Lange Jansstraat 20 Utrecht (tot 1890: Lange Jansstraat wijk G no. 195, vanaf 1890 Lange Jansstraat 14 en nu Lange Jansstraat 20) dateert uit de zeventiende eeuw. Het huis heeft desondanks geen monumentenstatus.
Volgens M. Dolfin e.a. (p. 59) is Lange Jansstraat 20 Utrecht een “[d]eels nog 17de-eeuws dwars huis met een diep achterhuis. Het voorhuis bestaat uit drie bouwlagen, een kelder onder het rechter gedeelte en een zadeldak, het achterhuis heeft twee bouwlagen en een zadeldak. Boven de verdieping van het voorhuis ligt een samengestelde balklaag met nog één sleutelstuk.” Desondanks is het huis geen monument en komt het ook niet voor op de lijst met beeldbepalende panden in beschermd stadsgezicht.
Hendrick Janss van de Vecht
In 1626 wordt Hendrick Janss van de Vecht als belending genoemd.
Op 4 oktober 1628 vestigde Hendrick Janss van der Bercht (Vecht), wonende te Vianen, een plecht op het huis ten behoeve van het Antonius gasthuijs.
Hendrick van Coesfelt
Op 3 januari 1629 transporteerde Hendrick van Vecht, wonende in Vianen, het huis aan Hendrick Vincentsz Coetsvelt [van Coesfelt]. Het huis werd volgens de akte bewoond door Lambert Oloffsz. Vermoedelijk wordt zijn schoonvader Lambert Oloffss van Barsevelt (-1640), getrouwd met Sophia Aert Borrendochter (-1638), bedoeld (zie scheiding 1628).
In 1630 lieten Hendrick van Coesfelt en zijn echtgenote Engeltjen [Lamberts van Barsevelt] hun zoon Lambertus dopen, wonend in de St. Jansstraat.
Op 20 december 1631 stelde Hendrick van Coesfelt zijn huis als borgstelling voor het beroep van uitmaander van het huisgeld.
Hendrick van Coesvelt overleed in december 1645, nalatende zijn huisvrouw met mondige en onmondige kinderen.
In 1649 gaven Engeltgen Lamberts van Barsevelt, weduwe van Hendrick van Coesvelt, en haar kinderen procuratie aan Peter Joosten van Houtum om ten behoeve van Maychgen Jans van Jaersvelt te Utrecht, een plecht van f. 600,- te vestigen op het huis en hofstede aan de noordzijde van de St. Jansstraat. Het huis had als belendingen Wouter van Gelder (Lange Jansstraat 22) en Antoni Weerhorst (Lange Jansstraat 16). In 1660 werd deze plecht getransporteerd aan Geertruijd Roeloffs Spijcker, bejaarde dochter.
In 1661 vestigde Engeltje van Barsevelt een plecht op het huis ten behoeve van Johan van Balen.
In 1680 werd de plecht “voorheen ten laste van Engeltgen Lamberts van Barsevelt”, die was gevestigd ten behoeve van Maychgen Jans van Jaersvelt, getransporteerd aan Diderick Schade heer van Dompselaar.
Engeltie van Barsevelt overleed in 1681, wonende op het Oudkerkhof.
Albert Dragter
In november 1683 kreeg Albert Dragter, eigenaar van herberg het Casteel van Oranje (Lange Jansstraat 16), het huis ernaast getransporteerd door Pieter de Meijer. Pieter de Meijer had het huis op 7 augustus 1683 publiek gekocht van deurwaarder Johannes Witjens.
Albert Dragter (zijn naam werd ook wel gespeld als Aelbert Trachter) was in 1674 getrouwd met Catharina Rens.
Albert Dragter overleed in 1711 in de Lange St. Jansstraat, nalatende zijn vrouw met mondige en onmondige kinderen. Hij werd begraven in de Buurkerk.
In januari 1721 trouwde hun zoon Frans Dragter, onder huwelijkse voorwaarden, met Catharina Vonck, weduwe van Johannes van Engen. Op 20 juli 1721 lieten zij hun dochter Anna Catharina dopen, wonende aan de Neude.
Catharina Rens maakte in januari 1736 een testament, wonende in het Casteel van Oranje (Lange Jansstraat 16). In september 1736 maakte zij een codicil dat niet werd gepasseerd. In september 1736 sloten haar kinderen Geertruijd en Frans Dragter een akkoord, waarbij Geertruijd zou afzien van het prelegaat van haar moeder.
Catharina Rens overleed in oktober 1737 in de Lange Jansstraat, nalatende twee mondige kinderen. Zij werd begraven in de Buurkerk.
Geertruy Dragter
In 1745 maakte haar dochter Geertruy Dragter een testament (akten nrs. 110 en 115), waarin zij de helft van de twee huizen in de Lange Jansstraat en een huis tegenover ’t Wystraat naliet aan gruttersknecht Jan van Vredendaal.
Haar nicht Catharina Dragter trouwde in 1745 (civ.) met Jacobus la Maitre. Zij woonden bij de doop van hun zoon Arent Christiaan (1746-) en hun dochter Francina (1748-) in de Potterstraat. Bij de doop van zoon Johannes la Maitre (1752-) woonde het gezin op de Hooge Koornmarkt. Jacobus La Maitre hertrouwde in 1755 met Anna Maria Boel.
In 1759 maakte Geertruy Dragter, weduwe van Cornelis van den Hoek, “ziekelijk ten bedde leggend” een testament, waarin zij de kinderen van Jacobus Lamaitre en nicht Catharina Dragter als erfgenamen aanwees.
Joseph Sino
Christiaan, Francina en Johannes la Maitre, kinderen van Jacob la Maitre en Catarina Dragter, verkochten het huis in 1777 aan Joseph Sino (ook Cino). Volgens de koopakte werd het huis al door Joseph Sino gehuurd. Belendingen waren het Kasteel van Oranje (Lange Jansstraat 16) en de poort of uitgang van Scherpenzeel (=uitgang Jansveld 9). Het huis werd in 1778 aan Joseph Sino getransporteerd.
Joseph Sino (Chenaax) was in 1753 getrouwd met Maria van den Brink. Vanaf wanneer het echtpaar Sino in de Lange Jansstraat woonde is nog niet duidelijk. Hun (vermoedelijk) jongste zoon Jacob Sino werd, blijkens zijn doopinschrijving, in 1768 nog op de Breedstraat geboren.
In 1806 hertrouwde Joseph Sino met de bijna 40 jaar jongere Itje Lammers. Tijdens de volkstelling van 1813 woonde het echtpaar op Lange Jansstraat 8 (droite). Dit huis stond tussen het huis van Jan Botzen en de uitgang van Scherpenzeel.
Jetje Lammers overleed in maart 1815 op de Lange Jansstraat wijk G no. 8 (=Franse nummering; BS Utrecht 1815 O, aktenr. 245). Joseph Cino overleed een half jaar later bij zijn zoon Gabriel Sino, op Lange Jansstraat G 225 (= Lange Jansstraat nr. 6; BS Utrecht 1815 O, aktenr. 1010).
Hendrik Pieter van Fent en Elisabeth Houtkamp
Tijdens de volkstelling van 1824 werden Hendrik Pieter van Fent en Elisabeth Houtkamp met hun dienstmaagd Christina Westhoven op dit adres geregistreerd. Achter de naam Elisabeth Houtkamp werd later bijgeschreven “overleden”. Elisabeth Houtkamp overleed op 16 februari 1828, wonende op de Lollestraat (BS Utrecht 1828 O, aktenr. 181).
Jan Heijl
In de OAT 1832 staat Jan Heijl, schoenmaker, als eigenaar van perceel A 611 (huis en erf) vermeld. Jan Heijl (ca. 1798-1872) was in 1819 getrouwd met Hendrika Geertruijda Lebbe (1792–1859).
Tijdens de volkstelling van 1830 werden Jan Heijl en Hendrika Geertruijda Lebbe met vijf kinderen geregistreerd (blad 192). Zij hadden twee inwonende dienstmeiden, Pieternella Wintershoven en Willemina Wigman. De overige vijf namen op het blad lijken later te zijn bijgeschreven. Het betreffen dienstmaagd Cornelia van Gulik, gepensioneerd kapitein J.L. Vogel, waagmeester Jan Vermeulen en zijn echtgenote Jannetje (Femmetje?) Bouw, kok en pasteibakker Hendrik Larsen en zijn echtgenote Bernardina Peeters (Elisabeth Peters?).
Hun dochter Christina Maria Heijl overleed op 24 september 1839, op 20-jarige leeftijd, wonende Lange Jansstraat G 195 (BS Utrecht 1839 O, aktenr. 992).
Hendrika Geertruijda Lebbe, huisvrouw van schoenmaker Jan Heil, overleed op 31 oktober 1859 op Lange Jansstraat G 195 (BS Utrecht 159 O, aktenr. 1749). Jan Heijl overleed in 1872 in het Bartholomeus gasthuis.
Eliza Gerardus Heijl
De schoenmakerij werd voortgezet door zoon Eliza Gerardus Heijl (1832-1907).
Lange Jansstraat 14
Bij de omnummering van 1890 werd Lange Jansstraat G 195 gewijzigd in Lange Jansstraat 14. Later werd dit adres gewijzigd in Lange Jansstraat 20 Utrecht.
In het bevolkingsregister 1900-1912 staat Eliza Gerardus Heijl nog als hoofdbewoner vermeld. Ook diens zoon Hendricus Johannes Heijl (1868-1944) was schoenmaker.
Drukkerij Van Nieuwenhuijsen
In 1908 verplaatste Willem Pieter van Nieuwenhuijsen (1859-1941) zijn handelsdrukkerij van de Jacobijnenstraat naar Lange Jansstraat 14 (Utrechtsch Nieuwsblad, 24-08-1908; p. 4, HUA). In april 1936 nam zijn zoon J.W. van Nieuwenhuijsen de drukkerij over. In 1951 werd gevierd dat de drukkerij vijftig jaar bestond (Utrechtsch Nieuwsblad, 10-04-1951, p. 2, HUA; Utrechtsch Nieuwsblad, 16-04-1951, p. 2, HUA).
In 1957 werd de drukkerij verkocht. De nieuwe eigenaar zette de zaak onder dezelfde naam voort.
Drukkerij Van Nieuwenhuijsen was bijna 110 jaar op Lange Jansstraat 20 gevestigd.
Bronnen
- M. Dolfin, E.M. Kylstra en J. Penders, Utrecht. De huizen binnen de singels. Overzicht, SDU uitgeverij, Den Haag / Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist 1989.
Gepubliceerd: 29-11-2017 door Caroline Pelser. Laatst geactualiseerd op 09-05-2022.