
Drift 15 Utrecht (tot 1890: Drift wijk G no. 235) is een rijksmonument. Het huis is sinds 1962 eigendom van de Universiteit Utrecht.Van 1898 tot 1962 was Edelsmidse Brom op Drift 15 gevestigd. Een gedenksteen in de gevel herinnert aan de edelsmederij.
Drift 15 is volgens M. Dolfin e.a., p. 27, ontstaan uit een middeleeuws claustraal huis van St. Jan. Het huis heeft volgens Dolfin e.a. een aantal 18e-eeuwse elementen (schouw, stucplafond, trappenhuis). De architect die Drift 15 in 2007 verbouwde dateerde het stucwerk op tweede helft 19e eeuw.
Rijksmonument
Drift 15 wordt in het Rijksmonumentenregister (monument nr. 36094) omschreven als:
“Pand, statige lijstgevel met natuurstenen blokken aan weerszijden en muurankers. XVII.”
Johan van Merenborch
In mei 1594 wordt Johan van Merenborch als bewoner genoemd (transport Drift 13). Het huis stond op naam van Jacob van Cleeff. Diens naam komt ook voor op de zeventiende-eeuwse namenlijst van het Janskerkhof, als Jacobus de Kleeff.
Jan van Merenborch was getrouwd geweest met Deliana Jansdr Freys van Dolre (ovl. augustus 1579).
Cornelis van Merenborch
In het begin van de zeventiende eeuw werd Drift 15 bewoond door hun zoon Cornelis van Merenborch (ovl. 1630). Cornelis van Merenborch was op 27 januari 1599 getrouwd (RK) met Mechtelt Bor[re] van Amerongen, dochter van Dirck Borre van Amerongen en Elisabeth [Elsabe] van Pallaes. Zij kregen vier kinderen: Deliana, Isabella, Johan en Dirck (Diderick).
Dochter Deliana van Merenborch (†1638), die in 1635 zou trouwen met Floris Diederick Cloeck, komt voor in het Album amicorum uit 1612/13 van haar buurmeisje Swaentgen van Ledenberch, van Drift 17 (nrs. 31-33).
Mechtelt Borre van Amerongen
In 1643 verhuurde Mechtelt Borre van Amerongen, weduwe van Cornelis van Merenborch, wonende aan het St. Janskerckhof, land in Loenen bij Nieuwersluis. In 1653 legde Mechtelt Borre van Amerongen, wonende aan het St. Johanskerckhoff, als verklaring af dat haar erfgenamen geen rekening en verantwoording mochten eisen van haar zoon Dirck van Merenborch, die naar eer en geweten haar financiële zaken regelde.
Volgens een akte van huur en verhuur uit 1655 stond het huis van Mechtelt Borre van Amerongen aan de “Nieuwegrafte by St. Janskerckhof”. In 1656 gaf zij haar zoon Diderick van Merenborch procuratie om al haar inkomsten te ontvangen, zoals hij eerder had gedaan, voor de afdracht waarvan hij zou worden gekwiteerd. In een transportakte uit 1656 (inzake Drift 17) wordt zij juffr. van Merenborch genoemd.
In een codicil van 1656 wees Mechtelt Borre van Amerongen een legaat toe aan Maria, de natuurlijke dochter van haar overleden zoon Johan van Merenborch en Annichgen Jansdochter van Rhenen (procuratieakte). Annichgen Jansdochter is vermoedelijk identiek aan Annichge Willems, die in 1643 stelde dat de overleden Johan van Merenborch beloofd had om met haar te trouwen (aktes 1643, nrs. 54, 60).
Diderick van Merenborch
Na het overlijden van Mechtelt Borre van Amerongen kwam Drift 15 in handen van haar zoon Diderick van Merenborch. In 1657 (akte van huur en verhuur) woonde Diderick van Merenborch aan het St. Johanskerckhoff.
Enkele jaren later woonde Diderick van Merenborch op de Plompetorengracht (akte 1664). Diderick van Meerenburgh overleed op 12 augustus 1678, aan de Plompetorengracht. Hij werd begraven in de Buurkerk. Hij liet collaterale erfgenamen na.
Everard van Sypesteyn

Uit de verkoopakte van 1698 blijkt dat het huis gehuurd werd door Everard van Sypesteyn (1636-1713), burgemeester van de stad Utrecht. De huur liep nog tot Pasen 1702.
Everard van Sypesteyn, weduwnaar van Catharina van der Woert (-1679), was in 1695, met attestatie van Utrecht, in Amsterdam getrouwd met Sibilla Codde, weduwe van Jacob Fransz.
Johan van Mansvelt en Walburgh Splinter
In mei 1698 verkochten de erven Diderick van Merenburgh het huis aan de “Nieuwegracht over het Janskerckhoff” met hof en stalling, en een huisje aan de Vuilesloot, aan de lakenverkoper Johan van Mansvelt. Johan van Mansvelt kreeg het huis in november 1698 getransporteerd. Op het huis rustte een oudeigen ten bate van het kapittel van Sint Jan.
Johan van Mansvelt (?-1700) was in 1660 getrouwd met Walborch Splinter (1633-1708).
Johan van Mansvelt heeft niet op Drift 15 gewoond; hij overleed op 15 februari 1700 bij het stadhuis. Waarschijnlijk was dit het huis “ontrent Stadtsplaetse”, waar Johan van Mansvelt en Walburgh Splinter woonden volgens hun testament van 1663. Johan van Mansvelt liet zijn vrouw na met mondige kinderen. Hij werd begraven in de Buurkerk.
Walburgh Splinter verhuisde na het overlijden van haar echtgenoot naar Drift 15. Op 12 maart 1702 werd aldaar het besloten testament van Johan van Mansvelt geopend, in opdracht van Walburgh Splinter en haar zonen Jacob van Mansveldt (1661-1710) en Anthony van Mansveldt (1666-1702).
Op 18 maart 1702 overleed Anthony van Mansveld (“laat na sijn moeder”). De dag daarna stelde Catharina Wildenbergh ten huize van Walburgh Splinter, weduwe van Johan van Mansveld, een codicil op.
In juli 1702 gaven Walburgh Splinter en Catharina Wildenburgh opdracht tot de opening van het besloten testament van Anthony van Mansveldt.
In oktober 1702 trouwde Catharina Wildenberg met Cornelis van Maertensdijck, weduwnaar van Pietertje Janz. Beide huwelijkspartners woonden aan het Janskerkhof.
Walburgh Splinter overleed op 10 januari 1708, wonende op de Nieuwegracht tegenover het Janskerkhof.
Jacob van Mansvelt en Hillegonda van Sypesteyn
Drift 15 werd geërfd door Jacob van Mansvelt (1661-1710). Jacob van Mansvelt was in 1703 getrouwd met Hillegonda van Sypesteyn (1674-1754). Het is goed mogelijk dat Hillegonda van Sypesteyn al op Drift 15 gewoond had, samen met haar vader Everard van Sypesteyn en stiefmoeder Sibilla Codde.
In september 1708 werd Jacob van Mansvelt aangesteld als maarschalk van Montfoort.
Jacob van Mansvelt overleed op 2 november 1710, wonende op de Nieuwegracht over ’t St. Janskerckhoff. Hij liet zijn vrouw na met onmondige kinderen. Hij werd begraven in de Buurkerk.
Jacob van Mansvelt en Hillegonda Sypesteyn hadden in 1707 bepaald dat de langstlevende voogd over de kinderen zou zijn. In 1712 benoemde Hillegonda van Sypesteyn haar vader Evert van Sypesteyn (1636-1713) tot mede-voogd over haar kinderen.
Hertrouwd
Hillegonda van Sypesteyn hertrouwde in augustus 1714 met Everard de Beer (1667-1732), zoon van Gerard de Beer en Alidt Booth. In juni 1714 had zij Everard de Beer al als nieuwe voogd voor haar kinderen aangewezen, ter vervanging van haar overleden vader. Everard de Beer was de zwager van buurvrouw Maghtelina van de Perre (Drift 17).
Het echtpaar De Beer-van Sypesteyn liet in 1715 hun dochter Gerarda dopen, wonende by den Drift.
In 1718 kocht Everard de Beer een huis aan de Nieuwegracht, het tweede huis ten oosten van de Ambachtstraat (Kromme Nieuwegracht 16?).
Verbouwing
In 1719 werden namens de onmondige kinderen van Hillegonda van Sypesteyn, weduwe van Jacob van Mansvelt, verbouwingen aan Drift 15 verricht. In de akte van overeenkomst wordt het huis “Merenburg” en de brug voor het huis de Maes- of Merenburgerbrug genoemd.
Everard de Beer overleed op 7 december 1732, wonende aan de Nieuwegracht omtrent de Hieronymusschool.
In 1735 verkochten de onmondige kinderen van Everard de Beer een huis aan de achterzijde van het perceel Drift 15, grenzend aan de Vuylesloot aan Jan de Lely, mogelijk de zwager van buurvrouw Elisabeth van Breugel (Drift 17).
Hun moeder Hillegonda van Sypesteyn erfde van haar echtgenoot Everard de Beer het huis op Boothstraat 8, dat zij in 1738 aan haar zoon Jan Jacob van Mansvelt uit haar eerste huwelijk schonk.
In 1736, 1742 en 1746 maakte Hillegonda van Sypesteyn een testament. Volgens het testament van 1742 woonde Hillegonda van Sypesteyn aan de noordzijde van de Mariaplaats, mogelijk in het huis dat haar schoonzuster Margaretha de Beer had nagelaten. Dat huis met annexe woningen had Margaretha de Beer in 1700 samen met haar broer Cornelis Jan de Beer gekocht. Een deel daarvan was in 1734 door de kinderen verkocht.
In 1747 sloot Hillegonda van Sypesteyn een akkoord met haar buurman op de Mariaplaats.
In augustus 1754 gaf Jan Jacob van Mansvelt als executeur-testamentair opdracht tot opening van het besloten testament van Hillegonda van Sypesteyn.
Jan Jacob van Mansvelt, die tot die tijd op Boothstraat 8 had gewoond, overleed op 27 september 1754 op de Mariaplaats, bij het Waterpoortje, nalatende vier onmondige kinderen. Zijn sterfhuis was mogelijk het huis van zijn moeder, Mariaplaats 14. In november 1754 werd dat huis verkocht aan Gerardus Bernardus Visscher.
Abraham Josua Brakonier en Catharina de Wilde

Drift 15 werd bewoond door predikant Abraham Josua Brakonier (1670-1736) en zijn echtgenote, de dichteres Catharina de Wilde (1688-1766; biografie). Zij waren in 1708, met attestatie van Utrecht, in De Bilt getrouwd.
Abraham Josua Brakonier overleed in maart 1736, wonende aan de Nieuwegracht bij het Janskerkhof, nalatende zijn vrouw en een onmondig kind, Abraham Cornelis Brakonier (1724-1786). Abraham Josua Brakonier werd begraven in de Buurkerk. In oktober 1736 werd zijn bibliotheek verkocht (Hollandsche historische courant, 05-09-1736, Delpher). Catharina de Wilde was bij het sterfbed van haar man bijgestaan door haar nicht Sara Maria van Zon, die op Drift 3 woonde. Als dank schreef Catharina de Wilde een gedicht voor haar.
In 1743 werd Uytgeleezene bybel-stoffen van Abraham Josua Brakonier gepubliceerd, met een voorwoord door Hieronymus van Alphen (bewoner Drift 21) en een gedicht van Sara Maria van Zon.
Ten tijde van de verkoop van Drift 15, in 1754, werd het huis nog gehuurd door Catharina de Wilde, weduwe van predikant Abraham Josua Brakonier. Het huurcontract liep tot 1 mei 1755.
Gysbert Craeyvanger
In december 1754 verkochten de (klein)kinderen en erven van Jacob van Mansvelt en Hillegonda van Seypesteyn Drift 15 aan Gysbert Craeyvanger, rentmeester van de gebeneficieerde goederen.
Het huis naast de stalling op de Vuilesloot werd volgens de verkoopakte gehuurd door Johannes Hendrik Welter. Dit huurcontract moet omstreeks 1747 zijn ingegaan. In april 1748 liet hij een zoon dopen, wonend in de Vuylesloot.
Gysbert Craeyvanger kreeg het huis met tuinkamer, stalling en koetshuis op 14 juni 1755 getransporteerd.
Gysbert Craeyvanger was in 1734 getrouwd met Geertruida Margaretha Bongart (1713-1787). Haar zuster Maria Agneta Bongart was getrouwd met Jan Jacob Mansvelt, de oudste zoon van Jacob van Mansvelt en Hillegonda van Seypesteyn. Gysbert Craeyvanger was voogd over hun kinderen.
Er bestond ook een zakelijke relatie tussen Gysbert Craeyvanger en de familie Van Mansvelt. Craeyvanger behartigde, tot de verkoop in 1768, de belangen van de familie Van Mansvelt inzake hun aandeel in de plantage Cannewappibo aan de Commewijne in Suriname, dat zij gezamenlijk hadden geërfd van Christiaan Bongardt (1678-1742) en Catharina van Romswinckel (?-1725), de ouders van Geertruida Margaretha Bongart en Maria Agneta Bongart.
Gysbert Craeyvanger overleed op 26 april 1778, wonende op de Nieuwegraft over het Janskerkhof, nalatende zijn vrouw en zes mondige kinderen. Geertruyd Margaretha Bongart overleed op 26 november 1787, “op het St. Janskerkhof”, nalatende vijf mondige kinderen.
Everard Johan Römer

In februari 1789 werd door Adrianus Croes en Gerrit Schryver een verklaring afgelegd over de erfgenamen. In december 1789 verkochten de erven Gijsbert Craeyvanger en Margaretha Bongart het huis aan de medicinae doctor Everard Johan Römer. In 1790 werd het huis aan Everard Johan Römer getransporteerd.
Everard Johan Römer (1741-1808) was in 1776 getrouwd met Anna Wilhelmina van Doelen (1750-1830). Römer was stadsgeneesheer en van 1767 tot 1808 geneesheer van de fundatie van Renswoude. In 1798 werd Römer van zijn functie ontheven, omdat hij het niet eens was met het nieuwe beleid. Zijn familiewapen werd uit de gevel van het fundatiehuis gehakt. Toen er echter geen opvolger voor hem kon worden gevonden, werd hij weer in zijn functie hersteld (Nieuw Biographisch Woordenboek).
Anna Wilhelmina van Doelen
Tijdens de volkstelling van 1813 werden zijn weduwe Anna Wilhelmina van Doelen en hun dochter Martinetta Elisabeth Römer op dit adres geregistreerd.
OAT 1832
In de OAT 1832 staat Anna Wilhelmina van Doelen als eigenaresse van perceel A 527 (huis, erf, tuin, koepel, stal en kelder) aan de Drift (met stalling aan de Keizerstraat) en van perceel A 526 (huis en erf) aan de Keizerstraat vermeld.
Anna Wilhelmina van Doelen overleed in 1830. Dochter Martinetta Elisabeth bleef na haar moeders overlijden op Drift 15 wonen.
In 1852 overleed Martinetta Elisabeth Römer op haar woonadres Drift G 235 (BS Utrecht O 1852, aktenr. 1370).
Pieter Adam Pols
Enkele maanden na het overlijden van Martinetta Elisabeth Römer werd Drift 15 op een veiling te koop aangeboden. In de advertentie in de Utrechtsche provinciale en stads-courant van 23 februari 1853, p. 4 (Delpher), wordt het huis als volgt beschreven:
“Een kapitaal, hecht, sterk, weldoortimmerd Dubbeld HEERENHUIS, Erf, Grond en grooten Tuin, mitsgaders Stal en Koetshuis, staande en gelegen binnen Utrecht, aan de Oostzijde van de Nieuwe Gracht, op den Drift, tegenover het St. Jans Kerkhof, wijk G. n°. 235, strekkende met de Kelders en Kluizen voor uit de Gracht en met den Stal en Koetshuis uitkomende op de Vuilesloot, benevens nog een HUIS, Erf en Grond, gelegen naast den Stal, en geteekend wijk G. n°. 445, kadaster sectie A. n°. 526 en 527, ter inhouds grootte van elf roeden, 20 ellen.
Het Heerenhuis, hetwelk alleraangenaamst is gesitueerd en een bijzonder fraai en levendig uitzigt heeft over het Jans Kerkhof, is voorzien van een gestucadoorden met wit marmer steenen bevloerden Gang, vijf beneden Kamers, allen behangen, de meesten met Stookplaatsen en twee geplafonneerd, ruime Keuken met alle vereischten, eene Decharge, twee Binnenplaatsen, zes Bovenkamers, gedeeltelijk behangen, geplafonneerd en met Stookplaatsen, Provisie- en Dienstbodenkamers, Voor- en Achter Zolders met afgeschoten Kamertje, Vliering, enz.”
Het huis werd, volgens een bericht in de Utrechtsche provinciale en stads-courant van 23 maart 1853, p. 2 (Delpher), voor f. 17100,- verkocht aan de heer P.A. (Pieter Adam) Pols (Harderwijk 1810 – Zeist 1887).
Volgens het bevolkingsregister 1850-1859 woonden Pols en zijn gezin hier van januari 1857 tot mei 1858. Maar het gezin Pols staat ook ingeschreven in het Bevolkingsregister 1860-1879; deel 7579, wijk G, blad 353. Volgens dit bevolkingsregister verhuisden zij in oktober 1876 naar het buitenland. Na hun verhuizing woonde hier nog personeel.
Daniel Koert
Op 28 mei 1879 vestigden de arts Daniel Koert (1849-1942), zijn echtgenote Davina Dina Meijs (1851-1881) en hun vier kinderen zich op dit adres (Bevolking 1860-1879; deel 7579, wijk G, blad 458).
Advertenties van Koert met dit adres zijn te vinden in: Het nieuws van den dag, 20 augustus 1879, Delpher, 1 april 1880, Delpher en 14 augustus 1880, Delpher).
Op 28 juli 1881 overleed zijn echtgenote Davina Dina Mijs op hun woonadres Drift G 235 (BS Utrecht O 1881, aktenr. 1177).
Daniel Koert en zijn kinderen verhuisden op 16 november 1881 naar Brigittenstraat A 1130 (nu: Brigittenstraat 7; Bevolkingsregister 1880-1890 Wijk G, bladnr. 374).
Notaris Beijerman
Op 17 november 1881 kwam notaris A.M. Beijerman met zijn gezin op Drift 15 wonen (Bevolkingsregister 1880-1890 Wijk G, bladnr. 374). Drift 15 was tevens zijn kantooradres (Het nieuws van den dag: kleine courant, 21-01-1882, p. 3, Delpher).
Drift 15 Utrecht
Bij de omnummering van 1890 werd het adres Drift wijk G no. 235 gewijzigd in Drift 15 Utrecht.
Antonie Marinus Beijerman, getrouwd met Maria Hoog, overleed op 6 december 1892, op 69-jarige leeftijd, op zijn woonadres Drift 15 (BS Utrecht 1892 O, aktenr. 2188).
Maria Hoog verhuisde met haar kinderen in mei 1898 (Bevolkingsregister 1890-1900 Wijk AI, bladnr. 725).
Edelsmidse Brom

Van 1898 tot 1962 was Edelsmidse Brom op Drift 15 gevestigd.
Edelsmidse Brom was een bedrijf in edel- en siersmeedkunst voor de rooms-katholieke kerk. In 1856 was Gerard Bartel Brom (Amersfoort 1831-1882 Utrecht) zijn edelsmederij begonnen aan de Springweg. Zijn zoon Jan Hendrik Brom (1860-1915) verhuisde het atelier in 1898 naar Drift 15.
Gedenksteen Drift 15
De gedenksteen op de gevel van Drift 15 herinnert nog aan Edelsmidse Brom. De gedenksteen bevat de afbeelding van het gereedschap van het ambacht van edelsmid, de jaartallen 1856-1962 en een gedicht van Jan Engelman. De gedenksteen werd aangebracht na de sluiting van firma Brom. Het gedicht van Jan Engelman bevat in het kort de geschiedenis van de edelsmidse:
“GETOGEN NAAR DE DOM
IS GERARD BARTEL BROM
JAN HENDRIK BIJ SINT JAN
VOLTOOIT ZIJN VADERS PLAN.
HET AMBACHT IS HERLEEFD
WAT JAN-ELOY DAN GEEFT
EN LEO SIERT HET LAND.
GESLOTEN WORDT DIT PAND.”
Jan Hendrik Brom

Jan Hendrik Brom diende in december 1897 een bouwplan in bij de gemeente, voor het oprichten van een kantoor en werkplaats in de tuin van Drift 15, uitkomende op de Keizerstraat. De smederij werd gevestigd in het koetshuis (Keizerstraat 14 en 16). De hoge schoorsteenpijp stamt uit deze tijd.
Jan Eloy Brom en Leo Brom
Na het overlijden van Jan Hendrik Brom werd het atelier voorgezet door zijn zonen Jan Eloy Brom (1891-1954) en Leo Brom (1896-1965). Hun zuster Joanna Brom (1898-1980) werkte tot 1958 ook in het bedrijf. Hildegard Brom-Fischer (1908-2001), echtgenote van Jan Eloy Brom, werkte als naaldkunstenaar.
Drift 15 door Gerrit Rietveld verbouwd
Leo Brom liet het woonhuis op Drift 15 begin jaren dertig verbouwen door de architect Gerrit Rietveld. De ontwerptekening die Gerrit Rietveld voor de verbouwing van de badkamer van Drift 15 maakte bevindt zich in de collectie van het Centraal Museum Utrecht.
Edelsmidse Brom werd in 1961 gesloten. Werk van Edelsmidse Brom is te bezichtigen in het Museum Catharijneconvent.
In 1992 is aan de Keizerstraat, op de buitenplaats van de smederij, een appartementencomplex met zes appartementen gebouwd.
Universiteit Utrecht koopt Drift 15
Drift 15 werd in 1962 eigendom van de Universiteit Utrecht. Al voordat officieel bekend was dat Edelsmidse Brom zou worden opgeheven, werd in de krant bekend gemaakt dat het Instituut voor Franse taal en letterkunde, dat tot dan toe gehuisvest was in een deel van Drift 11, zou gaan verhuizen naar Drift 15 (Utrechts Nieuwsblad, 24-07-1961, p. 2). In januari 1962 werd bekendgemaakt dat Drift 15 door de universiteit was gekocht (Utrechts Nieuwsblad, 11-01-1962, p. 2).
Het pand is sinds de aankoop al door diverse afdelingen gebruikt. In 2007 is Drift 15 in opdracht van de Universiteit Utrecht onder architectuur verbouwd.
Tijdens de verbouwing van Janskerkhof 2-3 maakte het bureau van Rechtsgeleerdheid gebruik van het pand.
Huidige bestemming Drift 15 Utrecht: Kunstgeschiedenis
Sinds februari 2016 wordt het pand gebruikt door medewerkers van Kunstgeschiedenis. Het postadres van Kunstgeschiedenis is Drift 6.
Bronnen
- M. Dolfin, E.M. Kylstra en J. Penders, Utrecht. De huizen binnen de singels. Overzicht. SDU uitgeverij, Den Haag / Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist 1989.
- Jan Engelman, Een huis te Utrecht wordt gesloten. De Broms nemen afscheid, De Tijd De Maasbode, 26-01-1962, geraadpleegd op Delpher.
- Archief Edelsmidse Brom, Katholiek Documentatie Centrum.
- Edelsmidse Brom, Wikipedia.
Deze pagina bevat affiliate links.
Gepubliceerd: 19-05-2012 door Caroline Pelser. Laatst geactualiseerd op 24-01-2023.