Drift 21 Utrecht (tot 1890: Drift wijk H no. 617) is een rijksmonument. Het huis is ontstaan uit een middeleeuws claustraal huis. Drift 21 Utrecht is eigendom van de Universiteit Utrecht.
M. Dolfin e.a., p. 27, beschrijven Drift 21 Utrecht als een “van oorsprong middeleeuws claustraal huis van het kapittel van St Jan, bestaande uit een dwars voorhuis met twee bouwlagen, kelders en een zadeldak, met daarachter een in 1907 naar ontwerp van P.J. Houtzagers gebouwd achterhuis.”
Rijksmonument
Drift 21 Utrecht wordt in het Rijksmonumentenregister (monument nr. 36097) omschreven als: “Statig herenhuis. Gevel met rechte kroonlijst. Zadeldak XVIII.”
Mechtelt Thin
Volgens de zeventiende-eeuwse bewonerslijst van het Janskerkhof wordt het huis voor het eerst genoemd in 1468.
(De beterschap van) Drift 21 Utrecht was in de zestiende eeuw eigendom van Mechtelt Thin, weduwe van Mr. Gijsbert Goeyertss (van Ewijck).
Haar naam komt niet voor op de zeventiende-eeuwse bewonerslijst van het Janskerkhof. Volgens deze lijst stond het huis in 1560 op naam van Arnoldus Knoop en in 1583 van Gerardus Knoop.
In oktober 1583 worden diverse plechten op het buurhuis Drift 23/25 gevestigd. Als belending zuidwaarts wordt steeds genoemd het huis van Gerrit Knoop.
Floris Thin
Mechtelt Thin liet het huis na aan haar zoon mr. Floris Thin (biografie NNBW), pensionaris van de Staten van Utrecht. Zijn naam staat wél als belending genoemd in een plecht van 1587, inzake Drift 23/25.
Floris Thin was betrokken bij het opstellen van de Unie van Utrecht (1579). Het oorspronkelijk ontwerp is van zijn hand.
Floris Thin wees in zijn testament zijn neef Mr. Evert van de Poll (biografie), zoon van Geertruyt Thin en Mr. Herman van de Poll, als erfgenaam aan.
Evert van de Poll
Evert Hermansz van de Poll bestemde in zijn testament van 1602 vrijwel zijn hele vermogen voor de instelling van een werkhuis. Zijn boeken legateerde hij aan de stadsbibliotheek in de Janskerk. Van de Poll overleed een maand daarna.
Het werkhuis op het Nicolaaskerkhof werd in 1604 ingericht. In een transportakte van 1607, inzake het buurhuis Drift 19, worden als eigenaar van Drift 21 de executeuren van het testament van Mr. Evert van de Poll genoemd.
Volgens de zeventiende-eeuwse bewonerslijst van het Janskerkhof stond het perceel in 1621 op naam van Godefridus Schijf.
In 1641 was het perceel volgens deze lijst eigendom van de erfgenamen van Evert van de Poll.
Bernardt van den Bongaert en Wilhelmina van Bronckhorst
In 1641 werd Drift 21 Utrecht en het (koets)huis op de Vuilesloot (Keizerstraat) uit de boedel van de overleden Evert van de Poll getransporteerd aan het echtpaar Bernardt van den Bongaert en Wilhelmina van Bronckhorst. De koopsom werd voldaan door transport van hofstede, boomgaarden en landen in Bunnik en Vechten naar de executeurs van het testament van Evert van de Poll.
Vermoedelijk woonde het echtpaar al in 1640 op Drift 21 (niet veel eerder, in 1638 woonden zij nog in de buurt van de Jansdam). Bernardt van den Bongaert, zoon van Bernard van den Bongard heer van Nijenrode en Breukelen (†1629) en Maria van Lockhorst, overleed in 1641.
In 1643 stelden bruidegom Dirck Jochumss van Loenen en bruid Annegen Frans huwelijkse voorwaarden op. Beiden gaven als woonplaats op: Utrecht, ten huyse van Wilhelmina van Bronckhorst, Nieuwegrafte ontrent St. Janskerckhoff. Mogelijk waren zij inwonende personeelsleden.
Wilhelmina van Bronckhorst en Willem Vincent van Wittenhorst
In 1646 (huw. aank. 14-11-1646) hertrouwde Wilhelmina van Bronckhorst met Willem Vincent baron van Wittenhorst, zoon van Johan van Wittenhorst en Adriana van Schagen.
Willem Vincent van Wittenhorst was eigenaar van het achterste huis op claustraal erf III. Het echtpaar woonde echter op Drift 21; in 1647 en 1648 maakte het echtpaar hier een testament. Na het overlijden van Adriana van Schagen, in 1656, werd Willem Vincent van Wittenhorst ook eigenaar van het voorste huis op claustraal erf III.
In 1658 maakten Willem Vincent baron van Wittenhorst en Wilhelmina van Bronckhorst baronesse van Wittenhorst een codicil, waarin zij bepaalden dat hun begrafenis moest worden geregeld door de langstlevende en in alle stilte diende te geschieden.
Ter Horst
In 1660 kochten Willem Vincent baron van Wittenhorst en Wilhelmina van Bronckhorst de Heerlijkheid Ter Horst. Vanaf dat moment brachten zij vermoedelijk veel tijd door in Horst, terwijl Drift 21 Utrecht bewoond en bewaakt werd door Geertge van Breuckel, weduwe van Harman Roeloffs, die rentmeester van Adriana van Schagen was geweest.
In 1666 verkocht Willem Vincent van Wittenhorst de huizen op claustraal erf III en werd de inboedel van Drift 21 (meubelen, huisraad en schilderijen) naar Ter Horst overgebracht. Drift 21 Utrecht werd vanaf dat moment verhuurd.
Wilhelmina van Bronckhorst overleed op 25 mei 1669 in Horst (Horst O1669-012).
“1669 maij die 30 Wilhelmina baronessa c.v. van Bronckhorst et Wettenhorst d(omi)na ter Horst etc. obijt 25 maij sole declinante ad vesp[er]am sepulta 30 die vesperi. exequiae eius 26 iunij : illa declit annui 25 fl. holl. p(er) ministris. d[omi]ni exeq. data integra capella, et alt(e)r(a) 8. m antipendiu(m) eu(s) bursa”.
Willem Vincent van Wittenhorst en Cecilia Catharina van Bochholtz
Willem Vincent van Wittenhorst erfde als universeel erfgenaam Drift 21 Utrecht. In 1670 hertrouwde Willem Vincent van Wittenhorst met Cecilia Catharina, barones van Bochholtz. Hij overleed in april 1674 in Horst.
Na het overlijden van Willem Vincent van Wittenhorst, nam zijn weduwe het beheer van Drift 21 over, ten behoeve van haar kinderen. In 1684 werd de huur van Drift 21 door Johan Andreas Fabre (Becker?), notaris van het Hof van Utrecht, als rentmeester van Catharina Cecilia van Bochholtz, met drie jaar verlengd vanaf Pasen 1685. De schrijffout “Fabre” doet vermoeden dat Anthony Fabre en Gabrielle Stasquin de huurders van het huis waren (zie voogdijbenoeming 1684).
Op 27 oktober 1687 gaf Cecilia Catharina van Bochholtz procuratie om het huis openbaar te verkopen.
Caspar van Royen en Cornelia van der Tocht
Op 18 november 1687 werd Drift 21 Utrecht geveild. Gegevens over de verkoop zijn nog niet gevonden.
Vermoedelijk werd het huis gekocht door burgemeester Caspar van Royen (1653-1709), zoon van Nicolaes van Royen en Anna van Solingen. Van Royen wordt in het transportregister voor het eerst in 1695 als eigenaar van het huis genoemd (in een plecht inzake Drift 19).
Caspar van Royen was op 22 september 1679 getrouwd met Cornelia van der Tocht (1656-1730). Casper van Royen overleed op 6 december 1709, wonende aan de Nieuwegracht bij ’t St. Janskerckhoff. Hij werd begraven in de Buurkerk.
Vrede van Utrecht 1713
In januari 1712 startten de onderhandelingen voor de Vrede van Utrecht 1713. Tijdens het welkomstbezoek door stadssecretaris Everard Harskamp verbleven de gezanten Sicco van Goslinga en Bruno van der Dussen in het huis van de weduwe van burgemeester van Royen, “daer de heer van der Dussen vooreerst logeerde” (E. Harskamp, p. 181). Bruno van der Dussen (1660-1741) was, net als Cornelia van der Tocht, afkomstig uit Gouda.
Bruno van der Dussen huurde, samen met gezant Willem Buys, op 2 februari 1712 het (huur)huis van Johan de Marez aan de Nieuwegracht tegenover Paushuize. Johan de Marez was de zoon van Margaretha Trip, eigenaresse van Janskerkhof 13 en Janskerkhof 13a. Goslinga huurde op 17 februari 1712, samen met Pieter Kemp van Moermont, de Zeeuwse afgevaardigde die eind 1712 overleed, een huis van den Heer van Renesse Heere van Lockhorst, staande op de Nieuwegracht.
Cornelia van der Tocht en Hieronymus van Alphen
Cornelia van der Tocht hertrouwde in 1721 met de hoogleraar theologie Hieronymus Simons van Alphen (1665-1742). Van Alphen huurde toentertijd Janskerkhof 15a Utrecht. Hij trok bij zijn nieuwe echtgenote op Drift 21 Utrecht in.
In mei 1725 overleed een kind van Jacob Cornelis van der Tocht, nalatende zijn ouders in Gouda. Het kind was overleden aan de Nieuwegracht bij het Janskerkhof, ten huize van professor Van Alphen. Het kind werd begraven in de Pieterskerk.
In 1726 maakte Cornelia van der Tocht een codicil, waarin zij het huis aan de Drift bestemde voor Catharina de Leeuw (1711-1762), dochter van Daniel de Leeuw en haar nicht Emerentia van der Tocht.
Na het overlijden van Cornelia van der Tocht, in 1730, bleef haar weduwnaar Hieronymus van Alphen hier wonen. De nieuwe eigenaresse, Catharina de Leeuw, die in 1732 trouwde met Gerlach Frederik van der Capellen (zie Nieuw Biografisch Woordenboek), woonde met haar echtgenoot op Boothstraat 6.
Hieronijmus van Alphen, professor in de theologie, overleed op 7 november 1742, wonende op de Nieuwegragt bij het Janskerckhoff. Van Alphen werd begraven in de Buurkerk.
Catharina de Leeuw en Gerlach Frederik van der Capellen
Na het overlijden van Hieronymus van Alphen verhuisden Catharina de Leeuw en Gerlach Frederik van der Capellen naar Drift 21 Utrecht.
In 1745 sloot Gerlach Frederik van der Capellen een akkoord met Christina Clara Strick van Linschoten, eigenaresse van Drift 19, over de verbouwing van haar keuken.
Gerlach Frederik van der Capellen overleed op 19 mei 1754 “op de Nieuwegragt bij het St. Janskerkhof”. Hij werd begraven in de Jacobikerk. Bij de scheiding van zijn boedel in 1756 werd het huis op Boothstraat 6 toebedeeld aan hun zoon Anthony Louis van der Capellen.
Vrouwe Catharina de Leeuw, douairière van Geerlach Fredrik Baron van der Capellen, overleed op 19 april 1762, “by ’t St. Janskerkhof”, nalatende vier mondige kinderen. Ze werd begraven in Schalkwijk. Bij haar boedelscheiding op 27 juni 1762 werd Drift 21, samen met een huysinge annex stallinge en koetshuys aan de Vuylesloot (Keizerstraat), toebedeeld aan haar zoon Gerlach Theodorus van der Capellen (1734-1805).
Johannes Willem Swellengrebel en Geertruida Elisabeth Hilgers
Gerlach Theodorus van der Capellen verkocht Drift 21 Utrecht, samen met het huis aan de westzijde van de Keizerstraat, in 1763 aan Johannes Willem Swellengrebel (1728-1798), kanunnik van het kapittel van Sint Jan.
Johannes Willem Swellengrebel was een zoon van Hendrik Swellengrebel (1700-1763) en Helena Wilhelmina ten Damme (1706-1746). Hendrik Swellengrebel was van 1739 tot 1751 gouverneur van de Nederlandse Kaapkolonie.
Johannes Willem Swellengrebel was in 1754, onder huwelijkse voorwaarden, getrouwd met Geertruida Elisabeth Hilgers (1734-1815). Hun jongste zonen Hendrik Constans Swellengrebel (1763-1822) en Johan Gerard Swellengrebel (1766-1854) werden in de Janskerk gedoopt.
In 1764 en 1768 wordt Swellengrebel als belending genoemd. In 1775 kreeg hij Drift 29 in handen, uit de erfenis van zijn tante Constantia Helena ten Damme.
Johannes Vos
In een transportakte van 9 maart 1773 inzake Drift 23 wordt Johannes Vos als eigenaar van Drift 21 Utrecht genoemd. In oktober 1773 maakten Johannes Vos en Ida Wilhelmina Bake een codicil, wonende in Utrecht, aan de Nieuwegraft, tusschen Wittevrouwenbrug en St Janskerkhof. Johannes Vos, raad extraordinaris van Nederlands-India, was een broer van Cornelis Anthony Vos. Hij is rond 1770 naar Nederland gekomen. In 1769 woonde hij nog in Semarang.
In 1775 keerde het echtpaar terug naar Indië.
Gerard Aarnoud Taets van Amerongen
In 1776 werd namens Johannes Vos procuratie gegeven om het huis aan de oostzijde van de Nieuwegracht en het huis aan de westzijde van de Keizerstraat te transporteren aan Gerard Aarnoud Taets van Amerongen. Het huis naast het koetshuis werd volgens de akte bewoond door Paulus Bertrand.
Gerard Aarnoud Taets van Amerongen (1754-1823) was in 1774 in Breda getrouwd met Caroline van der Duijn (1753-1817).
In 1792 wordt Gerard Arnoud Taets van Amerongen als belending genoemd.
In 1794 verhuurde Gerard Arnoud baron Taets van Amerongen het huis aan de westzijde van de Keizerstraat aan Abraham van Marrebag.
Van der Hoop
Volgens een aantekening op een plattegrond van rond 1807 werd het huis gehuurd door de heer en mevrouw van der Hoop (HUA, catalogusnr. 216502).
Koning Lodewijk Napoleon
Op 4 juli 1809 transporteerde Gerard Arnoud Taets van Amerongen, heer van Schalkwijk, het huis wijk H no. oud 490, nieuw 617, aan zijne majesteit de Koning van Holland. De koopsom was fl. 30.000,-.
Régie Des Droits Réunies. Bureau de débit
In 1811 werd Drift 21 Utrecht te koop aangeboden. Het huis werd in de advertentie in de Gazette d’Utrecht (Utrechtsche courant) van 16 augustus 1811, p. 2 (Delpher), omschreven als:
“Eene kapitale en weldoortimmerde HUIZINGE, La. H. No. 617, met een grooten TUIN en ERVE, Koetshuis en Stallinge voor agt Paarden met Hooi- en Haver-Zolders; staande en gelegen binnen Utrecht, aan de Oostzijde van den Drift, tusschen het St. Janskerkhof en Wittevrouwenbrug; voorzien van zeventien zoo Boven- als Beneden-Vertrekken.”
Ten tijde van de volkstelling 1813 woonden Jacques Lascalis, receveur de droits réunis, zijn echtgenote en nog twee andere receveurs de droits réunis op Drift 21 Utrecht.
De ‘droits réunis’ waren Franse belastingen. Er was toentertijd op Drift 21 een ‘bureau de debit’ gevestigd. Het uithangbord van het bureau, met het opschrift “No. 7; Régie Des Droits Réunies. Bureau de débit du tabac des manufactures impériales // Bestuur der Vereenigde Regten. Bureau der Slijters van de Tabak van de Keizerlijke Manufacturen”, is te vinden in de collectie van het Centraal Museum. De ‘droits réunis’ werden afgeschaft bij Besluit van 23 december 1813, no. 8 (Stb. 1813, no. 15).
Bureau Commandant van Utrecht
Op 20 oktober 1814 verhuisde het bureau van het Provinciaal en Stedelijk Kommandement van Utrecht van achter het Domskerkhof naar Drift No. 26, zoals het adres van Drift 21 toentertijd luidde (Utrechtsche Courant, 19-10-1814, Delpher).
Het huis werd bewoond door Onno Zwier van Sandick (1759-1822), zijn echtgenote Henriette Engelina Feith en hun kinderen.
In een advertentie in de Utrechtsche Courant van 3 april 1815, p. 2 (Delpher), werden jonge lieden uit de gehele provincie die wilden toetreden tot de vrijwillige Kavalerie opgeroepen zich te melden bij het Bureau van Generaal Majoor Provincialen Kommandant Onno Zwier van Sandick op Drift Letter H no. 617. In de overlijdensakte van zijn elfjarige zoon Rhijnvis van Sandick staat als adres Drift wijk H No. 26 vermeld (BS Utrecht 1815 O, aktenr. 218).
In 1817, ten tijde van de geboorte van zoon Octavius Helias, woonde het gezin Van Sandick in de Boothstraat (BS Utrecht 1817 G, aktenr. 689).
Gerechtelijke uitwinning
In 1815 werd Drift 21 bij gerechtelijke uitwinning verkocht (Utrechtsche Courant, 22-05-1815, Delpher). Het beslag werd gedaan tegen A.M.C. Gillet Ducoudray te Parijs.
“IN NAAM DER HOOGE OVERHEID
Verkooping ter Rolle van Geregtelijke Uitwinningen van de Rechtbank van Eersten Aanleg te Utrecht van een ERVE en GROND Wijk H. No. 617, staande en gelegen binnen de Gemeente en Provincie Utrecht, aan de oostzijde van de Nieuwe Gracht, op den Drift, tusschen het Sint Jans Kerkhof en Wittevrouwen Brug, alwaar ten Noorden de Heer Hendrik Ravée, en ten Zuiden de Heer J.B. Strick van Linschoten naast gelegen zijn, hebbende van voren beneden een Deur en daarnevens zeven Glasramen, daar boven acht Glasramen en drie Dakramen, wordende in huure gebruikt bij den Wel Ed. Gestrengen Heer Onno Zwier van Sandick, Luitenant Generaal en Provinciaal Kommandant van Utrecht.
Het Beslag is gedaan tegen den Heer Amedee Madelaine Carles Gillet du Coudray, thans zonder bekend Beroep, wonende te Parijs, en ten verzoeke van den Wel Ed. Gestrengen Heer Mr. Petrus van Musschenbroek, Regter in de Rechtbank van Eersten Aanleg te Utrecht, wonende aldaar in de Jansstraat, Wijk G. No. 223, hebbende tot Procureur de Heer Abraham Samuel van Hengelaar, wonende te Utrecht op de Oude Gracht Wijk C. No. 93.
Bij Proces Verbaal in dato en geregistreerd te Utrecht, den zestienden, overgeschreven aan het Bureau van Hypoth[eken] den zeventienden, en ter Griffie van voormelde Regtbank den twintigsten Mei 1800 vijftien, waarvan Kopijen zijn ter hand gesteld aan den Heer A.A. Meerman van der Goes, Griffier van het Vrederegt, eerste Kanton Utrecht en aan de Heer R.A. Schut, Burgemeester der stad Utrecht.
De Eerste Afkondiging der Memorie van Lasten zal plaats hebben ter Rolle voornoemd, Donderdag den derden augustus 1815, des voornoens ten elf uuren. [etc.]”
Ridder A.M.C. Gillet Ducoudray was in de periode van het Koninkrijk Holland Kabinets-raad bij het Huis des Konings geweest (Bestuursalmanak, 1809).
Rudolph van Olden
Blijkens een advertentie in de Utrechtsche Courant van 8 januari 1816, p. 2 (Delpher; scheur is scheef hersteld) werd het huis bij rechterlijk vonnis van 16 november 1815 toegewezen aan Rudolph van Olden.
Rudolph van Olden (1752-1828), weduwnaar van Ida Scheltus (1763-1805), was in 1808 hertrouwd met Jacqueline Marie Durgniat, gezegd Drognat. Tijdens de volkstelling van 1824 werd Rudolph van Olden met zijn gezin op dit adres geregistreerd (p. 181).
In 1828 overleed Rudolph van Olden, gehuwd aan Jaqueline Marie Drognat, raad en generaalmeester der Munt, op zijn woonadres Drift wijk H no. 617 (BS Utrecht 1828 O, aktenr. 249). Zijn weduwe overleed in 1833 in Leiden.
Willem op ten Noort
In een advertentie in het Utrechts Volksblad: sociaal-democratisch dagblad van 11 juli 1828, p. 2 (Delpher), werd aangekondigd dat het huis, samen met een huis aan de Vuilesloot (wijk G no. 449), op een veiling openbaar zou worden verkocht. Drift 21 Utrecht wordt in deze advertentie als volgt omschreven:
” No. 1. Eene kapitale en brillant ingerigte, mitsgaders hecht en sterk betimmerde HEEREN HUIZINGE , ERVE en GROND , met annexen spatieusen Tuin, Koetshuis en Stallinge voor acht Paarden , staande en gelegen binnen Utrecht aan den Drift, Wijk H. No. 617.
* Bestaande dezelve Huizinge in eene roijale met wit marmeren fteenen bevloerde Gang , 7 Beneden – Kamers , waaronder eene ruime Zaal, allen behangen , gestucadoord en geblafoneerd , waarvan 6 met Schoorssteenen , met marmeren Mantels en eene met eene Nis, Dessert- en Bad-Kamer, alle welke vertrekken met elkander communiceren;
voorts in den voormelden Gang eene Knechts – Kamer, ruime Binnenplaats met Wel- en Regenwaters – Pomp en onderscheidene vaste Kasten; twee ruime Keukens met Ovens, Fournuizen, vaste Kasten, en Wel- en Regenwaters – Pomp, boven een ruim Portaal met aisance en verscheidene ruime Kasten en Decharges ;
voorts 9 Kamers, allen behangen , de meeste daarvan geblafoneerd en Stookplaatsen in dezelven; verder twee Dienstboden Kamers, waartoe een afzonderlijke trap geleidende is, ruime Zoldering over de geheele Huizinge, magnifique drooge Wijn-, Provisie- en Turfkelders, uitkomende aan de Gracht;
achter de Huizinge eenen fraaijen welaangelegden grooten Tuin met Grotwerk, beplant met vele exquise Vruchtboomen – opgaand Hout en Gewassen, aan het einde daarvan eene ruime Plaats met Mestbak, Koetshuis en Stalling voor acht Paarden met Koetsierskamer, waarboven ruime Hooizolders, en welke Stalling en Koetshuis uitkomen aan de straat, genaamd de Vuilesloot.”
Postkantoor op Drift 21 Utrecht
In de Utrechtsche Courant van 13 februari 1829, p. 2 (Delpher), berichtte de directeur van het postkantoor mr. W. op ten Noort (1772-1844) dat het postkantoor naar zijn woning aan de Drift L. H. no. 617 was verplaatst.
In de OAT 1832 staat W. op ten Noort als eigenaar van perceel A 519 (huis, erf, kelder, tuin en stal) vermeld. Op ten Noort was ook eigenaar van het achtergelegen perceel A 520 (huis en erf; Keizerstraat G 449 / 34, gesloopt).
Na het overlijden van Willem op ten Noort, in 1844, verhuisde het postkantoor naar Drift 4. Zijn weduwe Charlotta Anna Elisabeth Adolphina van Pallandt overleed in 1852 op Voorstraat 77 (wijk H no. 517; BS Utrecht 1852 O, aktenr. 816).
Willem Matthias Jan van Dielen en Henrietta Sophia Alewijn
In 1850 werd het huis, samen met het huis aan de Keizerstraat, op een veiling te koop aangeboden (Utrechtsche provinciale en stads-courant: algemeen advertentieblad, 18-02-1850, p. 4, Delpher). Het huis voor f 23.325,- verkocht aan P.A. Serton qq. (Utrechtsche provinciale en stads-courant: algemeen advertentieblad, 11-03-1850, p. 3, Delpher).
Serton kocht het huis namens Willem Matthias Jan van Dielen (1805-1867). Volgens het bevolkingsregister werd het huis vanaf die tijd bewoond door Van Dielen, zijn echtgenote Henrietta Sophia Alewijn (1805-1870), hun twee dochters, haar zoon Edward Huydecoper (1827-1883), uit haar eerste huwelijk met Constantijn Willem Hendrik Huydecoper, en Sophia Constantia Alewijn.
Willem Matthias Jan van Dielen was een neef (tante-zegger) van Helena Margaretha van Dielen (1774-1841; Janskerkhof 11).
Bevriend met dominee Nicolaas Beets
Het echtpaar Van Dielen was bevriend met dominee Nicolaas Beets, die vanaf 1854 op Boothstraat 6 woonde. In het familiearchief Crommelin in het stadsarchief Amsterdam (inv. 30153) bevinden zich enkele brieven van Nicolaas Beets gericht aan leden van de familie Van Dielen-Alewijn. Nicolaas Beets was ook in 1859 aanwezig op het zilveren huwelijksfeest van Willem Matthias Jan van Dielen en Henrietta Sophia Alewijn.
In maart 1865 overleed Sophia Constantia Alewijn, op 22-jarige leeftijd, wonende aan de Drift, H 617 (BS Utrecht 1865 O, aktenr. 428).
Dochter Sophia Carolina Agatha Wilhelmina van Dielen (1837-1919) trouwde 1866 met Marinus Crommelin (BS Utrecht 1866 H, aktenr. 382).
Willem Matthias Jan van Dielen overleed in augustus 1867 in Groesbeek, op zijn landgoed Den Heuvel (BS Utrecht 1867 O, aktenr. 1365).
In 1870 hield jonkvrouwe Henrietta Sophia Alewijn, weduwe van mr. Willem Matthias Jan van Dielen, een dagboek bij. Daarin schreef ze onder meer over haar bezoek aan dominee Nicolaas Beets op Boothstraat 6.
Henrietta Sophia Alewijn overleed op 25 december 1870, wonende op Drift H 617 (BS Utrecht 1870 O, aktenr. 2361).
Edward Huydecoper van Nigtevecht
Bij de boedelscheiding, op 8 mei 1871, werd Drift 21 toegedeeld aan haar zoon Edward Huydecoper van Nigtevecht. Hij woonde ’s winters op Drift 21 en ’s zomers op zijn buitenplaats Gansenhoef bij Maarssen (NNBW).
Edward Huydecoper van Nigtevecht bouwde tijdens zijn leven een bijzondere bibliotheek op, voor een groot deel bestaande uit genealogische en heraldische handschriften. Huydecoper liet een groot aantal handschriften, waaronder een aantal handschriften van stadshistoricus Aernout van Buchel, na aan zijn goede vriend Marinus Paulus Smissaert (1825-1900). In 1906 werd de collectie Smissaert geveild, door het antiquariaat van Frederik Muller in Amsterdam. Een groot aantal stukken werd toen gekocht door diens zoon, de Utrechtse archivaris Samuel Muller Fzn, ten behoeve van het Rijksarchief.
Edward Huijdecoper van Nigtevecht overleed in 1883 op zijn buitenplaats Gansenhoef (BS Maarsseveen 1883 O, aktenr. 2).
Marinus Crommelin en Sophia Carolina Agatha Wilhelmina van Dielen
In 1884 werd Drift 21 Utrecht betrokken door zijn halfzuster Sophia Carolina Agatha Wilhelmina van Dielen (1837-1919) en haar echtgenoot Marinus Crommelin (1838-1907), met hun kinderen Henrietta Willemina Crommelin (1870-1957) en Claude Crommelin (1873-1946). Marinus Crommelin was een neef van Marinus Paulus Smissaert.
In 1890 werd Drift wijk H no. 617 hernummerd tot Drift 21 Utrecht.
Dochter Henrietta Crommelin was penningmeesteres van de plaatselijke afdeling van de Nationale Christen Geheel Onthouders Vereniging (zie o.m. De Tijd, 20-11-1901, p. 2, Delpher).
Claude Crommelin verhuisde in 1901 naar Den Haag. Marinus Crommelin, Sophia Carolina Agatha Wilhelmina van Dielen en Henrietta Willemina Crommelin verhuisden in 1905 naar Zeist.
Herman Friedrich Kol
De laatste particuliere bewoners van Drift 21 Utrecht waren Herman Friedrich Kol (1853-1928) en zijn echtgenote Constantia Isabella Jacqueline Grothe (1856-1928). Zij kochten het huis in 1906.
Zij waren in 1881 in Zeist getrouwd. Hun huwelijk bleef kinderloos.
Verbouwing Drift 21 Utrecht
In 1907 werd Drift 21 Utrecht ingrijpend verbouwd door aannemer J.W. Matthijs, naar ontwerp van de architect P.J. Houtzagers.
De hal kreeg een zuilengalerij en een glas-in-lood plafond met Art Nouveau-motieven. Ook kreeg het huis een nieuwe achtergevel. Verder kreeg het huis centrale verwarming met vloerroosters (in de hal) en privaten met spoelinrichting.
Volgens het bevolkingsregister betrokken Herman Friedrich Kol en Constantia Isabella Jacqueline Grothe het huis Drift 21 Utrecht in januari 1911.
Constantia Isabella Jacqueline Grothe overleed in mei 1928. Herman Friedrich Kol van Ouwerkerk overleed exact een maand na haar. Beiden werden begraven op begraafplaats Kovelswade.
Veiling
Na het overlijden van Herman Friedrich Kol en Constantia Isabella Jacqueline Grothe, werd het huis op een publieke veiling te koop aangeboden.
De inzet vond plaats op 11 januari 1929 en de definitieve afslag op 18 januari 1929.
Een aantal antiquiteiten uit het huis, waaronder de gebeeldhouwde houten renaissance poort, die naar het trappenhuis leidde (I op de plattegrond; klik op de afbeelding voor een vergroting), werd apart verkocht. Een marmeren schoorsteenmantel werd geschonken aan het College van Bestuur van de Universiteit ten behoeve van het Universiteitsgebouw.
In februari 1929 werd het beroep van de erven H.F. Kol van Ouwerkerk tegen het plaatsen van Drift 21 op de Monumentenlijst door B&W van de gemeente Utrecht gegrond verklaard.
Huidige bestemming Drift 21 Utrecht: Universiteit Utrecht
Sinds 1929 wordt Drift 21 Utrecht gebruikt door de Universiteit Utrecht. Vanaf 1929 was het Geografisch Instituut op Drift 21 gevestigd, vanaf 1970 het Instituut voor Muziekwetenschap. Aanvankelijk werd het huis van een daarvoor in het leven geroepen stichting gehuurd. Na enkele jaren werd het pand door de universiteit gekocht.
Sweelinckzaal
De salon van het huis – in Lodewijk XVI-stijl (G op de plattegrond; klik op de afbeelding voor een vergroting) – is tegenwoordig een vergaderzaal (Sweelinckzaal).
Drift 21 Utrecht maakt deel uit van het complex van de universiteitsbibliotheek. Sinds de verbouwing van het complex aan de Wittevrouwenstraat-Drift tot Universiteitsbibliotheek Binnenstad wordt de voordeur van Drift 21 niet meer als zodanig gebruikt. De toegang tot het gebouw is tegenwoordig via Drift 27.
Bronnen
- M. Boers-Goosens, De schilderijenverzameling van baron Willem Vincent van Wyttenhorst, Oud-Holland, Vol. 117, No. 3/4 (2004), p. 181-243.
- M. Dolfin, E.M. Kylstra en J. Penders, Utrecht. De huizen binnen de singels. Overzicht. SDU uitgeverij, Den Haag / Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist 1989.
- J.H.F. Kohlbrugge, Uit de historie der familie Kol, III, in: Utrechts Nieuwsblad, 04-02-1936, p. 9.
- P.N. Visscher (E. Harskamp), Journael of dagelijxe annotitie vant gene ontrend de vredehandel tot Utrecht de heeren, daer toe den 16 December 1711 van stadswege gecommitteert, is voorgekomen, Berigten van het Historisch Gezelschap te Utrecht, p. 171-213 (Google books).
- Archief Wilhelmina van Bronckhorst (RHCL).
- Archief Familie Van Royen (HUA).
- Stukken betreffende een huis op het St. Janskerkhof te Utrecht, behorende aan Mechtelt Thin, 1564-1570 (HUA, toegang 708, nr. 658-j).
- Utrechts Nieuwsblad, 11-12-1928, p. 3.
Gepubliceerd: 22-05-2012 door Caroline Pelser. Laatst geactualiseerd op 28-05-2024.