
Janskerkhof 12 Utrecht (tot 1890: Janskerkhof wijk G no. 240) is een rijksmonument. Het huis is gebouwd op de resten van een middeleeuws huis. Het huis is recent aangekocht door de Protestantse Theologische Universiteit.
Het vierkanten huis wordt toegeschreven aan Frederick Matthijs van Lobberecht (-1644), op grond van de voor hem typische accoladeboogjes en op grond van de dakvensters die in eenzelfde uitvoering voorkwamen op zijn eigen huis aan de Nieuwegracht (H.N. Briët, p. 42).
Volgens M. Dolfin e.a. is Janskerkhof 12 Utrecht gebouwd op de resten van het vorige huis. Daardoor had het huis een niveauverschil; linksachter was een opkamer, wat niet gebruikelijk is bij dit soort huizen. Bij een verbouwing van Janskerkhof 12 Utrecht, in 1932, is het niveauverschil vervallen. In verband daarmee is ook de vensterverdeling in het midden van de linker zijgevel veranderd.
Rijksmonument
Janskerkhof 12 Utrecht wordt in het Rijksmonumentenregister (monument nr. 36157) omschreven als:
“Huis van Voorst, gebouwd omstreeks 1640, middenpartij, fronton, stoep, zeer fraai gebeeldhouwde deuren, 1725. Pilastergevel met fraaie dubbele natuursteen geblokte bogen boven de ramen. Zadeldak met aan de korte zijden topgevels, rechte kroonlijst met consoles. Fraaie ingangshal en trap.”
Huis Van Voorst
Janskerkhof 12 Utrecht wordt het Huis Van Voorst genoemd, naar de familie Van Voorst – en later Van Voorst van Beest, die vanaf 1721 eigenaar van het huis was. Zo stelt Van Campen (p. 56):
“Er werd breed geleefd sedert Lucas van Voorst, oudburgemeester van Utrecht, daar met zijn Amsterdamsche vrouw Justina de Moor intrek nam. Het geslacht van Voorst van Beest heeft er tot het einde der 19e eeuw gewoond. Toen kwam het verval.”
In het navolgende zal echter blijken dat de familienaam Van Voorst korter aan het huis verbonden is geweest dan wel wordt aangenomen. Na het overlijden van Lucas van Voorst (1670-1738) en zijn echtgenote Justina Clara de Moor (1686-1758) kwam Janskerkhof 12 Utrecht in handen van haar achterneef Petrus van der Hagen (1732-1796).
De familie Van Voorst van Beest, die in de negentiende eeuw eigenaar van Janskerkhof 12 werd, stamde niet af van Lucas van Voorst, maar – via een vrouwelijke tak – van diens halfbroer Gerard van Voorst. Hun oorspronkelijke familienaam was Van Beest. Wernard van Beest (1760-1830) verkreeg Janskerkhof 12 in 1820 niet via een erfenis, maar door koop.
Lees ook: Stamboom Van Voorst en Stamboom Van Beest
Claustraal erf XIV
Het perceel van Janskerkhof 12 Utrecht behoorde in de middeleeuwen tot de immuniteit van St. Jan (claustraal erf XIV). Het huis op dit perceel wordt voor het eerst genoemd in 1412. Het erf is altijd intact gebleven. Tegenwoordig hebben het koetshuis en de stallen aan de achterzijde van het perceel, op de hoek van het Jansdam en de Drift, een eigen adres (Jansdam 14). Het koetshuis is met het huis verbonden door een in 1932 vrijwel geheel vernieuwd stalgebouw.
In 1583 transporteerde Ghijsbert Koelen “huis en hofstede annex twee cameren” aan Nicolaes Berck, kanunnik van het kapittel van St. Jan. Volgens de bewonerslijst van het Janskerkhof was het huis toen eigendom van Daniel Verheyde, decaan van het kapittel van Sint Jan. Zijn naam staat ook vermeld bij het jaartal 1564.
Willem van Montfoort
In 1589 werd “alinge huijsinge, hoffstede en 2 cameren” door Jan Strick verkocht en getransporteerd aan Wilhelm van Montfoort. Een camer had Catharina van der Heijden in lijftocht voor haar leven lang.
Daniel van Weede
Op 18 oktober 1595 transporteerde Willem van Montfoort de beterschap in het huis aan Raadsheer Van Weede (Archief voor de geschiedenis van het aartsbisdom Utrecht, 1932, p. 215).
Daniel van Weede trouwde op 23 januari 1602 (civ.; RK 19-01-1602) met Maria Francois van Sneecksdochter (-1639).
Volgens de zeventiende-eeuwse bewonerslijst van het Janskerkhof stond het huis in 1621 op naam van Nicolaes van Berck, maar was de beterschap van Daniel van Weede.
Daniel van Weede overleed in oktober 1623, nalatende zijn vrouw en drie kinderen. Op de genoemde bewonerslijst staan in dat jaar de erfgenamen van mr Daniel van Weede genoemd.
Anthonis van Asewijn
Maria van Sneeck, weduwe van Daniel van Weede, transporteerde Janskerkhof 12 in 1624 aan Anthonis van Asewijn. In de transportakte wordt weer gesproken over een huis, hofstede en twee kameren, maar tevens over een plaats voor het huis, een ’turffschuijr’ en een ‘somer huijs annex’.
Volgens M. Dolfin e.a. heeft Van Asewijn het huis rond 1640 laten verbouwen.
Anthonis van Aesswijn Heer van Brakel, overleed in 1646. Hij werd op 3 februari 1646 overluid (48p247). Op 18 maart 1646 gaf zijn weduwe Geertruyt van den Oldenboeckum toestemming tot het openen van het testament en van een koffer met bescheiden van haar overleden echtgenoot ten behoeve van de nabestaanden.
In 1647 werd door de erven (kinderen van broer Eustatius van Aeswijn en Maria van Oostrum) een akkoord over de nalatenschap van Anthonis van Aeswyn bereikt. De eigendom van het huis is toen vermoedelijk opgesplitst. Een helft kwam mogelijk, via een legaat aan zijn neef Anthonis Aeswijn (overluid op 24 juni 1647, 48p405), in handen van diens dochter Antoinetta Asewijn, die getrouwd was met Gysbert van Mathenesse. Gysbert van Mathenesse en Antoinetta Asewijn stierven kinderloos. Erfgenaam van Gysbert van Mathenesse was Willem van Mathenesse (procuratieakte, 1685).
Geertruyt van Aldenbockum, weduwe van Anthonis van Asewijn, overleed op 10 november 1673. Ze werd begraven in de kerk van Nederlangbroek.
Geertruyt Hasecamp
In december 1673 werd het besloten testament van Geertruyt van Aldenbockum geopend (aktenr. 242-1). In een bijlage (aktenr. 242-2) wordt als haar woonplaats het Janskerckhoff te Utrecht vermeld. Haar deel in het huis aan het Janskerkhof had zij in een codicil (aktenr. 242-3) voor haar nicht Geertruyt Hasecamp bestemd.
Johan van Hardenbroek en Florentina van Mathenesse

In 1684 (procuratieakte en plecht van fl. 2500,- ten behoeve van Jacob van Dam) was de andere helft van het huis in handen van Florentina van Mathenesse, getrouwd met Johan van Hardenbroek, en Maria van Mathenesse, dochters en erfgenamen van Margaretha Valckenaer, douairière van Rasquart (weduwe van Willem van Mathenesse).
Het huis werd door Johan van Hardenbroek en Florentina van Mathenesse bewoond.
(In 1698 legden de curatoren over de boedel van mr. Jacob van Dam stukken over tot staving van hun eis tot preferentie in de desolate boedel van Johan van Hardenbroeck en diens huisvrouw Florentina van Matenesse wegens de plecht van fl. 2500.)
Lucia Wijbrants
In 1686 gaven de drie erfgenamen van Sophia Geertruyt Haesenkamp procuratie aan notaris Cornelis van Schuylenborgh om hun aandeel (ieder was mede-erfgenaam voor 1/6) in het huis Janskerkhof 12 Utrecht te verkopen en transporteren.

In 1688 werd het huis en het koetshuis en stallinge (Jansdam 14) uit de boedel van Sophia Geertruijd van der Bruggenij genaemt Haesecamp gekocht door Lucia Wijbrants (1638-1719).
Lucia Wijbrants was weduwe van Johan van Nellesteyn (en eerder weduwe van Jan Jacobs Hinlopen; zie afbeelding). Zij had met haar tweede echtgenoot op Janskerkhof 15a gewoond.
In de transportakte wordt Janskerkhof 12 Utrecht beschreven als “de helfte van een huis, stallinge en de daar achter een koetshuis”. Oostwaarts lag de Nieuwegracht, de belending westwaarts voor was het huis van Isaac van Helsdingen (Janskerkhof 11) en de belending westwaarts achter was Francois le Gillon (het deel van het perceel van Janskerkhof 10 gelegen achter Janskerkhof 11). Achter het huis was een poort, uitkomend op de Jansdam.
Mogelijk kocht Lucia Wijbrants het huis Janskerkhof 12 Utrecht om haar stiefdochter Anthonia Johanna van Nellesteyn, die enkele jaren daarvoor met Adriaen Roelans was getrouwd, op Janskerkhof 15a ruimte te geven. In 1694 gaf Lucia Wijbrants, wonende aan het Johanskerckhoff, procuratie aan meester metselaar Thomas Munster te Amsterdam om haar belangen ter zake van haar huis aan de Keizersgracht te Amsterdam te behartigen en een geschil daarover af te handelen.
Vrouwe Lucia Wijbrands, weduwe van heer en mr. Johan van Nellesteijn, overleed op 23 mei 1719 aan het Janskerkhof, nalatende mondige erfgenamen. Goederen in haar sterfhuis werden verzegeld, om de volgende dag weer te worden ontzegeld. Lucia Wijbrands werd op 31 mei 1719 begraven in de Westerkerk te Amsterdam (DTB 1103, p.39vo en p.40).
Machtelda Wijbrands
Op de dag van haar begrafenis en op 12 juli 1719 werden, in opdracht van haar zuster Helena Wybrants, opnieuw goederen in het sterfhuis verzegeld (aktenr. 133 en aktenr. 144). Op 18 augustus 1719 werden de goederen ontzegeld (aktenr. 154). Lucia Wijbrands liet het huis na aan Machtelda Wijbrands, dochter van haar tweelingbroer Joannes.
In april 1721 werd de inboedel van Lucia Wijbrands in haar sterfhuis op het Janskerkhof verkocht (Amsterdamse Courant, 05-04-1721, Delpher).
Lucas van Voorst
Op 6 december 1721 werd Janskerkhof 12 in de herberg Den Doms Toren op het Oudkerkhof geveild (Amsterdamse Courant, 25-11-1721, Delpher). De verkoop werd opgehouden.
Bij notariële akte van 9 december 1721 verkocht Machtelda Wijbrands Janskerkhof 12 Utrecht uit de hand aan oud-burgemeester Lucas van Voorst (1670-1738), zoon van Eduard van Voorst en Wynanda Raap. Vier dagen na de verkoop gaf Machtelda Wijbrands rentmeester Hendrick van Hees procuratie om het huis aan Lucas van Voorst te transporteren. In de transportakte wordt gesproken van een huis en niet meer van een half huis, overigens met identieke belendingen aan die van 1688 (op de namen van de eigenaren na). Kennelijk had Lucia Wijbrands ook de eigendom verkregen over de andere helft. Wanneer dat heeft plaatsgevonden is nog niet duidelijk.
Lucas van Voorst, was getrouwd (o.tr. Amsterdam 06-01-1712) met Justina Clara de Moor (1686-1758). Zij was een zuster van Anna Catharina de Moor, die een jaar eerder op Janskerkhof 10 was komen wonen.
Verbouwing Janskerkhof 12 Utrecht
Lucas van Voorst liet Janskerkhof 12 ingrijpend wijzigen. Volgens een bericht in het Utrechts Nieuwsblad van 17 mei 1950 (p. 2) over het Huis aan de Stammetsbrug was de huisbel van Janskerkhof 12 voorzien van een bordje met het jaartal 1723; vermoedelijk het jaar dat de verbouwing gereed kwam.
In de literatuur bestaat discussie over de vraag of bij de verbouwing van Janskerkhof 12 de voordeur is verplaatst. Plemp van Duiveland (zie Van Campen, p. 56) stelt dat Janskerkhof 12 Utrecht oorspronkelijk de ingang aan de Drift had. Volgens M. Dolfin e.a., p. 298, is het huis al van oorsprong op het Janskerkhof gericht. Gelet op het feit dat dit perceel eens tot de immuniteit behoorde (claustraal erf XIV), lijkt de laatstgenoemde visie het meest aannemelijk.

Dat Janskerkhof 12 geen voordeur aan de oostkant had, is ook te zien op een gravure uit 1714. Op deze gravure is een gondelvaart door de Drift, langs Janskerkhof 12, afgebeeld (zie ook Rijksmuseum Amsterdam, objectnr. RP-P-OB-83.456-9). De gondelvaart vond plaats op 13 juli 1714, in het kader van festiviteiten georganiseerd door de toentertijd in Utrecht verblijvende Portugese graaf van Tarouca. Van deze festiviteiten zijn prenten gemaakt, die zijn afgedrukt in: Nicolas Chevalier, Relation des fetes que Son Excellence Monseigneur, Le Comte de Tarouca a données au sujet des naissances des deux Princes de Portugal, Utrecht, 1714. Op de prent ontbreekt een voordeur op straatniveau. De deuren op waterniveau – nu dichtgemetseld of tot raam omgebouwd – waren bedoeld voor laden en lossen vanaf de gracht.
Familiewapens
Lucas van Voorst liet op verschillende plaatsen, binnen en buiten, de familiewapens aanbrengen. Op de gevel van Janskerkhof 12 Utrecht, boven het middenvenster op de eerste verdieping, niet zichtbaar op de getoonde foto, bevindt zich een fronton met de familiewapens Van Voorst en De Moor. N. van der Monde tekende dit fronton in de negentiende eeuw (HUA, catalogusnr. 135254), overigens met een onjuiste benaming van het huis (Luchtenstein stond op Drift 7) en een verkeerde familienaam. In de vestibule van Janskerkhof 12 Utrecht hangen de wapens van de familie Van Voorst en de familie De Moor ook, in een dessus-de-porte van stucwerk.
Processen over oudeigen Janskerkhof 12 Utrecht

Op het huis rustte een oudeigen ten behoeve van het kapittel van Sint Jan, waarmee Van Voorst het kennelijk niet eens was. Tussen 1737 en 1757 werden door het kapittel van Sint Jan diverse processen gevoerd tegen Lucas van Voorst en, na zijn overlijden, tegen zijn weduwe Justina Clara de Moor tot betaling van elf jaren rente.
Justina Clara de Moor was na het overlijden van Lucas van Voorst op Janskerkhof 12 blijven wonen. Ten tijde van de Liberale gifte 1747 woonde zij hier met vijf personeelsleden (Fortuin, no. 173).
In 1748 overleed hun zoon Eduard Lucas van Voorst, wonende aan het Janskerkhof, nalatende zijn moeder. Hij werd begraven in de Buurkerk.
Eduard Lucas van Voorst was erfgenaam van zijn vader en had zelf zijn moeder bij testament tot enig erfgenaam benoemd.
Vrouwe Justina Clara de Moor, weduwe van Lucas van Voorst, overleed op 28 augustus 1758, op het Janskerkhof. Zij liet geen kinderen na, maar meerderjarige neven en nichten. Zij werd begraven in de Buurkerk.
Anna Catharina van Royen
Na het overlijden van Justina Clara de Moor kwam Janskerkhof 12 Utrecht in handen van haar nicht Anna Catharina van Royen, bewoonster van Janskerkhof 10. Anna Catharina van Royen overleed op 8 november 1760 op het St. Janskerkhof, nalatende haar man en drie mondige kinderen. Zij werd begraven in de Buurkerk. Haar weduwnaar Petrus van der Hagen overleed op 29 april 1762 op het St. Janskerkhof, nalatende drie mondige zoons, Johannes, Petrus en Bernard van der Hagen.
Uit een verkoopakte inzake Janskerkhof 11, uit 1797, kan worden afgeleid dat Janskerkhof 12 in handen kwam van Petrus van der Hagen (1732-1796) en dat Janskerkhof 10 in handen kwam van Bernard van der Hagen. Johannes van der Hagen erfde als oudste zoon buitenplaats Otterspoor te Nieuw-Maarsseveen.
Petrus van der Hagen
Wanneer Petrus van der Hagen zijn intrek op Janskerkhof 12 Utrecht heeft genomen, is nog niet duidelijk. Vermoedelijk ging hij direct na zijn huwelijk met Petronella Sibilla Sadelijn (1739-1819), in 1762, op Janskerkhof 12 wonen. Volgens de naamwijzer van 1765 woonde Petrus van der Hagen op het Janskerkhof. In procuratieaktes van 1775 en 1785 (aktenr. 93, resp. aktenr. 201) wordt als adres “paroisse Buurkerk” vermeld. Petrus van der Hagen was vanaf 1765 ook eigenaar van Huis te Voorn, in De Meern (aktenr. 88 en aktenr. 93), waar het echtpaar vermoedelijk de zomermaanden doorbracht.
Blijkens een bericht in de Nationaale Courant van 6 februari 1795, p. 2 (Delpher), waren tijdens de Franse bezetting militairen bij burgers ingekwartierd. Om te voorkomen dat de militairen “zig kwalijk gedroegen” jegens hun hospes was een “Compagnie Grenadiers, hebbende het piquet, geplaatst op den hoek van het Janskerkhof, in het Huis van den uitgeweken Burger van der Hagen, ter bewaring der goede orde”. Vermoedelijk werd het huis van Petrus’ broer Bernard(us) van der Hagen, op Janskerkhof 10, bedoeld. Bernard van der Hagen was, zo lijkt te mogen worden afgeleid uit een bericht in de Groninger Courant van 18-08-1786, p. 1 (Delpher), een patriot. Het is echter ook mogelijk dat Janskerkhof 12, ook op een hoek, wordt bedoeld.
Petrus van der Hagen overleed op 22 mei 1796, aan het Janskerkhof. Hij werd begraven in de Buurkerk.
Op 30 mei 1796 werd zijn besloten testament geopend door zijn weduwe Petronella Sibilla Sadelijn, die executeur testamentair was. In een transportakte van 1797, inzake Janskerkhof 11, wordt de weduwe Petronella Sibilla Sadelijn als belending genoemd.
Petronella Sibilla Sadelijn en Charlotta Ulrica van der Dussen
Tijdens de volkstelling van 1813 werden Petronella Sibilla Sadelijn en Charlotta Ulrica van der Dussen (1745-1831) op dit adres (deel 50/blad 12) geregistreerd.
Petronella Sibilla Sadelijn en Charlotta Ulrica van der Dussen waren halfzusters. Hun moeder Jacqueline Cornelia de Geer (1709-1761) was weduwe van Jan (Johannes) Sadelijn (ca. 1698-1739), toen ze in 1742 met Abraham Jacob van der Dussen (1705-1794) trouwde. Hun jeugd brachten ze door op Drift 23. Hun zuster Jacquelina Cornelia Sadelijn, getrouwd met Bernardus van der Hagen, woonde op Janskerkhof 10.
Petronella Sibilla Sadelijn overleed in 1819 op het adres Janskerkhof wijk G no. 240 (BS Utrecht 1819 O, aktenr. 559).
Na het overlijden van Petronella Sibilla Sadelijn is haar halfzuster Charlotta Ulrica van der Dussen verhuisd; zij overleed in 1831 in de Keistraat (BS Utrecht 1831 O, aktenr. 1190). In de OAT 1832 staat C.U. van der Dussen als eigenaresse van perceel B 117 (Keistraat 3) vermeld.
Wernard van Beest

In 1820 werd Janskerkhof 12 Utrecht te koop aangeboden (Utrechtsche courant, 31-01-1820, p. 2, Delpher). Ook werd de inboedel van Petronella Sibilla Sadelijn verkocht (Utrechtsche courant, 03-03-1820, p. 2, Delpher). Het huis werd gekocht door Wernard van Beest (1760-1830).
Wernard van Beest was gehuwd met Johanna Maria Cornelia van Voorst (1772-1843). Zij was een kleindochter van Gerard van Voorst (zie Janskerkhof 21). Gerard van Voorst was een halfbroer van de voormalige eigenaar Lucas van Voorst (zie stamboom Van Voorst).
Wernard van Beest, zoon van Cornelis van Beest en Sibilla van Vloten, was geboren op Minrebroederstraat 23. Johanna Maria Cornelia van Voorst, dochter van Eduard Amisfortius van Voorst en Elisabeth Jacoba van der Voort, werd vermoedelijk geboren op Voorstraat 61.
Het gezin Van Beest kwam van Janskerkhof 1. Daar woonde tijdens de volkstelling van 1824 een zuster van Johanna Maria Cornelia. Het gezin Van Beest werd tijdens de volkstelling van 1824 op Janskerkhof 12 (G 240) geregistreerd (p. 54).
In de OAT 1832 staat Wernard van Beest als eigenaar van perceel A 1243 (huis, erf en stal) vermeld.

Van Voorst Van Beest
Om de familienaam Van Voorst te behouden vroegen Wernard van Beest en Johanna Maria Cornelia van Voorst een naamswijziging aan voor hun zoon Cornelis Wernard van Beest (1810-1879), die zich vanaf 1823 Cornelis Wernard van Voorst van Beest mocht noemen (Nederlandsche Staatscourant, 02-10-1823, nr. 232, p. 1, Delpher).
In 1834 trouwde Cornelis Wernard van Voorst van Beest te Ouder-Amstel met Maria Elisabeth Margaretha Ruys (BS Ouder-Amstel 1834 H, aktenr. 14).
Tijdens de volkstelling van 1840 werd het huis bewoond door Johanna Maria Cornelia van Voorst, weduwe van Wernard van Beest, een huisknecht en twee dienstmaagden.
Cornelis Wernard van Voorst van Beest
Het huis werd geërfd door Cornelis Wernard van Voorst van Beest.

In 1879 overleed Cornelis Wernard van Voorst van Beest op zijn woonadres Sint Janskerkhof G 240 (BS Utrecht 1879 O, aktenr. 1789).
Bij de omnummering van 1890 werd het adres Janskerkhof wijk G no. 240 gewijzigd in Janskerkhof 12 Utrecht.
In april 1891 overleed Maria Elisabeth Margaretha Ruijs, weduwe van Cornelis Wernard van Voorst van Beest, op haar woonadres Sint Janskerkhof G 240 (BS Utrecht 1891 O, aktenr. 610).
Kinderen Van Voorst van Beest
Janskerkhof 12 Utrecht bleef daarna nog enige jaren in handen van de kinderen Van Voorst van Beest.

Van oktober 1891 tot januari 1892 werd het huis bewoond door een huisbewaarder, Arie van Wieringen, met zijn echtgenote Neeltje Marinus en hun (schoon)zuster Willemijntje Marinus.
Daarna stond het huis leeg. Volgens Van Campen (p. 56) raakte het huis verwaarloosd.
In 1896 werd Janskerkhof 12 getekend door A.E. Grolman, die als titel op de tekening vermeldde: ‘Het huis v.d. familie “Van Voorst van Beest” op het St. Janskerkhof te Utrecht’ (HUA, catalogusnr. 30702).
Uit 1903 zijn twee foto’s van het interieur – de vestibule en de grote zaal – van Janskerkhof 12 Utrecht bewaard gebleven. De foto’s werden gemaakt door de Utrechtse fotograaf L.M. de Rijk. In 1905 maakte De Rijk foto’s van de voorgevel en de traptoren van het huis. De vier foto’s bevinden zich in de beeldbank van Het Utrechts Archief (catalogusnrs. 59295-59298).
Meubelmagazijn Allan & Co.
In 1904 kocht de Rotterdamse firma Allan & Co. – voluit de Koninklijke Nederlandsche Stoommeubelfabriek der firma Allan & Co. – het huis Janskerkhof 12 en Jansdam 14 om er een meubelmagazijn te vestigen. Het bedrijf opende in 1905.
Janskerkhof 12 Utrecht verkocht
Op 15 juli 1911 werd het perceel Janskerkhof 12 Utrecht verkocht. Het perceel met stal, koetshuis en binnenplaats werd opgehouden voor f 73.500,-.
De antiquiteiten uit het pand werden gekocht door Cornelis Wernard Eduard van Voorst van Beest (1838-1911), zoon van Cornelis Wernard van Voorst van Beest en Maria Elisabeth Margaretha Ruijs. De schoorsteenmantel van Janskerkhof 12 werd geplaatst in het huis Doornburgh in Maarssen, dat in 1912 door zijn zoon Jan Pieter van Voorst van Beest werd gekocht.
In september 1911 meldde Allan & Co in hun advertentie dat de magazijnen op Janskerkhof 12 gevestigd bleven (Het Centrum, 02-09-1911, Delpher). De laatste advertenties van Allan & Co. dateren van 1914.
Van Lanschot
Vanaf omstreeks 1918 was F. van Lanschot’s Bank (HUA, catalogusnr. 75411) kort op Janskerkhof 12 Utrecht gevestigd (De Maasbode, 26-02-1918, Delpher).
Geldersche Credietvereeniging

Blijkens een artikel in de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 25 oktober 1924 (Delpher), was destijds de Geldersche Credietvereeniging op Janskerkhof 12 gevestigd. Het artikel, met als kop “Vandalisme in Utrecht”, bevat een zeer kritische beschouwing van de verbouwing van het huis, waarbij onder meer de met stucwerk versierde vestibule doorgebroken was.
Verbouwing
Bij een grootschalige verbouwing in 1932 is de vestibule weer zo veel mogelijk in oude staat teruggebracht (Utrechts Nieuwsblad, 10-11-1932, p. 10).
Universiteit Utrecht
Janskerkhof 12 Utrecht is daarna steeds gebruikt als kantoor, onder meer door de Universiteit Utrecht.
Huidige bestemming Janskerkhof 12 Utrecht: PThU
In 2023 is het huis aangekocht door de Protestantse Theologische Universiteit (PThU), samen met Jansdam 14. Na een verbouwing zal de Protestantse Theologische Universiteit hier in september 2024 starten. In de onderstaande video is te zien hoe de PThU het pand aantrof:
Bronnen
- P.H.N. Briët, Het Janskerkhof te Utrecht, Maandblad Oud-Utrecht, 29 (1956), no. 5, p. 40-43; no. 7, p. 62-65, p. 42.
- J.W.C. van Campen, Boekbespreking Het huis aan de Stammetsbrug, Maandblad Oud-Utrecht, juli 1950.
- M. Dolfin, E.M. Kylstra en J. Penders, Utrecht. De huizen binnen de singels. Overzicht, SDU uitgeverij, Den Haag / Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist 1989.
- Utrechts Nieuwsblad, 01-10-1904, p. 2.
- Utrechts Nieuwsblad, 10-03-1905, p. 3.
- Utrechts Nieuwsblad, 11-03-1905, p. 2.
- Utrechts Nieuwsblad, 10-07-1911, p. 2.
- Utrechts Nieuwsblad, 15-07-1911, p. 2.
- Utrechts Nieuwsblad, 10-11-1932, p. 10.
- Utrechts Nieuwsblad, 17-05-1950, p. 2.
- Protestantse Theologische Universiteit verhuist naar Janskerkhof in Utrecht, DUIC 15 juni 2023.
Gepubliceerd: 08-03-2012 door Caroline Pelser. Laatst geactualiseerd op 08-01-2024.