Drift 25 Utrecht

Drift 25 Utrecht
Drift 25 Utrecht, 1906 (collectie Het Utrechts Archief)

Drift 25 Utrecht (tot 1890: Drift wijk H no. 619) is een rijksmonument. Het huis stond in de middeleeuwen buiten de immuniteit van het kapittel van Sint Jan. Samen met Drift 23, dat wel binnen de immuniteit stond, vormde Drift 25 het Huis Renesse.

M. Dolfin e.a. schrijven over Drift 25 Utrecht: “Een samengesteld huis op C-vormige plattegrond, bestaande uit drie bouwlagen, kelders, een straatkelder en een plat dak met omgaande schilden. Het huis is door uitbreidingen gegroeid uit een middeleeuws diep huis met twee bouwlagen. In 1752 is het huis achter een hardstenen gevel van drie etages, waarschijnlijk naar ontwerp van Jan Verkerk, gebracht. Tussen 1965 en 1970 is het huis grondig verbouwd en voorzien van een derde bouwlaag. In 1541 werd het met nummer 25 samengevoegd en verbouwd tot het zeer rijke ‘huis Renesse’ met aan de achterzijde een uitgebouwde huiskapel. In het derde kwart van de 17de eeuw werden de huizen weer gesplitst. Op de eerste verdieping liggen boven enkele kamers nog samengestelde balklagen met vroeg-renaissance sleutelstukken. Het interieur bevat enige 18de- en 19de-eeuwse elementen.”

Rijksmonument

Drift 25 Utrecht is een rijksmonument. Het huis wordt in het Rijksmonumentenregister (monument nr. 36099) omschreven als:

“Statig HERENHUIS. Geheel hardstenen gevel. Rechte kroonlijst. Hoge stoep met pilasters, balkon boven de deur, middenpartij door gelobd fronton met alliantiewapens bekroond. Boven de deur smeedijzeren 18e eeuwse lantaarn. Inwendig 16e eeuwse delen w.o. sleutelstukken met wapens van het huis Renesse.”

Huis Renesse

Het pand vormde van 1541 tot 1668 één woonhuis met Drift 23 (Huis Renesse).

In 1548 kreeg Johan van der Haer toestemming van de abdis van het convent van Oudwijk om een gevel met uitstekende ankers op te trekken aan zijn turfhuis, op de scheidsmuur met het conventshuis.

In 1560 was het huis eigendom van Jan van Renesse van Wulven. In het archief van de Sint Stevensabdij van Benedictinessen te Oudwijk bij Utrecht bevindt zich een akte van toestemming, gedateerd 21 april 1560, bij arbitrage aan de abdis en het convent om een muur op te trekken bij de poort van Johan van Renesse van Wulven tussen hun beider erven.

Kanselarij Hof van Utrecht

In de periode dat Johan van Renesse verbannen was, werd Huis Renesse gebruikt door de Kanselarij van het Hof van Utrecht. In december 1571 stemden de abdis en het convent, op verzoek van de president van het Hof van Utrecht, in met het leggen van een goot langs de muur aan de noordkant van hun achterhuis naast de achterpoort van de kanselarij van het Hof van Utrecht.

Hieronijmus van Tuyll van Serooskerken

Het huis werd verkocht aan Hieronijmus van Tuyll van Serooskerken en Anna van Renesse van Moermond.

Hieronijmus van Tuijl van Serooskercken en Anna van Renesse van Moermond waren in 1659 getrouwd.

In oktober 1677 werd een afschrift gemaakt van het besloten testament van Hieronymus van Tuyll van Serooskercken. Dochter Cornelia Elisabeth van Tuyll van Serooskerken (1672-) kreeg volgens dit testament het huis aan de oostzijde van de Nieuwegracht ontrent Wittevrouwenbrugh en de helft van het grote huis daarnaast.

Cornelis van Royen

Cornelia Johanna van Royen, getrouwd met Steven van Nellesteyn
Cornelia Johanna van Royen (1684-1749), Anna Folkema, ca. 1735 (collectie Nederland)

In 1686 werd het huis verkocht aan Cornelis van Royen, raad ordinaris in het Hof van Utrecht. De voogden van de onmondige kinderen en erven van Hieronimus van Thuyl van Serooskercken en Anna Renesse van Moermond gaven procuratie om het huis Ter Aa te transporteren aan Cornelis van Royen. Het perceel liep tot in de Rietsteeg met een stal, met als belendingen zuidwaarts de heer van Obdam (Drift 23) en noordwaarts de erven Hieronimus van Thuyl van Seroskercken (Drift 27).

Cornelis van Royen (1646-1704) was in 1669 getrouwd met Johanna de St. Gillis.

Steven van Nellesteyn en Cornelia Johanna van Royen

Hun dochter Cornelia Johanna van Royen trouwde in 1708, onder huwelijkse voorwaarden, met Steven van Nellesteyn (1677-1729).

Steven van Nellesteyn
Steven van Nellesteyn, Anna Folkema ca. 1735 (collectie Nederland)

Het echtpaar Van Nellesteyn woonde waarschijnlijk vanaf 1716 op Drift 25.

In 1722 legde buurvrouw Geertruyd van der Hem een verklaring af betreffende het gebruik van een dakvenster, gebouwd tegen het huis van Steven van Nellesteyn.

Cornelia Johanna van Royen (Rooien), weduwe van Steven van Nellesteijn, overleed op 14 september 1749, wonende op de Oudegracht (moet zijn: Nieuwegracht) bij de Wittevrouwenbrug. Zij werd begraven in de Pieterskerk.

Wouter Hendrik van Nellesteyn

Hun zoon Wouter Hendrik van Nellesteyn (17161784) erfde het huis.

Wouter Hendrik van Nellesteyn was in 1739 getrouwd met Everdina Hillegonda de Beer (17211785). Zij was een dochter van Everard de Beer en Hillegonda van Sypesteyn.

Achterkant Drift 25 met tuin, J. de Beijer 23 september 1744
Achterkant Drift 25 met tuin, J. de Beijer 23 september 1744 (collectie Het Utrechts Archief)

Wouter Hendrik van Nellesteyn liet het huis in 1752 verbouwen. De huidige gevel van Drift 25 is bij deze verbouwing aangebracht. In 1753 verklaarde Wouter Hendrik van Nellesteyn dat het feit van een uitspringende lijst van zijn nieuwe gevel over het huis van de kinderen van Jan Sadelijn, in leven kanunnik in het kapittel van Oudmunster (Drift 23), geen recht van erfdienstbaarheid inhoudt.

In 1766 kocht hij ook het buurhuis Drift 27.

Wouter Hendrik van Nellesteyn overleed op 26 februari 1784, wonende op de Drift bij het Janskerkhof, nalatende zijn vrouw en een mondige zoon. Hij werd begraven in de Pieterskerk.

Zijn weduwe Everarda Hillegonda de Beer overleed op 26 november 1785 op de Drift. Zij werd begraven in de Pieterskerk.

Cornelis Jan van Nellesteyn

Hun zoon Cornelis Jan van Nellesteyn (1759-) was in 1778 getrouwd met Cornelia Adriana Maria van Bronckhorst (1756-1810). Zij woonde met haar ouders op Drift 13.

Hermina Johanna de Smeth

Volgens een aantekening op een plattegrond van rond 1807 (HUA, catalogusnr. 216502) werd het huis bewoond door mevrouw van der Goes, weduwe van Franc van der Goes. Zij waren in 1768 getrouwd. Het echtpaar woonde aan de Keizersgracht in Amsterdam. Franc van der Goes werd op 22 januari 1801 begraven in de Nieuwe Kerk in Amsterdam. Blijkens het kasboek van Hermina Johanna de Smeth werd het huis aan de Keizersgracht daarna verhuurd aan P.T. [Pieter Theodorus] van Hoorn.

Hermina Johanna de Smeth, weduwe van Frank van der Goes, overleed in maart 1807, wonende aan de Drift. Zij werd op 31 maart 1807 begraven in de Nieuwe Kerk in Amsterdam.

Gabriel van Oordt

In juni 1807 verkocht Cornelis Jan van Nellesteyn de huizen. Drift 25, omschreven als “eene zeer schoone, groote en extra fraai betimmerde huizinge met een arduinsteenen gevel en yzer hek met zyn kelders en kluyzen, annexe tuin, tuinhuys, koetshuys en stallinge” werd verkocht aan Gabriël van Oordt.

Het buurhuis Drift 27 werd verkocht aan IJ. de Kock Jansz.

Koning Lodewijk Napoleon

In 1809 werd Drift 25 aangekocht voor Koning Lodewijk Napoleon. Het huis werd op 8 november 1809 door Gabriel van Oordt aan de Koning getransporteerd. Het tuinhuisje en de tuinmuur van Drift 25 werden opgericht voor Koning Lodewijk Napoleon, maar het huis zelf werd geen deel van het paleis.

Jan Adriaan van Zuylen van Nijevelt

In 1810 werd het huis verkocht aan “ridder Van Zuylen van Nijevelt, landdrost van het Departement Drenthe”.

Jan Adriaan baron van Zuylen van Nijevelt (Rotterdam, 25 augustus 1776 – Leeuwarden, 29 maart 1840) was van 1 januari 1810 – 28 december 1810 landdrost van Drenthe.

Ten tijde van de volkstelling van 1813 stond Drift 25 vermoedelijk leeg.

Walraven Robbert van Heeckeren van Brandsenburg

Walraven Robbert baron van Heeckeren van Brandsenburg (1776-1845)
Walraven Robbert baron van Heeckeren van Brandsenburg (1776-1845)

In de OAT 1832 staat wethouder Walraven Robbert van Heeckeren van Brandsenburg (1776-1845) als eigenaar van perceel A526 (huis, erf, tuin, stal en kelder) vermeld.

Walraven Robbert van Heeckeren Brandsenburg was in 1799 getrouwd met Johanna van Renesse van Wilp. Hun dochter Pauline (1810-1897) kocht in 1855 het voormalige huis Janskerkhof 14.

Johanna van Renesse van Wilp overleed op 18 december 1828, wonende Drift H 619.

Walraven Robbert van Heeckeren Brandsenburg overleed in juli 1845.

In oktober 1845 werd zijn inboedel geveild (Utrechtsche provinciale en stads-courant : algemeen advertentieblad, 29-09-1845, Delpher).

Arnoudina J.C. Loten van Doelen en Jacob Anne Grothe

In oktober 1845 werd ook het huis Drift 25 Utrecht geveild. In de advertentie (Opregte Haarlemsche Courant, 25-09-1845, Delpher) wordt het huis omschreven als:

“Eene kapitale, hechte, sterke en weldoortimmerde dubbele HEERENHUIZINGE, met Arduin Steenen Gevel en IJzer Hek, van ouds genaamd TER AA of DE HUIZINGE VAN ASSENDELFT, met grooten Tuin, beplant met vele fijne Vruchtboomen, Planten en Gewassen, annex ruim Koetshuis en Stalling voor acht Paarden, staande en gelegen binnen Utrecht, aan de Nieuwe Gracht op den Drift, Wijk H No. 619; bestaande gemelde Huizinge behalve de roijale en met wit Marmersteen bevloerden Gang, in eene groote Beneden-Voorkamer, spatieuse en brillante Zaal en ruime Achterkamer, allen zich vereenigende; nog eene groote Voor-en Achterkamer, eene groote en eene kleine Keuken, met alle Vereischten en Gemakken, sehoone drooge bekluisde Wijn-, Provisieen andere Kelders, ruime en gemakkelijke Trap naar Boven, en aldaar negen Kamers, Domestieken- en Provisiekamers, mitsgaders kapitale Zolders over de geheele Huizinge, zijnde de Kamers meerendeels Behangen, Gestucadoord of Geplafonneerd en Gelambriseerd, mitsgaders voorzien van Schoorsteenen met Marmeren Mantels, benevens vier kapitale en heldere Spiegels. Te aanvaarden 1 November 1845, uitgezonderd de Stalling en Koetshuis bij continuatie verhuurd om f 200 in het jaar.

Jacob Anne Grothe
Jacob Anne Grothe (collectie Het Utrechts Archief)

Het huis werd gekocht door notaris Vosmaer q.q. voor f. 25.600,- (Utrechtsche provinciale en stads-courant: algemeen advertentieblad, 13-10-1845, Delpher). Notaris Vosmaer kocht het huis namens jonkvrouwe Arnoudina Johanna Carolina Loten van Doelen (1817-1875), gehuwd met Mr. Jacob Anne Grothe (1815-1899).

In 1870 was het kledingmagazijn van het tweede regiment vesting-artillerie op Drift wijk H no. 619 gevestigd (Algemeen Handelsblad, 19-11-1870, Delpher).

Arnoudina Johanna Carolina Loten van Doelen overleed op 19 oktober 1875 op Huize Voordaan te Maartensdijk.

Jacob Anne Grothe overleed op 9 oktober 1899, wonende op Drift 25 Utrecht.

Dochters Grothe

In het bevolkingsregister 1900-1912 staan hun dochters Cornelia Maria Agatha Antonia Grothe (1849-1926), Arnoudina Johanna Carolina Grothe (1856-1940) en Constantia Isabella Carolina Grothe (1858-1925) nog op Drift 25 ingeschreven. De zusters Grothe verhuisden in 1900 naar verschillende adressen.

H.M.J. van Asch van Wijck

Henrick Maurits Jan van Asch van Wijck (1850-1910)
H.M.J. van Asch van Wijck (1850-1910) (collectie Het Utrechts Archief)

In november 1900 werd Henrick Maurits Jan van Asch van Wijck (1850-1910) met zijn echtgenote Henrietta Johanna Roijaards (1855-1932) en hun kinderen op Drift 25 ingeschreven.

Van Asch van Wijck was rechter bij de arrondissementsrechtbank Utrecht (1885-1905), lid van de gemeenteraad van Utrecht (1998-1899) en lid van de Provinciale Staten van Utrecht (1896-1903).

Henrietta Johanna Roijaards was een dochter van Herman Roijaards en Benudina Maria van Naamen. Zij werd in 1855 geboren op Janskerkhof 13.

Henrick Maurits Jan van Asch van Wijck overleed op 9 april 1910, wonende aan de Drift.

Universiteit Utrecht

In 1920 werd Drift 25 Utrecht door het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen aangekocht en in gebruik genomen als Kunsthistorisch Instituut.

Ingang Drift 25 Utrecht

De ingang van Drift 25 is tegenwoordig via Drift 27.

Bronnen


Vorige huis: Drift 23 Utrecht.


Gepubliceerd: 16-02-2018 door Caroline Pelser. Laatst geactualiseerd op 15-04-2022.

Scroll naar boven