Moord op het Janskerkhof
In 1379 vond een moord op het Janskerkhof Utrecht plaats. Het slachtoffer was een kanunnik van het kapittel van Sint Jan.
Het Janskerkhof, gelegen in centrum Utrecht, was in de middeleeuwen een ommuurde immuniteit. Aan het einde van de zestiende eeuw werd de immuniteit van het kapittel van Sint Jan opgeheven en werd de ommuring afgebroken, waarna het Janskerkhof kon uitgroeien tot een lommerrijk stadspark omringd door herenhuizen.
Enkele claustrale huizen zijn geheel of gedeeltelijk bewaard gebleven. De meeste huizen aan het Janskerkhof dateren echter uit de (tweede helft van de) zeventiende eeuw of later.
In 1379 vond een moord op het Janskerkhof Utrecht plaats. Het slachtoffer was een kanunnik van het kapittel van Sint Jan.
Een groepje studenten van de HKU heeft in een video mapping project rond Janskerkhof 16 het verhaal van Aletta Pater en Jacob Martens in beeld gebracht.
Op 30 april 1999 bezocht Koningin Beatrix ter gelegenheid van Koninginnedag, samen met de Koninklijke familie, Houten en Utrecht. Deze foto uit de collectie van Het Utrechts Archief toont Koningin Beatrix (links) op het Janskerkhof met loco-burgemeester en wethouder G. Mik.
De schilder Pyke Koch (1901-1991) is een van de belangrijkste vertegenwoordigers van het neo- of magisch realisme in Nederland. In een van zijn schilderijen zit een verwijzing naar het Janskerkhof.
Naast Janskerkhof 10 stond tot in het begin van de twintigste eeuw het huis Janskerkhof 9 Utrecht (tot 1890: Janskerkhof wijk G no. 326). In 1888 was het perceel herbouwd. Janskerkhof 9 Utrecht werd in 1904 gesloopt, ten behoeve van de verbreding van de Korte Jansstraat. Het adres Janskerkhof 9 wordt tegenwoordig gebruikt voor de
Tot in het begin van de twintigste eeuw stonden naast Janskerkhof 10 nog twee huizen, Janskerkhof 8 Utrecht (tot 1890: Janskerkhof wijk G no. 325) en Janskerkhof 9 Utrecht. De huizen werden, samen met enkele huizen aan de Korte Jansstraat, rond 1904 afgebroken om de Korte Jansstraat en de Domsteeg te kunnen verbreden. Het perceel
Jansveld 25 Utrecht (“Parking Praha”) werd in vorige eeuwen De Vergulden Leeuw of Gouden Leeuw genoemd. Vanaf de jaren ’50 van de vorige eeuw was hier de sportschool van Anton Geesink gevestigd.
Transcriptie van een document over claustraliteit, oudeigen en beterschap in: Het Utrechts Archief, toegang 222, inventarisnummer 133.
In de zeventiende eeuw stonden aan de noordkant van de Janskerk Utrecht drie huizen. De huizen op de Kaats zijn afgebroken in 1681, in verband met de verbouwing van de westvleugel van de Janskerk.
Het voormalige huis Janskerkhof 29 (tot 1890: Janskerkhof wijk G no. 243) werd in 1917 door brand verwoest. Het huis is daarna afgebroken en niet meer vervangen door een nieuw huis. Janskerkhof 29 dateerde van 1712. Willem Strachen Op 16 september 1712 gaf het kapittel de grond tussen de uitgang van de bibliotheek en het
In november 2015 werd bekend dat de Gemeente Utrecht het pand Janskerkhof 1 heeft verkocht. De nieuwe eigenaar heeft verbouwplannen. Er is een vergunning aangevraagd voor het bouwen van vier appartementen, een trappenhuis, dakkapellen en dakramen. De beslistermijn op de vergunning werd deze week verlengd.
Claustraal erf V was in de middeleeuwen het breedste perceel aan de noordkant van het Janskerkhof. Het besloeg in breedte de huidige percelen Janskerkhof 14 en Janskerkhof 15 en liep van het Janskerkhof tot aan de Voorstraat. Op het perceel stonden twee huizen. De poortweg naar de huizen liep over het perceel Voorstraat 79.
Tussen de huizen op Janskerkhof 16 en 17, ter hoogte van de zijtuin en de uitbouw van Janskerkhof 16, lag in de middeleeuwen claustraal erf III. Op claustraal erf III stond een groot huis, dat in de zeventiende eeuw is gesplitst in twee huizen.
In 1911 werd de bloemenmarkt op het Janskerkhof uitgebreid van eenmaal per week op zaterdag, naar tweemaal per week, woensdags en zaterdags.
In het in 1859/60 verschenen werk van Dr. Wap, De stad Utrecht. Album bevattende afbeeldingen harer voornaamste gebouwen en gezigtspunten met historische bijschriften. Utrecht, 1859-1860, wordt ook het Janskerkhof besproken. Over de Janskerk laat Wap zich niet erg vleiend uit.