Boothstraat 13-15 Utrecht

Boothstraat 13-15 Utrecht
Boothstraat 13-15 (collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)

De huizen Boothstraat 13 en 15 Utrecht (tot 1890: Boothstraat wijk H no. 604) zijn rijksmonumenten. Het pand Boothstraat 13-15 was oorspronkelijk één huis. In 1894 is het huis verbouwd tot twee huizen.

M. Dolfin e.a. beschrijven Boothstraat 13-15 als “[e]en in 1662 door Ghijsbert Thonisz van Vianen ontworpen en gebouwd tweebeukig dwars huis, bestaande uit twee bouwlagen, kelders met kruisgraatgewelven en op elke beuk een zadeldak. Op het voorste dakvlak staat een oorspronkelijke bakstenen dubbele dakkapel met fronton. Boven zowel de begane grond als de verdieping liggen samengestelde balklagen. In 1894 is het huis in twee delen gesplitst.”

Rijksmonument

Boothstraat 13 en Boothstraat 15 worden beide in het Rijksmonumentenregister (monument nrs. 36019 en 36020) omschreven als:

“Herenhuis met rechte kroonlijst. Zadeldak. Vroeg XVIIIe eeuws.”

Claustraal erf V

De grond waarop Boothstraat 13-15 is gebouwd hoorde in de middeleeuwen bij claustraal erf V. Claustraal erf V besloeg in de breedte de huidige percelen Janskerkhof 14 en Janskerkhof 15 en liep van de noordzijde van het Janskerkhof tot aan de Voorstraat.

Gijsbert Anthonissen van Vianen

Schoorsteenmantel Boothstraat 13-15
Schoorsteenmantel Boothstraat 13-15 (collectie Het Utrechts Archief)

Het huis is in de periode 1662-1667 gebouwd door metselaar Gijsbert Anthonissen van Vianen. Gijsbert Anthonissen van Vianen kocht de grond – gelijktijdig met het perceel waarop Boothstraat 17 is gebouwd – in 1662 van Gerard van Reede van Drakestein, eigenaar van claustraal erf V.

In januari 1665 vestigde Gijsbert Anthonissen van Vianen een plecht op de “nieuw getimmerde en verder te voltimmeren huijsinge” op dit perceel, ten behoeve van Henrick van Uffelen, coopman tot Antwerpen.

Op 26 mei 1666 vestigde Van Vianen een plecht op het huis en een stallinge ten behoeve van Henrick van Uffelen en Barbara Jonket. Henrick van Uffelen en Barbara Jonket [Jonquet] woonden toen vermoedelijk al (weer) in Utrecht (zie procuratie 1666).

Van de schouw – die veel leek op de nog bestaande schouw van Janskerkhof 16 – is een tekening aanwezig in de collectie van Het Utrechts Archief, met vermelding van de maten, kleuren en marmersoorten. De schouw van Boothstraat 13-15 werd in de negentiende eeuw overgebracht naar Kasteel Ammersoyen, maar is daar niet meer aanwezig.

Cornelis van der Woert en Aletta Lieftingh

Op 20 april 1667 transporteerde Gijsbert Anthonissen van Vianen het huis Boothstraat 13-15, inclusief erf en grond met hof, kelders en kluizen en een stal, aan Mr. Cornelis van der Woert en Aletta Lieftingh, die in 1666 waren getrouwd. Zij ruilden het huis tegen het voormalige huis op het perceel Janskerkhof 4-4a, dat zij op dezelfde dag aan Gijsbert Anthonissen van Vianen transporteerden. Ze waren tevens eigenaar van Janskerkhof 9 (oud).

Cornelis van der Woert, raad in de Vroedschap en schepen van de stad Utrecht, overleed in april 1670, wonende in de Boothstraat, nalatende zijn huisvrouw met onmondige kinderen. Hij werd begraven in de Buurkerk.

Zijn weduwe Aletta Lieftingh hertrouwde in 1675 met Georg Ploos van Amstel, burgemeester van Amersfoort. Hij was een zoon van Nicolaes Ploos van Amstel en Alarda van Holland. In 1676 lieten zij in Amersfoort hun dochter Isabella Constantia Ploos van Amstel dopen.

Jonathan van Luchtenburg en Sophia de Pauw

Op 6 oktober 1682 werd het huis met stal en hof daarachter door Georg Ploos van Amstel en Aletta Lieftingh, eerder weduwe van Cornelis van der Woert, getransporteerd aan Jonathan van Luchtenburgh. De poortweg en de noordmuur van het huis waren gemeenschappelijk. Het huis bevond zich volgens de beschrijving tussen dat van Thomas van Wyckerslooth (Boothstraat 17) en de poortweg.

Jonathan van Luchtenburg was in 1662 in Vianen getrouwd met Sophia de Pauw. Jonathan van Luchtenburgh overleed op 4 januari 1685. In een codicil van augustus 1693 wordt Sophia de Pauw zijn weduwe genoemd.

In 1688 gaf Johan Bieseman, wonende in Rotterdam, procuratie aan zijn moeije (tante) Catharina van Uffele om f.4000,- te ontvangen van de weduwe van Jonathan van Luchtenbergh, in leven secretaris der staten van Utrecht, in aflossing van een even grote plecht op een huis in de Boothstraat te Utrecht. Dit betreft de plecht van 26 mei 1666. Johan Bieseman was een zoon van Philips Bieseman en Barbara van Uffelen. Catharina en Barbara waren dochters van Henrick van Uffelen en Barbara Jonquet.

In 1701 was Sophia de Pauw getuige bij het opstellen van de huwelijkse voorwaarden voor het huwelijk van haar dochter Alpheda Henrina van Luchtenburch (16771702) met Leonard de Casembroot.

Leonard de Casembroot en Hillegonda Geertruijda van Bergen

In 1705 hertrouwde Leonard de Casembroot, onder huwelijkse voorwaarden, met Hillegonda Geertruda van Bergen.

Vrouwe Sophia de Pauw, weduwe van Jonathan van Luchtenburg, overleed op 21 april 1707, wonende op de Nieuwegracht onder de Linden.

In 1708 stelden de erven Sophia de Pauw een schuldbekentenis op inzake de rente van f 2000,-, door Sophia de Pauw aan Alpheda Hermina van Luchtenburgh gedonateerd, ten behoeve van haar weduwnaar Leonard de Casembroot.

In februari 1712 verhuurde major Doederberg, echtgenoot van Cornelia de Casembroot, een gemeubileerd huis met hof, stal en koetshuis in de Boothstraat aan de graaf van Kniphuysen, die voor de vredesonderhandelingen naar Utrecht was gekomen. Het huis werd volgens de akte door Doederberg bewoond.

Erven Jonathan van Luchtenburgh

In 1714 (verkoopakte Boothstraat 17) worden de kinderen en erfgenamen van Jonathan van Luchtenburch als eigenaar van Boothstraat 13-15 genoemd.

Leonard de Casembroot overleed op 29 maart 1719 in de Bootestr[aat], nalatende zijn vrouw met onmondige kinderen. Aangezien het huis eigendom was van de nazaten van Jonathan van Luchtenburgh, zal Hillegonda Geertruyda van Bergen na het overlijden van haar echtgenoot, samen met haar kinderen zijn verhuisd.

Philip Jacob van den Boetzelaer

Philip Jacob van de Boetselaar liet in 1744 een kind begraven, wonende in de Boothstraat. Philip Jacob van den Boetzelaer (1690-1772) woonde in 1742 (doopinschrijving) nog in de Heerestraat. Hij was getrouwd met Constantia Maria Dutry van Haeften (1698-1760).

Volgens het codicil van 1748 werd het huis bewoond door de grave van den Boetzelaar.

Constantia Maria Smissaert / Anna Elisabet van Luchtenburgh

In 1749 trouwde (o.tr. Groningen 01-02-1749) Constantia Maria Smissaert (1723-1787), dochter van Hieronimus Smissaert en Sophia Alida van Lugtenburgh, onder huwelijkse voorwaarden met Gerrit Jan Sichterman (1725-1796), zoon van Jan Albert Sichterman en Sibylla Volkera Sadelijn. De moeder van Gerrit Jan Sichterman was een zuster van Jan Sadelijn (ca. 1698-1739), eigenaar van Drift 23.

Constantia Maria Smissaert bracht bij haar huwelijk een kwart van het huis in de Boothstraat in. Vermoedelijk was ook een kwart eigendom van haar broer Jean Charles Smissaert (1727-). Hun oudtante Anna Elisabet van Luchtenburgh (1672-?) had ook een eigendomsdeel in handen.

Anna Elisabet Luchtenburgh had in haar testament van 1738 Constantia Maria Smissaert en Jean Carel Smissaert, kleinkinderen van haar broer Johan van Luchtenburgh en Louisa de Mareez [Marez], als erfgenamen aangewezen. In een codicil van 1748 en een testament van 1750 bestemde Anna Elisabet van Luchtenburgh het huis in de Boothstraat voor Constantia Maria Smissaert.

Colonel de Maleprade

 Jacques Elie de Maleprade (1693-1774)
Jacques Elie de Maleprade (1693-1774) (collectie Centraal Museum)

Volgens het testament van Anna Elisabet van Luchtenburgh (1750) werd het huis bewoond door colonel de Maleprade. Jacques Elie de Maleprade (1693-1774) was in 1734, met attestatie van Utrecht, in Amsterdam getrouwd met Hendrina Visscher (1715-1793).

Ook in 1752 maakte Anna Elisabet van Luchtenburgh een testament.

Anna Elisabeth van Luchtenburgh benoemde in een codicil van 1755 kapitein Gerard Jan Sichterman, echtgenoot van Constantia Maria Smissaert, tot medevoogd of curator over haar neef Jean Charles Smissaert vanwege diens “incapaciteit”, naast generaal majoor en kolonel Jan Carel Smissaert. Bovendien machtigde zij de voogden om na haar overlijden haar huis in Utrecht en verder onroerend goed publiek te verkopen.

In april 1756 gaf Anna Elisabet van Luchtenburgh, bij afwezigheid van kapitein Gerrit Jan Sichterman en Constantia Maria Smissaert, procuratie aan Catharina Amelia Abbema tot het beheer van haar goederen bij ziekte of ingeval van overlijden. Op dezelfde dag regelden Constantia Maria Smissaert en Gerrit Jan Sichterman in hun testament dat de langstlevende lijftocht zou krijgen.

In 1758 verhuisde het echtpaar Maleprade naar Boothstraat 8.

Jan Frederik Röell

In 1760 werd door Gerrit Jan Sichterman een plecht van f 2000,- gevestigd op de helft van het huis, ten behoeve van Charlotta van Mulkens, weduwe van Arnoldus Lobedanius. Het huis werd op dat moment bewoond door Jan Frederik Röell, secretaris van Utrecht. Jan Frederik Röell (-1782) was in 1753 getrouwd met Susanne Beatrix de Bije.

Willem van der Togt

In 1771 gaf Gerrit Jan Sichterman, wonende aan de oostzijde van de Boothstraat, procuratie om het huis te belasten met een plecht van f 7.000-0-0 ten behoeve van Willem van der Togt. Volgens de akte in het transportregister was de plecht afgesloten met Willem Röell en werd het huis bewoond door Willem van der Togt.

In 1776 gaf Gerrit Jan Sichterman, wonende aan de oostzijde van de Boothstraat, procuratie om een plecht van f. 4000,- te vestigen op zijn huis ten behoeve van de kinderen van Sara Margaretha de Mauregnault en Jan Hendrik Hofmeister.

Mevrouw Constantia Maria Smissaert overleed op 15 augustus 1787 op buitenplaats Rijnwijk te Zeist, nalatende haar man en mondige kinderen. Zij werd begraven in de Pieterskerk.

Gerrit Jan Sichterman

In mei 1788 gaven Gerrit Jan Sichterman en zijn twee zonen, Jan Albert Sichterman (1749-) en Jonathan Sichterman (1755-), aan notaris Hermanus Brouwer procuratie om voor het gerecht van Utrecht het huis c.a. en stalling aan de oostzijde van de Boothstraat te verbinden, voor de getrouwe administratie van Jonathan Sichterman als ontvanger van de bisdomstiendens der provincie Utrecht.

Jan Albert Sichterman trouwde in 1789 en ging met zijn echtgenote in Wijk bij Duurstede wonen. Jonathan Sichterman was in 1794 eerste raad-fiscaal van de kolonie van Suriname (procuratieakte).

Van 1789 tot 1795 was Gerrit Jan Sichterman commandant van Fort De Roovere te Bergen op Zoom. Blijkens een procuratieakte was Boothstraat 13-15 in 1793 nog eigendom van Gerrit Jan Sichterman.

Gerrit Jan Sichterman overleed volgens een verzegelingsakte op 19 maart 1796 ten huize van Antoni van Leusden, aan de noordzijde van de Voorstraat (H 533), bij wie hij woonde. Hij werd begraven in de Pieterskerk. In een boedelscheidingsakte van 1797, inzake de huizen op het voormalig claustraal erf V, wordt Sichterman nog als belending genoemd.

Hendrik Smith

Tijdens de volkstelling van 1813 werden predikant Hendrik Smith (1753-1825) en zijn echtgenote Adriana Johanna Visch (ca. 1756-1818) op dit adres geregistreerd. Henricus Smith, weduwnaar van Wilhelmina van Kortenhoef (-1790), en Adriana Johanna Visch waren in 1792 getrouwd. Het echtpaar woonde hier, blijkens een verklaring van hun achterbuurvrouwen van Drift 8, al in 1807.

Adriana Johanna Visch overleed op 29 juli 1818 op haar woonadres Boothstraat wijk H no. 604 (BS Utrecht 1818 O, aktenr. 671).

Ten tijde van de volkstelling van 1824 woonde Hendrik Smit[h] hier samen met Anna Hubarta Smit[h] (1782-1853), dochter van Hendrik Smith en Willemina van Kortenhoef, en hun dienstmaagd Eliesabet Scheer (p. 177).

Hendrik Smith overleed op 31 december 1825 op zijn woonadres Boothstraat wijk H no. 604 (BS Utrecht 1826 O, aktenr. 2).

Nicolaas de Graaf

Tijdens de volkstelling van 1830 werd notaris Nicolaas de Graaf (1785-1871) met zijn echtgenote Hendrika van Sisseren en hun kinderen op dit adres geregistreerd. Ook zijn moeder Clasina Hartman (1757-1845), weduwe van Jacob Christiaan de Graaf, die tijdens de volkstelling van 1824 nog op Boothstraat 10 woonde, werd hier geregistreerd (p. 521). In de OAT 1832 staat zij vermeld als eigenaresse van Minrebroederstraat 25 (perceel A1409, huis en erf).

Nicolaas de Graaf en Hendrika van Sisseren (1797-1833) waren in 1813 getrouwd.

In de OAT 1832 wordt notaris Nicolaas de Graaf als eigenaar van Boothstraat 13-15 (perceel A553, huis, erf, tuin en koepel) vermeld.

Hendrica van Sisseren overleed in 1833 (BS Utrecht 1833 O, aktenr. 570). In 1835 hertrouwde Nicolaas de Graaf met Christina Henrietta Guldensteeden (-1874).

Clazina Hartman overleed in 1845 op haar woonadres Boothstraat H 604 (BS Utrecht O, aktenr. 1219).

Notaris Nicolaas de Graaf hield hier nog in 1862 – op 77-jarige leeftijd – kantoor (Utrechtsche provinciale en stads-courant, 13-03-1862, p. 4, Delpher).

Nicolaas de Graaf verhuisde op 2 juli 1863 met zijn echtgenote Christina Henrietta Guldensteden en twee dochters naar Minrebroederstraat wijk G 307 (=Minrebroederstraat 25). Nicolaas de Graaf overleed in 1871, wonende op Minrebroederstraat G no. 307; BS Utrecht 1871 O, aktenr. 2127).

Jacob Christiaan de Graaf

Volgens het adresboek der stad Utrecht 1863-1864 hield zijn zoon, notaris J.C. de Graaf, hier kantoor. Het woonadres van Jacob Christiaan de Graaf was Drift H 618 (Drift 23).

Hendrik Verloren van Themaat

Hendrik Verloren van Themaat
Hendrik Verloren van Themaat, circa 1883 (collectie Het Utrechts Archief)

Op 29 oktober 1863 werd het huis betrokken door Hendrik Verloren van Themaat, zijn echtgenote Cecilia Thierry de Bije en hun kinderen. Hendrik Verloren en Cecilia Thierrij de Bije waren in 1855 getrouwd (BS Utrecht 1855, aktenr. 78). Zij hadden in Amersfoort gewoond.

Hendrik Verloren van Themaat, geboren in 1814, was een zoon van Pieter Verloren (van Themaat) en Johanna Maria Nahuijs. Van 1816 tot 1837 had hij op Drift 11 gewoond. Cecilia Thierry de Bije was een jongere zuster van Elisabeth Hester Thierry de Bije (1817-1850). Elisabeth Hester Thierry de Bije was getrouwd met C.H.D. Buys Ballot. Zij had vanaf 1848 tot haar overlijden in 1850 op Drift 11 gewoond.

Cecilia Thierrij de Bije, gehuwd met Hendrik Verloren van Themaat, raadsheer in het Provinciaal Gerechtshof van Utrecht, overleed op 29 januari 1865 op haar woonadres Boothstraat H 604 (BS Utrecht 1865 O, aktenr. 177).

Utrechtse bank van Lening

In 1878 was mr. H. Verloren van Themaat commissaris van de Utrechtsche Bank van Leening en hield hij hier ook kantoor (Het nieuws van den dag: kleine courant, 07-09-1878, p. 6, Delpher).

Hendrik Verloren van Themaat, weduwnaar van Cecilia Thierry de Bije, overleed in 1885, wonende op Boothstraat H 604 (BS Utrecht 1885 O, aktenr. 348).

Everard Egidius Gewin

Albertine Christine van Woensel Kooij (collectie Centraal Museum)
Albertine Christine van Woensel Kooij (collectie Centraal Museum)

Op 9 september 1885 werd het huis betrokken door predikant Everard Egidius Gewin (1843-1909), zijn echtgenote Albertine Christine van Woensel Kooij (1843-1913) en hun kinderen.

Bij de omnummering van 1890 werd het adres Boothstraat wijk H no. 604 gewijzigd in Boothstraat 5 Utrecht.

Het gezin Gewin verhuisde op 6 november 1894 naar Drift 10, later 14 (oud).

Twee huizen

In 1894 werd het huis door timmerman E.J. van Schaick, die op Boothstraat 9 woonde, tot twee huizen verbouwd. Na de bouw van de kerk en de huizen aan het begin van de Boothstraat zijn de huizen omgenummerd in Boothstraat 13 Utrecht en Boothstraat 15 Utrecht.

Stichtsche Hypotheekbank

In 1911 was de Stichtsche Hypotheekbank gevestigd op Boothstraat 15 Utrecht (Algemeen Handelsblad, 17-10-1911, p. 4, avond, Delpher).

Huidige bestemming Boothstraat 13-15 Utrecht: studentenhuizen

Tegenwoordig worden Boothstraat 13 en Boothstraat 15 Utrecht bewoond door studenten.

Bronnen

  • J. van Schaik, De bouwhistorie van het Huis te Linschoten, Bulletin KNOB 2002, p. 141-151 (artikel).
  • Gerrit Jan Sichterman, De Waterschans 2007.

Volgende huis: Boothstraat 17 Utrecht.


Gepubliceerd: 08-06-2012 door Caroline Pelser. Laatst geactualiseerd op 19-08-2023.

Scroll naar boven