Drift 11 Utrecht (tot 1890: Drift wijk G no. 237) is een rijksmonument. Het huis is in gebruik bij welzijnsorganisatie U Centraal.
Het perceel waarop Drift 11 staat was in de middeleeuwen al bebouwd. Volgens de zeventiende-eeuwse bewonerslijst van het Janskerkhof wordt het huis voor het eerst genoemd in 1417.
Rijksmonument
Drift 11 Utrecht wordt in het Rijksmonumentenregister (monument nr. 36092) omschreven als:
“Pand met gevel met rechte kroonlijst en gesmeed eenvoudig hek XVIII.”
Johan Rengers
In een transportakte van 1590 inzake het buurhuis op het perceel Drift 9 wordt Johan Rengers (van der Arenshorst), kanunnik van het kapittel van St. Jan (†1616) als belending genoemd. In akten van 1595 en 1596 (ook inzake Drift 9) wordt hij aangeduid als jonker Johan Rengers. Nog in 1618 (transportakte inzake Drift 13) wordt Johan Rengers als belending genoemd.
Volgens de zeventiende-eeuwse lijst van bewoners van het Janskerkhof stond het huis in 1621 op zijn naam. Dat zou kunnen betekenen dat het huis door iemand anders werd bewoond.
Willem van Pijlsweert
Volgens dezelfde bewonerslijst was het huis in 1631 van Willem van Pijlsweert. Wilhelm van Pijlsweert (-1626) was in 1616 getrouwd met Alidt van Merenborch (-1651), dochter van Gerrit van Merenborch en Odilia (Oede) Willemsdr van Loon.
Lidia van Heurn
In 1632 werd het huis uit de boedel Wilhelm van Pijlsweert getransporteerd aan Lidia van Heurn, weduwe van Anthonis Hesselss, in leven deken van het kapittel van St. Jan.
In 1633 vestigde Lidia van Heurn een plecht op het huis ten behoeve van haar zwager Nicolaes van Berck, die getrouwd was met Isabella Heurnius. Het is onduidelijk of Lidia Heurnius op Drift 11 heeft gewoond. Volgens een akte van 1635, waarbij zij van de mondige kinderen en mede-erfgenamen van Anthonis Hesselss toestemming kreeg om het huis te verkopen, woonde Lidia Heurnius aan de noordzijde van de Janskerk.
Cornelis van Lockhorst
In 1636 transporteerde Lidia Heurnius het huis met hof en een stalling achter aan de Vuilesloot aan Cornelis van Lockhorst, Here van Alckemade, Domproost t’Utrecht. Volgens de transportakte was de belending aan de noordkant “’t huis van de domproost zelf” (Drift 13). Lidia Heurnius woonde volgens de procuratieakte aan het Janskerkhof.
Cornelis van Lockhorst overleed in 1639. Cornelis van Lockhorst, Heer van Alkemade, werd op 18 juni 1639 overluid (45p148).
Erven Cornelis van Lockhorst
Nicolaes de Ridder
In 1645 werd Drift 11 door de executeur testamentair Adam van Lockhorst uit de boedel Cornelis van Lockhorst verhuurd aan Nicolaes de Ridder, commissaris van de monsteringe. Volgens de huurakte werd het huis al door Nicolaes de Ridder bewoond.
Nicolaes de Ridder was getrouwd met Johanna Peti(e)t. Hij was een broer van Cornelis de Ridder, bewoner van Janskerkhof 5.
Nicolaes de Ridder en Johanna Petit hebben slechts kort op Drift 11 gewoond. In 1649 was Nicolaes de Ridder getuige bij de doop van zijn neef Willem, zoon van Cornelis de Ridder. Volgens de doopinschrijving woonde Nicolaes de Ridder toen aan de Nieuwegracht bij de Muntstraat.
In een borgstelling uit 1677 inzake het buurhuis van Ploos van Amstel wordt de heer van De Lier (= Adam van Lockhorst, zoon van Cornelis van Lockhorst) als belendende eigenaar genoemd. Adam van Lockhorst was, naast erfgenaam, voogd over de kinderen van zijn zuster Catharina van Lockhorst en Maximiliaan de Hertaing Van Marquette.
Catharina Elisabeth de Hertaing
In 1668 gaf Arnolt van Appeltorn procuratie aan Henrick Spoor om het huis te verhuren. Arnolt Appeltoern tot de Heest was in 1667 getrouwd met Catarina Elysabet van Hartain. Catharina Elisabeth de Hertaing was een dochter van Maximiliaan de Hertaing Van Marquette en Catharina van Lockhorst. Zij had Drift 11 van haar grootvader Cornelis van Lockhorst geërfd. Haar broer Daniël Maximiliaan van Hertaing de Marquette erfde Drift 13.
In 1679 werd een plecht op het huis gevestigd door Arnout van Appeltoorn en Catharina Elisabeth de Hertaing.
In een verkoopakte van het buurhuis aan de zuidkant uit 1682 wordt de eigenaar van Drift 11 Utrecht nog aangeduid als de erven Cornelis van Lockhorst.
Maria Magdalena van Appeltoorn
In 1701 werd het huis door Catharina Elisabeth de Hertaing, huisvrouw van de heer van Valckensteyn (een neef van Margaretha Grijp van Valckesteyn, bewoonster van het voormalige huis op het perceel Voorstraat 89), getransporteerd aan haar dochter jonkvrouwe Maria Magdalena van Appeltoorn.
Maria Magdalena van Appeltoorn vestigde in 1702 een plecht op het huis ten behoeve van Catharina de Grenu, weduwe van Willem Nierop.
Maurits Cornelis Nierop
In maart 1712 transporteerden Louis Maximiliaan Hertaing de Marquette (Louis Hertam) en zijn echtgenote Maria Magdalena Appeltoorn het huis aan Maurits Cornelis Nierop, zoon van Willem Nierop en Catharina de Grenu.
Maurits Cornelis Nierop was in 1699, onder huwelijkse voorwaarden, getrouwd met Maria Anna baronesse van Lockhorst (1664-1753). Zij was een dochter van Adam van Lockhorst en Johanna Margareta van Heimbach.
In juli 1712 sloot Maurits Cornelis Nierop een akkoord met zijn buurman Petrus van der Dussen over het optrekken van een muur tussen hun huizen. Maurits Cornelis Nierop was toen nog huurder van een huis in de Zuilenstraat. Vermoedelijk is Nierop kort daarna naar Drift 11 verhuisd. In november 1712 werd het huis in de Zuilenstraat verhuurd aan de heer Palmquist, de Zweedse gezant bij de vredesonderhandelingen.
In 1721 maakte Maurits Cornelis Nierop een testament. In 1722 gaf Maurits Cornelis Nierop notaris Jacob Woertman procuratie om voor de schepenen van Utrecht een schuld te bekennen aan de hoogleraar theologie Hieronimus van Alphen, met als onderpand het huis aan de oostzijde van het Janskerkhof.
Maurits Cornelis van Nierop overleed op 24 januari 1740, op de Nieuwegracht bij het Janskerkhof, nalatende zijn vrouw en geen kinderen. Hij werd begraven in de Mariakerk.
Maria Anna van Lockhorst
In februari 1740 wees zijn weduwe Maria Anna baronesse van Lokhorst bij testament haar neef Diederick Baron van Lockhorst heer van Ter Meer (1707-1755) als erfgenaam aan. Diederick van Lockhorst was in 1730 getrouwd met Maria Catharina van Tuyll van Serooskerken (1708-1787).
Keizerstraat
In 1741 kocht Maria Anna van Lockhorst van de (kinds)kinderen van wijlen Willem van der Muelen twee cameren aan de westzijde van de Keizerstraat, vermoedelijk gelegen op de percelen A531 en A532 (OAT 1832).
In 1748 (Manuaal Liberale gifte) woonde mevrouw douairière Nierop met vier personeelsleden op Drift 11 (Fortuin, no. 176).
Vrouwe Maria Anna van Lockhorst overleed op 17 augustus 1753 op de Nieuwegragt bij de Sonstraat, nalatende geen kinderen maar mondige vrienden. Zij werd begraven in de Mariakerk.
Diederick van Lockhorst
In de periode dat Diederick van Lockhorst eigenaar was, werd het huis verhuurd. Diederick van Lockhorst werd op 14 maart 1755 in de Geertekerk begraven. Na zijn overlijden bleef het huis in een gemeenschappelijke boedel.
Bruno van der Dussen en Maria Schuyt
Het huis werd, mogelijk vanaf 1759, verhuurd aan Bruno van der Dussen en Maria Schuyt. Zij waren in 1743 (o.tr. Amsterdam, 01-11-1743, DTB 587, p.31) getrouwd. Bruno van der Dussen (1714-1760) was een kleinzoon van de gelijknamige plenipotentiaris bij de Vrede van Utrecht (1713).
Op 3 mei 1760 overleed Bruno van der Dussen op de Nieuwegracht over het Janskerkhof, nalatende zijn vrouw en geen kinderen. Zijn stoffelijk overschot werd uitgevoerd naar Gouda om daar te worden begraven.
In 1767 (boedelscheiding) werd het huis nog bewoond door Maria Schuyt, weduwe van Bruno van der Dussen. Maria Schuyt kocht in 1768 Janskerkhof 15a.
Agneta Geertruida baronesse van Lockhorst
In 1767 waren het huis Drift 11 en de twee cameren aan de Vuilesloot (Keizerstraat) onderdeel van de scheiding van de boedel van Maria Catharina van Tuyll van Serooskerken, weduwe van Diderik van Lokhorst, en de erven Diderik van Lokhorst. Maria Catharina van Tuyll van Serooskerken, tante van Belle van Zuylen, woonde in de Lange Nieuwstraat.
Het huis kwam terecht bij haar dochter Agneta Geertruida baronesse van Lockhorst (1735-1788).
In 1774 trouwde Agneta Geertruijda baronesse van Lockhorst met Francois de Witt (1706-1775), burgemeester en raad der stad Amsterdam, weduwnaar van Alida Johanna de Graeff.
Francois de Wit overleed op 5 juni 1775 op buitenplaats Elsenborg (Elsenburg) in Maarssen. Zijn lijk werd op 7 juni 1775 uitgevoerd naar Amsterdam, om daar te worden begraven.
Agneta Geertruijda van Lochorst, weduwe van Francois de Witt, overleed op 13 januari 1788 in Brussel. Zij werd in stilte bijgezet in de Geertekerk.

Florentina Elisabeth baronesse van Hardenbroek
Volgens de verkoopakte van 1788 werd het huis verhuurd aan Florentina Elisabeth baronesse van Hardenbroek. In 1765 woonde zij nog in IJsselstein (kwitantie, 1765). Het huurcontract liep nog tot 1 mei 1789.
Nicolaas Wilhelmus Buddingh
Op 20 september 1788 werd Drift 11 door de erven Agneta Geertruda baronesse van Lockhorst, in leven weduwe van Francois de Witt, openbaar verkocht aan notaris Nicolaas Wilhelmus Buddingh (1749-1835).
Keizerstraat
De kameren aan de Vuilesloot werden op dezelfde dag verkocht aan Pieter Brouwer. In de OAT 1832 staan deze kameren, links achter Drift 11 (percelen A531 en A532, huis, erf en kelder), op naam van Hermanus Johannes Brouwer (1785-1829), winkelier.
De bedoeling was dat Nicolaas Wilhelmus Buddingh hier zou gaan wonen met zijn echtgenote Johanna Jacoba Knel (1751-1789) en hun kinderen. Johanna Jacoba Knel overleed echter in april 1789, een week na haar pasgeboren dochter Margaretha Rutgerdina, op hun oude adres de Hoogt agter de Staatenkamer. Zij werd begraven in de Jacobikerk. Nicolaas Wilhelmus Buddingh bleef achter met drie jonge kinderen.
Anna van Roijen
In december 1789 hertrouwde Nicolaas Wilhelmus Buddingh in de Janskerk, op huwelijkse voorwaarden, met Anna van Roijen (1754-1790). In 1790 lieten zij, in de huiskamer van Drift 11, hun portret schilderen door Christiaan van Geelen sr (collectie Centraal Museum, inv.nr. 9318).
Anna van Roijen draagt een lichtblauwe japon, witte fichu en neepjesmuts, en heeft een haakwerkje in de handen. Nicolaas Wilhelmus Buddingh is gekleed in een zwarte rokjas, kuitbroek, groenblauw vest, witte jabot, en draagt een grijze poederpruik. De attributen op tafel verwijzen naar de functie van Buddingh als notaris: een boek, papieren, een zegel, en een inktstel en ganzenveren. Het echtpaar had een hond als huisdier (bron voor beschrijving: RKD).
Interieur Drift 11
Ervan uitgaande dat het schilderij een waarheidsgetrouwe weergave is, was de huiskamer van Drift 11 ingericht in Louis XVI-stijl, met een tapijt met motieven, groene wandbespanning en bruine lambrisering. Aan de wand hing een 17e-eeuws mansportret. Boven de schoorsteenmantel bevond zich een grisaille, geflankeerd door vergulde kaarsenhouders. Op de schoorsteenmantel stonden een pendule onder een stolp en twee bronzen klassieke bustes op een voetstuk.
Anna van Roijen stierf in oktober 1790 in het kraambed; zij maakte de doop van haar dochter Anna Christina (1790-1822) niet meer mee. Buddingh vermeldt in zijn “Offer aan God”, opgedragen aan zijn overleden vrouw, dat zij overleden is op 2 oktober 1790. Volgens het begraafboek overleed Anna van Roijen op 3 oktober 1790 op het St. Janskerkhof, nalatende haar man en een onmondig kind. Zij werd begraven in de Jacobikerk.
Christina Sebastiana Gousset
In 1791 hertrouwde Nicolaas Wilhelmus Buddingh met Christina Sebastiana Gousset. Volgens de akte van voogdijbenoeming zou zij de educatie van de kinderen op zich nemen (procuratieakte). Christina Sebastiana Gousset overleed op 5 november 1792 aan het Janskerkhof, nalatende haar man, geen kinderen. Zij werd begraven in de Jacobikerk.
Bartha Maria de Roo
In december 1793 hertrouwde Nicolaas Wilhelmus Buddingh te Rotterdam (o.tr. Utrecht) met Bartha Maria de Roo (1761-1837). Met haar kreeg hij twee zonen, Nicolaas Wilhelmus (1794) en Johannes Gysbertus (1797). Dochter Francina Wilhelmina Buddingh trouwde in 1802 met Cornelis de Roo (1779-1802), een neef van haar stiefmoeder. Rond 1825 werd Francina Wilhelmina Buddingh eigenaresse van het voormalige huis op Janskerkhof 8.
Jacob Nieuwenhuis
In 1811 kocht Bartha Maria de Roo Janskerkhof 19. Drift 11 werd verkocht aan Jacob Nieuwenhuis, predikant bij de Luthersche Gemeente binnen Utrecht, en zijn echtgenote Anna Margaretha Elizabeth Clazina Pesch.
Op 30 oktober 1811 werd door de notaris bij hen thuis een akte opgesteld waarin als adres wordt genoemd Drift G 265 (PIETER JONGENEEL HZ – 1811-1811 – 2678 – NL-UtHUA_34-4_2678_000363).
Tijdens de volkstelling van 1813 werden Jacobus Nieuwenhuis (ca. 1778-1857), zijn echtgenote Anna Margaretha Elizabeth Clasina van Pesch (ca. 1789-1867) en familie op dit adres geregistreerd.
Pieter Verloren
In 1816 werd Drift 11 Utrecht verkocht aan mr. Pieter Verloren.
Pieter Verloren (1779-1860) was in 1801 getrouwd (o.tr. Hoorn 05-04-1801) met Johanna Maria (Annemie) Nahuijs (1780-1848). Zij was een dochter van Gerard Johan Nahuys en Catharina Walburg van Mansvelt. Haar dagboek uit de periode van de kennismaking en verloving bevindt zich in het familiearchief Verloren in het Westfries Archief.
Tijdens de volkstelling van 1824 werden de advocaat mr. Pieter Verloren, zijn echtgenote Joanna Maria Nahuis [Nahuijs], hun acht kinderen en twee personeelsleden op dit adres geregistreerd (p. 52).
OAT 1832
In de OAT 1832 staat mr. Pieter Verloren als eigenaar van perceel A 529 (huis, erf, tuin, stal en kelder) vermeld. Het perceel liep nog steeds van de Drift tot aan de Keizerstraat. Pieter Verloren was als echtgenoot van Johanna Maria Nahuijs ook (mede-)eigenaar van Boothstraat 8.
Het gezin Verloren is vermoedelijk in 1837 verhuisd. In de Utrechtsche courant van 26 april 1837, p. 2 (Delpher) werd een “ruim huis, met een tuin, op een der aangenaamsten standen der stad” te huur aangeboden, te bevragen “op den Drift over het Janskerkhof La. G. No. 237”. In 1848 woonde het echtpaar Verloren in de Brigittenstraat A 1132, naast de familie De Joncheere (BS Utrecht 1848 O, aktenr. 658; Bevolking 1850-1859; deel 7508, wijk A, blad 1388).
Abraham de Lanoij
Tijdens de volkstelling van 1840 werden Abraham de Lanoij (1760-1845), zijn echtgenote Rijkje Mechtilda Adriana Johanna Stuijlen (ca. 1766-1844), hun dochters Frederica Anna de Lanoij (ca. 1795-1872) en Wilhelmina Henrietta Dorothea de Lanoij (ca. 1791-1864) en twee dienstmaagden op dit adres geregistreerd (p. 234).
Abraham de Lanoij overleed op 7 maart 1845, volgens de akte wonende op Janskerkhof G 237 (BS Utrecht 1845 O, aktenr. 346).
Jacobus Johannes Burgerhoudt
In 1847 werd het huis gekocht door Jacobus Johannes Burgerhoudt (1800-1866), bewoner van het buurhuis Drift 13.
Christophorus Buys Ballot
Ten tijde van de start van het bevolkingsregister (1850) werd het huis bewoond door hoogleraar Christophorus Henricus Dedericus Buys Ballot (1817-1890) en zijn echtgenote Elisabeth Hester Thierry de Bije (1817-1850; Bevolking 1850-1859; deel 7524, wijk G, blad 325). Zij waren in 1848 getrouwd (BS Utrecht 1848 H, aktenr. 188). Hun dochter Francina Geertruida Jacoba Buys Ballot (1849-1850) werd op Drift 11 geboren (BS Utrecht 1849 G, aktenr. 646).
Hun zoon Cornelis Sebastiaan Buys Ballot (1850-1928) werd pas later ingeschreven in het bevolkingsregister. Mogelijk heeft hij, in verband met het overlijden van zijn moeder, de eerste jaren van zijn leven elders doorgebracht.
In 1850 overleden zowel zijn echtgenote als zijn dochter. Buys Ballot hertrouwde op 24 januari 1856 met Augustina Fredrica Carolina Hoogeveen (1827-1879) (BS Utrecht 1856 H, aktenr. 19). Zij kregen op Drift 11 twee kinderen, in 1858 en 1860.
In 1854 werd Buys Ballot de eerste hoofddirecteur van het nieuw opgerichte KNMI. Hij was zelf initiatiefnemer geweest voor de oprichting van dit instituut.
Het gezin Buys Ballot verhuisde in 1862, vóór mei 1862, naar Zonstraat G 481/3 (= Nobelstraat 10; BS Utrecht 1862 G, aktenr. 736).
Adelaide Jeanne en Guillaume Charles Snouckaert van Schauburg
Per 1 mei 1863 werd Drift 11 Utrecht te huur aangeboden (Utrechtsche provinciale en stadscourant, 26-11-1862, p. 4, Delpher). Deze aanvangsdatum komt niet als datum voor in het bevolkingsregister 1860-1879; deel 7579, wijk G, blad 355.
Na de verhuizing van familie Buys Ballot kwamen zus en broer Adelaide Jeanne (1805-1900) en Guillaume Charles Snouckaert van Schauburg (1809-1893) op Drift 11 wonen (Bevolking 1850-1859; deel 7524, wijk G, blad 325). Guillaume Charles en Adelaide Jeanne Snouckaert van Schauburg verhuisden op 4 mei 1866 naar Janskerkhof 5.
Petrus Brandsma
Van mei 1866 tot mei 1869 werd het huis bewoond door raadsheer Petrus Brandsma. Hij verhuisde in mei 1869 naar G 344 (Kromme Nieuwegracht 22; Bevolking 1860-1879; deel 7579, wijk G, blad 355).
Willem Hendrik Cox
Vanaf 12 augustus 1869 werd het huis bewoond door Willem Hendrik Cox, zijn echtgenote Catharina Cornelia Elisabeth Maier en vijf kinderen (blad 447). Zij kwamen uit Nederlands Indië (Opregte Haarlemsche Courant, 23-07-1869, p. 4, Delpher).
Op 18 oktober 1870 overleed Catharina Cornelia Elisabeth Maier, echtgenote van Willem Hendrik Cox, op 37-jarige leeftijd, op haar woonadres Drift G 237 (BS Utrecht 1870 O, aktenr. 613).
Willem Hendrik Cox (?-1884) hertrouwde op 25 mei 1871 in Loenen met Anna Cochius (BS Loenen 1871 H, aktenr. 8). Anna Cochius woonde volgens het bevolkingsregister al sinds 28 april 1870 op Drift 11. Op 4 mei 1871 werd zij uitgeschreven naar Loenen (blad 355).
In oktober 1871 vertrokken zij volgens het bevolkingsregister naar Oost-Indië.
Abraham Baud
Van oktober 1876 tot juli 1879 werd het huis bewoond door Abraham Baud (1828-1906), majoor der Genie, vijf kinderen en personeelsleden (Bevolking 1860-1879; deel 7579, wijk G, blad 488). Het gezin kwam uit Den Haag. In 1879 verhuisde het gezin naar G 562.
Woonhuis en kantoor notaris Hendrik van Meerlant
Vanaf 13 mei 1880 werd Drift 11 bewoond door notaris Hendrik van Meerlant, zijn echtgenote Krijntje Hartog, twee zonen en een dochter (Bevolking 1880-1889; deel 7554, wijk G, blad 376). Hendrik van Meerlant (1843-1898) en Krijntje Hartog (1842-1922) waren in 1870 getrouwd (BS Rotterdam 1870 H, aktenr. 432). Het gezin kwam van Janskerkhof 23.
Notaris H. van Meerlant hield hier aanvankelijk ook kantoor (het nieuws van den dag: kleine courant, 28-05-1880, p. 3). In 1888 liet Hendrik van Meerlant echter een kantoorpand bouwen op het perceel Nobelstraat 2, het pand waar tegenwoordig Florin Utrecht is gevestigd.
Drift 11 Utrecht
Bij de omnummering van 1890 werd het adres Drift wijk G no. 237 gewijzigd in Drift 11 Utrecht.
Zoon Roelof Hendrik Meerlant (1871-1919) ging bij de Marine. In augustus 1892 werd hij benoemd tot adelborst eerste klasse (Marineblad jrg 34, 1919/1920, volgno 4, Delpher).
Hendrik van Meerlant overleed in 1898 op zijn woonadres Drift 11 Utrecht (BS Utrecht 1898 O, aktenr. 1187).
In 1901 diende architect M.E. Kuiler, namens weduwe H. van Meerlant, een bouwplan bij de gemeente Utrecht in ten behoeve van het herstellen en vernieuwen van de stoepafsluiting en de stoep voor Drift 11 (HUA, bouwdossier 4270-76-71).
In 1907 (BS Utrecht 1907 H, aktenr. 286) trouwde dochter Krijntje Cornelia van Meerlant (1872-1949) met Adrianus Adam van der Steur (1869-1917), een zoon van de Haarlemse architect Adrianus van der Steur (1836-1899). Adrianus van der Steur was, net als Hendrik van Meerlant, in Maartensdijk geboren.
Krijntje Hartog, weduwe van Hendrik van Meerlant, overleed in 1922, wonende in de Burgemeester Reigerstraat (BS Utrecht 1922 O, aktenr. 1731).
Advocatenkantoor
In 1919 werd Drift 11 Utrecht, tezamen met het pand Nobelstraat 2, op een veiling verkocht en vestigde een advocaat zijn kantoor op Drift 11.
Algemeen accountantskantoor Voorzaat en Van Staveren
In 1920 zat het Algemeen accountantskantoor van Jan J. Voorzaat en A. (Abraham) van Staveren (1877-1962) op Drift 11 (Algemeen Handelsblad 22-06-1920, Delpher).
Op 1 juni 1929 verhuisde het bijkantoor Utrecht van de Nationale Levensverzekering Bank, N.V. en Eerste Rotterdamsche Mij. van Verzekering tegen Ongevallen, N.V. van Drift 11 naar Maliebaan 32 (Het Centrum, 29-05-1929, Delpher). Het Algemeen accountantskantoor van Voorzaat en Van Staveren verhuisde naar het kleine huis naast Janskerkhof 1.
Instituut voor Franse taal en letterkunde Universiteit Utrecht
In maart 1955 werd op Drift 11 het Instituut voor Franse taal en letterkunde van de Rijksuniversiteit Utrecht geopend (De Tijd, 15-03-1955, Delpher).
Brand op Drift 11
In 1959 was er brand op Drift 11 (Utrechts Nieuwsblad, 25-05-1959, p. 2). De schade werd geraamd op f 20.000,-. In het pand Drift 11 waren toen gehuisvest de Utrechtsche bank voor belegging en administratie, het Instituut voor Franse taal en letterkunde van de Universiteit Utrecht en een makelaarskantoor. Drift 11 werd bewoond door de huisbewaarder en zijn gezin.
In 1961 werd bekend dat het Instituut voor Franse taal en letterkunde van de Universiteit Utrecht zou gaan verhuizen naar Drift 15 (Utrechts Nieuwsblad, 24-07-1961, p. 2). Het Instituut verhuisde in het najaar van 1962 (Utrechts Nieuwsblad, 07-08-1962, p. 4).
Utrechtse Bank N.V.
Vanaf 31 oktober 1962 werd Drift 11 gebruikt door de Utrechtse Bank NV, die eigenaresse van het pand was (Utrechts Nieuwsblad, 07-08-1962, p. 4).
Verbouwingen
In de periode 1986-1988 is het huis verbouwd, waarbij het gedeeltelijk is veranderd en vergroot (HUA, bouwdossier 531).
In 2017 werd een omgevingsvergunning verleend voor het aanpassen van de voorgevelkozijnen van Drift 11 Utrecht (HZ_WABO-16-39985).
Huidige bestemming Drift 11 Utrecht: kantoor U Centraal
Drift 11 Utrecht heeft de functie van kantoor. Het pand wordt gebruikt door welzijnsorganisatie U Centraal.
Bronnen
- Utrechts Nieuwsblad, 04-07-1919, p. 3.
- Utrechts Nieuwsblad, 06-11-1919, p. 3.
- Utrechts Nieuwsblad, 03-05-1920, p. 3.
Gepubliceerd: 19-05-2012 door Caroline Pelser. Laatst geactualiseerd op 04-09-2025.