Minrebroederstraat 15 Utrecht (tot 1890: Minrebroederstraat wijk G no. 302) is een rijksmonument.
M. Dolfin e.a. (p. 81) schrijven over Minrebroederstraat 15: “Een 18de-eeuws diep huis, bestaande uit drie bouwlagen, een kelder en een omgaand zadeldak. Links achter staan 19de-eeuwse aanbouwen. Het interieur bevat vele 18de-eeuwse details. De grenen spanten met twee toppen worden in het midden ondersteund door stijlen met korbelen.”
Rijksmonument
Minrebroederstraat 15 wordt in het rijksmonumentenregister (monument nummer 36362) omschreven als:
“PAND met rechte lijstgevel met consoles XVIII.”
Gerrit van Heusden
In 1599 worden de weduwe en erfgenamen van Gerrit van Huesden als belending genoemd.
In 1613 wordt de weduwe van Gerrit van Heusden als belending genoemd.
Johannes van Heusden
Het huis werd geërfd door hun zoon Johannes. Johannes van Heusden was getrouwd met Jacobge Alexander Vossen dochter.
Jacobina Vossen, dochter van Alexander Vossen, huisvrouw van Johannes van Heusden, overleed in 1622. Zij werd op 27 september 1622 overluid (36p574). Johannes van Heusden, schout van St. Salvator, overleed in 1625, wonende aan de Maartensdam. Hij werd op 27 december 1625 overluid (37p587).
Anthonis van Deuticum
In december 1628 werd het huis uit de boedel van Johan van Heusden en Jacobge Alexander Vossen dochter getransporteerd aan notaris Anthonis van Deuticum en Aertgen Jans van Schalckwijksdochter. Op 8 februari 1631 kregen zij nog 1/7 getransporteerd.
Anthonis Jasper van Deuticumszoon (-1641) en Aertgen Jan Cornelissoon van Schalckwijcxdochter waren in 1608 getrouwd.
Op 1 september 1636 droegen zij samen met hun zoon Jacob het huis over aan het Sebastiaens of Heilige Cruys Gasthuys (charter, transport 28 september 1636).
Seger Van Achtevelt
Het huis werd vermoedelijk bewoond door procureur Seger van Achtevelt. In 1646 sloot Seger van Achtevelt een overeenkomst met zijn buurman Eustachius van Quarebbe (Minrebroederstraat 13).
Seger van Achtevelt, weduwnaar van Sara Beijens (-1636), was in 1639 getrouwd met Maria de Ridder. Maria de Ridder overleed in 1646. Zij werd op 2 september 1646 overluid (48p249).
Van Achtevelt hertrouwde in 1648 met Johanna de Langh (-1663).
In 1663 woonde advocaat Arnoldus van Achtevelt (-1680) in de Minrebroederstraat (attestatie). In 1672 woonde hij aan de Viebrug (overdracht). Arnoldus van Achtevelt was een zoon en erfgenaam van procureur Seger van Achtevelt (akkoord). Hij was een stiefzoon van Johanna de Langh (testament).
In het Manuaal van het huisgeld staat procureur Van Achtevelt als eigenaar van het huis naast De Cooten vermeld. Hij wordt in het manuaal opgevolgd door Laurens Vervoorn.
Laurens Vervoorn
Op 7 mei 1680 transporteerde het Cruijs Gasthuijs het huis aan Laurens Vervoorn, getrouwd met Maria Achteveld. De belending oostwaarts was de weduwe en kinderen van Jan Jeliss Rogh.
Laurens Vervoorn (1648–1707) was in 1672 getrouwd met Maria van Achtevelt (testament, 1672). Zij is een dochter van Jacob van Achtevelt en Maria Loott (afstand, 1675). Haar ouders waren in 1647 getrouwd.
Maria van Achtevelt (1650-1720, protest) was erfgename van advocaat Arnoldus van Achtevelt. Haar vader Jacob was een neef van Arnoldus (schuldbekentenis).
In 1687 woonden Laurens Vervoorn en Maria van Achtevelt in de Minrebroederstraat (testament).
Godart Schijff
Laurens Vervoorn verkocht het huis aan schout Godart Schijff. Schijff kreeg het perceel op 17 januari 1690 getransporteerd. De belending oostwaarts was de heer Vreemt, secretaris van Schalkwijk.
Godart Schijff en zijn echtgenote Janneke Martens woonden eerder op de Kaats. Aangezien de huizen op de Kaats werden afgebroken, moest het gezin verhuizen. Waar zij in de tussentijd hebben verbleven, is nog niet duidelijk.
Janneke Martens overleed nog hetzelfde jaar. Volgens het buurtboek van de Lange Minrebroederstraat werden op 2 juni 1690 de mannen uit de buurt bij de schout verzocht, om de twaalf dragers te bepalen voor haar begrafenis.
In 1699 sloot Godart Schijff een akkoord met Mariegje van Munster, zijn buurvrouw aan de noordzijde van de Annastraat.
Godert Schijff overleed in januari 1713, wonende in de Minrebroederstraat, nalatende een mondige zoon. Hij werd begraven in de Janskerk.
Johan Schijff
Het huis werd geërfd door hun zoon Johan Schijff. Johan Schijff (1674-1734) was geboren op de Kaats.
In 1722 kreeg Johan Schijff het buurhuis getransporteerd van Cornelis van Waij. Dit huis stond op wat nu het linkerdeel van het perceel van Minrebroederstraat 15 is.
Geschiedenis linkerdeel perceel
Jan Jelis Rogge
In 1599 transporteerde Johan del Val het huis aan Jan Jelis Rogge, getrouwd met Anna Jacob Colijns dochter. De belending oostwaarts was Cornelis Palmert, de belending westwaarts de weduwe en erfgenamen van Gerrit van Huesden.
In 1636 vond een boedelscheiding plaats. De belending was oostwaarts Gerrit Gerrits, westwaarts Anthonis van Deutecom.
Cornelia Jans van Sevenhuijsen
Jan Janss Rogge, getrouwd met Neeltje Zegersdr., transporteerde het huis in 1637 aan Cornelia Jans van Sevenhuijsen (-1645), weduwe van Isaack Fredericksen Luijt.
Frederick Luijt
In 1645 vond een boedelscheiding van Isack Fredericksen Luijt en Cornelia Jans van Sevenhuijsen plaats. Het huis kwam in handen van Frederick Luijt. Belending oostwaarts was Marichgen Jans. Westwaartse belending was Seger van Achtevelt.
Frederijck Isaacxsen Luijt (-1650) was in 1636 getrouwd met Haesjen Camerbeecks (-1677). Hun dochter Margrita Luyt (1641-) trouwde in 1675 (o.tr. Amsterdam, 19-10-1675, kerk) met de Amsterdamse drukker Broer Appelaer.
Cornelis van Velsen
In 1660 transporteerde Haesje van Camerbeeck, weduwe van Frederick Luijdt, het huis aan Cornelis van Velsen. Cornelis van Velsen (-1662) was getrouwd met Stephania Alewijns van Bakenes. Zij overleed in juli 1660, wonende aan de Voorstraat.
Bertram Sena
Op 17 september 1660 transporteerde Cornelis van Velsen, weduwnaar van Stephania Geurt Alewijns, het huis aan Bertram Sena. De belending oostwaarts was Annigje Jacobs, weduwe van Gerrit Gerritsz. De belending westwaarts was Seger van Achtevelt.
Bertram Sena was getrouwd met Emerentiana Metgen van Isden (-1662). In 1663 hertrouwde Sena met Cornelia van Oostweert.
Gerrit Vreemt
Bertram Sena transporteerde het huis in 1665 aan Gerrit Vreemt, secretaris van Schalkwijk.
Barend de Wilde
In 1692 verleende Barent de Wilde ontslag, wonende in de Minrebroederstraat. Deurwaarder Gerard van Poolsum werd gemachtigd om de heer Vereemt, de verhuurder, aan te zeggen dat De Wilde afzag van verdere huur van het door hem bewoonde huis.
Hendrick Swartjens
In november 1696 verhuurde Gerrit Vreemt het huis aan Hendrick Swartjens. Het huis werd volgens de akte nog bewoond door Barend de Wilde. Simon Lachez, bewoner van Minrebroederstraat 25, stond borg. Een maand later trouwde Hendrick Swartjens met diens dochter Elisabeth Lachez (1671-).
Cornelis van Waij
In 1703 transporteerde Baetje in den Engh, weduwe van Gerrit Vreemt, het huis aan haar schoonzoon Cornelis van Waij. Cornelis van Waij was in 1680 getrouwd met Jannigjen Vreemt.
In 1722 transporteerde Cornelis van Waij het huis aan zijn buurman Joan Schijff.
Nieuw huis
Johan Schijff liet een nieuw huis bouwen, in de volle breedte van beide percelen.
In 1729 trouwde Johan Schijff met Johanna Lidia Hoola. Johanna Lidia Hoola was eerder getrouwd geweest met Abraham Hartman en met Pieter du Pont.
Johan Schijff overleed in juni 1734, wonende in de Minrebroederstraat. Hij werd begraven in de Janskerk.
In 1736 kocht Johanna Lidia Hoola, weduwe van Jan Schijff, het buurhuis van de familie Van Kempen erbij. De belending oostwaarts was Baars (Minrebroederstraat 19) en westwaarts de koperse.
Johanna Lidia Hoola overleed in februari 1737, wonende in de Minrebroederstraat. Zij werd begraven in de Buurkerk.
Abraham Hartman
In 1739 vond een boedelscheiding plaats en kwamen de twee huizen in de Minrebroederstraat in handen van Abraham Hartman, zoon van Johanna Lidia Hoola en Abraham Hartman. Het eerste huis (nr. 15) had als belending achter de kleine huizingen in de Annastraet, oostwaarts het andere huis en westwaarts domheer Seullijn. Het tweede huis (nr. 17) had als belending oostwaarts Wouter Baers en westwaarts het andere huis.
In 1757 gaf Abraham Hartman procuratie tot het passeren van een plecht f 1.200,- op Minrebroederstraat 17, ten behoeve van Gerard Nahuys, rentmeester van het burgerweeshuis te Utrecht. In 1758 gaf Abraham Hartman procuratie tot het passeren van een plecht f 3.000,- op Minrebroederstraat 15 ten behoeve van Gerard Nahuys, rentmeester van het burgerweeshuis te Utrecht. In 1759 gaf Abraham Hartman procuratie tot passeren plecht op zijn grote huis aan de Minrebroederstraat te Utrecht ten behoeve van Gerard Nahuys, rentmeester van het burgerweeshuis, vanwege een lening.
In 1759 verkocht Abraham Hartman Minrebroederstraat 17 aan Jochem Langerak. De belendingen waren oostwaarts de koper en westwaarts de verkoper. Langerak had in 1750 het huis van Petronella Brants, weduwe van Wouter Baars, gekocht.
Huibert van Ee
In 1761 verkocht Abraham Hartman het huis Minrebroederstraat 15, samen met de twee cameren in de Annastraat, aan koopman Huibert van Ee. De belendingen van het huis waren oostwaarts horologiemaker Jochem Langerack (Minrebroederstraat 17) en westwaarts de weduwe van Jan Seullijn (Minrebroederstraat 13).
In 1770 gaf Huibert van Ee procuratie om plechten te vestigen op twee huizen in de Minrebroederstraat. Ook gaf hij procuratie om een lening af te sluiten met de huizen als onderpand.
In 1779 gaf Huibert van Ee procuratie om diverse huizen, waaronder twee in de Minrebroederstraat, te verkopen. Het huis met stal en koetshuis werd door hemzelf bewoond. Van Ee verhuisde vermoedelijk rond deze tijd naar Minrebroederstraat 5, dat ook zijn eigendom was.
Nicolaas de Jonckheere
In 1780 bood Huibert van Ee het huis op een openbare verkoping ten huize van Jan Steevens, kastelein in ’t Keizerlijke Wapen, te koop aan. Als belendingen worden genoemd de St Annastraat, Jan Hendrik Mosch (toenmalige eigenaar van de Place Royal, die ook de huizen van Langerak had gekocht), Jan Pieter de Ridder, raad in de vroedschap en schepen der stad Utrecht (Minrebroederstraat 13), en de verkoper. De verkoop werd opgehouden. Het huis werd uit de hand verkocht aan Nicolaas de Jonckheere.
Herman Angelkot
Nicolaas de Jonckheere verkocht het huis, samen met het huis in de Annastraat, in 1789 aan Herman Angelkot. Het huis had een koetshuis en stalling in de Annastraat. De belending oostwaarts voor was Jan Hendrik Mosch en oostwaarts achter Huybert van Ee. De belending westwaarts was Jan Pieter de Ridder.
Herman Angelkot (1759-1835) was in 1788 getrouwd met Anna Elisabet Groen (-1865).
Christiaan de Visser
In maart 1809 werd het huis verkocht (Utrechtsche courant, 22-02-1809, Delpher):
Op Zaturdag den 11. Maart 1809, des namiddags ten vier uuren precies, zal ten Huize van George Klanck op ’t Domskerkhof binnen Utrecht, publiek worden geveild en aan den genoegbiedende verkogt : Een capitale en wel doortimmerde HUIZINGE en ERVE, Lett. G. No. 210, met fraay Koetshuis en Stallinge voor vyf Paarden , staande en geleegen binnen deeze Stad , aan de Zuidzyde van de Minnebroederstraat, voorzien van vyf Beneden- en zeven Boven- Kamers , twee Domestique- en twee Provisie-Kamertjes, Zolder en Vliering, mitsgaders Kelder en Kluis. Breeder by geaffigeerde Billetten en nader onderrigt ten Kantore van den Koninglyken Notaris HENDRIK VAN OMMEREN, binnen Utrecht.
In juni 1809 transporteerden Herman Angelkot en zijn echtgenote Anna Elizabeth Groen het huis, G 210, met plecht, aan Christiaan de Visser.
Tijdens de volkstelling van 1813 werd het huis (nr. 16) bewoond door Christiaan de Visser, zijn dochter Dina Elisabeth de Visser (1786-1844), Maria Sprokkelenburg en drie bedienden.
In 1814 werd bij voormalig logementhouder Christiaan de Visser op Minrebroederstraat wijk G no. 302 beslag gelegd (Utrechtsche Courant, 03-10-1814, Delpher). Via een vonnis van het gerecht in eerste aanleg kreeg Herman Angelkot zijn eigendom terug.
Gijsbert Carel Cornelis Jan van Lynden van Sandenburg
In 1815/16 verkocht Herman Angelkot het huis, dat in de akte de nieuwe Place Royale wordt genoemd, aan Gijsbert Carel Cornelis van Lynden van Sandenburg. Gijsbert Carel Cornelis Jan baron van Lynden van Sandenburg (1767-1850; NNBW) was weduwnaar van Benudina Maria de Beaufort (1771-1813). Tijdens de volkstelling van 1824 werd hij, samen met drie kinderen en vier personeelsleden op dit adres geregistreerd.
Vanaf 1828 huurde hij Janskerkhof 2.
OAT 1832
In de OAT 1832 staat Van Lynden van Sandenburg vermeld als eigenaar van perceel A1404 (huis, erf en stal).
Jan Karel van Goltstein
Tijdens de volkstelling van 1840 werd het huis bewoond door Jan Karel van Goltstein en zijn echtgenote Adolphine Wernerdine van Pallandt. Jan Karel van Goltstein (1794-1872) had met zijn ouders op Janskerkhof 24 gewoond.
Jan Karel van Goltstein was vanaf 1840 lid van de Tweede Kamer. In 1849 werd hij gekozen tot voorzitter van de Tweede Kamer. Vermoedelijk is het echtpaar toen naar ‘s-Gravenhage verhuisd. In oktober 1849 werd inboedel van het huis verkocht (Utrechtsche provinciale en stads-courant : algemeen advertentieblad, 12-10-1849, Delpher).
Pierre Joseph Henrij Baudet
Bij de start van het bevolkingsregister 1850-1860 werd het huis bewoond door een huisbewaarder. Niet lang daarna werd het huis betrokken door onderwijzer Pierre Joseph Henrij Baudet (1824-1878), zijn echtgenote Sophia Adèle Baudet (1825-1891) en twee kinderen. Hun zoon Henri Philippe Baudet was in 1855 op Drift wijk G no. 329 (=Drift 3) geboren. Hun dochter Jeanne Therèse werd in 1857 op Minrebroederstraat 15 geboren.
P.J.H. Baudet staat vermeld in het adresboek van Utrecht 1863/1864, wonende op Minrebroederstraat G 302, als onderwijzer van de Technische School. De familie Baudet verhuisde in oktober 1864.
Alexander Jacobus Johannes de Wolff
In november 1864 kwam Alexander Jacobus Johannes de Wolff hier wonen, samen met drie kinderen.
Verkocht
In februari 1868 werd het huis verkocht (Utrechtsch provinciaal en stedelijk dagblad: algemeen advertentie-blad, 20-01-1868, Delpher). Volgens de verkoopadvertentie werd het huis sinds 1864 verhuurd.
“Op Zaturdag 15 Februari 1868, ’s namiddag ten 5 ure, zullen te Utrecht in het lokaal van verkoopingen achter St. Pieter worden verkocht:
1. Een Kapitaal, Sterk en zeer Logeabel HERENHUIS met Tuin te Utrecht aan de zuidzijde van de Minderbroedersstraat, Wijk G. no. 302, uitgang hebbende in de Sint Annastraat, bevattende een met wit marmersteen gelambriseerden en bevloerden Gang, zestien meerendeels behangen en gestucadoorde zoo groote als kleine Kamers, waaronder eene fraaije Suite; Provisie- en Dienstboden-Kamers, Zolders, Keuken, Kelders, Gasleiding en vele Geriefelijkheden, alsmede twee Binnen Plaatsen. Verhuurd sedert 1 November 1864 voor f 1200.- ’s jaars. – Te aanvaarden 1 Mei 1868. (…)”
Johannes Barel
Tot 1880 werd het huis bewoond door Johannis Barel (1824-1887) en Alida Hillegonda van Diesen (1821-1890). Zij waren in 1865 getrouwd. Ook woonden hier familieleden van haar eerste man.
Henricus Jacobus Stiphout
In 1880 werd het huis in gebruik genomen als pastorie van de St. Willibrorduskerk (Minrebroederstraat 21). Dat jaar werd pastoor Henricus Jacobus Stiphout (1828-1887) op dit adres ingeschreven. Henricus Jacobus Stiphout overleed op 27 december 1887, op 59-jarige leeftijd (BS Utrecht 1887 O, aktenr. 1855).
Gerardus Hartman
Vanaf februari 1888 werd het huis bewoond door Gerardus Hartman (1837-1907), pastoor van de Sint-Willibrorduskerk.
Minrebroederstraat 15 Utrecht
Bij de omnummering van 1890 werd het wijkadres Minrebroederstraat G 302 gewijzigd in Minrebroederstraat 15 Utrecht.
Behalve de pastoor woonde hier ook een priester, kapelaans en dienstbodes (zie bevolkingsregister 1900-1912).
Petrus Johannes Henricus van de Weijer
Pastoor Gerardus Hartman werd na zijn overlijden opgevolgd door pastoor Petrus Johannes Henricus ( Peterus Johannes Hendrikus) van de Weijer (1860-1935). Van de Weijer werd in oktober 1907 op dit adres ingeschreven.
Verbouwing
In 1909 kreeg het huis een aanbouw, naar ontwerp van de Utrechtse architect Willem Bijlard (1875-1940) (HUA, bouwdossier 4270-118-237). De vergunning was aangevraagd door het RC Kerkbestuur van de St. Willibrordusparochie, ondertekend door voorzitter P.J.H. van de Weijer.
Gepubliceerd: 19-11-2018 door Caroline Pelser. Laatst geactualiseerd op 04-04-2022.