Hoek Drift – Kromme Nieuwegracht 2 Utrecht

Kromme Nieuwegracht 2 Utrecht
Kromme Nieuwegracht 2, fotograaf Het Utrechts Archief 2008 (collectie HUA)

Het perceel Kromme Nieuwegracht 2 heeft in zijn geschiedenis verschillende adressen gehad. Aanvankelijk werd de locatie aangeduid als (hoek van de) Jansdam. Later werd dit Nieuwegracht, hoek Jansdam. Toen in de negentiende eeuw de wijkadressen werden ingevoerd, kreeg het toenmalige huis op dit perceel het adres Drift wijk G no. 331. Bij de omnummering van 1890 werd dit wijkadres gewijzigd in het huidige adres, Kromme Nieuwegracht 2 Utrecht.

Rond 1940 werd het voormalige huis Kromme Nieuwegracht 2, dat in 1667/8 was gebouwd, afgebroken. Het perceel is daarna lange tijd leeg gebleven.

Bij de bespreking op 30 maart 1992 van bouwplannen voor de buurpanden Kromme Nieuwegracht 4-6 in de gemeentelijke monumentencommissie (subcommissie bouwplannen) kwam aan de orde dat bebouwing van het perceel Kromme Nieuwegracht 2 zeer gewenst was.

Toch duurde het nog tot 2001 voordat er een ontwerp voor dit kleine perceel op tafel lag. Het huis is ontworpen door architectenbureau Sluijmer en Van Leeuwen. Het huis heeft een stalen hoofddraagconstructie. Het is verdeeld over zeven woonlagen, inclusief twee veertiende- eeuwse werfkelders.

Goert Bollen

In 1558 worden de erfgenamen van Goert Bollen als belending van Drift 1 genoemd.

Anna Bollen

Eind zestiende eeuw was het perceel eigendom van zijn dochter Anna Bollen, weduwe van Johan Roeck.

In 1600 maakte Anna Bollen, weduwe van Johan Roeck, een testament, wonende aan de oostzijde van de Nieuwegracht bij de Jansdam. Anna Bollen wees in dit testament haar zuster Alydt Bollen (ovl. 1610), de kinderen van haar broer Jan Guertss Bollen (ovl. 1622) en de kinderen van haar zuster Margareta, getrouwd met Anthony van Cuyck, Bertraet van Sevenbergen (dochter van haar zuster Mechteld) en haar nicht Bertraet de Rode (dochter van Alydt) als erfgenamen aan. Anthony van Cuyck en Margareta Bolle (ovl. 1623) woonden op Drift 13.

Juffrouw Anna Bollen, weduwe van Johan Roeck, werd op 27 mei 1601 overluid. Daarbij werd aangetekend dat zij de tante van de vrouw [Bertraet de Rode] van Johannes Schade was. Anna Bollen werd begraven in de Buurkerk.

Rijer Goijertsz

In 1603 werd het huis uit de boedel van Anna Bollen, weduwe van Johan Roeck, getransporteerd aan bakker Rijer Goijertsz. Reyer Goyert Reyerssoonzoon was in 1600 getrouwd met Agnietgen Jan Toppendochter (-1655?).

Op het huis rustte een plecht van f 275 ten behoeve van mr. Tyman van Cuyck en een oudeigen ten behoeve van het kapittel van Sint Jan van zes loot zilver, te betalen met f 4,- en 4 stuivers. Tyman van Cuyck was een zoon van Anthony van Cuyck en Margareta Bolle. Hij trouwde in 1603 met Maria van Mierlo.

De belending oostwaarts boven was de weduwe van Jasper van den Berch. De belending westwaarts was de straat. De koper was gebonden aan een overeenkomst inhoudende dat men geen licht of lucht mocht scheppen op het erf van het grote huis van jonkheer Van den Berch.

In 1643 wordt Agnietjen Reyers, weduwe van Reyer Goyertss, bakster aan de Jansdam te Utrecht, in een procuratieakte genoemd. Haar zoon Jan Reyerss woonde volgens deze akte in de Wittevrouwenstraat.

Joachim Aertsz Ruijsch

In 1644 verkochten Agnieten Jans, weduwe van Reijer Goyertsz, en haar kinderen het huyssinge ende erff aan de St. Jansdam, oosterhoeck van de Nieuwegrachte, aan Joachim Aertsz Ruijsch. Op het huis rustte een oudeigen ten behoeve van het kapittel van Sint Jan van f 4,- en 4 stuivers.

Joachim Airtsoon Ruysch was in 1640 getrouwd met Geertgen Jan Boschdochter (-1649).

Zij vestigden een plecht op het huis ten behoeve van Dirck van Lommertszum en Mechtildis van Bronckhorst.

In 1648 vestigde Joachim Aertsz Ruijsch een plecht op het huis ten behoeve van Cornelis Dircks van Rossum.

Cornelis Dircksz

Op 25 januari 1649 verkocht bakker Joachim Aertsz Ruijsch het huis op de hoek van de Jansdam, naast Jonkheer van Doeijenborch (Drift 1), aan bakker Cornelis Dircksz [van Woudenberch]. Op 17 april 1649 transporteerden Joachim Aertsz Ruijsch en Geertruijt Jans Bosch het huis aan de koper.

Afstand

In 1666 transporteerde Cornelis Dircksz het huis aan zijn hypothecaire crediteuren. Volgens de akte was het huis bouwvallig en stond het op instorten. Aangezien Cornelis Dircksz zelf niet in staat was om het huis te vernieuwen deed hij afstand van het huis ten behoeve van de hypothecaire crediteuren. De taxatiewaarde was f 1250,-.

Christiaen van Vianen

Kromme Nieuwegracht 2 Utrecht
Kromme Nieuwegracht 2, begin twintigste eeuw (collectie Het Utrechts Archief)

In september 1667 sloot buurman Van Lakervelt (Drift 1) een overeenkomst met metselaar Christiaen van Vianen over een nieuw te timmeren huis op dit perceel. Op 11 maart 1668 vestigde Christiaen van Vianen een plecht op een nieuw getimmerd huis op de hoek ten behoeve van Gualterus van Nellesteyn.

M. Dolfin e.a. (p. 55) schrijven over dit huis:

“Rond 1940 werd in verband met de niet gerealiseerde straatverbreding van de Drift dit hoekhuis afgebroken. Zoals op de foto uit 1932 te zien is (gau/ta-Kromme Nieuwegracht 2, 1932) was het een zeer smal 17de-eeuws diep huis met drie bouwlagen en een zadeldak. Het was onderkelderd.”

Christiaen Anthoni van Vijanen was in 1656 getrouwd met Janneken Boumeesters. Hij overleed in 1671, wonende omtrent de Jansbrug.

Gualterus van Nellesteyn

In 1682 sloten Aleydis van Cuyck, dochter van wijlen Tyman van Cuyck, en Gualterus van Nellesteyn, raad in de vroedschap van Utrecht, een akkoord over aanspraken op de kooppenningen van het huis staande op de Jansdam, dat Gualterus Van Nellesteyn van Johanna Boumeester, weduwe van Christiaen van Vianen, had gekocht.

Jan Hendrik de Bonnekoose

Het huis werd ten tijde van de verkoop in 1733 bewoond door Jan Hendrik de Bonnekoose. Het huurcontract liep nog tot 1 mei 1734. Hij huurde in januari 1734 een ander huis voor daarna.

Anna Maria de Marez

In december 1733 verkocht Hendrick van Nellesteyn, proost en archidiacon der kerke van Oudmunster etc., het huis aan Anna Maria de Marez, weduwe van Gerrit Maximiliaen baron Pynssen van der Aa. Op 2 januari 1734 transporteerde Hendrick van Nellesteyn het huis aan Anna Maria de Marez. Op het huis rustte nog het oudeigen van zes loot zilver, te betalen met f 4,- en 4 stuivers. Het huis werd noordwaarts en oostwaarts belend door de koopster (Drift 1).

Anna Maria de Marez was ook eigenaresse van Janskerkhof 13. Zij woonde Achter Sint Pieter.

Jacobus Budding

In 1743 lieten Jacobus Budding (1707-) en Willemijntje van Ackebo (Acaboa; 1703-) hun dochter Lena dopen, wonende op de Nieuwgracht aan de Jansdam. Nog geen twee weken later moesten zij haar laten begraven.

Jacobus Budding en Willemijntje Acaboa waren in 1742 getrouwd.

In 1744 lieten zij hun zoon Louwerens dopen, wonende aan de Jansdam.

Hendrik Brouwer en Hendrina Drost

In 1755 verhuurde Anna Maria de Marez het huis op de Nieuwegracht oosthoek Jansdam, aan Hendrik Brouwer en Hendrina Drost, per 1 mei 1756. Het pothuis was niet inbegrepen. Volgens de akte werd het huis nog bewoond door Jacob Buddinck.

Hendrik Brouwer en Hendrina Drost trouwden op 28 maart 1756. Hun dochter Hendrina werd in april 1757 op het Vreeburg geboren.

Hendrika van Groeneveld

In januari 1757 verhuurde Anna Maria de Marez het huis aan Hendrika van Groeneveld, per 1 mei 1757. Volgens de akte was het pothuis niet inbegrepen, deze hield de verhuurster voor zichzelf. Het huis werd volgens de akte op dat moment nog bewoond door Hendrik Brouwer.

Hendrika van Groeneveld (-1806trouwde in april 1757 met Johannes Meijlandt.

Johannes ter Lingen

In 1758 verhuurde Anna Maria de Marez het huis aan meester kleermaker Johannes ter Lingen. Ook nu was het pothuis niet inbegrepen. Het huis werd volgens de akte nog bewoond door Hendrika van Groeneveld.

Gerard Maximiliaan van Rechteren

Anna Maria de Marez overleed in 1763. In augustus 1765 werd de boedel door de erven Anna Maria de Mareez, weduwe Gerard Maximiliaan baron Pynssen van der Aa, gescheiden. Het huis aan de Nieuwegracht, oosthoek Jansdam (Drift 1), en het huis en pothuis op de hoek van de Jansdam kwamen in handen van haar kleinzoon Gerard Maximiliaan van Rechteren (17441782). Hij was een zoon van Jacob Hendrik van Rechteren (-1783) en Margareta Maria Pijnssen van der Aa (1714-).

Leonardus Kamerling

Volgens de scheidingsakte werd het huis bewoond door Leonardus Kamerling. Leonardus Kamerling (-1802) was in 1750 getrouwd met Johanna Boshuijsen.

Dirk de Rooy

In 1766 verhuurde Jacob Hendrik van Rechteren als voogd van zijn nog minderjarige zoon Gerard Maximiliaan het huis op de hoek van de Jansdam aan Dirk de Rooy. Volgens de akte was het huis laatst bewoond geweest door Leonardus Camerling.

Jacob Milo en Johanna Koppen

In januari 1768 verhuurde Jacob Hendrik van Rechteren het huis op de hoek van de Jansdam aan Jacob Milo en zijn echtgenote Anne Koppe (Johanna Koppen). Het huis werd volgens de akte op dat moment nog bewoond door Dirk de Rooy.

Jacob Milo (-1814) en Johanna Koppen waren in 1767 getrouwd. In 1774 woonden zij in de Lange Jansstraat (doop).

In 1769 diende het huis als onderpand in een schuldbekentenis van Gerard Maximiliaan grave van Rechteren.

Erven Van Rechteren

Gerard Maximiliaan van Rechteren overleed in 1782. Zijn vader Johan Hendrik van Rechteren (-1783) was zijn erfgenaam ab intestato, maar deed afstand van de erfenis ten behoeve van zijn kinderen.

Pieter van Doornenburg

In augustus 1784 verhuurden Florentina Charlotta Sophia gravin van Rechteren (1746-) en Henrietta Geertruijde gravin van Rechteren (1752-1830) het huis op de hoek van de Jansdam aan Pieter van Doornenburg. Het huis werd volgens de akte al door de huurder bewoond.

Dirk Kouwenberg

Ten tijde van de volkstelling van 1813 werd het huis bewoond door kleermaker Dirk Kouwenberg, zijn echtgenote Maria Christina Sijben en hun 19-jarige dochter. Dirk Kouwenberg en Maria Christina Sijben waren in 1793 getrouwd. Maria Christina Siben overleed in april 1822 (BS Utrecht 1822 O, aktenr. 256).

J.J. Schelling

In 1822 werd huis samen met het gebouw van het Koninklijke Postkantoor (Drift 1) te koop aangeboden (Utrechtsche Courant, 08-07-1822, Delpher):

Op Zaturdag den 3. Augustus 1822, des namiddags ten 4 ure precies, zal aan het Bureau der Publieke Verkoopingen achter St. Pieter binnen Utrecht, worden geveild en aan de genoegbiedenden verkocht:

No. I. Een vrolijk, welgesitueerd en ruim HUIS, voorzien van vier Beneden- en zes Boven- Kamers, waarin thans het Koninklijk Post-Kantoor wordt gehouden, staande binnen Utrecht nabij den Jansdam, Wijk G. No. 330, verhuurd, aan den Heer D.W. van Olst, voor f 375 – in het jaar, boven Deur- en Venstergeld, tot ultimo April 1823.

No. 2. Een HUIS, staande mede binnen Utrecht, naasten annex het voorgaande, Wijk G. No. 331, verhuurd aan J.J. Schelling, voor f 90. – in het jaar, boven Deur- en Venstergeld, tot ultimo April 1823. No. 1. en 2. zullen eerst afzonderlijk en daarna bij elkander geveild worden. Nader onderrigt is te bekomen ten Kantore van den Notaris N. W. BUDDINGH, te Utrecht.

Volgens de advertentie was het huis verhuurd aan J.J. Schelling. Johannes Joseph Schelling (-1843) was in 1820 getrouwd met Maria van Kasteel (-1875).

Everardus Nieuwenhuizen

In 1829 werden de beide huizen wederom te koop aangeboden (Utrechtsche Courant, 09-03-1829, Delpher):

Op Zaturdag den 21. Maart 1829, des namiddags ten 5 ure precies, zal men binnen Utrecht aan het Bureau der Publieke Verkoopingen achter St. Pieter, Wijk F. No. 363, veilen en aan de meest biedenden verkoopen:

No. 1. Eene HUIZINGE, binnen Utrecht aan de Oostzijde van de Nieuwe Gracht of Drift, Wijk G No. 330 voorzien van 4 Beneden- en 6 Boven – Kamers, Keuken, Zolderingen, Wijn-, Provisie- en Turfkelders

No. 2. Eene HUIZINGE, staande naast het voorgaande Perceel, Wijk G. No. 331, bestaande in Voorhuis, 3 Beneden en Boven -Kamers, Zoldertje, Keuken en Kelder.

(…)

Breeder bij aangeplakte Billetten en nader onderrigt te bekomen ten Kantore van den Notaris GERARDUS HENDRIKUS STEVENS, binnen Utrecht.

In de OAT 1832 staat als eigenaar van perceel B17 (huis en erf) bakker Everardus Nieuwenhuizen vermeld. Vermoedelijk wordt Everardus Nieuwenhuis (-1866) bedoeld. Hij was in 1805 getrouwd met Cornelia van den Dijssel (1783-1864). Nieuwenhuis overleed in 1866 op 84-jarige leeftijd, wonende op de Mariaplaats.

Dubbele bewoning

In het Bevolkingsregister 1866-1878 heeft Drift wijk G no. 331 twee bladen.

Cornelis Evert Broers

Op het eerste blad staat tapper Cornelis Evert Broers (1819-1897) met zijn echtgenote Naatje van Maarlée (1825-1862) ingeschreven. Zij verhuisden in april 1861.

Ook staat hier sigarenmaker Jan Cornelis Buijs (1839-1916), “niet verwant”, vermeld. Hij verhuisde ook in april 1861, naar een ander adres.

Dienstbode Petronella Butzelaar (Peternella Busselaar, 1832-1920) en haar zoon Pieter (1862-) verhuisden volgens het bevolkingsregister in maart 1862 naar Amsterdam.

Andreas Schmidt

In augustus 1864 kwamen kunstdraaijer Andreas Schmidt (1822-), zijn echtgenote Maria Magdalena Rolandt (1825-) en hun kinderen hier wonen. Het gezin Schmidt verhuisde in april 1869.

Cornelis Hendrikus Scholten

Op het tweede blad, vermoedelijk de bovenwoning, staan hulponderwijzer Cornelis Hendricus Vermeulen (1835-) en zijn echtgenote Geertruida Scholten (1829-) met hun dochter vermeld. Zij verhuisden in september 1861 naar Den Haag.

Fransciscus Antonius van Oudshoorn

In 1865 werd bij graveur F.A. van Oudshoorn op Drift wijk G no. 331 een dreg voor het redden van drenkelingen geplaatst (Utrechtsch provinciaal en stedelijk dagblad : algemeen advertentie-blad, 01-06-1865, Delpher). Franciscus Antonius van Oudshoorn staat vermeld op het tweede blad in het Bevolkingsregister 1866-1878 Wijk G. Hij woonde hier samen met zijn dochter Christina Johanna van Oudshoorn (1822-1906).

Ook schoenmaker Cornelis Hendricus Lancee (1831-) staat hier met zijn gezin ingeschreven. Het gezin Lancee verhuisde in september 1864.

Franciscus Antonius van Oudshoorn, weduwnaar van Antje(n) van Doornik (-1839), overleed op 7 juli 1866, wonende op Drift wijk G no. 331 (BS Utrecht 1866 O, aktenr. 2059). Christina Johanna van Oudshoorn verhuisde in november 1866.

Jan Willem Denker

In december 1866 kwamen schilder Jan Willem Denker (1842-1880) en zijn echtgenote Christina Johanna Frické (1842-1885) hier wonen. Zij waren op 26 september 1866 getrouwd. Het echtpaar verhuisde in mei 1867.

Verkocht

Op de veiling van 20 maart 1869 werd het huis voor f 1440,- gekocht door F. van Tellingen q.q. (Utrechtsch provinciaal en stedelijk dagblad : algemeen advertentie-blad, 22-03-1869, Delpher).

Bernardus Haars

Kromme Nieuwegracht 2
Kromme Nieuwegracht 2, getekend door A.E. Grolman, 1896 (collectie Het Utrechts Archief)

Vanaf januari 1870 werd het huis bewoond door fruithandelaar Bernardus Haars (1829-1882), zijn echtgenote Cornelia Emmelot (1831-1883), en twee dochters. Het echtpaar staat ingeschreven op het eerste blad in het bevolkingsregister.

Daniel Wijnands

Na het overlijden van het echtpaar Haars kwam Daniel Wijnands met zijn gezin op Drift wijk G no. 331 wonen. Zij woonden hier twee jaar.

Kromme Nieuwegracht 2 Utrecht

Bij de omnummering van 1890 werd het wijkadres Drift G No. 331 gewijzigd in Kromme Nieuwegracht 2 Utrecht.

Nieuw huis op Kromme Nieuwegracht 2

Het voormalige huis werd rond 1940 afgebroken. In 2001 werd door architectenbureau Sluijmer en Van Leeuwen een nieuw pand voor deze locatie ontworpen. Het huis werd gebouwd in 2002.

Bronnen

  • Bijzonder pand aan de Kromme Nieuwegracht wordt bed and breakfast, DUIC, 16-09-2018.

Volgende huis: Drift 1 Utrecht.


Gepubliceerd: 16-09-2018 door Caroline Pelser. Laatst geactualiseerd op 23-05-2024.

Scroll naar boven