
Boothstraat 17 Utrecht (tot 1890: Boothstraat wijk H no. 603) is een rijksmonument. Het huis werd, in 1663/4, gebouwd voor een Utrechtse bierbrouwer. Tegenwoordig wordt het huis bewoond door studenten.
M. Dolfin e.a. beschrijven Boothstraat 17 Utrecht als een “[i]n 1663 gebouwd tweebeukig dwars huis, bestaande uit twee bouwlagen, kelders met tonen kruisgewelven en twee zadeldaken. De achtergevel met een geprofileerde bakstenen gootlijst heeft alternerend brede en smalle vensters. Boven de verdieping ligt een samengestelde balklaag met sleutelstukken. De trap naar verdieping en zolder is een 17de-eeuwse spiltrap, met aan het begin een 18de-eeuwse steektrap. Het huis heeft 17de- en 18de-eeuwse interieurdetails bewaard.”
Rijksmonument
Boothstraat 17 Utrecht wordt in het Rijksmonumentenregister (monument nr. 36021) omschreven als:
“Pand met gevel met rechte kroonlijst met metopen versierde centrale deurpartij, einde 18e eeuw.”
Claustraal erf V
Boothstraat 17 is gebouwd op grond die in de middeleeuwen bij claustraal erf V hoorde. Claustraal erf V besloeg in de breedte de huidige percelen Janskerkhof 14 en Janskerkhof 15 en liep van de noordzijde van het Janskerkhof tot aan de Voorstraat.
Gijsbert Anthonis van Vianen
In 1662 kocht de metselaar Gijsbert Anthonis van Vianen een groot perceel (96 voet breed en 159 voet lang, dat wil zeggen ca. 27 bij 45 meter) van Gerard van Reede van Drakestein, de toenmalige eigenaar van claustraal erf V. De koop omvatte de percelen Boothstraat 17 en Boothstraat 13-15.
Thomas van Wyckerslooth
Gijsbert Anthonisz van Vianen transporteerde het perceel Boothstraat 17 in 1662 als “erf” aan Thomas van Wyckerslooth.
In 1664 verzocht Thomas van Wijckerslooth aan Burgemeesters en Vroedschap om verlof tot het leggen van een zerk voor zijn nieuwgebouwde huis in de Boothstraat.
Thomas van Wyckerslooth was brouwer in de Roos aan de Viebrug. In een akte van huur en verhuur van 1664 wordt de brouwerij aan de Viebrugge nog als zijn woonadres vermeld. In 1666 (huurakte) is de brouwerij overgedragen aan zijn zoon Anthoni van Wyckerslooth.
Op 31 augustus 1670 maakten Thomas van Wyckersloot en zijn echtgenote Aletta Maes een testament en, enkele dagen later, een codicil, wonende aan de oostzijde van de Boothstraat. Thomas van Wyckerslooth overleed op 17 oktober 1670 in de Botestraet, nalatende zijn huisvrouw met mondige kinderen en een onmondige dochter.
Ambrosius van Rijnevelt / Willem Politz
Hun dochter Cornelia van Wyckerslooth was in 1669 getrouwd met Ambrosius Rijnevelt, schout van Mijdrecht. In 1674 maakte Ambrosius van Rynevelt, wonende in de Boothstraat Utrecht, een testament.
Bij de scheiding van de boedel van Thomas van Wyckersloot en Aletta Maes, in 1693, werd Boothstraat 17 Utrecht toebedeeld aan Ambrosius van Rynevelt en Willem Politz, een kleinzoon van Thomas van Wyckerslooth.
Willem Politz was in 1692, onder huwelijkse voorwaarden, getrouwd met Lucia Gaerts.
Rochus van der Does

Volgens de boedelscheidingsakte van 1693 werd het huis gehuurd door de heer Van der Does. Rochus van der Does (1643-1707) was getrouwd met Alexandrina Kriex, dochter van Justus Kriex en Agnes de Milan.
Rochus van der Does / erven Willem Polits
In 1703 kreeg Cornelia van Wykersloot, weduwe van Ambrosius van Ryneveld, toestemming van Roelandus Johannes van Benschop, getrouwd met Catharina Cornelia van Ryneveld, om de helft van het huis aan de oostzijde van de Boothstraat Utrecht te verkopen of te belasten. De andere helft van het huis was blijkens de akte eigendom van de erven Willem Polits. Volgens de akte werd het huis nog steeds gehuurd door Rochus van der Does en zijn echtgenote Alexandrina Kriecx.
Cornelia van Wykersloot transporteerde de helft van het huis vervolgens aan Rochus van der Does en Alexandrina Kriecx.
Rochus van der Does overleed op 20 juni 1707, wonende in de Boothstraat. Hij werd begraven in de Jacobikerk.
Alexandrina Kriex / erven Willem Polits
In 1708 vestigde Lucia Gaarts, weduwe van Willem Polits, een plecht op het huis ten behoeve van Alexandrina Kriecx, weduwe van Rochus van der Does, die het huis bewoonde. Volgens het transportregister was deze helft eigendom van de vier kinderen van Lucia Gaarts en Willem Polits, terwijl de wederhelft van het huis aan Alexandrina Kriecx toebehoorde.
In januari 1712 kreeg Alexandrina Kriex mogelijk inwoning van haar neef Rochus Mattheus van der Does. Hij werd op 25 januari 1712 als lidmaat ingeschreven met het adres Boothstraat (NL-UtHUA_A70702_000092).
Alexandrina Kriex bepaalde in haar besloten testament van 29 januari 1712 dat (haar deel van) het huis bestemd was voor haar nicht en neef Alexandrina Blanche van der Does en Rochus Mattheus van der Does.
Vrouwe Alexandrina Kriex, weduwe van Rochus van der Does, overleed op 7 december 1712, in de Boothstraat. Zij werd begraven in de Jacobikerk.
Willem de Ridder en Alexandrina Blanche van der Does
Op 27 april 1713 vond de scheiding van de boedel van Rochus van der Does en Alexandrina Criex plaats. Haar helft van het huis en erf Boothstraat 17 ging, ingevolge haar testament, naar Alexandrina Blanche van der Does en Rochus Matthaeus van der Does.
Op 3 december 1713 trouwde Alexandrina Blanche van der Does, onder huwelijkse voorwaarden, met Willem de Ridder.
In februari 1714 verkocht Rochus Mattheus van der Does zijn kwart van het huis aan zijn zwager Willem de Ridder. Een maand daarna maakten Willem de Ridder en Alexandrina Blanche van der Does een testament.
Op 3 juli 1714 lieten Willem de Ridder en Alexandrina Blanche van der Does hun zoon Dirk dopen, wonende op de Oudegracht.
In 1715 verkochten de erven Willem Polits hun helft van het huis Boothstraat 17 aan Willem de Ridder. Willem de Ridder en Alexandrina Blanche van der Does hadden toen de volledige eigendom van Boothstraat 17. Volgens de akte werd de wederhelft al door de koper bewoond.
Helena Gouge, weduwe Dirck de Ridder
Willem de Ridder en Alexandrina Blanche van der Does hadden mogelijk inwoning van zijn moeder Helena Gouge. Het is echter ook mogelijk dat zij bij zijn zuster Elisabeth de Ridder op Boothstraat 10 woonde. Helena Gouge, weduwe van Dirck de Ridder, overleed op 13 april 1718, wonende in de Boothstraat. Zij werd begraven in de Jacobikerk.
Willem de Ridder, raad in de vroedschap, overleed op 11 februari 1735 in de Boothstraat, nalatende zijn vrouw en een onmondige zoon. Hij werd begraven in de Jacobikerk.
In 1739 wees Alexandrina Blanche van der Does, weduwe van Willem de Ridder, bij testament haar enige zoon Dirk de Ridder (1714-1755) als erfgenaam aan.
Alexandrina Blanche van der Does overleed op 11 november 1740 in de Boothstraat, nalatende een mondige zoon. Zij werd begraven in de Jacobikerk.
Dirk de Ridder

Dirk de Ridder was in 1738, onder huwelijkse voorwaarden, getrouwd met Maria Lucia van Royen (1713-1757), dochter van Jan van Royen en Anna Catharina de Moor (zie Janskerkhof 10).
Boothstraat 17 Utrecht werd vermoedelijk verhuurd. Dirk de Ridder en Maria Lucia van Royen woonden op de Nieuwegracht, hoek Muntstraat.
Dirk de Ridder (op portret van Herman Frederik van Hengel, 1742) overleed in 1755; Maria Lucia van Royen in 1757.
In november 1757 legden Jean van der Hagen en Pierre van der Hagen een verklaring af over hun bekendheid met de overleden Marie Lucie van Royen, weduwe van Theodore de Ridder, die tot haar erfgenamen had nagelaten haar minderjarige zonen Jean Pierre de Ridder, Jacob Henry de Ridder en Justin Guillaume de Ridder.
Jan Pieter de Ridder
Jan Pieter de Ridder (1741-1801) trouwde in 1762 te Jutphaas met Jacqueline Cornelia de Malapert (1742-1805), dochter van Louis de Malapert en Louisa de Geer.

In 1767 kocht Jan Pieter de Ridder een huis aan de zuidzijde van de Minrebroederstraat (nu Minrebroederstraat 13).
Nicolaas Kien jr.
In 1768 verkocht Jan Pieter de Ridder Boothstraat 17 aan zijn achterneef Nicolaas Kien junior, kanunnik en kameraar van het kapittel van St. Jan te Utrecht.
De oplevering van het huis was volgens het koopcontract deels afhankelijk van de datum van de verhuizing van Jan Pieter de Ridder naar de Minrebroederstraat.
Nicolaas Kien (1731-1812) was in 1761, met attestatie van Utrecht, in Dordrecht getrouwd met Margaretha Buck (1743-1820).
Uit het Buurtboek van de Boothstraat kan worden afgeleid dat het echtpaar Kien hier woonden.

In 1777 kocht Nicolaas Kien ook Voorstraat 85-87.
Anna Maria van Plasburgh
In 1787 verkochten Nicolaas Kien en Margaretha Buck Boothstraat 17 aan Anna Maria van Plasburgh, weduwe van Johannes Matthys Swemmelaar. Anna Maria van Plasburgh kreeg het huis in 1788 getransporteerd.
Anna Maria van Plasburgh kocht Boothstraat 17 vermoedelijk als belegging; zij woonde zelf aan het einde van de Drift (tegenwoordig Voorstraat 89). Vrouwe Anna Maria van Plasburgh, Vrouwe van Hardenbroek, voormaals weduwe van Joachim van Vliet, en laatst weduwe van Johannes Matthijs Swemmelaar, overleed op 13 mei 1792, wonende op de Drift. Zij werd begraven in de Pieterskerk.
Joachim van Vliet
In april 1799 werd notaris Pieter Jongeneel Huybertsz door haar zoon en erfgenaam Joachim van Vliet gemachtigd om het bedrag van de restant van een schuld van zijn overleden moeder, af te lossen voor of op 1 juli 1799, te voldoen uit de kooppenningen van het huis in de Boothstraat.
Het huis werd echter pas vier jaar later verkocht.
Sophia Jacoba van Ippel
In 1803 verkocht Joachim van Vliet van Hardenbroek het huis aan Sophia Jacoba van Ippel (ca. 1744-1812), weduwe van Daniel Denis. Volgens de verkoopakte huurde de weduwe Denis het huis al. Sophia Jacoba van Ippel woonde hier samen met haar dochter Jacoba Maria Denis (procuratie, 1805).
Vrouwe Sophia Jacoba van Ippel overleed op 27 juni 1812, in haar woonhuis staande Boothstraat wijk H no. 103 Utrecht (BS Utrecht 1812 O, aktenr. 673).
Willem Kops en Maria Enslie
Tijdens de volkstelling van 1813 werden Willem Kops (1790-1814), zijn echtgenote Maria Enslie (1782-1816) en hun dienstbode Elisabeth Graauw op Boothstraat 17 Utrecht geregistreerd.
Willem Kops en Maria Enslie, beiden geboren te Amsterdam, waren op 27 november 1812 in Rotterdam, toentertijd de woonplaats van Maria Enslie, getrouwd. Volgens de huwelijksakte (Rotterdam 1812, b129) was Willem Kops koopman te Utrecht.
In mei 1814, nog geen anderhalve maand na de geboorte van zijn zoon Willem Philip (aktenr. 211), overleed Willem Kops op 24-jarige leeftijd op zijn woonadres Boothstraat wijk H no. 511 (BS O 1814, aktenr. 679).
Maria Enslie verhuisde met haar zoontje naar Rotterdam, waar zij in 1816, op 33-jarige leeftijd, overleed. Willem Philip Kops overleed aldaar, op 3-jarige leeftijd, in 1817 (BS Rotterdam O, aktenr. 2164).
Dirk Janszen van Hardinxveld
In de OAT 1832 staat Dirk Jansen van Hardenveld als eigenaar van perceel A 552 (huis, erf, tuin en koepel) vermeld.
Dirk Janszen van Hardinxveld was getrouwd met Johanna Elisabeth van Leijden.
Johanna Elisabeth Janszen van Hardinxveld, geboren baronesse van Leijden overleed, op 47-jarige leeftijd, op 25 september 1821, wonende op Boothstraat H 603 (BS Utrecht 1821 O, aktenr. 779; CBG).
Tijdens de volkstelling van 1824 werd Dirk Janszen van Hardinxveld met een huisbediende en twee dienstmaagden op dit adres geregistreerd. Hij verhuisde vermoedelijk voor 1829. Dirk Janszen van Hardinxveld overleed op ruim 72-jarige leeftijd, op 21 mei 1844, wonend in het Wed wijk F 212 in Utrecht (BS Utrecht 1844 O, aktenr 597; CBG).
Willem George Frederik van Sorgen
Tijdens de volkstelling van 1830 werd het huis bewoond door Willem George Frederik van Sorgen, zijn echtgenote Adriana Maria du Marchie Sarvaas, hun vier kinderen, een 16-jarige huisknecht en een 19-jarige dienstmaagd.
Het echtpaar Van Sorgen was in 1807 getrouwd. Willem George Frederik van Sorgen (1781-1847) was een zoon van David van Sorgen en Adriana Amelia van Gils (zie Boothstraat 14).
Tijdens de volkstelling van 1840 werd het huis bewoond door Willem George Frederik van Sorgen, zijn echtgenote Adriana Maria du Marchie Sarvaas, twee kinderen en twee dienstmaagden.
Hun zoon Marinus van Sorgen overleed op 23 april 1846, op 22-jarige leeftijd, op zijn woonadres Boothstraat H 603 (BS Utrecht 1846 O, aktenr. 453).
Willem George Fredrik van Sorgen overleed op 11 januari 1847, wonende op Boothstraat H 603 (BS Utrecht 1847 O, aktenr. 71).
Adriana Maria du Marchie Sarvaas is na het overlijden van haar echtgenoot verhuisd. Adriana Maria du Marchie Sarvaas, weduwe van Willem George Frederik van Sorgen, overleed op 6 december 1856, wonende Wittevrouwenstraat H 621 (BS Utrecht 1856 O, aktenr. 1331).
Catharina Johanna Heemskerk
Volgens het bevolkingsregister 1850-1859 (deel 7527, wijk H, blad 852) werd het huis bewoond door Catharina Johanna Heemskerk (1785-1867) en personeelsleden.
In 1863 werd het huis, samen met een koetshuis bij het Begijnhof, te koop aangeboden op een veiling. In een advertentie in het Algemeen Handelsblad van 1 juli 1863, p. 3 (Delpher) werden huis en koetshuis als volgt omschreven:
“Een kapitaal DUBBEL HEERENHUIS, met ERF, GROND en TUIN , te Utrecht, aan de Oostzijde van de Boothstraat, Wijk H N°. 603. Bevattende beneden vijf Kamers, waaronder eene Suite, Keuken, Vatenhok, ruime gekluisde Kelders, boven vier Kamers, Kabinetje, Provisiekamertje, twee Zolders, waarvan een met Dienstbodenkamer en Vliering, achter het Huis een fraaije Tuin met Tuinhuis en Bergplaats. Verhuurd tot 1 Mei 1864 of 1865 voor f 950 ‘sjaars. No. 2. Een KOETSHUIS en STAL voor vier Paarden met Hooizolder, te Utrecht, aan het Leege Erf, bij het Bagijnenhof, Wijk H, N°. 313. • Verhuurd tot 1 November 1864, voor f 85 ‘sjaars. De Perceelen No. 1 en 2 zullen eerst ieder afzonderlijk en daarna te zamen worden geveild.”
Volgens een advertentie in het Utrechtsch provinciaal en stedelijk dagblad van 27 juli 1863, p. 4 (Delpher) werden het huis en het koetshuis samen voor f 15.800,- verkocht aan notaris Van Schermbeek qq.
Op 16 augustus 1867 overleed Catharina Johanna Heemskerk op 82-jarige leeftijd op haar woonadres Boothstraat H 603 (BS Utrecht 1867 O, aktenr. 1178).
Op 19 november 1867 vond, blijkens een advertentie in het Algemeen Handelsblad van 14 november 1867, p. 8 (Delpher), in het huis een verkoping plaats van sieraden, tafelservies e.d., uit de boedel van Catharina Johanna Heemskerk.
E.J. van Schaick q.q.
Boothstraat 17 werd op 2 november 1867 openbaar te koop aangeboden op een veiling. De advertentie in het Utrechtsch provinciaal en stedelijk dagblad van 9 oktober 1867, p. 4 (Delpher) biedt nieuwe details over het huis:
“Een kapitaal, hecht, sterk, goedbetimmerd, logeabel dubbel HEERENHUIS met TUIN, gelegen te Utrecht, aan de oostzijde van de Boothstraat, wijk H, no. 603; – voorzien van: een met wit marmer steenen bevloerden Gang, vier Benedenkamers, waaronder Suite, allen behangen en met Schoorsteen, de meeste met marmeren mantel, vijf Bovenkamers en een Kabinetje, waarvan onderscheidene met elkander gemeenschap hebben, allen behangen, de meeste met Schoorsteen; Provisiekamer, Keuken met Wel- en Regenwaterspomp, ruime bekluisde Kelders, twee Zolders, waarop Dienstbodenkamers, Vliering, enz.”
Het huis werd, volgens een bericht in het Utrechtsch provinciaal en stedelijk dagblad van 4 november 1867, p. 4 (Delpher), verkocht aan E.J. van Schaick q.q., voor een bedrag van f 14.200,-. Timmerman E.J. van Schaick woonde op Boothstraat 11.
Eva Rouffaer, weduwe Wenckebach

Op 9 april 1868 werd het huis betrokken door Eva Rouffaer (1812-1885), weduwe van Willem Wenckebach, en haar dochter Paulina Geertruida Wenckebach (1838-1916).
Op een foto van de oostzijde van de Boothstraat Utrecht, gemaakt omstreeks 1877, is te zien dat Boothstraat 17, midden op de foto, bij de voordeur nog een trap had links rechts omhoog met armleuning.
Eva Rouffaer, weduwe van Willem Wenckebach, overleed op 10 juni 1885, wonende op Boothstraat H 603 (BS Utrecht 1885 O, aktenr. 981).
Carel Herman ter Beek
Op 13 mei 1887 werd het huis betrokken door Carel Herman ter Beek (1841-1933), zijn echtgenote Elisabeth Josephina Maria Ratering (-1924), hun twee zonen, haar moeder Anna Wilhelmina Adriana Karnenbeek, weduwe Ratering, en een dienstbode.
Omnummering
Bij de omnummering van 1890 werd het adres Boothstraat wijk H no. 603 gewijzigd in Boothstraat 7 Utrecht.
Anna Wilhelmina Adriana Karnenbeek, weduwe van Henricus Jacobus Ratering, overleed op 22 maart 1894, wonende op Boothstraat 7 (BS Utrecht 1894 O, aktenr. 490).
Het echtpaar Ter Beek verhuisde op 8 mei 1894 naar Oudegracht WZ 50 (Bevolking 1890-1899; deel 7710, 1ste afdeling, blad 445).
Anthonij Pieter van der Vlugt
Op 25 mei 1894 kwam notaris Anthonij Pieter van der Vlugt (1844-1918) met zijn echtgenote Johanna Hestermeijer en hun kinderen op Boothstraat 7 wonen.
Omstreeks 1901 werd het adres vernummerd tot Boothstraat 17. In de Nederlandsche Staatscourant van 17 mei 1902 (Delpher) wordt notaris A.P. van der Vlugt vermeld met het adres Boothstraat 17 Utrecht.
Johanna Hestermeijer overleed op 29 april 1905, op 55-jarige leeftijd, wonende in de Boothstraat (BS Utrecht 1905 O, aktenr. 693).
Anthonij Pieter van der Vlugt, weduwnaar van Johanna Hestermeijer, overleed op 9 november 1918, wonende in de Boothstraat (BS Utrecht 1918 O, aktenr. 1952).
Oogarts
In 1922 werd het pand verkocht. In 1923 was hier een oogarts gevestigd (Algemeen Handelsblad, 31-12-1923, Delpher).
Monumentenlijst
In 1929 besloot de Gemeenteraad van Utrecht op Boothstraat 17 op de monumentenlijst te handhaven (Maasbode, 26-07-1929, Delpher).
Tweede Wereldoorlog
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Boothstraat 17 het contactadres van de verzetsgroep Utrechts Kindercomité. In 1943 vond een inval door de Duitse bezetter plaats, waarbij alle aanwezigen, onder wie ook Joodse onderduikers, werden meegenomen.
Universiteit Utrecht
In 1948 werd het huis gehuurd door de Universiteit Utrecht. In 1949 werd Boothstraat 17 Utrecht gekocht ten behoeve van de Rijksuniversiteit Utrecht.
In 1950 werd het huis verbouwd voor de afdeling wiskunde van de Rijksuniversiteit Utrecht (bouwdossier 1670, HUA). De trap links en rechts omhoog met armleuning, te zien op de foto van 1877, is bij deze verbouwing, die plaats vond in opdracht van de Rijksgebouwendienst, vervangen door enkele eenvoudige traptreden.
Mathematisch Instituut
Boothstraat 17 Utrecht heeft in de twintigste eeuw enige decennia (een deel van) het Mathematisch Instituut van de Rijksuniversiteit Utrecht gehuisvest.
Instituut voor Rechtsgeschiedenis
In de jaren ’70/’80 was het Instituut voor Rechtsgeschiedenis hier gevestigd (NRC Handelsblad, 10-05-1974, Delpher; NRC Handelsblad 23-08-1980, Delpher).
Huidige bestemming Boothstraat 17 Utrecht: studentenhuis
Boothstraat 17 Utrecht wordt bewoond door studenten.
Bronnen
- Het huis Boothstraat 17, Maandblad Oud-Utrecht, jrg. 24 (1951), no. 5, p. 39-40.
Gepubliceerd: 08-06-2012 door Caroline Pelser. Laatst geactualiseerd op 25-05-2024.