aan de Nieuwegraft over het St. Janskerckhoff, een codicil op. Eduarda Maria van der Dussen, bejaerde dochter, overleed op 11 september 1720 aan de Nieuwegracht tegenover het Janskerkhof. Zij werd begraven in de Catharijnekerk.
Margaretha van Honthorst
In 1730 verkocht Sophia Maria van Honthorst Drift 9 aan haar nicht Margareta van Honthorst, weduwe van Pieter van Borssele (zij waren in 1700 in Delft getrouwd). Margareta was een dochter van Gerard Theodoor van Honthorst en Anna Catharina van der Dussen. Sophia Maria van Honthorst is hier vermoedelijk wel blijven wonen. Zij overleed in 1731 aan de Nieuwegracht omtrent de Sonstraet.
In 1735 trof Margareta van Honthorst een akkoord met haar buurman Steven van Muyden (Drift wijk G no. 239) over de regeling van een geschil over zowel ramen en een scheidsmuur als over proceskosten in een proces met de vorige eigenaar van het hoekhuis, Hernbeck.
In juni 1740 maakte Margareta van Honthorst haar (definitieve) testament.
Margarita Maria van Honthorst, weduwe van Pieter van Borselen, overleed op 10 september 1740, op de Nieuwegragt bij ’t Janskerkhoff, nalatende mondige kinderen. Zij werd begraven in de Catharijnekerk.
Cornelis Anthony Vos

In 1761 werd het huis Drift 9 door hun zoon Pieter van Borssele getransporteerd aan Cornelis Anthony Vos.
Cornelis Anthony Vos (1722-1781) was raad en oud-schepen van Utrecht. Hij was een kleinzoon van Cornelis de Ruever en Hendrina van Benthem (Janskerkhof 15).
Cornelis Anthony Vos was in 1746, na goedkeuring van het huwelijkscontract, met attestatie van Utrecht, in Middelburg getrouwd met Anna Maria Schorer (1716-1751). In 1753 was Vos hertrouwd met Johanna van Buytenhem. In 1756 woonden zij nog op Boothstraat 6.
Zijn dochter Sara Maria Vos (1751-1784) uit zijn huwelijk met Anna Maria Schorer heeft hier vermoedelijk niet gewoond. In 1753 werd haar grootmoeder Jacoba Susanna de Ruever, weduwe van Johannis Vos, tot toeziend voogd benoemd. Jacoba Susanna de Ruever zou bovendien voor de opvoeding, het onderhoud en voor inwoning van Sara Maria zorgen. Jacoba Susanna de Ruever woonde mogelijk in de Herenstraat. Zij had haar huis aan de Nieuwegracht, ter hoogte van de Quintijnsbrug, toen net verkocht.
Sara Maria Vos trouwde in 1768 onder huwelijkse voorwaarden met Jan Jacob van Westreenen junior (1741-1817). In 1776 stelde Cornelis Anthoni Vos, wonende “over het Janskerkhof”, een codicil op met een legatering aan Sara Maria Vos en haar echtgenoot Jan Jacob van Westrenen.
Cornelis Anthonij Vos overleed op 19 oktober 1781, op het Janskerkhof, nalatende zijn vrouw, onmondige en mondige kinderen. Hij werd begraven in de Janskerk. In 1788 woonde zijn weduwe Johanna van Buytenhem hier nog.
Gerardus Johannes de Joncheere en Jacoba Catharina Vos
In 1798 legden Hendrik van Ommeren en Gerrit de Vries een verklaring af, dat zij de overleden Johanna van Buytenhem, in leven weduwe van Cornelis Anthony Vos te Utrecht, gekend hebben en dat deze als erfgename had nagelaten haar dochter Jacoba Catharina Vos te Utrecht.
Enkele dagen daarna werd bij het opstellen van de huwelijkse voorwaarden van Jacoba Catharina Vos (1766-1801) en Gerardus Johannes de Joncheere (1753-1830) vastgelegd dat het huis Drift 9 door de bruid werd ingebracht.
Gerardus Johannes de Joncheere en Jacoba Catharina Vos trouwden op 30 mei 1798.
Jacoba Catharina Vos overleed op 24 februari 1801, op de Drift, nalatende haar man en een minderjarig kind. Zij werd begraven in de Jacobikerk. Hun zoon, geboren op 12 februari 1801, werd bij zijn doop op 8 maart 1801 vernoemd naar zijn moeder; Jacobus Catharinus. In de doopinschrijving wordt haar overlijden overigens niet vermeld.
Hertrouwd met Christina Charlotta Strick van Linschoten
Gerard Johannes de Joncheere hertrouwde (att. Utrecht) in 1802, onder huwelijkse voorwaarden, met Christina Charlotta Strick van Linschoten (1775-1846). Zij was een dochter van Jan Balthazar Strick van Linschoten en Charlotta Martha van Utenhove (Drift 19).
Gerard Wernard van Beest
Blijkens een advertentie van november 1810 werd het huis bewoond door Gerard Wernard van Beest (1759-1828). Hij adverteerde, samen met zijn broer Wernard van Beest die op Janskerkhof G 249 (=Janskerkhof 1) woonde, met hypotheken op plantage Klein Poederoyen in Essequebo, waarvan zij directeur waren (Utrechtsche Courant, 07-11-1810, Delpher). Gerard Wernard van Beest was in 1791, met attestatie van Utrecht, getrouwd met Catharina van den Ham.
Tijdens de volkstelling van 1813 werd Gerardus Johannes de Joncheere met zijn gezin op Drift 9 geregistreerd. Zij werden ook tijdens de volkstelling van 1824 op dit adres geregistreerd.
Tijdens de volkstelling van 1830 werd Drift 9 bewoond door een huisbewaarder met zijn echtgenote.
Gerard Johannes de Joncheere overleed in 1830 in Maarssen, op zijn buitenplaats Op Buuren.
Jacobus Catharinus de Joncheere

Na het overlijden van zijn vader kwam het huis in handen van Jacobus Catharinus de Joncheere.
Jacobus Catharinus de Joncheere was op 27 april 1827 te Utrecht getrouwd met Helena Cornelia Luberta van Beusechem (1807-1886). Zij was een dochter van Adriaan van Beusechem en Catharina Helena Maria van Beusechem (Janskerkhof 15).
Hun oudste dochter Jacoba Catharina was in 1828 op Boothstraat 8 geboren (BS Utrecht 1828 G, aktenr. 251). Hun tweede kind was in september 1830 geboren in Harmelen, vermoedelijk op het Huis Harmelen (BS Harmelen 1830 G, aktenr. 28). Hun derde kind werd in 1831 geboren op Drift wijk H no. 614 (Voorstraat 89; BS Utrecht 1831 G, aktenr. 1273). Daarna is het gezin naar Drift 9 verhuisd.
OAT 1832
In de OAT 1832 staat Jacobus Catharinus de Joncheere als eigenaar van perceel A 530 (Drift 9; huis, erf en kelder) vermeld.
Het echtpaar scheidde in 1854. In 1858 overleed Jacobus Catharinus de Joncheere op zijn woonadres Sint Janskerkhof G 238 (=Drift 9; BS 1858 O, aktenr. 14).
Matthieu Christiaan Hendrik Pauw van Wieldrecht
In 1858 werd Drift 9 openbaar te koop aangeboden (Opregte Haarlemsche courant, 21-06-1858, p. 4, Delpher). Volgens de advertentie strekte het perceel, dat groot was 14 roeden en 94 ellen, tot aan de Vuilesloot. Het perceel had een uitgang in de Zonstraat.
“De HEERENHUIZINGE is voorzien van: een roijalen gestucadoorden en met wit marmer bevloerden Gang, zes Benedenkamers, waaronder eene zeer fraaije Zaal, allen behangen, gestucadoord, de meesten met Schoorsteenen met marmeren Mantels en vaste Spiegels, en met elkander gemeenschap hebbende, twee Kabinetjes, Keuken met alle vereischten, wijn- provisie- en bergkelders, acht Bovenkamers en vier Kabinetjes, allen behangen en de meesten met stookplaatsen en met elkander communicerende, Dienstboden- en Provisiekamers, Zolders, Vliering en wat verder, aan een Huis van eersten rang behoort; fraaijen Tuin, beplant met Bloemhout en aan welks einde de uitmuntend ingerigte Stal voor vijf paarden met annex spatieus Koetshuis en Koetzierswoning, voorzien van alle vereischten; — te aanvaarden 1 Augustus 1858.”
De verkoop werd opgehouden voor f 40.800,- (Utrechtsche provinciale en stads-courant, 12-07-1858, p. 4, Delpher).
Tot april 1862 werd het huis bewoond door Matthieu Christiaan Hendrik Ridder Pauw van Wieldrecht (1816-1895) en zijn gezin (Bevolking 1860-1879; deel 7579, wijk G, blad 356).
Carel Casimir Alexander van Rappard
In mei 1864 werd het huis betrokken door Carel Casimir Alexander van Rappard (1824-1871) en Alida Johanna Sara Munnicks van Cleeff (1832-1866), met hun kinderen en personeel. Zij waren in 1859 getrouwd. Carel Casimir Alexander van Rappard was toen weduwnaar van haar zuster Anthonia Elisabeth. Carel Casimir Alexander van Rappard en Anthonia Elisabeth Munnicks van Cleeff (1829-1857) waren in 1855 getrouwd. Alida Johanna Sara Munnicks van Cleeff overleed op 20 oktober 1866, wonende op Drift G 238 (BS Utrecht 1866 O, aktenr. 3030).
In 1868 hertrouwde Van Rappard in Hannover met Henriqueta Manuela Sophia Josefa Engelke (BS Utrecht 1868 H, aktenr. 454). Zij werd hier op 30 september 1868 ingeschreven (Bevolking 1860-1879; deel 7579, wijk G, blad 356).
In juli 1870 vertrok Van Rappard met zijn gezin naar Hannover (Bevolking 1860-1879; deel 7579, wijk G, blad 356). In oktober 1870 werd de inboedel van het huis verkocht (Opregte Haarlemsche Courant, 10-10-1870, Delpher).
Van Rappard overleed te Hannover in mei 1871 (BS Utrecht 1871 O, aktenr. 2521). Zijn weduwe kwam daarna met de kinderen naar Nederland en ging op Drift 4 wonen.
Verbouwing Drift 9
In 1878 werd het buurhuis Drift wijk G no. 239 afgebroken ten behoeve van een verbreding van de Nobelstraat. Daardoor had het huis op Drift 9 een nieuwe geveldekking nodig. Mr. K.J.F.C. Kneppelhout van Sterkenburg (1818-1885), de toenmalige eigenaar van het huis, diende op 18 juli 1878 een plan bij de gemeente Utrecht in voor het aanbrengen van nieuwe buitenbekleding (bouwdossier 4270-30-1611).
Cornelis Maria Frederik von Stockhausen
In 1884 werd het huis kort bewoond door een huisbewaarder. Daarna heeft het huis mogelijk enige tijd leeggestaan.
In mei 1889 werd het huis betrokken door Cornelis Maria Frederik Stockhausen, zijn echtgenote Alberta Adriana Reeders en hun zoon Gerrit Willem Stockhausen (Bevolking 1880-1889; deel 7554, wijk G, blad 377). Cornelis Maria Frederik Stockhausen (1834-1911) mocht zich vanaf 1893 Cornelis Maria Frederik von Stockhausen noemen (KB 28 augustus 1893, nr. 35).
Drift 9 Utrecht
Het perceel had tot 1890 als adres Drift wijk G no. 238. Bij de omnummering van 1890 werd het adres Drift wijk G no. 238 gewijzigd in Drift 9 Utrecht.
Gerrit Willem von Stockhausen trouwde in 1902 en verhuisde toen naar Den Haag. Zijn ouders Cornelis Maria Frederik von Stockhausen en Alberta Adriana Reeders verhuisden op 3 juni 1903 naar Den Haag (Bevolking 1900-1910 wijk 1, deel 2-3, blad 759).
Huis Drift 9 afgebroken
Het huis Drift 9 werd in 1903 gesloopt om ruimte te maken voor het nieuwe hoofdkantoor van Levensverzekeringsmaatschappij Piëtas.
Vanaf maart 1906 werd het adres Drift 9 in het bevolkingsregister gebruikt voor de woning van de directeur van de verzekeringsmaatschappij Piëtas (Bevolking 1900-1910 wijk 1, deel 2-3, blad 759).
Stalgebouw van Drift 9

Het stalgebouw van Drift 9, aan de Keizerstraat, werd pas in 1919 gesloopt.
Kort voor de sloop werd door A.C. Thomann nog een foto van het stalgebouw gemaakt.
Tegenwoordig staat het gebouw van de Incassobank op dit perceel (Nobelstraat 4).
Pietas-gebouw

Het Pietas-gebouw op Drift 9 / Nobelstraat 2A Utrecht werd in 1905 gebouwd voor levensverzekering maatschappij Pietas. In 1916 werd verzekeringsmaatschappij Pietas overgenomen door Levensverzekering Maatschappij Utrecht. Het pand werd vervolgens in gebruik genomen door Maison de Paris. Tegenwoordig zijn hier fitness club TrainMore Utrecht, Ludwig Coffee Bar (‘Ludwig Utrecht’) en studenten huisarts Janskerkhof gevestigd.
Drift 9 Utrecht werd ontworpen door de architect J.A. van Straaten jr. (1862-1920). Het beeldhouwwerk is van W.M. Retera (1858-1930).
Rijksmonument
Het Pietas-gebouw is een rijksmonument. Drift 9 werd in 2001 opgenomen in het Rijksmonumentenregister (monument nr. 514247). In de omschrijving van Drift 9 staat vermeld dat het kantoorpand gevels heeft aan zowel Drift als Nobelstraat. De voordeur in de vleugel aan de Nobelstraat heeft het adres Nobelstraat 2a Utrecht.
Hoofdkantoor Levensverzekering maatschappij Piëtas
Drift 9 Utrecht werd gebouwd als hoofdkantoor met directiewoning van Levensverzekering maatschappij Piëtas (bouwdossier 4270-88-83). Voor de nieuwbouw van verzekeringsmaatschappij Piëtas werd ruimte gemaakt door in 1903 het toenmalige huis Drift 9 te slopen. De verbouwing werd opgedragen aan de firma Gebrs. Terlingen te Amsterdam (Het nieuws van den dag: kleine courant, 21-11-1903, p. 13, Delpher).
Op een foto uit 1904 van de begrafenisstoet van de overleden componist en dirigent Richard Hol is het bouwterrein Drift 9 op de achtergrond te zien (HUA, catalogusnr. 97295). Levensverzekering maatschappij Piëtas wordt al vermeld in de Rijksgids voor den telefoondienst 1905, met telefoonnummer 215 (Delpher). De bouw was in november 1905 zover dat de schutting kon worden weggehaald (Utrechts Nieuwsblad, 07-11-1905, p. 3).

Deze foto van het Piëtas-gebouw (HUA, catalogusnr. 347) is vermoedelijk gemaakt in 1906. In dat jaar vond de officiële opening van het Piëtas-gebouw plaats. In maart van dat jaar werden de nieuwe elektrische booglampen aan het Janskerkhof voor het eerst in gebruik gesteld (Utrechts Nieuwsblad, 31-03-1906, p. 2). Het uitstekende huis rechts van het Piëtas-gebouw (Drift 7 oud) is in 1925 afgebroken, ter verbreding van de Nobelstraat.
Beschrijving Drift 9 Utrecht in De Telegraaf
In De Telegraaf van 17 maart 1906 (Delpher) wordt het Piëtas-gebouw als volgt omschreven:
“Een rustig geheel, den stempel dragend van eenvoud en soliditeit, verkregen door samenwerking van de uitnemendste krachten, die de nieuwste vindingen in toepassing hebben gebracht, zoodat Utrecht thans op een der meest moderne kantoorgebouwen kan wijzen.
Het is eene hoofdgedachte geweest van de directie en den architect J. A. van Straaten, te Amsterdam, het gebouw brandvrij te maken en hiervoor is toegepast gewapend beton, zoowel voor kluizen als vloeren, kolommen, balken en trappen; het geheel is door de Amsterdamsche fabriek van cement-ijzerwerken nauwkeurig berekend en goed uitgevoerd.
Het groote kantoorlokaal op de eerste verdieping beslaat de geheele breedte van het gebouw aan de Driftzijde en een gedeelte van den kant der Nobelstraat, zoodat het voldoende ruimte biedt voor een personeel van negentig à honderd man.
Bij den bouw van het geheel heeft de architect zich laten impressionneeren door Romaansch architectonische onderdeelen.
De medewerking van den beeldhouwer Retera, leeraar aan de Kunstnijverheidschool te Amsterdam, mag eene zeer gelukkige genoemd worden.
Voor het materiaal is gekozen Walsteiner graniet uit Beieren en harde zandsteen uit Oberkirchen; de bekroning van den toren is mede van graniet. De prachtige gepantserde kluizen, de kluisdeuren, afsluitingen en installatie der kluizen zijn het werk der bekende Nederlandsche firma B. Lips te Dordrecht.
Ook blijven niet onvermeld het kunstsmeewerk van de Gebr. van der Horst te Utrecht, en het bronswerk van de firma Becht en Dyserinck te Amsterdam, die met zeer veel toewijding hunne opdrachten uitvoerden.
De waterleiding, met pijpleiding, systeem-Van Huffel, is door de Utrechtsche Waterleiding Maatschappij geleverd. Het interieur van het gebouw, wat muren en plafonds aangaat, is geheel geschilderd en gedeeltelijk geornamenteerd in caseine door den heer Corn. B. Wiesman te Utrecht. Het uurwerk voor de klokkenplaten in den toren werd ontworpen en aangebracht door dr. Van Huffel, directeur der Ned. Instrumentenfabriek te Utrecht. Electrische installatie, geleiding, telefoonnet, werden uitgevoerd door de firma Mijnesen & Co. te Amsterdam, onder leiding van bet Electro-technisch Bureau van de heeren Nagtglas Versteeg & Verdam, ingenieurs aldaar, de centrale verwarming door de firma Zimmerman te Utrecht en de torgamentwerken door de Leipziger torgamentfabriek.
De voortreffelijk uitgevoerde betimmeringen en het ameublement werden geleverd door de firma H.F. Jansen & Zonen te Amsterdam en de mozaïekwerken door de firma Odorico te Frankfort.
Het geheele werk is uitgevoerd onder leiding van den hoofdopzichter K. Sickler.
De aannemers, de Gebrs. Terlingen te Amsterdam, hebben de meeste zorg besteed aan de afwerking en voor hunne uitstekende regeling pleit ook het feit, dat geen enkel ongeluk te betreuren valt. Het monumentaal gebouw zal hun tot eene blijvende eer strekken.
Het stuk is een uittreksel van een artikel uit het Utrechts Nieuwsblad (15-03-1906, p. 3).
Anthonius Johannes Snoekc

Directeuren van de Levensverzekeringsmaatschappij “Piëtas” waren J.M.H. Thier en Anthonius Johannes Snoekc. Snoekc was in 1877 getrouwd met Agnes Margaretha Hackfoort (1852-1932). Zij woonden in de directeurswoning.
In september 1907 gooide een oud-werknemer van de verzekeringsmaatschappij Piëtas de ruiten van het woonhuis van het Pietasgebouw in. Hij gebruikte daarvoor bouwmaterialen van het schuin tegenover gelegen hotel des Pays Bas dat op dat moment werd verbouwd (Arnhemsche courant, 26-09-1907, Delpher).
Anthonius Johannes Snoekc overleed in 1912, wonende aan de Drift (BS Utrecht 1912, O. aktenr. 1011). Na het overlijden van Snoekc werd W. Bronkhorst aangesteld als adjunct-directeur. Thier bleef werkzaam als directeur.
Levensverzekering maatschappij Utrecht

In 1916 werd verzekeringsmaatschappij Pietas overgenomen door Levensverzekering Maatschappij Utrecht. Op 7 december 1916 werd een vergadering gehouden van de aandeelhouders van de levensverzekering-maatschappij Piëtas, waarin werd voorgesteld om de gehele maatschappij in eigendom te doen overgaan aan de levensverzekering maatschappij Utrecht (De Tijd, 07-12-1916, Delpher).
In februari 1918 was er nog sprake van dat Levensverzekering Maatschappij Utrecht zijn kantoor naar Drift 9 zou verplaatsen (Het Centrum, 19-02-1918, Delpher), maar kort daarna werd Drift 9 afgestoten. Op 2 oktober 1918 werd een advertentie in Het Centrum geplaatst met de tekst: “De Bureaux der Levensverzekering-Maatschappij “Piëtas” zijn verplaatst van DRIFT 9 naar Leidschenweg 2, Utrecht, — Telefoon No. 215″. Leidseweg 2 was het adres van De Utrecht, het hoofdgebouw van Levensverzekering Maatschappij Utrecht.
Maison de Paris
In 1919 werd de benedenverdieping van het Pietas-gebouw, onder leiding van de architect Van Straaten, verbouwd voor modemagazijn Maison de Paris, dat zich op Drift 9 ging vestigen.
Modemagazijn Maison de Paris was in 1869 opgericht in Den Haag. Het modemagazijn in Utrecht was een filiaal. Tot de verhuizing naar Drift 9, was het Utrechtse filiaal van Maison de Paris op Pausdam 4 gevestigd geweest (vgl. Het Centrum, 04-11-1911, Delpher).
De ramen van het Pietasgebouw bestonden oorspronkelijk uit drie hoge smalle ruiten. Voor Maison de Paris werden deze ramen vervangen door grote etalageruiten.
Bankgebouw Nederlandsche Credietbank

In 1947 werd Drift 9 Utrecht door de Nederlandsche Credietbank, later Nederlandse Credietbank (HUA, catalogusnr. 56291), in gebruik genomen als bankgebouw (Utrechts Nieuwsblad, 06-09-1947, p. 4 en 6).
De bank is tot in de jaren ’80 op Drift 9 gevestigd geweest.
Universiteit Utrecht
Na het vertrek van de Nederlandsche Credietbank werd Drift 9 Utrecht enige decennia door de Universiteit Utrecht gebruikt. De Universiteit Utrecht gebruikte zowel het adres Drift 9 als Nobelstraat 2A. De universiteit verliet het Pietas-gebouw in 2011.
TrainMore Utrecht
Na het vertrek van de universiteit werd het gebouw in gebruik genomen door de fitness club TrainMore Utrecht. Het gebouw is voor TrainMore Utrecht gestript en van twee grote vides voorzien. Bovendien is het gebouw door VENS architecten uit Amsterdam van nieuwe interieurelementen voorzien. De lockers van TrainMore zijn in de oude kluis van de bank geplaatst.
Drift 9 Utrecht: TrainMore, Ludwig Utrecht
Het Pietas-gebouw heeft momenteel meerdere gebruikers. Train More Utrecht en Ludwig Utrecht zitten op Drift 9 Utrecht.
Nobelstraat 2A: Huisartsenpraktijk Janskerkhof
Studenten huisartsenpraktijk Janskerkhof heeft het adres Nobelstraat 2a Utrecht.
Bronnen
- Jan Willem Arends, Beeldhouwwerk aan gebouwen te Utrecht: het Piëtas-gebouw, Drift 9/Nobelstraat 2A, www.bouwbeeldhouwwerk.nl.
- J.H. Hofman, De maarschalken van Montfoort, Heemtydinghen: orgaan voor de streekgeschiedenis van het Stichts-Hollandse grensgebied, no. 25 (nov. 1969), p. 15-19.
Gepubliceerd: 19-05-2012 door Caroline Pelser. Laatst geactualiseerd op 28-08-2025.