Drift 14 (oud) Utrecht

Het voormalige huis Drift 10 (laatste huis op het rijtje), rond 1900 (collectie Het Utrechts Archief)
 Het voormalige huis Drift 10 (laatste huis op het rijtje), rond 1890 (collectie Het Utrechts Archief)

Tot 1925 stond aan het einde van de Drift, op het huidige perceel van de City bioscoop, een huis met de voorkant gericht op de Drift. Het huis had tot 1890 het wijkadres Drift wijk H no. 614. Na de omnummering van 1890 werd het adres Drift 10. In 1895 werden in de tuin van Drift 8 twee huizen gebouwd (Drift 10-12). Drift 10 werd vernummerd tot Drift 14.

De grond van het perceel, tegenwoordig Voorstraat 89 Utrecht, behoorde in de middeleeuwen tot claustraal erf VI. Claustraal erf VI besloeg in de breedte de huidige percelen Janskerkhof 13 en Janskerkhof 13a. Het erf liep van de noordzijde van het Janskerkhof tot aan de Voorstraat. Het claustraal huis stond ter hoogte van Drift 6. Op het perceel Drift 14 oud stond vermoedelijk een stalling.

Pompeius à Montzima

In het begin van de zeventiende eeuw was claustraal erf VI eigendom van Pompeius à Montzima, kanunnik en thesaurier van Oudemunster.

Pompeius à Montzima overleed, volgens Aernout van Buchel, Monumenta, p. 285 (fol. 160v), op 19 februari 1637. Hij werd op 20 februari 1637 overluid (43p340).

Tielman van der Burch

Na het overlijden van Pompeius à Montzima werd claustraal erf VI door zijn erfgenamen in delen verkocht. Het achterste perceel werd in juli 1637 door Philips van Oproode en Bucho van Schroyesteyn als “hof met getimmerte” getransporteerd aan jonker Tielman van der Burch.

Tielman van der Burch was een zoon van Jonkheer Pieter van der Burch van Wijnesteyn en Deliana van Sneeck. Hij was op 24 januari 1629 (RK; huw. aant. 10-01-1629) getrouwd met Margareta, dochter van Joost Grijp van Valckesteijn. Tielman van der Burch overleed in 1640.

Margareta Grijp van Valckesteyn

Zijn weduwe Margareta Grijp van Valckesteyn had inwoning van haar moeder. Agnes Bartholt van Sandelingh, weduwe van Joost Grijp van Valckesteyn overleed in 1657 aan de Wittevrouwenbrug. Op 8 april 1657 werd het besloten testament geopend van Agnes Bartholt van Sandelingh, in haar sterfhuis omtrent de Wittevrouwenbrug. Agnes Bartholt van Sandelingh was de dochter van Damas Barthaits (Buchelius, Inscriptiones, p. 270).

In 1658 gaven de mondige kinderen van Tielman van der Borch, Peter, Justus en Deliana, en een voogd namens de nog onmondige Anna Christina, procuratie aan hun moeder om de boedel van hun overleden vader, waaraan hun moeder de lijftocht had, te regeren en te administreren.

Margaretha Grijp van Valckesteyn bleef aan de Drift wonen. In een procuratieakte van 1667 en een procuratieakte van 1669 wordt als het adres van Margareta Grijp van Valckesteyn de Wittevrouwenbrug (tegenwoordige naam: Driftbrug) genoemd. Margareta Grijp van Valckesteyn overleed op 20 mei 1678, nalatende mondige kinderen. Zij werd begraven in de Buurkerk.

In 1693 werd een voogd benoemd over de onmondige erfgenamen van Margareta Grijp van Valckesteyn, in leven weduwe van Tielman van der Burch.

Justus van de Burch

Het huis kwam in handen van Justus van de Burch. Jonkheer Justus van den Burgh was in 1680 getrouwd met Luduwina van Rhijn.

In 1685 maakte Justus van de Burch, gehuwd met Lidewina van Ryn, wonende aan de Wittevrouwenbrug, een testament, waarin hij de kinderen van zijn zuster Anna Christina als erfgenamen aanwees. Ook stelde hij een codicil op. Op dezelfde dag maakte zijn echtgenote Lidewina van Rijn ook een testament. In transportakten van 1687 en 1694 wordt de Heer van Sandelingen als belending genoemd.

Justus van der Burch, heer van Sandelingen overleed op 28 april 1708 aan de Wittevrouwenbrug, nalatende zijn vrouw met een mondige dochter. Hij werd begraven in de Buurkerk.

Margareta Maria van der Burgh

In 1712 trouwde zijn dochter Margareta Maria van der Burgh (1681-1741) met Theodorus Xaverius Godefridus van Scheltinga op Jaersma, zoon van Goslijck van Scheltinga en Maria Francoise Crabeels. In de procuratieakte inzake de proclamatie van het huwelijk wordt Margareta Maria van der Burgh geassisteerd door haar moeder Luduwina van Rijn.

In 1720 maakten Theodorus Xaverius Godefridus van Scheltinga en Margareta Maria van der Burgh, wonende aan de Wittevrouwenbrug, een testament.

In 1740 maakte Margaretha van der Burgh, gehuwd met Theodorus Xaverius Godfridus van Scheltinga op Jaarsma, een codicil. Zij bestemde daarin het huis aan de westzijde van de Nieuwegracht bij de Wittevrouwenbrug voor haar nicht Maria Francoise gravinne van Ferretti. Maria Françoise gravinne van Feretti was een dochter van Louise Marie Crabeels (procuratieakte 1735).

Margareta Maria van der Burg overleed op 11 december 1741 aan de Nieuwegracht bij de Wittevrouwenbrug, nalatende haar man en geen kinderen. Zij werd begraven in de Buurkerk.

Maria Francoise gravinne van Ferretti

Maria Francoise Christina Ferretti trouwde in 1746 met Gabriel Armour Joseph de Lierneux, baron de Presles. Zij woonden in Henegouwen. Vermoedelijk verhuurden zij het huis.

In een koopakte van 1753 inzake Drift 8 wordt de heer van Bouningues als belending genoemd. Mogelijk wordt Philibert Belizaire de Clerque bedoeld (zie procuratieakte 1724). Philibert Belizaire de Clerque was al in 1735 overleden, maar zijn boedel was in 1753 nog niet verdeeld.

Johannes Matthijs Swemmelaar en Anna Maria van Plasburgh

In 1765 verkocht Gabriel Amour J. de Lierneux baron van Presles, echtgenoot van Maria Francoise gravinne van Ferretti, het huis aan Johannes Matthijs Swemmelaar, kanunnik in het kapittel van St. Marie. Volgens de akte was de belending achter het Hoff van Holland (het logement op Voorstraat 85-87). De belending zuidwaarts was Cornelis van der Hoop (Drift 8). Noordwaarts lag volgens de akte de Wittevrouwenstraat. Uit de akte kan worden afgeleid dat Johannes Matthijs Swemmelaar het huis al bewoonde toen hij het kocht.

Johannes Matthijs Swemmelaar was getrouwd met Anna Maria van Plasburgh, weduwe van Joachim van Vliet. In 1767 ontving Joachim van Vliet (ca. 1744-1831), zoon van Joachim van Vliet en Anna Maria Plasburgh, zijn vaderlijk erfdeel uit handen van zijn stiefvader Johannes Matthijs Swemmelaar.

Johannes Matthijs Swemmelaar, heer van Hardenbroek, kanunnik in het kapittel van St. Marie, overleed op 28 juli 1771 op zijn buitenplaats Leeuwenburg te Driebergen, nalatende zijn vrouw, geen kinderen. Zijn lichaam werd van daar overgebracht naar het huis aan de Wittevrouwenbrug. Hij werd begraven in de Pieterskerk.

In 1773 verklaarden Willem Dop en Bernardus Sluyterman dat zij de overleden Johannes Matthijs Swemmelaer, in leven gehuwd met Anna Maria van Plasburgh, goed gekend hebben, dat hij geen huwelijkse voorwaarden had gemaakt, dat er geen inventaris is opgesteld van zijn goederen, dat hij in Utrecht is overleden en alleen zijn echtgenote als erfgename had nagelaten.

In 1774 wijzigde Anna Maria van Plasburgh, weduwe van Johannes Matthijs Swemmelaar, haar testament. Een jaar later wijzigde Anna Maria van Plasburgh, weduwe van Johannes Matthijs Swemmelaar, wederom haar testament. In 1778 maakte Anna Maria van Plasburgh een codicil.

In 1787 kocht Anna Maria van Plasburgh het buurhuis op de Voorstraat 85-87 en ook Boothstraat 17. Vermoedelijk gebruikte zij Voorstraat 85-87 als koetshuis en stalling.

In 1789 wijzigde Anna Maria van Plasburgh nogmaals haar testament.

Vrouwe Anna Maria van Plasburgh, Vrouwe van Hardenbroek, voormaals weduwe van Joachim van Vliet, en laatst weduwe van Johannes Matthijs Swemmelaar, overleed op 13 mei 1792, wonende op de Drift. Zij werd begraven in de Pieterskerk.

Joachim van Vliet

In januari 1799 legden Jan de Wijs en Hendrik van Ommeren een verklaring af over hun bekendheid met de in Utrecht overleden Anna Maria van Plasburgh, in leven weduwe van Johannes Matthijs Swemmelaar, die tot haar enige erfgenaam had nagelaten haar zoon Joachim van Vliet.

In april 1799 werd notaris Pieter Jongeneel Huybertsz door Joachim van Vliet gemachtigd om het bedrag van de restant van een schuld van zijn overleden moeder, af te lossen voor of op 1 juli 1799, te voldoen uit de kooppenningen van het huis in de Boothstraat (Boothstraat 17).

Pieter Willem Provo Kluijt

Op 18 mei 1805 verkocht Joachim van Vliet het huis op een publieke veiling aan Pieter Willem Provo Kluijt. Deze veiling wordt vermeld in een akte van 3 augustus 1805 (PHILIP CHRISTIAN POPP – 1805-1805 – 2706 – NL-UtHUA_34-4_2706_000061).

Albertus Richardus Jolles

Op 18 juni 1805 verkocht Pieter Willem Provo Kluijt het huis aan Albertus Richardus Jolles (PHILIP CHRISTIAN POPP – 1805-1805 – 2705 – NL-UtHUA_34-4_2705_000331). In de akte wordt verwezen naar de overeenkomst die Joachim van Vliet op 10 februari 1799 had gesloten met achterbuurman Paulus Willem Bosch. Volgens deze overeenkomst bleef de gang tussen de percelen eigendom van Joachim van Vliet of nazaten, met recht van overpad voor Bosch. Ook het huis in de Boothstraat en de eigenaresse, Sophia Ippel, komen in deze afspraak voor.

Albert van Meurs van Vollenhoven

Tijdens het bezoek van Keizer Napoleon aan Utrecht, in oktober 1811, logeerde de Grootstalmeester bij Meurs van Vollenhoven op de Drift H 483.

Het echtpaar Meurs van Vollenhoven-Hesseling was in 1779 in Rotterdam getrouwd. Vermoedelijk zijn zij hier rond 1806 komen wonen, toen Meurs van Vollenhoven zijn bedrijf in ruwe en gehekelde vlas in Rotterdam afstootte (Rotterdamse Courant, 11-02-1806, Delpher).

Tijdens de volkstelling van 1813 werden Albert van Meurs van Vollenhoven en zijn echtgenote Alida Hesseling geregistreerd aan de Drift (deel 49 / blad 17).

In 1817 overleed Albert van Meurs van Vollenhoven, in zijn huis staande bij ode Wittenvrouwenbrug H no. 614 (BS Utrecht 1817 O, aktenr. 238).

OAT 1832

In de OAT 1832 staat de weduwe Jacob van Meurs van Vollenhoven als eigenaresse van perceel A544 (huis, erf en tuin) vermeld.

Alida Hesseling, weduwe van Albert van Meurs van Vollenhoven, overleed in 1829, op haar woonadres Drift H no. 614 (BS Utrecht 1829 O, aktenr. 682). Na haar overlijden werd haar inboedel verkocht (Utrechtsche Courant, 16-11-1829, Delpher).

Anthonie Jacobus Eltzman

Tijdens de volkstellingen van 1830 en 1840 werden med. doctor Anthonie Jacobus Eltzman (1784-1840), zijn echtgenote Justina Geertruida Kien van Citters, zoon Cornelis Jan Kien Eltzman en dochter Magdalena Cornelia Eltzman op dit adres geregistreerd.

Anthonius Jacobus Eltzman overleed op 7 augustus 1840, wonende op Drift wijk H no. 614 (BS Utrecht 1840 O, aktenr. 1020). Zijn weduwe Justina Geertruida Kien van Citters overleed in april 1848, in Middelburg.

Jacob van Hall

Jacob van Hall
Jacob van Hall (1799-1859)

Ten tijde van de start van het bevolkingsregister (zie Bevolkingsregister 1850-1860 Wijk H-2, bladnr. 864) woonde hoogleraar Jacob van Hall (1799-1859) met zijn gezin op Drift wijk H no. 614. Vermoedelijk zijn zij hier in de zomer van 1848 komen wonen. Jacob van Hall werd 6 juli 1848 benoemd tot hoogleraar Rechtsgeleerdheid, met aanvang 15 september 1848. In het studiejaar 1855-1856 werd Jacob van Hall Rector Magnificus van de universiteit.

Het gezin Van Hall verhuisde op 1 november 1855 naar de Kromme Nieuwegracht.

Sara Johanna Balthazarina van der Upwich

Na de verhuizing van de familie Van Hall werd het huis betrokken door Sara Johanna Balthazarina van der Upwich (1790-1873), weduwe van Jacob Diederik Coenen van ’s Gravesloot, en haar zoon Pieter Jacob Quintijn Coenen van ’s Gravesloot (1826-1879).

In 1860 kocht Pieter Jacob Quintijn Coenen van ’s Gravesloot het buitenverblijf Zorgvliet in De Bilt. In december 1860 verhuisde hij naar De Bilt.

Sara Johanna Balthazarina van der Upwich overleed op 13 augustus 1873, op Zorgvliet in De Bilt. Zij verbleef daar vermoedelijk voor de zomer. Volgens de overlijdensakte woonde zij in Utrecht (BS De Bilt 1873 O, aktenr. 34).

Bartholomeus Willem Wttewaall

Bartholomeus Willem Wttewaall (1807-1890)

In oktober 1874 kwam Bartholomeus Willem Wttewaall (1807-1890) met zijn echtgenote Maria Cornelia Hartevelt (1816-1894) en drie kinderen op Drift wijk H no. 614 wonen (Bevolkingsregister 1866-1878 Wijk H, bladnr. 1410).

Bartholomeus Willem Wttewaall was een zoon van Gerard Wttewaall en Bernardina Antonia Cornelia Visscher (zie Janskerkhof 21). Hij woonde eerder in Leiden.

Dochter Antonia Etta Wttewaal trouwde in januari 1879 met Johannes Cornelis Gijsberti Hodenpijl (BS Utrecht 1879 H, aktenr. 27). Zoon Bartholomeus Willem Gerard Wttewaall (1856-1920) ging in september 1879 uit huis. Hij trouwde in 1881 met Françoise Elisabeth van Eelde (1859-1938). In augustus 1888 gingen zij met hun kinderen op Janskerkhof 22 wonen.

Bartholomeus Willem Wttewaall overleed op 18 november 1890 op zijn woonadres Drift wijk H no. 614 (BS Utrecht 1890 O, aktenr. 1751).

In 1890 werd het huis op Voorstraat 89 (dat toen nog het adres Drift wijk H no. 614 had) omgenummerd tot Drift 10.

Maria Cornelia Hartevelt, weduwe van Bartholomeus Willem Wttewaall, overleed op 2 april 1894 op haar woonadres Drift 10 (BS Utrecht 1894 O, aktenr. 554).

Dochter Maria Cornelia Gerardina Joanna Wttewaal woonde bij haar overlijden in 1910 op de Maliebaan (BS Utrecht 1910 O, aktenr. 1280).

Vernummering

In 1895 werden twee herenhuizen gebouwd in de voormalige tuin van het buurhuis Drift 8 (perceel A 543). De nieuwe panden kregen als adres Drift 10 en Drift 12. Het huis op de hoek met de Voorstraat werd vernummerd tot Drift 14. Een stal naast het huis aan de Voorstraat, dat geen wijknummer had, kreeg het adres Voorstraat 89.

Everard Egidius Gewin

Het huis Drift 14 werd vervolgens bewoond door Everard Egidius Gewin (1843-1909), zijn echtgenote Albertine Christine van Woensel Kooij (1843-1913) en drie kinderen. Zij kwamen van Boothstraat 13-15.

Het gezin Gewin verhuisde in september 1900 van Drift 14 naar de Emmalaan (Bevolkingsregister 1900-1910 Wijk 1, deel 2-3, bladnr. 765).

Caroline de Bièvre-Cauwenbergh

Drift 14 is het voormalige adres van Voorstraat 89 Utrecht
 Drift 14, 1925 (collectie Het Utrechts Archief)

In 1901 werd het perceel verbouwd. De bouwtekening (HUA, bouwdossier 4270-76-83) was ingediend door E.M. Frijlink, namens de weduwe De Bièvre.

Wasserij Voorstraat

In mei 1901 verhuisde Caroline de Bièvre-Cauwenbergh (1844-1910), weduwe van Louis Desire de Bièvre, haar blanchisserie (wasserij) naar Drift 14. De wasserij was eerder gevestigd op Achter Sint Pieter (Algemeen Handelsblad, 24-09-1901, p. 8, Delpher; Het nieuws van den dag: kleine courant, 25-09-1901, Delpher).

Caroline de Bièvre gebruikte behalve het adres Drift 14 ook het adres Voorstraat 89 (De Gooi- en Eemlander, 06-07-1904, p. 4, Delpher). Dit adres hoorde bij een ruimte naast het huis. Naast personeel had de weduwe De Bièvre ook studenten op kamers.

Tussen 1905 en 1908 woonde Caroline de Bièvre-Cauwenbergh op de Kromme Nieuwegracht.

Caroline Cauwenbergh, weduwe van Louis Desire de Bièvre, overleed op 21 januari 1910, wonende aan de Drift (BS Utrecht 1910 O, aktenr. 114).

Concert- en verenigingsgebouw De Plompetoren

Voorstraat 89 Utrecht
 Gezicht op de werftrap naar de Drift op de hoek Voorstraat (rechts) / Drift te Utrecht. Links een gedeelte van de zijgevel van het pand Drift 14 tijdens de verbouwingswerkzaamheden ten behoeve van het nieuwe Concertgebouw De Plompetoren, 1925 (collectie Het Utrechts Archief)

In 1924 werd het huis Drift 14 door de heer C. Koppen, tot dan toe pachter van het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen, aangekocht van de familie de Bièvre (De Tijd, 31-12-1924, p. 3, Delpher; Nieuwe Rotterdamsche Courant, 25-04-1925, Delpher).

Het huis werd in 1925 verbouwd tot concert- en verenigingsgebouw De Plompetoren. Daarbij werd onder meer een nieuwe brug over de Drift gebouwd ten behoeve van de nooduitgang.

In januari 1933 brak brand uit in het schuin tegenover gelegen pand van het Utrechts Nieuwsblad (Drift 23). De brandweer was snel ter plaatse, gewaarschuwd door de heer Koppen, directeur van de Plompetoren (De Tijd, 22-01-1933, Delpher).

Verbouwing tot bioscoop

In 1935 werd het verenigingsgebouw De Plompetoren verbouwd tot bioscoop. Op 23 maart vond nog een laatste feestavond in De Plompetoren plaats. De zaal met 500 plaatsen was uitverkocht (De Tribune, 29-03-1935, Delpher).

In april 1935 werd de inboedel van het verenigingsgebouw De Plompetoren te koop aangeboden (De Tijd, 24-04-1935, Delpher):

Buitengewone gelegenheid voor Vereenigingen, Patronaten, enz.

Wegens sloopen van het Vereenigingsgebouw „De Plompetoren” te Utrecht, Drift 14, te koop: Complete tooneelinstallatie, schermen, coulissen, hirsen, enz.; harmonicadeuren 12 bladen 3.10 x 1 M., piano’s orgeltje, stoelen enz. Dagelijks te zien op bovengemeld adres tot 17 uur en eventueel schriftelijk te bevragen bij L. J. OVERTOOM, Makelaar te Hilversum. Hollandschelaan 22, Telef. 5077.

Drift 14 wordt Voorstraat 89 Utrecht

Na de verbouwing werd het adres Drift 14 opgeheven; het pand was bij de verbouwing een kwartslag gedraaid. De City bioscoop kreeg als adres Voorstraat 89 Utrecht.

Uit een tekening van de Bouw- en woningdienst van 1948 blijkt dat perceel Voorstraat 89 Utrecht overeenkomt met perceel A544 (OAT 1832).

Bronnen


Vorige huis: Drift 10-12 Utrecht.
Volgende huis: Janskerkhof 13 Utrecht.


Gepubliceerd: 14-12-2018 door Caroline Pelser. Laatst geactualiseerd op 28-08-2025.

Scroll naar boven