Janskerkhof 1 Utrecht

Janskerkhof 1 Utrecht
Bank-Associatie, Janskerkhof 1 Utrecht, rond 1930 (collectie Het Utrechts Archief)

Janskerkhof 1 Utrecht (tot 1890: Janskerkhof wijk G no. 249) is een rijksmonument. Tegenwoordig is Visus Oogkliniek Utrecht, een kliniek waar je je ogen kunt laten laseren, op Janskerkhof 1 gevestigd.

Volgens M. Dolfin e.a., p. 42, is Janskerkhof 1 Utrecht gebouwd in de zeventiende eeuw en vervolgens in de late achttiende eeuw verbouwd. Het is een dwars huis met achterhuis, bestaande uit twee bouwlagen en een zadeldak.

Rijksmonument

Janskerkhof 1 Utrecht wordt in het Rijksmonumentenregister (monument nr. 36152) omschreven als: “Statig herenhuis met rechte kroonlijst XIX.”

Claustraal erf XVII

Om de geschiedenis van het huis Janskerkhof 1 te kunnen begrijpen is het noodzakelijk om ook de voorgeschiedenis van dit perceel en de buurpercelen te bestuderen. In de middeleeuwen lagen in de immuniteit van het kapittel van St. Jan grote percelen, claustrale erven genoemd, rond de hof van de Janskerk. Het perceel van Janskerkhof 1 vormde, samen met de percelen van de voormalige huizen Lange Jansstraat 27bis-27bis A en Lange Jansstraat 27, claustraal erf XVII.

Huis ‘De Gulden Appel’

Rond 1442 werd door het kapittel van St. Jan een waterleiding aangelegd op de westhoek van het Janskerkhof, bij het huis genaamd De Gulden Appel. De waterleiding liep, zo schrijft N. van der Monde (1845), aan de noordoostzijde van de Lange Jansstraat, door het Jansveld, voorbij het Begijnhof, en kwam uit in de Nieuwegracht, aan de zuidzijde van de Wittevrouwenbrug. Uit deze beschrijving lijkt te volgen dat het huis De Gulden Appel ter hoogte van Janskerkhof 25 stond. Uit het transportregister volgt echter dat het huis De Gulden Appel ten zuiden van de Lange Jansstraat heeft gestaan.

Het huis De Gulden Appel wordt genoemd in een raadsbesluit van 1459 (Dodt van Flensburg, V), waarin Lysbetten, Henrics wyf van Tricht, wonende “by Sinte Jans kerchof byden Gulden Appel” wordt aangewezen als besteedster van dienstboden. Ook wordt het huis genoemd in een raadsbesluit van 1465 dat gaat over “den sloet after sunte Jan by den gulden appel”. Er is ook een akte van 1558, ter aflossing van een erflospacht uit 1523, waarin De Gulden Appel “een ledich erf” wordt genoemd. Mogelijk was dit een nog braakliggend terrein naast het huis (moet nog worden uitgezocht).

Anthonis van Beeflant

Volgens een transportakte uit 1538 was het perceel aan de zuidzijde van het Janskerkhof toentertijd eigendom van de kinderen van Anthonis Bevelant. Hun moeder was vermoedelijk Marie van Gruenenborch. De familie Van Beeflant komt ook voor op de zeventiende-eeuwse lijst van de bewoners van het Janskerkhof, in de namenlijst van bewoners van claustraal erf XVII. Het huis op claustraal erf XVII wordt volgens deze lijst voor het eerst genoemd in 1410.

Het jaartal 1538 klopt misschien niet. Anthonis van Beeflant was tussen 1528 en 1543 raad van de stad Utrecht. Volgens Antonius Matthaeus III (1635-1710) is Anthonis van Beeflant overleden op 27 juni 1549.

Adrianus van Beeflant

Uit de zeventiende-eeuwse bewonerslijst van het Janskerkhof valt af te leiden dat Adrianus van Beeflant het perceel in handen had gekregen na het overlijden van hun vader Anthonis van Beeflant.

Adrianus van Beeflant overleed volgens Aernout van Buchel op 5 december 1563. Hij werd begraven in de Janskerk. De grafkelder van Adrianus van Beeflant werd tijdens restauratiewerkzaamheden in 1977 gevonden.

Alyt Beefflant

Na het overlijden van Adrianus van Beeflant kwam het perceel in handen van zijn zuster Alyt Beefflant. Zij had het van haar broer geërfd.

Alyt Beeflant overleed volgens Aernout van Buchel (Monumenta, p. 86 (fol. 46v)) op 9 oktober 1574. Zij werd begraven in de Janskerk.

Rijck van Bockhoven en Aleyt Pauwels Gerritsdr

In 1592 kregen Ryck van Bockhoeven en Aleyt Pauwels Gerritsdr een huis op de hoek van het Janskerkhof, “eertijds genaamd ‘De Gulden Appel'”, getransporteerd. Het huis kwam uit de boedel van Juffr. Alyt Beefflant. Het huis werd volgens de transportakte bewoond door de advocaat mr. Frederick Bogaerds.

Ricoudt van Bockhoven en Aleyt Pauwels Gerritsdr sloten een plecht op het huis af ten behoeve van Juffr. Claesgen van Moers, weduwe van Beernt van Loenresloot. Zij was de eigenaresse van het huis op het perceel Janskerkhof 25. Ryck van Bockhoven en Aleyt Pauwels Gerritsdr gebruikten het huis als woonadres. Op 5 juni 1597 maakte Cornelia Saris de Conincx, weduwe van Dirck Cuebell, ten huize van Rycoudt van Bockhoven aan het St. Janskerckhoff een testament. (In 1603 maakte Cornelia Saris de Coninck, weduwe van Dirck Cuebel, een nieuw testament in Rotterdam, aktenr. 151, blz. 377.)

Twee maanden later overleed Ryck van Bockhoven. Hij werd op 28 augustus 1597 overluid.

Hertrouwd met Aert Mathijsz Verhorst

In 1598 hertrouwde Alidt Pauwels met Aert Mathijsz Verhorst. In 1613 sloten Aert Mathijsz Verhorst en Alidt Pauwels een plecht af op een huis aan de zuidzijde van het Janskerkhof, “responderende de Jansstraet”, ten behoeve van Jan van Oort, outcameraer. De belendingen waren oostwaarts de Statenkamer en westwaarts Steven Hermanss vleyshouwer.

In mei 1614 stelden Alidt Pauwels Aert Matthijsz Verhorst een akte op met daarin een lijst van hun roerende en onroerende goederen. Dit deden zij om na hun overlijden moeilijkheden onder hun erfgenamen te voorkomen (bron: transportregister). Aert Matthijsz Verhorst overleed in juni 1614.

Op de eerder genoemde zeventiende-eeuwse lijst van de bewoners van het Janskerkhof wordt in 1621 gesproken over drie huizen op claustraal erf XVII, die op naam stonden van een kanunnik.

Plechten

In 1623 vestigde Alidt Pauwels, weduwe van Aert Mathysz Verhorst, een plecht op een half huyssinge en hoffstede, met uitgang in de St. Jansstraat en op het Janskerkhof, ten behoeve van Berentgen Zoetmonts, weduwe van Fredrick van Emelaer. De belendingen waren oostwaarts de Statenkamer en westwaarts vleeshouwer Steven Hermanss. Achter lagen de St. Jansstraat en het Janskerkhof tot aan de Heeren Staten van Utrecht.

In 1624 gaf Alidt Pauwels, weduwe van Aert Mathysz Verhorst, procuratie om ten behoeve van Oloff Woutersz Haddeman, bode van de stad Utrecht, een plecht van f. 250-0-0 te vestigen op een huis met een nieuwe getimmerde camer annex. Het huis was gelegen bij de Statenkamer aan het Janskerkhof. Uit de akte waarbij een dag later de plecht werd gevestigd, valt op te maken dat het huis door Alidt Pauwels werd bewoond. Er worden geen belendingen genoemd.

In januari 1627 vestigde Alidt Pauwels een plecht op het huis met hofstede en een “huijsinge annex op ’t erf ow: en grond waer ’t wachthuijs op staet”, ten behoeve van Geertruyt van Suylen. Oostwaarts bevond zich de ingang van de Statenkamer. De belending westwaarts was Steven Hermanss in de St. Jansstraat. Achter lag het Minnebroeders Convent. Op het huis rustte al een plecht ten behoeve van Jan van Noort.

Op 15 november 1627 herriep Alidt Pauwels, terwijl zij ziek op bed lag, een testament. Ook legde zij een verklaring af over een schenking aan haar broer Willem van Grootfelt.

Alidt Pauwels van Grootvelt overleed op 19 november 1627. De dag daarna maakte haar broer Willem van Grootfelt bij akte van protest het voorbehoud dat het begraven van zijn overleden zuster geen aanvaarding van de nalatenschap inhield. Willem van Grootvelt verbleef op dat moment in het sterfhuis van zijn zuster aan het Janskerkhof.

Jan Verborch en Alit de Reus

In januari 1628 werd het huis, in het transportregister aangeduid met de naam ‘De Gulden Appel’, uit de boedel van wijlen Alidt Pauwels van Grootvelt, weduwe van Aert Matthysz Verhorst en Ryck van Bockhoven, getransporteerd aan Jan Verborch en zijn tweede echtgenote Alit de Reus. Jan Verborch was eerder getrouwd geweest met Geertruyt de Beer, een nicht van Ryck van Bockhoven. Op het huis rustten nog de plechten uit 1613 ten behoeve van Jan van Oort (Noort), uit 1627 ten behoeve van Geertruyt van Suylen en uit 1624 ten behoeve van Oloff Woutersz Haddeman.

Een maand na het transport woonde Willem van Grootvelt, zo volgt uit een procuratieakte, nog aan het Janskerkhof.

In 1639/1640 werd voor het gerecht van Utrecht door het kapittel van Sint Jan een proces gevoerd tegen Aert van Lamsvelt tot betaling van het oudeigen op zijn huis aan het St. Janskerkhof. Het huis wordt omschreven als het huis op de hoek van het kerkhof, bij het rooster van de St. Jansstraat, waar eertijds de heer Anthonis van Beeflant woonde. Uit de processtukken blijkt dat het huis was gesplitst. De rechtsvraag die ter discussie stond was of de huizen “in solidem” verbonden waren voor het oudeigen. Ook de naam van Johan Verborch, de eigenaar van het andere deel, komt in de stukken voor.

Buurhuis getransporteerd

In 1642 transporteerden Johan Verburch en Aeltgen de Reus een (naamloos) huis op het perceel van Janskerkhof 2 aan Cornelis Booth. Volgende akte was het huis laatst bewoond geweest door de advocaat Joost van Lamsvelt (zoon van Aert van Lamsvelt). Volgens de transportakte was Johan Verburch ook eigenaar van het belendende huis aan de westzijde (Janskerkhof 1). Op het huis rustte een plecht ten behoeve van Alidt Booth, dochter van Cornelis Booth en Amelia van Oort. Vermoedelijk had de 12-jarige Alidt Booth de plecht uit 1613 van haar oom Jan van (N)oort geërfd.

Johan Verburch overleed in 1644. Hij werd overluid op 8 oktober 1644. In 1654 (codicil) woonde zijn weduwe Aeltjen Gerrits de Reus aan de zuidzijde van de Mariaplaats.

Jacob van Sypenesse en Christina van der Burch

In 1657 transporteerde Aeltjen Gerrits de Reus de helft van de eigendom van twee huizen aan het Janskerkhof (met als belending oostwaarts het huis van Cornelis Booth op Janskerkhof 2) aan Jacob van Sypenesse, advocaat bij het Hof van Utrecht, en zijn echtgenote Christine van der Burch.

Christine van der Burch was een dochter van Johan Verburch, uit diens eerste huwelijk met Geertruyt de Beer.

De andere helft van de eigendom had Jacob van Sypenesse toen al in zijn bezit. Van Sypenesse had die helft in 1647 getransporteerd gekregen van Elisabeth van Lamsvelt, dochter van Aert van Lamsvelt en Cornelia de Beer.

Jacob van Sypenesse en Christina van der Burch woonden al in 1645 (procuratieakte) aan het Janskerkhof.

In 1651 hadden timmerman Willem Willemss Verhoeff (wonende St. Jansstraet, in de Rode Leeuw) en Jacob van Sypenesse een akkoord gesloten over de bevestiging van balken van het huis van Verhoeff aan het huis van Jacob van Sypenesse, alsmede over de handhaving van een schoorsteen en het optrekken van een muur aan de westgevel. Volgens dit akkoord woonden Jacob van Sypenesse en Christina van der Burch op de zuidhoek St. Jansstraet aen St. Janskerckhoff.

Jacob van Sypenesse en Christina van der Burch zijn kort daarna verhuisd. Volgens een procuratieakte van 1653 en een testament van 1654 woonde het echtpaar aan de (westzijde van de) Hoochcoornmerckt (Oudegracht).

Dirck Leeuwen en Maria Ansloo

In 1661 transporteerden Jacob van Sypenesse en Christine van der Burch het huis op het perceel Janskerkhof 1 aan Dirck Leeuwen en Maria Ansloo. De belendingen waren oostwaarts oud-burgemeester Booth (Janskerkhof 2), zuidwaarts de Statenkamer en westwaarts de weduwe van predikant Breyerius (Lange Jansstraat 27bis). Gelet op het bedrag van het oudeigen was het perceel met huis meer dan de helft kleiner dan dat van het voormalige huis De Gulden Appel.

Dirck Leeuwen en Maria Ansloo waren in 1639 getrouwd (o.tr. Amsterdam 4-3-1639). Zij hadden eerder al Janskerkhof 22 gekocht. Het is niet ondenkbaar dat het echtpaar Leeuwen-Ansloo het huis Janskerkhof 1 (dat Maria Ansloo in 1701 schonk aan de kinderen van haar nicht) voor zichzelf bestemde en dat Janskerkhof 22 (dat na het overlijden van Jacob Leeuwen door zijn weduwe werd verhuurd), bestemd was voor zoon Jacob (ged. Amsterdam 27-9-1639).

Dirck (Diderick) Leeuwen overleed op 29 augustus 1664, wonende op het St. Janskerkhof. Hij liet zijn vrouw en een mondige zoon na. Hij werd begraven in de Janskerk.

Hertrouwd

Maria Ansloo hertrouwde in 1672 met Isaac Pontanus (Leiden 1627 – Amsterdam 1710). Isaac Pontanus was predikant in de Remonstrantse gemeente in Amsterdam. Het echtpaar is in Amsterdam gaan wonen.

Familie de Pauw

In 1701 schonk Maria Ansloo (†Amsterdam 1702) Janskerkhof 1 aan de drie onmondige kinderen van haar nicht Johanna Ansloo.

Johanna Ansloo was in 1676 (o.tr. Amsterdam 13-11-1676) getrouwd met de Utrechtse advocaat Quirinus de Pauw (1649-1727). Quirijn de Pauw trad bij de schenking van het huis op als voogd van de kinderen. Uit de akte lijkt te kunnen worden opgemaakt dat het gezin De Pauw hier al woonde.

Quiryn de Pauw overleed op 16 augustus 1727, wonende aan het St. Janskerkhof omtrent de Lange Jansstraat. Hij liet zijn vrouw na en mondige kinderen. Hij werd begraven in de Janskerk.

Zijn weduwe Anna van Ansloo overleed op 8 april 1728, wonende aan het St. Janskerkhof.

Johannes Cornelis de Pauw en Johanna Quirina de Pauw

Ten tijde van de Liberale gifte 1748 werd Janskerkhof 1 (Fortuin, no. 161) bewoond door hun kinderen [Johannes] Cornelis [de] Pauw (1684-1748), domheer van Sint Jan, en Johanna [Quirina de] Pauw. Zij hadden twee inwonende personeelsleden.

Johannes Cornelius de Pauw had, net als zijn vader, gestudeerd aan de Universiteit Utrecht. Hij was in 1704 gepromoveerd. Joannes Cornelius de Pauw schreef enkele filosofische werken, onder zijn eigen naam en onder het pseudoniem Philargyrius Cantabrigiensis.

Johan Cornelis de Pauw overleed op 8 oktober 1748 als “meerderjarig vrijer”, wonende op het Janskerkhof. Hij werd begraven in de Janskerk. Hij liet een meerderjarige zuster na.

In 1750 en in 1753 maakte zijn zuster Johanna Quirina de Pauw, dochter van Quiryn de Pauw en Johanna Ansloo, een testament. Johanna Quirina de Pauw overleed in mei 1756. Twee kasten, een kabinet en een lessenaar in haar sterfhuis op het St. Janskerkhof te Utrecht werden daarna verzegeld.

Jacobus Swigtenheuvel en Maria Hessing

In augustus 1756 verkochten de erven Johanna Quirina de Pauw Janskerkhof 1 aan de koopman Jacobus Swigtenheuvel.

Jacobus Swigtenheuvel was in 1736, onder huwelijkse voorwaarden, getrouwd met Maria Hessing. In 1757 maakten Jacobus Swigtenheuvel en Maria Hessing, wonende aan het Janskerkhof, een testament.

Bij testament van 1777 wezen zij hun nicht Maria Swigtenheuvel (1737-1823) en haar echtgenoot Adriaan van Scherpenseel, fabricqueur te Utrecht, als erfgenamen aan, met als bepaling dat de langstlevende eerst zou erven.

Jacobus Swigtenheuvel overleed op 29 september 1778, op het Janskerkhof, nalatende zijn vrouw, geen kinderen. Hij werd begraven in de Geertekerk.

In 1784 gaf zijn weduwe Maria Hessing procuratie aan haar neef Adriaan van Scherpenzeel om zorg te dragen voor haar persoon en goederen wanneer zij daar zelf niet meer toe in staat zou zijn.

Juffrouw Maria Hessing, weduwe van Jacobus Swigtenheuvel, overleed op 6 januari 1786 op de Oudegracht bij de Geertebrug, nalatende mondige vrienden. Zij werd begraven in de Geertekerk.

Maria Swigtenheuvel en Adriaan van Scherpenzeel

goudase courant 1nov 1797
Goudase Courant 1 november 1797, p. 2

In een verkoopakte van 1791 wordt Maria Swigtenheuvel als belending genoemd. Haar echtgenoot Adriaan van Scherpenzeel werd in 1795 lid van de Provisionele Municipaliteit.

In 1797 zocht Adriaan van Scherpenzeel iemand die zijn bedrijf kon overnemen (Goudase courant, 1 november 1797, Delpher).

Adriaan van Scherpenzeel overleed op 2 maart 1806, op 69-jarige leeftijd, wonende op het St. Janskerkhoff G 238 (oude nummering). Hij liet zijn vrouw na, geen kinderen.

Wernard van Beest

Wernard van Beest
Wernard van Beest (collectie Het Utrechts Archief)

In april 1809 verkocht Maria Swigtenheuvel, weduwe van Adriaan Scherpenseel, Janskerkhof 1 aan Wernard van Beest.

Wernard van Beest (1760-1830) was kanunnik in het kapittel van Sint Jan. Hij was een zoon van Cornelis van Beest en Sibilla van Vloten. Bij zijn geboorte woonden zijn ouders op Minrebroederstraat 23. Hij trouwde in september 1809, onder huwelijkse voorwaarden, met Johanna Maria Cornelia van Voorst (1772-1843), dochter van Eduard Amisfortius van Voorst en Elisabeth Jacoba van der Voort. Zij was vermoedelijk geboren op Voorstraat 61.

In november 1810 adverteerde Wernard van Beest samen met zijn broer Gerard Wernard van Beest, die op Janskerkhof G 238 (=Drift 9) woonde, met hypotheken op plantage Klein Poederoyen in Essequebo, waarvan zij directeur waren (Utrechtsche Courant, 07-11-1810, Delpher).

Tijdens de volkstelling van 1813 werd het echtpaar Van Beest met hun driejarige zoon Cornelis Wernard op hun woonadres Janskerkhof 1 geregistreerd.

In 1820 kocht Wernard van Beest Janskerkhof 12 en is het gezin verhuisd. Tijdens de volkstelling van 1824 werd het gezin Van Beest op Janskerkhof 12 geregistreerd.

Cornelia Aletta van Voorst

Tijdens de volkstelling van 1824 werden op Janskerkhof 1 (G 249) Cornelia Aletta van Voorst en haar dienstmaagd Catharina Frederika Elisabeth Bakker (24 jr), geregistreerd (p. 55).

Cornelia Aletta van Voorst (1764-1847) was een zuster van Johanna Maria Cornelia van Voorst. Zij was vermoedelijk eind 1822 of begin 1823 op Janskerkhof 1 komen wonen, na het overlijden van haar moeder, met wie zij op Voorstraat 59-61 woonde.

In de OAT 1832 staat Jonkvrouwe van Voorst als eigenaresse van perceel A 1176 (huis en erf) vermeld.

Cornelia Aletta van Voorst overleed op 10 januari 1847, wonende op Janskerkhof 1 (toen nog G no. 249).

Maria Elisabeth Krusemann

Volgens het bevolkingsregister 1850-1859 woonden hier Maria Elisabeth Krusemann en haar zoon Lobertus Daniel Ruijs (1815-). Zij hadden twee inwonende dienstbodes (blad 337).

Maria Elisabeth Krusemann was de schoonmoeder van Cornelis Wernard van Voorst van Beest, zoon van Wernard van Beest en Johanna Maria Cornelia van Voorst. Zij is vermoedelijk op Janskerkhof 1 komen wonen nadat Cornelia Aletta van Voorst overleden was. Ten tijde van de volkstelling van 1840 woonde Maria Elisabeth Krusemann nog op Janskerkhof 22.

In november 1852 overleed Maria Elisabeth Krusemann, op 71-jarige leeftijd, op haar woonadres Janskerkhof G 249 (BS Utrecht 1852 O, aktenr. 1259).

In april 1853 werd de inboedel van Maria Elisabeth Krusemann voor het huis verkocht (Utrechtsche provinciale en stads-courant, 14-03-1853, p. 4, Delpher).

Jan Rudolff Scherius

In september 1853 kwamen Jan Rudolff Scherius (1798-1862) en Catharina Gesina Scherius (1835-?) op Janskerkhof 1 wonen (blad 337). Op 9 mei 1854 hertrouwde Jan Rudolff Scherius, wonende in Utrecht, in Delft met Adriana Piper (BS Delft 1854 H, aktenr. 67). Vermoedelijk was Jan Rudolff Scherius toen al verhuisd; zij werd hier niet ingeschreven.

Maria Catharina Gesina Scherius

In mei 1856 kwam Maria Catharina Gesina Scherius (1806-1881), weduwe van Theodorus Jacobus Boutmij, hier wonen. Met haar kwam ook Anna Catharina Scherius (1843-) hier wonen.

Maria Catharina Gesina Scherius hertrouwde in oktober 1856 met de predikant Jan Willem Middelburg (BS Utrecht 1856 H, aktenr. 330). Ook hij werd op Janskerkhof 1 ingeschreven. Het echtpaar verhuisde in oktober 1861 naar Delft.

Jean Charles ’s Jacob

Op 26 april 1862 werd het huis betrokken door Jean Charles ’s Jacob (1819-1901) met zes kinderen (blad 367).

Jean Charles ’s Jacob was secretaris van de Nederlandsche Rhijnspoorweg-Maatschappij (adresboek 1863-1864). Hij is op 4 mei 1868 verhuisd. ’s Jacob overleed op 4 mei 1901, op 82-jarige leeftijd, wonende Maliebaan 45b (BS Utrecht 1901 O, aktenr. 848).

Op 31 juli 1868 kwamen Hendrikus Elink Schuurman (1834-) en zijn echtgenote Sophie Wilhelmine Antoinette Henriette de Heus (1844-) hier wonen. Zij waren op 13 mei 1868 getrouwd (BS Utrecht 1868 H, aktenr. 185).

Het gezin Elink Schuurman verhuisde op 23 oktober 1872 (blad 367).

W.J.S.J. Blom

Op 7 juni 1877 kwamen Willem Johannes Stephanus Josinus Blom, zijn echtgenote Emma Joanna Maria van der Meij en hun kinderen hier wonen (Bevolking 1866-1878 wijk G, blad 1025).

Het gezin Blom verhuisde op 12 juli 1881 naar Amsterdam (Bevolking 1880-1889; deel 7554, wijk G, blad 393).

Willem Ernst van Till

Op 12 augustus 1881 kwamen Willem Ernst van Till, zijn echtgenote Gilbertine Henriëtte Petronella van Hoogenhuijze en hun vier kinderen op Janskerkhof 1 wonen ((Bevolking 1880-1889; deel 7554, wijk G, blad 393).

Op 9 december 1881 overleed Willem Ernst van Till, op 44-jarige leeftijd, wonende op Janskerkhof G 249 (BS Utrecht 1881 O, aktenr. 1835). In 1890 woonde zijn gezin nog op Janskerkhof 1. Zijn zoon G.F.C. (Gerhard Frederik Casijn) Baron van Till wordt genoemd in De Kampioen van 1 november 1890, Vol. 7, nr. 16 (link).

Het gezin verhuisde op 23 juni 1891 (Bevolking 1890-1900 wijk A1 deel 3, blad 1374).

Evert Groeneveld de Cock

Op 7 april 1893 kwamen Evert Groeneveld de Cock, zijn echtgenote Catharina Maria de Wilde en twee dochters op Janskerkhof 1 wonen.

In augustus 1895 kwam ook hun zoon Herman Gerard de Cock hier wonen.

Everard Groeneveld de Cock overleed op 15 mei 1896 (BS Utrecht 1896 O, aktenr. 758).

Op 15 september 1896 verhuisde Catharina Maria de Wilde met haar kinderen naar Den Haag (blad 1374).

Isaak van der Vlerk

In 1897 diende I. van der Vlerk een bouwplan bij de gemeente in voor het bouwen van een verdieping op het achtergebouw van het perceel Janskerkhof 1 (bouwdossier 4270-64-141).

Op 25 september 1897 werden Isaak van der Vlerk (1855-1917), zijn echtgenote Hendrika Tetenburg (1852-1923) en hun kinderen, onder wie zoon Isaak Martinus van der Vlerk (1892-1974; Wikipedia), op Janskerkhof 1 ingeschreven.

Isaak van der Vlerk was onderwijzer van beroep (Bevolkingsregister 1890-1900 Wijk AI, bladnr. 1374). De extra verdieping was vermoedelijk bedoeld voor bewoning door kostleerlingen. Zij staan ook in het bevolkingsregister vermeld.

Isaak van der Vlerk is vermoedelijk tussen 1910 en 1917 naar het Wilhelminapark verhuisd. Hij overleed aldaar op 28 februari 1917 (BS Utrecht 1917 O, aktenr. 365).

De Bank-Associatie

In 1929 had de Bank-Associatie een kantoor op Janskerkhof 1 (Het Centrum, 15-03-1929, Delpher).

In 1930 nam de Vereniging Nederlandsche Baconcontrôle haar intrek in een van de lokalen van het kantoor van de Bank-Associatie (Algemeen Handelsblad, 30-08-1930, Delpher).

Gemeente Utrecht

Janskerkhof 1, 1966 (Beeldbank Rijksdienst voor het Cultureel erfgoed)
Janskerkhof 1 Utrecht (collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)

Het huis werd, net als Lange Jansstraat 27 en Lange Jansstraat 27bis, aangekocht door de gemeente Utrecht, om te worden afgebroken ten behoeve van de verbreding van de Lange Jansstraat. Toen de plannen inzake de verbreding van de Lange Jansstraat wijzigden, was het niet meer nodig om Janskerkhof 1 te slopen. Het huis bleef eigendom van de gemeente Utrecht.

Vrijwilligerscentrale

De laatste gebruiker van het pand was de Vrijwilligerscentrale.

Verkocht

In augustus 2015 werd het huis door de gemeente Utrecht te koop aangeboden voor € 1.250.000 k.k. Het huis werd op 24 augustus 2015 op de makelaarswebsite gezet. Op 23 november 2015 werd bekend dat het huis verkocht was.

Verbouwing

Eind januari 2016 vroeg de nieuwe eigenaar een vergunning aan voor het bouwen van vier appartementen op de verdiepingen, een trappenhuis aan de achterkant en twee dakkapellen aan de voorkant.

Janskerkhof 1 heeft als bestemming “Gemengd-3”, wat betekent dat het pand onder meer geschikt is als kantoor, voor maatschappelijke voorzieningen (met daaraan ondergeschikt horeca), zakelijke dienstverlening en wonen op begane grond en verdiepingen.

Op 7 november 2016 verleende de gemeente Utrecht een vergunning tot het plaatsen van handelsreclame (HZ_WABO-16-23158, Gemeenteblad 2016, nr. 157463).

Huidige bestemming Janskerkhof 1 Utrecht: Visus oogkliniek Utrecht & Central Loft Utrecht

Sinds mei 2016 verhuurt de huidige eigenaar 170 m2 bedrijfsruimte in Janskerkhof 1 aan Visus oogkliniek Utrecht voor ogen laseren. Daarnaast heeft Janskerkhof 1 een woonfunctie.

Bronnen

  • M. Dolfin, E.M. Kylstra en J. Penders, Utrecht. De huizen binnen de singels. Overzicht. SDU uitgeverij, Den Haag / Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist 1989.
  • N. van der Monde, Geschied- en oudheidkundige beschrijving van de pleinen, straten, stegen, waterleidingen, weeden, putten en pompen der stad Utrecht: bevattende een overzigt van de oude plaatselijke gesteldheid der stad, van hare bewaking, verlichting en verdere maatregelen, tot veiligheid en gemak der ingezetenen, op de openbare wegen genomen, Deel 2 (Google eBoek), 1845, p. 139.
  • De Nederlandsche Leeuw jaargang 31 (1913), kolom 116.

Vorige huis: Lange Jansstraat 27bis

Volgende huis: Janskerkhof 2 Utrecht.


Gepubliceerd: 08-03-2012 door Caroline Pelser. Laatst geactualiseerd op 12-01-2024.

Scroll naar boven