Home » Blog » Hofsteden oostzijde Drift

Hofsteden oostzijde Drift

De hofsteden aan de Drift zijn niet ingetekend.

In januari 1393 werd de grond ten oostzijde van de nieuw gegraven Drift door het stadsbestuur verdeeld in tien hofsteden en in erfpacht uitgegeven. De namen van de pachters zijn bewaard gebleven. In de regestenlijst van S. Muller Fz. (1896) waaraan onderstaande informatie is ontleend, worden acht schepenbrieven genoemd; die van de vierde en de achtste hofstede ontbreken. In het archief van het kapittel van Sint Jan bevinden zich ook stukken betreffende deze erfpacht; deze zijn vermoedelijk wel compleet.

De pachters waren hoofdzakelijk tegeldekkers, metselaars en timmerlieden. Vermoedelijk hebben zij de huizen op deze percelen gebouwd en die vervolgens verkocht. De derde hofstede werd geëigend voor het kapittel van Sint Jan. De pachter van de derde hofstede, Wilhelmus Backerweert, was prior van Monnikhusen geweest.

Hofsteden in erfpacht gegeven

Voor de leesbaarheid zijn de namen van de pachters hieronder vet weergegeven.

“474. 1393 (Januari 7) des Dinxdaghes na Dertienden dach.
Schepenbrief van Utrecht, waarbij Gherijd Kroec Willamssoen aan de stad Utrecht belooft, dat hij de eerste van de tien hofsteden aan het St. Janskerkhof, die hij van de stad in erfpacht heeft, binnensjaars zoodanig betimmeren zal, dat de stad daardoor zekerheid heeft voor de erfpacht.

Met zegels van Beernt Broeys [=Proeys], Gherijd Vrencke, Johan Lieboert, Lubbrecht Bolle en Johan van Lantscrone in groene was.
Oorspr. — Inv. No. 316.

475. 1393 (Januari 7) des Dinxdaghes na Dertienden dach.
Schepenbrief van Utrecht, waarbij Godevaert Johanssoen de tegheldecker aan de stad Utrecht belooft, dat hij de tweede van de tien hofsteden aan het St. Janskerkhof, die hij van de stad in erfpacht heeft, binnensjaars zoodanig betimmeren zal, dat de stad daardoor zekerheid heeft voor de erfpacht.

Met zegels van den schout en 4 schepenen in groene was.
Oorspr. — Inv. No. 316.

476. 1393 (Januari 7) des Dinxdaghes na Dertienden dach.
Schepenbrief van Utrecht, waarbij Wilhelmus Backerweert aan de stad Utrecht belooft, dat hij de derde van de tien hofsteden aan het St. Janskerkhof, die hij van de stad in erfpacht heeft , binnensjaars zoodanig betimmeren zal, dat de stad daardoor zekerheid heeft voor de erfpacht.

Met zegels van den schout en 4 schepenen in groene was.
Oorspr. — Inv. No. 316.

477. 1393 (Januari 7) des Dinxdaghes na Dertienden dach.
Schepenbrief van Utrecht, waarbij Lambert Aerntssoen de tymmerman aan de stad Utrecht belooft, dat hij de vijfde van de tien hofsteden aan het St. Janskerkhof, die hij van de stad in erfpacht heeft, binnensjaars zoodanig betimmeren zal, dat de stad daardoor zekerheid heeft voor de erfpacht.

Met zegels van den schout en 4 schepenen in groene was.
Oorspr. — Inv. No. 316.

478. 1393 (Januari 7) des Dinxdaghes na Dertienden dach.
Schepenbrief van Utrecht, waarbij Johan de Vos de metsellaer aan de stad Utrecht belooft, dat hij de zesde van de tien hofsteden aan het St. Janskerkhof, die hij van de stad in erfpacht heeft, binnensjaars zoodanig betimmeren zal, dat de stad daardoor zekerheid heeft voor de erfpacht.

Met zegels van den schout en 4 schepenen in groene was.
Oorspr. — Inv. No. 316.

479. 1393 (Januari 7) des Dinxdaghes na Dertienden dach.
Schepenbrief van Utrecht, waarbij Roelof van der Meer aan de stad Utrecht belooft, dat hij de zevende van de tien hofsteden aan het St. Janskerkhof, die hij van de stad in erfpacht heeft, binnensjaars zoodanig betimmeren zal, dat de stad daardoor zekerheid heeft voor de erfpacht.

Met zegels van den schout en 4 schepenen in groene was.
Oorspr. — Inv. No. 316.

480. 1393 (Januari 7) des Dinxdaghes na Dertienden dach.
Schepenbrief van Utrecht, waarbij Henric van Ghent aan de stad Utrecht belooft, dat hij de negende van de tien hofsteden aan het St. Janskerkhof, die hij van de stad in erfpacht heeft, binnensjaars zoodanig betimmeren zal, dat de stad daardoor zekerheid heeft voor de erfpacht.

Met zegels van den schout en 4 schepenen in groene was.
Oorspr. — Inv. No. 316.

481. 1393 (Januari 7) des Dinxdaghes na Dertienden dach.
Schepenbrief van Utrecht, waarbij Johannes Hont aan de stad Utrecht belooft, dat hij de laatste van de tien hofsteden aan het St. Janskerkhof, die hij van de stad in erfpacht heeft, binnensjaars zoodanig betimmeren zal, dat de stad daardoor zekerheid heeft voor de erfpacht.

Met zegels van den schout en 4 schepenen in groene was.
Oorspr. — Inv. No. 316.”

Recht van claustraliteit

Het graven van de Drift en de aanleg van de straat leidden niet tot opheffing van het recht van claustraliteit. Op 16 augustus 1393 werd een verklaring van het Stadsbestuur opgesteld, inhoudende dat de nieuwe gracht, die het heeft doen graven over het St. Janskerkhof, en de straatweg ten oosten daarvan ten eeuwige dage binnen de immuniteit zullen blijven.

Charters

De acht charters die zich in toegang 701 bevinden (de door de stad Utrecht bewaarde stukken inzake de erfpacht), zijn in 2016 door Het Utrechts Archief gedigitaliseerd. De charters in het archief van het kapittel van Sint Jan zijn inmiddels ook gedigitaliseerd en in te zien.

Bronnen

  • Mr. S. Muller Fz., Regesten van het archief der stad Utrecht (1896), p. 85-87.
  • Stukken uitgiften hofsteden, in: Archief Kapittel van Sint Jan te Utrecht (HUA, toegangsnr. 222, inv.nr. 122-1 t/m 122-16).
  • Akten, waarbij de erfpachters van acht der tien hofsteden aan de noord-oostzijde van de Drift, door de stad in erfpacht uitgegeven na het graven der Nieuwe gracht, beloven die hofsteden binnensjaars te betimmeren, zoodat de stad zekerheid hebbe voor hare erfpacht, 1393 (HUA, toegang 701).

Gepubliceerd: 02-06-2012 door Caroline Pelser. Laatst geactualiseerd op 21-09-2024.

Scroll naar boven