Boothstraat 10 Utrecht (tot 1890: Boothstraat wijk H no. 599) is een rijksmonument. Boothstraat 10 is sinds 1996 de sociëteit van studentenvereniging Navigators Utrecht (NSU Utrecht).
M. Dolfin e.a. beschrijven Boothstraat 10 Utrecht als een “rond 1660 gebouwd tweebeukig dwars huis met twee bouwlagen, kelders en twee zadeldaken, op elke beuk één. Boven begane grond en verdieping liggen samengestelde balklagen. Van de eerste verdieping naar de zolder leidt een 17de-eeuwse spiltrap.”
Rijksmonument
Boothstraat 10 Utrecht wordt in het Rijksmonumentenregister (monument nr. 36026) omschreven als:
“Pand met gevel met rechte kroonlijst met blokken en getande randen. 19e eeuwse deurpartij in het midden.”
Claustraal erf IV
Boothstraat 10 Utrecht is gebouwd op grond die in de middeleeuwen bij claustraal erf IV hoorde. Claustraal erf IV besloeg in de breedte de huidige percelen Janskerkhof 15a en Janskerkhof 16 (tot de witte uitbouw aan de westzijde van Janskerkhof 16) en liep van de noordzijde van het Janskerkhof tot aan de Voorstraat.
In december 1658 werd claustraal erf IV gekocht door Cornelis Booth. In 1659 werd over zijn erf de Boothstraat aangelegd. Hij liet het claustraal huis op Boothstraat 6 verbouwen en verkocht delen van claustraal erf IV om de bouw van nieuwe huizen aan de Boothstraat en het Janskerkhof mogelijk te maken.
Peter van Cothen
In 1661 transporteerde Cornelis Booth een “erff, nu met ’n huis betimmert, een en veertich voeten binnens muyrs breed” (=11,6 meter) aan de metselaar Peter van Cothen. Dit transport betrof niet alleen Boothstraat 10, maar ook het perceel Boothstraat 12. Cornelis Booth had aan Peter van Cothen 200 gulden korting gegeven op de aankoop van het erf.
Copia
Ick onders[schrevene] hebbe toegestaen inde vercopinge
vant erff aan Peter van Cothen heden –
vercoft dat ick, mits den selven Cothen de –
huijsinge, en timmeringe op t selve erff doende
conform de conditien, bijde coopcedulle –
vervat, tot mijnen contentement, hem vande –
cooppenningen remitteren, en quijtschelden sal –
twee hondert gulden, metten intresse vandien,
D’oorconde onderteeckent op den vijven feb[rua]rij 1660.
Ende was onderteeckent C. Booth 1660.
Joost Croese eerste eigenaar Boothstraat 10 Utrecht
Peter van Cothen leverde het huis Boothstraat 10 Utrecht dezelfde dag nog nieuw op aan Joost Croese. Volgens de transportakte was de nieuwe huijsinge aan de zuid- en noordkant belend door percelen van Cornelis Booth (Boothstraat 8 en Boothstraat 14-22). Aan de achterkant van het huis lag de heijnmuur van de poortwech van Cornelis Booth (richting het perceel Voorstraat 75).
Joost Croessen was in 1640 getrouwd (o.tr. Amsterdam 03-11-1640) met Cecilia Croesen. Het echtpaar woonde al in Utrecht. In 1654 hadden zij een testament laten opmaken, wonende achter St. Pieter.
Joost (Justus) Croesen overleed in maart 1672, in de Boothstraat. Zijn weduwe Cecilia Croese woonde blijkens een voogdijbenoeming in 1681 in Loenen. Zij is daar in 1698 overleden.
Predikant Cornelis Van der Vliet
Uit het Buurtboek van de Boothstraat kan worden afgeleid dat het huis werd bewoond door dominee Van [der] Vliet. Predikant Cornelis van der Vliedt, gaf in 1666, wonende in de Boothstraat, procuratie om vorderingen te innen binnen de jurisdictie van Maastricht. Uit een procuratieakte van 1668 blijkt dat hij ook een huis in Klundert had (zie ook akte van 1669). In 1671 gaf hij procuratie tot het transport van twee huizen in Den Haag.
Cornelis van der Vliet had mogelijk inwoning van zijn zuster Catharina van der Vliet, weduwe van Johan van Sorgen. In 1667 gaf zij, wonende in de Boothstraat, procuratie. Blijkens een procuratieakte woonde zij in 1682 aan de Oudegracht by d’Weertpoort.
Cornelis van der Vliet en Catharina van der Vliet waren kinderen van Josina van Schagen, laatst weduwe van Pieter van der Meer. Ook zij woonde blijkens akten van 1669 en 1670 in de Boothstraat. Josina van Schagen, weduwe van Philippus van der Vliet, overleed in januari 1670, wonende in de Boothstraat.
In oktober 1670 maakte Metje Wolff een testament op ten huize van predikant Cornelis van Vliet.
In 1673 behoorde Cornelis van der Vliet tot de gijzelaars die door de Fransen naar Rees werden gebracht (borgtocht, procuratie).
Cornelis van der Vliet overleed in juni 1683, nalatende twee mondige zonen. Hij werd begraven in de Catharinakerk.
Elisabeth de Ridder
In april 1711 gaven diverse familieleden Croesen als mede-erfgenamen van (groot)ouders Joost Croesen en Cicilia Croesen procuratie aan hun zuster c.q. tante Catharina Croesen, weduwe van Piter Bogaart, om hun portie in het huis uit de boedel van Joost Croesen en Cecilia Croesen te transporteren ten behoeve van Elisabeth de Ridder (1677-1719), weduwe van Cornelis Zaal. Zij had het huis in november 1710 gekocht.
Cornelis Zaal en Elisabeth de Ridder, dochter van Dirck de Ridder en Helena Gouge, waren in 1699, onder huwelijkse voorwaarden, getrouwd. Elisabeths broer Willem de Ridder (1680-1735) trouwde in 1713 met Alexandrina Blanche van der Does (eigenaar Boothstraat 17 Utrecht).
Op 3 december 1719 regelde Elisabeth de Ridder de voogdij over haar zoon Theodorus Cornelis Zaal (1700-1750), voor het geval hij geen veniam aetatis zou krijgen. Elisabeth de Ridder overleed, twee dagen daarna, op 5 december 1719, wonende in de Boothstraat. Volgens het begraafboek liet zij een onmondige zoon na.
In een akte uit 1738, inzake Boothstraat 8, wordt Elisabeth de Ridder nog als belendende eigenaar genoemd.
Theodorus Cornelis Zaal
Na het overlijden van Elisabeth de Ridder kwam Boothstraat 10 Utrecht in handen van haar zoon Theodorus Cornelis Zaal.
In 1721 trouwde Theodorus Cornelis Zaal met Agnes Maria van Zurk. In 1722 lieten zij hun zoon Herman Cornelis dopen, wonende in de Boothstraat. Bij de scheiding van de boedel van zijn grootouders, in 1724, wordt Theodorus Cornelis Zaal als enige erfgenaam van zijn moeder genoemd. In 1738 kocht Theodorus Cornelis Zaal Janskerkhof 18 en is het gezin verhuisd. Boothstraat 10 werd daarna vermoedelijk verhuurd.
In een boedelscheidingsakte uit 1767, inzake Boothstraat 8, worden de erfgenamen van Theodorus Cornelis Zaal als belending genoemd.
Martinus Boogaard
In 1788 verhuurden de erven Johanna Catharina Zaal het huis aan Martinus Boogaard. Martinus Boogaard was in 1779 getrouwd met Catharina Kok.
In een transportakte van 1789, inzake Boothstraat 12, wordt Hr Versteegh als belending genoemd. Bernard Joost Verstege (1723-1796) was in 1749 onder huwelijkse voorwaarden getrouwd met Johanna Catharina Zaal (1723-1758), dochter van Theodorus Cornelis Zaal en Agnes Maria van Zurk. In 1764 was Bernard Joost Verstege, die burgemeester van Zutphen was, te Zutphen hertrouwd (o.tr. Utrecht) met Anna van Slingelandt.
Tijdens de volkstelling van 1813 stond Boothstraat 10 Utrecht leeg.
Rijk
Tijdens de volkstelling van 1824 werden de zusters Sofia Rijk (1761-1836), Magdalena Rijk (1769-1849) en Christina Barbara Rijk (1772-1854), hun dienstbode Neeltje Narreen en Clasina Hartman, weduwe [van Jacob Christiaan] de Graaf, op dit adres geregistreerd (p. 175).
Hun moeder Magdalena Breijsing, weduwe van Nicolaas Rijk (Reich), was in 1814 overleden, wonende op Trans F 203 (BS Utrecht 1814 O, aktenr. 1188).
Achter de naam van Clasina Hartman staat vermeld dat zij naar H 604 (Boothstraat 13-15) is verhuisd.
Lambertus Johannes Lambotte
In 1827 werd het huis te koop aangeboden (Utrechts volksblad : sociaal-democratisch dagblad, 05-10-1827, Delpher). De omschrijving van het huis in de krant is summier:
“No. 1. Eene groote, ruime en weldoortimmerde HUIZINGE, ERVE , GROND en TUIN, staande en gelegen binnen Utrecht, aan de Westzijde van de Boothstraat, Wijk H. No. 599; zijnde voorzien van verscheidene, meest behangen zoo Boven- als Beneden – Kamers.”
In de OAT 1832 staat de koopman Lambertus Johannes Lambotte (ca. 1764-1840) als eigenaar van perceel A560 (huis en erf) vermeld. Lambotte was volgens de OAT 1832 ook eigenaar van Janskerkhof 21. Lambotte verhuurde het huis.
Cornelis van der Meulen
Tijdens de volkstelling van 1830 werden Cornelis van der Meulen (1806-1892), zijn echtgenote Maria Johanna van den Jagt (1803-1841) en een personeelslid op dit adres geregistreerd (p. 516).
Ten tijde van de volkstelling van 1840 woonde het echtpaar Van der Meulen hier met zes kinderen, hun zeventienjarige nichtje Hendrina Elizabeth van der Meulen uit Rotterdam, en twee personeelsleden. Cornelis van der Meulen was onderwijzer.
Boothstraat 10 Utrecht verkocht
Boothstraat 10 Utrecht werd in 1840, vier maanden na het overlijden van Lambotte, in het openbaar geveild. In de Utrechtsche provinciale en stads-courant van 29 juni 1840 werd de volgende advertentie geplaatst:
“(1954) *.* Men zal op Zaturdag den 18. Julij 1840, des namiddags ten 5 ure, te Utrecht, achter Sint Pieter in het lokaal der Verkoopingen, in het openbaar veilen: I. Een kapitaal , weldoortimmerd HUIS met TUIN, staande en gelegen te Utrecht, aan de westzijde van de Boothstraat, Wijk H, No. 599, waarin 8 à 9 KAMERS, KEUKEN, KELDERS en DROOGZOLDERS, waarop nog twee afgeschotene KAMERTJES voor Dienstboden. Verhuurd tot 1. Mei 1841, om f 440 in het jaar. De helft der Kooppenningen kan op dit perceel gevestigd blijven.”
Het huis werd verkocht voor f 6.550,- (Tijdschrift voor geschiedenis, oudheden en statistiek van Utrecht 1840, Google Books).
Willem Pieter d’Auzon de Boisminart
Vanaf 1850 woonden hier Willem Pieter d’Auzon de Boisminart (1776-1870) en zijn echtgenote Petronella Jacoba de Groot Stiffrij (-1861) (Utrechtsche provinciale en stads-courant, 22-07-1856, p. 4). Zij waren in 1843 te Amsterdam getrouwd. Willem Pieter d’Auzon de Boisminart was weduwnaar van haar zuster Sophia Maria de Groot Stiffrij. Hij was militair en schrijver van werken over de krijgsdienst.
Petronella Jacoba de Groot Stiffrij overleed in 1861, op 79-jarige leeftijd (BS Utrecht 1861 O, aktenr. 1245). In januari 1870 overleed Willem Pieter d’Auzon de Boisminart op zijn woonadres Boothstraat H 599 (BS Utrecht 1870 O, aktenr. 22).
Van mei tot september 1870 werd het huis bewoond door Petronella Jacoba Bloemendaal (Bevolking 1866-1878 wijk H deel 2, blad 1140).
Jacob Petrus Havelaar
Op 29 september 1870 betrokken Jacob Petrus Havelaar (1840-1918; zie Wikipedia) en zijn echtgenote Jonkvrouwe Françoise Anna Maria Emelia Andrea des Tombe (1842-1926) met hun dochter en personeel het huis. Zij woonden hier tot 1 augustus 1874 (Bevolking 1866-1878 wijk H deel 2, blad 1140).
Jacoba Philippina Ram
In juni 1875 kwam Jacoba Philippina Ram (1813-1878) hier wonen. Wanneer zij weer verhuisd is, is in het bevolkingsregister niet ingevuld.
Carel Gottlieb Philip Schwartz
In november 1877 werd het huis betrokken door Carel Gottlieb Philip Schwartz (ca. 1848-1909) en zijn echtgenote Johanna Amelia Hora Siccama (1844-1884). Zij hebben hier tot april 1879 gewoond (Bevolking 1866-1878 wijk H deel 2, blad 1140).
Jan Frederik Gefken
Wanneer Jan Frederik Gefken en Elizabeth Anna Cornelia Gertruda Brouwer met vier kinderen en personeel kwamen wonen, is nog nog niet duidelijk (Bevolking 1880-1890 wijk H deel 2, blad 1064). Zij waren in 1867 in Breda getrouwd. Het gezin verhuisde op 1 augustus 1882.
Cornelia Helena Wilhelmina Six
Op 1 september 1882 werd het huis betrokken door Cornelia Helena Wilhelmina Six (1823-1887). Zij was een dochter van Cornelis Charles Six tot Oterleek en Samuelle Theophile Gansneb Genaamd Tengnagel. Haar grootmoeder van vaderszijde was Alpheda Louisa de Visscher (1738-1810). Zij was een dochter van Cornelis de Visser en Anna Josina Storm van ’s Gravesande (zie Janskerkhof 13a).
In 1884 werd (zie o.a. Het nieuws van den dag: kleine courant, 10-01-1884, Delpher) geadverteerd voor een nieuwe keukenmeid:
“10 Mei wordt, wegens Huwelijk der tegenwoordige, verlangd, in een zeer stillen Dienst, bij eene Dame van leeftijd, eene fatsoenlijke, werkelijk bekwame Keukenmeid ook voor eenig Huiswerk, P. G., niet beneden 25 Jaar. Adres in persoon of franco brieven, Boothstraat N° 599 (9129).”
Jonkvrouwe Cornelia Helena Wilhelmina Six (in overlijdensakte gespeld als: Cornelia Helena Wilhelma Six) overleed op 21 november 1887, wonende op Boothstraat H 599 (BS Utrecht 1887 O, aktenr. 1662).
Joan Frederik van Oordt en Geertruida Maria Monné
Vanaf 8 juni 1888 werd het huis bewoond door Joan Frederik van Oordt en zijn echtgenote Geertruida Maria Monné, met hun nicht Hillegonda Johanna van Oosten en een dienstbode (Bevolking 1880-1890 wijk H deel 2, blad 1064). Joan Frederik van Oordt (1822-1897) en Geertruida Maria Monné (1834-1919) waren in 1878 in Hilversum getrouwd.
Boothstraat 10 Utrecht
Bij de omnummering van 1890 werd het adres Boothstraat wijk H no. 599 gewijzigd in Boothstraat 10 Utrecht.
Esther Capadose, weduwe Bervoets
Tussen 1891 en 1894 werd Boothstraat 10 bewoond door Esther Capadose (1830-1896), weduwe van dominee Hendrik Carel Bervoets (Bevolking 1890-1899; deel 7710, 1ste afdeling, blad 449). Zij overleed twee jaar later, wonende achter de Twijnstraat 30/32.
Salomon Spanjaard en Hanna Colaço Osorio
Vanaf 15 november 1895 werd het huis bewoond door Salomon Spanjaard (1848-1928) met zijn echtgenote Hanna Colaço Ozorio (ook: Colasso Osorio; 1849-1931) en kinderen (Bevolking 1890-1899; deel 7710, 1ste afdeling, blad 449). Ook in het Bevolkingsregister 1900-1910 wijk 1, deel 2-3, blad 464 staan Salomon Spanjaard, Hanna Colaço Osorio en kinderen ingeschreven op Boothstraat 10.
Salomon Spanjaard, geboren in Borne, was een kleinzoon van Salomon Jacob Spanjaard (1783-1861), de grondlegger van het textielbedrijf N.V. Stoomspinnerijen en Weverijen S.J. Spanjaard in Borne.
Salomon Spanjaard overleed op 13 mei 1928, wonend in de Boothstraat (BS Utrecht 1928 O, aktenr. 735).
Hanna Colasso Osorio overleed op 25 oktober 1931, wonend in de Boothstraat (BS Utrecht 1931 O, aktenr. 1552).
Ada van Rossem
In 1942 vestigde de arts Ada van Rossem (1915-2000; Wikipedia) zich op Boothstraat 10 (Utrechtsche courant: nieuws- en advertentieblad, 12-08-1942, p. 2, Delpher).
In september 1943 stelde Ada van Rossem haar huis ter beschikking voor het inrichten van een meteorologische waarnemings- en radiozendpost. In het huis stond een zender van de inlichtingengroep Packard (Trouw, 30-04-1983, Delpher).
Inval op Boothstraat 10 Utrecht
Op 9 oktober 1944 werd op Boothstraat 10 een inval door de Duitsers gedaan en werd Ada van Rossem gearresteerd (bron: Kees Dekker, 2009). Ada van Rossem zat tot het einde van de oorlog gevangen in het Huis van Bewaring II (Amstelveenseweg) te Amsterdam.
Na haar vrijlating vertrok ze naar Nederlands-Indië. In 1950 werd Ada van Rossem onderscheiden met het Bronzen Kruis (KB 2 januari 1950, nr. 9), mede omdat zij tijdens de arrestatie had doen voorkomen dat zij de waarnemer-marconist was, zodat de werkelijke marconist, die zich tijdig had kunnen verbergen, kon ontsnappen. Voor haar werk voor het Rode Kruis in Nederlands Indië werd Ada van Rossem onderscheiden met de medaille van het Rode Kruis (Bredasche Courant, 11-11-1950, Delpher; De Telegraaf, 11-11-1950, Delpher).
Praktijkruimte te huur
In juni 1945 werd de praktijkruimte op Boothstraat 10 te huur aangeboden (Utrechtsch katholiek dagblad, 14-06-1945, Delpher).
TE HUUR voor Arts SPREEKKAMER, WACHTKAMER en KLEEDKAMERTJES in centrum van de stad. Waschtafels, instrumentenkast enz. aanwezig. Eventueel ook zitkamer aanwezig, ook geschikt voor kantoor. Te bezichtigen dagelijks van 10—6 uur Boothstraat 10, Utrecht.
Boothstraat 10 Utrecht verkocht
Op 27 oktober 1950 werd Boothstraat 10 Utrecht in het Notarishuis Utrecht openbaar verkocht. Volgens de advertentie was het perceel 2.64 a groot. Het werd verhuurd voor f 66,33 per maand (Utrechtsch Nieuwsblad, 07-10-1950, p. 12). Het huis werd voor f 15.700,- gekocht door C. Rijksen q.q. (Utrechtsch Nieuwsblad, 28-10-1950, p. 2).
De Oude Lantaarn
In de jaren zeventig zat café-dancing De Oude Lantaarn op Boothstraat 10 Utrecht.
Discotheek Switch
In de jaren tachtig van de twintigste eeuw was Swing café Switch gevestigd op Boothstraat 10 Utrecht.
Discotheek Switch werd in 1992 te koop aangeboden (De Telegraaf, 18-01-1992, Delpher):
“Te koop monumentaal pand te UTRECHT, Boothstraat 10. B.g. discotheek, opp. ca. 170 m 2, leeg te aanvaarden. Bovenhuis geheel in kamers verhuurd. Vraagprijs ƒ 625.000 k.k.”.
en, vier pagina’s verder in dezelfde editie:
“Te koop horeca-object in centrum van UTRECHT, Boothstraat 10. Monumentaal pand waarin op b.g. gevestigd een discotheek, opp. ca. 170 m 2, met inventaris. Objekt leent zich ook voor café/rest. o.i.d. Vraagprijs ƒ 625.000 k.k.”.
Huidige bestemming Boothstraat 10 Utrecht: Navigators Utrecht
Sinds februari 1996 wordt Boothstraat 10 Utrecht gebruikt als sociëteit van de Navigators Utrecht (NSU Utrecht). De Navigators Studentenvereniging Utrecht huurt het pand van een daarvoor opgerichte stichting.
Het gebouw van de Navigators Utrecht wordt eenvoudigweg “De Sociëteit” genoemd. Deze naam is op de post boven de voordeur aangebracht. Het uithangbord van discotheek Switch draagt nu het wapen van de Navigators Utrecht.
Gepubliceerd: 05-06-2012 door Caroline Pelser. Laatst geactualiseerd op 12-05-2022.