Home » Blog » Gedicht Nieuwe woning – Nicolaas Beets

Gedicht Nieuwe woning – Nicolaas Beets

Nicolaas Beets, gedicht Nieuwe Woning
Nicolaas Beets in zijn studeervertrek, waar hij ook het gedicht Nieuwe Woning schreef, P.A. Schipperus / E.A. Tilly, 1885 (collectie Het Utrechts Archief)

Van 1854 tot aan zijn overlijden, in 1903, woonde de predikant, schrijver en dichter Nicolaas Beets in de Boothstraat in Utrecht. Het bekendste werk van Nicolaas Beets is het boek Camera Obscura, dat hij tijdens zijn studententijd in Leiden had geschreven en waarvan hij de eerste versie in 1839, onder het pseudoniem Hildebrand, publiceerde. Twee van zijn gedichten gaan over zijn woning Boothstraat 6 Utrecht. Ter gelegenheid van zijn verhuizing in 1854 naar Boothstraat 6 schreef hij het gedicht Nieuwe woning.

Nicolaas Beets

Nicolaas Beets (Haarlem, 13 september 1814 – Utrecht, 13 maart 1903) studeerde theologie in Leiden en was van 1840 tot 1854 predikant van de Nederlandse Hervormde Kerk in Heemstede.

In 1854 werd predikant Beets beroepen naar Utrecht. Op 11 juni 1854 werd Nicolaas Beets in Utrecht als predikant bevestigd.

Het was lastig om zo snel een huis in Utrecht te vinden voor een gezin dat bestond uit twee volwassenen en zeven kinderen, zodat het gezin Beets aanvankelijk verspreid bij vrienden in de stad woonde. Op 4 augustus 1854 werd het gezin Beets herenigd op Boothstraat 6.

Ter gelegenheid van zijn verhuizing naar Boothstraat 6 in Utrecht schreef Nicolaas Beets in augustus 1854 het gedicht Nieuwe woning. Het gedicht Nieuwe woning werd gepubliceerd in: Nicolaas Beets, Nieuwe gedichten, Erven F. Bohn, 1858, p. 149-150. 

Gedicht Nieuwe Woning

Hier woon ik. Zult gy met my wonen,
Mijn God en Heer, mijn kracht en troost?
Hier woon ik nu met gade en kroost?
Vier dochters en drie zonen.

Uwe liefdezorg heeft my beschoren
Dit goede, ruime, stille huis,
Waar ‘k, in de stad, het stadsgedruisch
Kan, maar niet hoef te hooren.

Uw goedheid gunt, na dertien jaren,
Zoo vreedzaam doorgebracht op ’t land,
Ook hier mijn oog naar elken kant
In ’t zachte groen te staren.

Heb dank, o God! mijn wenschen bleven
U niet verborgen schoon gesmoord.
Een stille wensch wordt ook verhoord.
Wat zijt gy mild in ’t geven!

Wil met uw vleuglen nu ook dekken
De tente, waar uw hand ons bracht,
En laat uw liefdrijke oppermacht
Ons vol vertrouwen wekken!

Weer ziekte en ramp van onzen drempel;
En, komt zy, heilig ook de smart;
Zij onze woning, zij ons hart
U daaglijks meer tot tempel.

Utrecht.

Aug. 1854.

Midden in de stad

Het gedicht Nieuwe Woning is niet het enige gedicht dat Beets aan Boothstraat 6 Utrecht wijdde. Uit dezelfde periode stamt het gedicht Mijn Hof, waarin de tuin van Boothstraat 6 centraal staat. Dit gedicht vangt aan met de strofe: “Midden in de stad heb ik een hof / Een hof met schoone bloemen …”.

Nicolaas Beets genoot van zijn nieuwe woning midden in de stad Utrecht. Hij heeft de rest van zijn leven in de Boothstraat gewoond.

Het gedicht is opgenomen in de bundel ‘Stad van zachte idioten’ uit 2017.

Bronnen

  • Nicolaas Beets, Nieuwe gedichten, Erven F. Bohn, 1858, p. 149-150.
  • C.C. van de Graft, Nicolaas Beets te Utrecht: 11 Juni 1854—13 Maart 1903, Maandblad Oud-Utrecht 1939, no. 10, p. 73-75; no. 11, p. 81-83; no. 12, p. 90-92.

Gepubliceerd: 28-01-2016 door Caroline Pelser. Laatst geactualiseerd op 29-10-2024.

Scroll naar boven