Home » Blog » Invoering gregoriaanse kalender in Utrecht

Invoering gregoriaanse kalender in Utrecht

Utrecht plattegrond, gemaakt in periode dat gregoriaanse kalender nog niet gold
Utrecht, 1695 (collectie Rijksmuseum Amsterdam)

Utrecht heeft relatief laat afscheid genomen van de juliaanse kalender. De invoering van de gregoriaanse kalender (de huidige tijdrekening) vond in Utrecht plaats op 30 november 1700. Op 30 november 1700 volgde 12 december 1700.

Data uit DTB-boeken en akten van vóór 12 december 1700 op deze website zijn letterlijk overgenomen uit de bronnen en dus weergegeven volgens de oude stijl (juliaanse kalender).

Juliaanse kalender

De juliaanse kalender is van oorsprong een Romeinse kalender, die door het grootste gedeelte van de christelijke wereld is overgenomen. De juliaanse kalender, genoemd naar Julius Caesar, had een jaar van 365,25 dagen.

De juliaanse kalender was in feite een correctie op de oude Romeinse kalender, die op zijn beurt weer van de Egyptische kalender is afgeleid. De oude Romeinse kalender was gebaseerd op de maanstanden. Het Romeinse jaar bestond uit 355 dagen. Het jaar begon in maart en eindigde in februari. Vier van onze huidige maandnamen herinneren nog daaraan: “september” (zevende maand), “oktober” (achtste maand), “november” (negende maand) en “december” (tiende maand).

Ten tijde van Julius Caesar was een correctie op de oude Romeinse kalender nodig omdat het verschil tussen de maankalender en de seizoenen te groot was geworden. De juliaanse kalender is gebaseerd op de zon.

Gregoriaanse kalender

Tegenwoordig gebruiken we de gregoriaanse kalender. In de juliaanse kalender telt het jaar 365,25 dagen. In werkelijkheid duurt het zonnejaar iets korter, te weten 365,2422 dagen. De juliaanse datum liep daardoor elke duizend jaar ongeveer 7,8 dagen achter op de zonnewending.

Om deze afwijking te corrigeren, werd het systeem van schrikkeljaren aangepast. In de gregoriaanse kalender is elk jaartal dat door 4 deelbaar en ook door 100 geen schrikkeljaar meer, tenzij het ook te delen is door 400. Dat betekent dat bijvoorbeeld de jaren 1600, 2000 en 2400 schrikkeljaren zijn, maar 1700, 1800, 1900, 2100, 2200 en 2300 niet.

Het gemiddelde gregoriaanse jaar duurt 365,2425 dagen. Per 1000 jaren worden er dus gemiddeld 7,5 dagen gecorrigeerd.

De gregoriaanse kalender werd officieel ingevoerd door paus Gregorius XIII op 24 februari 1582, met de Pauselijke bul Inter gravissimas. De kalenderhervorming trad in werking op 5 oktober 1582. Na 4 oktober werden tien dagen overgeslagen, zodat het de volgende dag 15 oktober 1582 was.

De katholieke landen namen de nieuwe gregoriaanse kalender vrijwel direct over. De hervormde gebieden volgde over het algemeen pas veel later.

Data in Utrecht

In Utrecht werd nog tot en met 30 november 1700 de juliaanse kalender, ook wel de Oude stijl genoemd, gehanteerd. Na 30 november 1700 (Oude stijl) kwam 12 december 1700 (Nieuwe stijl). Wel werd er voor die tijd in notariële akten al vaak vermeld dat de datum in oude stijl was weergegeven. Deze vermelding was nodig omdat Holland al in 1583 was overgegaan op de kalender nieuwe stijl.

Sommige mensen zijn gewend om data om te rekenen naar de huidige kalender. Op deze website vermeld ik de data zoals ze in de documenten voorkomen. Toch kan ook ik er niet omheen dat ik soms data gebruik volgens de nieuwe stijl, terwijl tijdens de besproken gebeurtenis de juliaanse kalender nog officieel in werking was. Er zijn enkele gebeurtenissen in Utrecht die worden gevierd of herdacht op data die omgerekend zijn naar de gregoriaanse kalender.

Zo herdenken wij in Utrecht op 1 augustus dat in 1674 het middenschip van de Domkerk instortte tijdens een zomerstorm. Destijds raasde de tornado op 22 juli 1674 over Utrecht. In de Hollandse kranten die over deze gebeurtenis berichtten, zoals de Hollantze Mercurius, werd natuurlijk wel de datum 1 augustus 1674 gehanteerd.

Een ander voorbeeld. Op 16 februari 1636 kreeg de stad Utrecht van de Staten van Utrecht (die vergaderden in het voormalige Minderbroedersklooster, Janskerkhof 3) het octrooi om de ‘illustere school’ te wijzigen in een ‘Universiteyt ofte Academie’. De plechtige inwijding in de Domkerk vond plaats op 16 maart 1636. Toch viert de Universiteit Utrecht jaarlijks haar verjaardag – en vijfjaarlijks haar lustrum – op 26 maart.

Geen Sinterklaas in 1700

Door de invoering van de gregoriaanse kalender verdwenen in december 1700 elf dagen in Utrecht. Bij Placaat van 24 juli 1700 (Oude stijl) overwogen de Staten van Utrecht, op het verzoek van de Staten Generaal der Verenigde Nederlanden om de Nieuwe stijl in de provincie Utrecht in te voeren:

“ordonnerende derhalve alle ende een eygelyk onser onderdanen ende ingesetenen ten voorsz. dage in plaatse van den gemelten 1 December 1700. Ouden Styl te schryven den 12 December 1700., ende soo vervolgens daar in te continueren […]”.

Het Utrechtse doopboek heeft in het jaar 1700 daardoor een gat. In de periode van 1 tot 11 december 1700 werden in Utrecht geen kinderen gedoopt. In de Janskerk werden in november 1700 twee kinderen gedoopt; op 17 en 24 november 1700. De volgende doopplechtigheid was op 12 december 1700.

Voor de jeugd van Utrecht was het trouwens wel sneu dat de Staten van Utrecht bepaalden dat de kalenderwijziging in december zou plaatsvinden. Ook 5 december 1700, Sinterklaasavond, werd in Utrecht overgeslagen.

Bronnen

  • H.M.A.J. van Asch van Wijck, Over de instellingen van hooger onderwijs in Utrecht vóór de oprichting der Hoogeschool in den jare 1636. Bij gelegenheid der viering van het tweede eeuwfeest dier Hoogeschool, 1836 (Google books).
  • M. Boere, Geschiedenis van de gregoriaanse kalender, Isgeschiedenis.nl, 4-10-2011.
  • G.W.R. Dibbets, De auteur van ‘De verwoestinge van Bozra’, Jaarboek Oud-Utrecht,  2007, p. 48-68.

Gepubliceerd: 30-11-2015 door Caroline Pelser. Laatst geactualiseerd op 20-12-2018.

Scroll naar boven