Home » Blog » Filemon en Baucis: het verhaal achter de naam

Filemon en Baucis: het verhaal achter de naam

Filemon Utrecht is genoemd naar Filemon en Baucis ofwel Philemon en Baucis, hier afgebeeld door Hendrick Goudt
Philemon en Baucis, Hendrick Goudt (collectie Rijksmuseum Amsterdam)

Op Janskerkhof 22 Utrecht was tot voor kort restaurant lounge club Filemon en Baucis gevestigd. Nee, dit artikel is geen recensie van Filemon Utrecht, zoals Filemon en Baucis doorgaans kortweg werd genoemd. Het is de naam die me boeit en dan nog vooral de vaak gebruikte afkorting ‘Filemon Utrecht’.

Als we de naam van de nachtclub op Janskerkhof 22 willen afkorten, zouden we deze niet Filemon Utrecht, maar Baucis moeten noemen.

Herkomst naam van club Filemon en Baucis

Filemon en Baucis zijn de hoofdpersonen van een verhaal over gastvrijheid in de Metamorphosen van de Romeinse dichter Ovidius. Het verhaal van Filemon en Baucis wordt verteld in boek 8 van de Metamorphosen. Tegenwoordig schrijven we de namen overigens doorgaans op zijn Romeins als Philemon en Baucis, maar in de vertaling van Joost van den Vondel uit 1671 wordt nog de spelling Filemon en Baucis gebruikt.

Het verhaal van Philemon en Baucis is als volgt (de vertaling van Marietje d’Hane-Scheltema is mooier, maar ik weet niet of ik die hier met het oog op copyright issues volledig kan plaatsen).

Jupiter en Mercurius gaan in menselijke gedaante op zoek naar een rustplaats in de Phrygische heuvels. Duizend huizen gaan zij langs, die vergrendeld blijven. Uiteindelijk zijn zij welkom bij een klein huisje, bedekt met riet en stro, dat al jaren wordt bewoond door het vrome en oude echtpaar Philemon en Baucis.

Ondanks hun armoede worden Jupiter en Mercurius door Philemon en Baucis gastvrij onthaald en krijgen zij een heerlijke maaltijd voorgezet. Als Philemon en Baucis tijdens de maaltijd zien dat de wijnkan zich na het leegschenken weer vanzelf vult, begrijpen ze dat zij bezoek hebben van goden. Philemon en Baucis willen hun enige gans slachten om hun goddelijke gasten extra te verwennen. De vluchtende gans zoekt zijn toevlucht bij Jupiter, die hun verbiedt de gans te slachten.

Na de maaltijd nemen Jupiter en Mercurius Philemon en Baucis mee naar buiten, de heuvel op. Als straf voor hun goddeloosheid wordt het hele dorp overspoeld door water, behalve het huisje van Philemon en Baucis. Terwijl Philemon en Baucis hun buren bejammeren, verandert hun huisje plotseling in een grote tempel.

Eik en linde

Jupiter en Mercurius vragen of Philemon en Baucis een wens hebben die zij kunnen vervullen als dank voor de gastvrijheid. Philemon en Baucis vragen om als priesters het heiligdom te mogen beschermen en aan het einde van hun leven samen te mogen sterven, opdat zij elkaar niet hoeven te begraven. Hun wens gaat in vervulling. De rest van hun leven zijn zij tempelbewakers, totdat zij op een dag, staande voor de tempel, in een eik en een linde veranderen.

Philemon en Baucis door Hendrick Goudt

Het verhaal van Philemon en Baucis heeft vele kunstenaars geïnspireerd. Philemon en Baucis werden onder meer getekend door Hendrick Goudt, de zeventiende-eeuwse kunstenaar die vanaf 1613 op Janskerkhof 18 woonde.

Hendrick Goudt werd in Den Haag geboren. Hij had enkele jaren in Rome gewoond, waar hij had samengewerkt met Adam Elsheimer. Na diens overlijden keerde Hendrick Goudt terug naar Nederland. Na het overlijden van zijn moeder, verhuisde hij samen met zijn vader naar Utrecht.

Op de prent uit 1612, bovenaan deze pagina, zien we Jupiter en Mercurius, verkleed als reizigers, zitten aan een tafel in het huis van Philemon en Baucis. Baucis bedient hen. Op de achtergrond komt Philemon het huis binnen. Het Rijksmuseum heeft de prent van Hendrick Goudt de titel “Jupiter en Mercurius in het huis van Philemon en Baucis” gegeven. Goudt spreekt zelf in zijn onderschrift in het Latijn over Jupiter (gespeld als Juppiter) en Hermes.

Hendrick Goudt maakte de gravure, zoals hij dat meer heeft gedaan, naar een schilderij van Adam Elsheimer. De prent is, vanwege de druktechniek, het spiegelbeeld van het schilderij van Elsheimer.

Philemon en Baucis door Crispijn van de Passe

Hendrick Goudt is niet de enige Utrechter die Philemon en Baucis heeft afgebeeld. Ook zijn tijdgenoot Crispijn van de Passe (ca. 1564-1637) maakte een prent over het verhaal van Philemon en Baucis.

Crispijn van de Passe kwam rond dezelfde tijd in Utrecht wonen, maar om een andere reden dan Hendrick Goudt. Crispijn van de Passe moest voor de derde keer in zijn leven verhuizen vanwege zijn doopsgezinde overtuiging.

Crispijn van de Passe werd geboren in Arnemuiden. In 1580 had hij zich in Antwerpen gevestigd. Na de Spaanse inname van Antwerpen, in 1588, was Crispijn van de Passe naar Aken gevlucht. Toen een jaar later de protestanten Aken moesten verlaten, verhuisde hij naar Keulen. In 1611 werd hij gedwongen om het katholieke bolwerk Keulen te verlaten en streek hij neer in Utrecht. In de rekeningen van de Eerste Kameraars wordt Van de Passe in het boekjaar 1613-1614 als nieuwe burger vermeld (Van der Monde 1844, p. 99). Volgens een codicil van 1636 woonde hij op de Mariaplaats. In 1638 woonde zijn weduwe vermoedelijk op de Lijnmarkt (zie procuratieakte 1638).

Prent

Filemon Utrecht is genoemd naar Filemon en Baucis ofwel Philemon en Baucis, hier afgebeeld door Crispijn van de Passe
Philemon en Baucis, Crispijn van de Passe (collectie Rijksmuseum Amsterdam)

Op de prent van Crispijn van de Passe zien we niet alleen Jupiter en Mercurius, in de gedaante van reizigers, Philemon en Baucis bezoeken, die aan hen gastvrijheid bieden. Links op de achtergrond zijn Philemon en Baucis afgebeeld terwijl zij veranderen in een eik en een linde.

Van de Passe maakte deze prent volgens het Rijksmuseum tussen 1602 en 1607, toen hij nog in Keulen woonde.

Ook de prent van Crispijn van de Passe heeft een onderschrift in het Latijn. Net als bij Hendrick Goudt, worden de gasten in dit onderschrift niet Jupiter en Mercurius genoemd. Van de Passe spreekt over Jupiter en de God van de gastvrijheid (Deus hospitis). De prent van Crispijn van de Passe is door het Rijksmuseum voorzien van de titel “Jupiter en Mercurius bezoeken Philemon en Baucis”.

Eik en linde – Filemon en Baucis

“(…) tiliae contermina quercus
collibus est Phrygiis modico circumdata muro”

“In het Phrygisch heuvelland zie je een laag ommuurde plek, waarop een eik en linde bijeen staan” (vertaling Marietje d’Hane-Scheltema).

Aan het einde van hun leven veranderen Philemon en Baucis in een eik en een linde. Bij de Romeinen was de eik aan Jupiter gewijd. Waarom Ovidius voor Baucis koos voor een linde, is niet duidelijk.

Filemon Utrecht of Baucis Utrecht?

Voor een café op het Janskerkhof in Utrecht is het echter wel heel toepasselijk dat voor de linde gekozen is. Op het lommerrijke Janskerkhof staan immers tegenwoordig hoofdzakelijk linden.

De iepen, die in de zeventiende eeuw door Henricus Regius in zijn gedicht “Ultrajectina umbracula ofte: Lind-en-iepe-loff van Jans Kercken-Hoff” (1642) mede werden bezongen, zijn volledig verdwenen. Wie het bewijs daarvoor wil zien, moet de Bomenkaart van de Gemeente Utrecht maar eens bekijken.

Filemon en Baucis op Janskerkhof 22 Utrecht werd in de praktijk meestal Filemon of Filemon Utrecht genoemd. Eiken komen op het Janskerkhof in Utrecht niet voor. Ik vraag me daarom af waarom we Filemon Utrecht niet gewoon kortweg Baucis noemden.

Bronnen

  • Van der Monde, Archief voor kerkelijke en wereldsche geschiedenissen, inzonderheid van Utrecht, 1844 (Universiteitsbibliotheek Utrecht).
  • Ovidius, ‘Metamorphosen’, vertaald door M. d’Hane-Scheltema, 2009.
  • Henricus Regius, Ultrajectina umbracula ofte: Lind-en-iepe-loff van Jans Kercken-Hoff, 1642 (Universiteitsbibliotheek Utrecht).
  • Filemon en Baucis, in: De werken van J. van den Vondel, 1671 (Google books).

Gepubliceerd: 08-02-2016 door Caroline Pelser. Laatst geactualiseerd op 24-01-2023.

Scroll naar boven