Drift 27 Utrecht – UBB Utrecht

Drift 27 Utrecht
Drift 27 Utrecht, 1995 (collectie Het Utrechts Archief)

Drift 27 Utrecht (tot 1890: Drift wijk H no. 619a) is een gemeentelijk monument. Drift 27, tegenwoordig eigendom van de Universiteit Utrecht, is enkele jaren geleden verbouwd tot Universiteitsbibliotheek Binnenstad (UBB). De UBB is de bibliotheek van Geesteswetenschappen en REBO, Rechten, Economie, Bestuur en Organisatie.

M. Dolfin e.a. schrijven over Drift 27 Utrecht: “Van oorsprong twee grote middeleeuwse samengestelde huizen, beide met een dwarse voorvleugel van drie lagen langs de Drift. Tussen 1807 en 1809 zijn deze huizen onder leiding van J.D. Zocher Sr. ten behoeve van het paleis van Lodewijk Napoleon samengevoegd. In het gebouw bevindt zich een vroeg 18de-eeuwse bordestrap. In 1881 is het tot Rijksarchiefgebouw verbouwd, waarbij de derde bouwlaag werd vervangen door een zinken tentdak en zowel aan de linker- als aan de rechterzijde twee traveeën werden afgebroken om het gebouw te laten voldoen aan de archiefwet. In 1986 zijn deze traveeën weer aangevuld.”

Bij de renovatie van de Universiteitsbibliotheek tot UBB Binnenstad kreeg de ingang van de bibliotheek op Drift 27 houten taatsdeuren.

Gemeentelijk monument

Drift 27 Utrecht is geen rijksmonument, al stond het pand wel op de voorlopige lijst met monumenten in rijksbezit (Kamerstukken II 1960-1961, 6100 IX A, 10).

De omschrijving in het register van gemeentelijke monumenten van Utrecht (monument nr. 3441057) luidt:

“Drift 27 bestaat uit twee panden van twee bouwlagen, met acht en mogelijk meer kelders onder het linker pand, één kelder onder het rechter en twee schilddaken met de nok loodrecht op de straatrichting. Beide huizen zijn van oorsprong grote middeleeuwse samengestelde huizen die tussen 1807 en 1809 door J.D. Zocher onder supervisie van J.Th. Thibault werden verbouwd ten behoeve van het paleis van Lodewijk Napoleon. De kelders dateren voor het grootste deel uit de middeleeuwen. Het linkerpand bevatte de hoofdingang van het paleis en gaf toegang tot de cour. De sobere neoclassicistische achtergevel was oorspronkelijk de voorgevel van het paleis. Het rechter pand bevatte onder andere de privévertrekken voor de koning. In 1881 werden de panden tot Rijksarchief verbouwd. Daarvoor werd de derde bouwlaag van beide panden gesloopt en werden zinken daken aangebracht. Op grond van een artikel uit de archiefwet die bepaalde dat archieven vrijstaand gehuisvest moesten zijn werden links en rechts twee traveeën gesloopt. In 1986 zijn de gesloopte traveeën weer aangevuld. Het linkerpand is zeven traveeën breed en heeft een gepleisterde lijstgevel met schijnvoegen. Tussen de voor- en achtergevels werd in 1881 grotendeels een nieuwe ijzeren archiefstelling aangebracht. Het pand bevat nog steeds een vroeg 18de-eeuwse trap. Het rechterpand is vier traveeën breed en heeft een bakstenen lijstgevel met gemetselde gootlijst met tandlijst en muizetand. De beide panden zijn van cultuurhistorisch belang als onderdeel van het paleiscomplex van Lodewijk Napoleon. Daarnaast is de gietijzeren archiefstelling van cultuurhistorisch belang en zijn de kelders van bouwhistorisch belang.”

Convent van Oudwijk

Het rechter gedeelte van Drift 27 was eigendom van het convent van Oudwijk. De akten betreffende de verwerving van het huis door Willem die Waell Lubbertzone, rentmeester van het convent, in de periode 1495-1496, bevinden zich (met retroacta uit de periode 1452-1494), in het archief  van de Sint Stevensabdij van Benedictinessen te Oudwijk.

Philibert van Tuyll van Serooskercken

Hieronymus en Frederik Adolf van Tuyll van Serooskerken, Gerard van Honthorst 1641
Hieronymus en Frederik Adolf van Tuyll van Serooskerken, Gerard van Honthorst 1641

In 1640 verkocht het convent van Oudwijk het huis aan Philibert van Tuijl van Serooskercken.

Philibert van Tuijl van Serooskerken was in 1633 getrouwd met Cornelia Elisabeth van Reede (ovl. 1666).

In 1641 lieten zij hun zoontjes Jeronimus (later gespeld als Hieronymus; 1635-) en Frederik Adolf schilderen door de kunstschilder Gerard van Honthorst.

Hieronymus van Tuyll van Serooskerken

Hieronymus van Tuijl van Serooskercken trouwde in 1659 met Anna van Renesse van Moermond.

In oktober 1677 werd een afschrift gemaakt van het besloten testament van Hieronymus van Tuyll van Serooskercken. Dochter Cornelia Elisabeth van Tuyll van Serooskerken (1672-) kreeg volgens dit testament het huis aan de oostzijde van de Nieuwegracht ontrent Wittevrouwenbrugh en de helft van het grote huis daarnaast.

In 1686 worden de erven Hieronimus van Thuyl van Seroskercken als eigenaar van Drift 27 genoemd.

Jean Jenet

In 1697 verkocht de voogd van Cornelia Elisabet van Tuyll van Serooskerken het huis aan Jean Jenet.

Jean Jenet overleed in maart 1705, wonende over de Drift bij de Wittevrouwenbrug, nalatende zijn vrouw en mondige kinderen. Hij werd begraven in de Buurkerk.

In 1706 gaf zijn weduwe Susanna de St Aubin procuratie aan haar zoon Jean Jenet om het huis aan de oostzijde van de Nieuwegracht te belasten met f 4500,- ten behoeve van Paul Bennelle te Amsterdam.

Pietro Mellarède

In 1712 begonnen de onderhandelingen voor de Vrede van Utrecht 1713. Diverse gezanten huurden in die periode huizen rond het Janskerkhof. De Savoyaanse diplomaat Pietro Mellarède (1659-1730) verbleef, zo valt af te leiden uit het dagboek van Everard Harskamp, in het huis van de weduwe Jenet. Zelf verbleef Susanna de St. Aubin in die periode mogelijk in het huis aan de Oudegracht bij de Viebrug dat haar zoon Johan (Jean) had gehuurd.

Susanna de St. Aubin, weduwe van Jean Jennet, overleed in september 1744, wonende aan de Nieuwegracht bij de Wittevrouwenbrug. Zij werd begraven in de Buurkerk.

Gerrit van Keulen

Op 14 augustus 1753 verkocht haar zoon Jean Gennet [Jennet] het huis aan Gerrit van Keulen.

Willem Jan van Dijk

Op 9 november 1753 verkocht Gerrit van Ceulen (hij tekent zelf met van Keulen) het huis aan Willem Jan van Dijk voor 3.150 caroli guldens en twintig stuivers.

Op 16 november 1753 werd het huis aan Willem Jan van Dijk (17021766) getransporteerd. In februari 1759 overleed Maria Bebber, huisvrouw van Willem Jan van Dijk, wonende op de Nieuwegracht bij de Wittevrouwenbrug. Willem Jan van Dijk is daarna verhuisd. Bij zijn overlijden woonde hij op de wal bij de Plompetoren.

Ten tijde van de verkoop, in 1766, werd het huis gehuurd door de weduwe van Jacob Carlen.

Wouter Hendrik van Nellesteyn

In 1766 kocht Wouter Hendrik van Nellesteyn, eigenaar van Drift 25, Drift 27 van de kinderen en erven Willem Jan van Dijk. De belendingen waren achter de erven weduwe Antony de Leeuw, zuidwaarts oud geëligeerde raad Wouter Hendrik van Nellesteyn en noordwaarts de erven weduwe van Antony de Leeuw.

Wouter Hendrik van Nellesteyn overleed op 26 februari 1784, wonende op de Drift bij het Janskerkhof, nalatende zijn vrouw en een mondige zoon. Hij werd begraven in de Pieterskerk.

Zijn weduwe Everarda Hillegonda de Beer overleed op 26 november 1785 op de Drift. Zij werd begraven in de Pieterskerk.

Cornelis Jan van Nellesteyn

Hun zoon Cornelis Jan van Nellesteyn (1759-) was in 1778 getrouwd met Cornelia Adriana Maria van Bronckhorst (1756-1810). Zij had met haar ouders op Drift 13 gewoond.

Mevrouw Van de Velden

Volgens een aantekening op een plattegrond van rond 1807 (HUA, catalogusnr. 216502) werd het huis gehuurd en bewoond door mevrouw Van de Velden. Mogelijk wordt Anna van Schalkwijk à Velden, weduwe van Willem van Cleef, bedoeld. Zij overleed in januari 1807, wonende aan de Nieuwegracht.

IJsbrand de Kock Jansz.

In juni 1807 verkocht Cornelis Jan van Nellesteijn Drift 27 aan IJsbrand de Kock Jansz. De belendingen waren achter noordwaarts Loten en van Doelen. Zuidwaarts stond het andere huis dat door Cornelis Jan van Nellesteyn werd verkocht (Drift 25).

Koning Lodewijk Napoleon

IJsbrand de Kock Jansz. verkocht het huis aan Koning Lodewijk Napoleon. Het huis werd onderdeel van het Paleis.


Linker gedeelte Drift 27

Drift 27 Utrecht
Gemeentearchief Utrecht en Rijksarchief provincie Utrecht (Drift 27), rond 1900 (collectie Het Utrechts Archief)

Het linker gedeelte van Drift 27 heeft uit twee delen bestaan, waarvan een het Court de Loo werd genoemd.

In 1548 krijgt Johan van der Haer toestemming van de abdis en het convent van Oudwijk om een gevel met uitstekende ankers op te trekken aan zijn turfhuis, op de scheidsmuur met het conventshuis.

Ernst van Nijenrode

In 1550 transporteerde Johan van der Haer, getrouwd met Anna van Zuylen van Nijvelt, het huis aan Ernst van Nijenrode. De belendingen waren zuidwaarts het Convent van Oudwijk en noordwaarts Ernst van Nijenrode met een huis (Drift 29).

Ernst van Nijenrode was getrouwd met Margaretha van Renesse van Wulven. Zij kregen een dochter, Geertruijd, die zou trouwen met Goort van Reede.

In 1567 vestigen Margareta, weduwe van Ernst van Nijenrode, en Goort van Rhede, getrouwd met Geertruijd van Nijenrode, een plecht op het huis. In 1570 vestigde Margareta, weduwe van Ernst van Nijenrode, een plecht op het huis.

Margaretha van Renesse van Wulven overleed in april 1584.

Geertruijd van Nijenrode

Geertruid van Nijenrode
Geertruid van Nijenrode (collectie Nederland)

In 1586 vestigde Geertruijd van Nijenrode, weduwe van Goort van Reede, een plecht op het huis. Zij is ook eigenaresse van Drift 29, dat zij aan Francois van Sneeck verkoopt.

Maria van Rheede en Beernt van den Bongaert

Op 1 februari 1587 transporteerde Geertruyd van Nijenrode het huis met twee plechten aan haar dochter Maria van Rheede en schoonzoon Beernt van den Bongaert. De volgende dag vestigden Maria van Rheede en Beernt van den Bongaert een plecht op het huis met hofstede en poortweg ten behoeve van Dirck de Goyer en Anna [van Oudewater].

Bernard van Bongaert overleed in 1617. Hij werd op 19 september 1617 overluid (35p399).

Egedius van der Gall en Anna de Goyer

In 1632 gaf Egedius van der Galle procuratie, wonende aan de Nieuwegracht. Egedius van der Gall was in 1611 getrouwd met Anna de Goyer, dochter van Dirck de Goyer en Anna van Oudewater.

In maart 1637 draagt Anna van Essesteyn een recht over aan dr. Egedius van der Gall. Hij woont volgens deze akte aan de Wittevrouwenbrug. Egedius van der Gall overleed in september 1637 (overluid 28 september 1637 Egidius van Galle, medisch doctor 43p342).

In mei 1640 werd een attestatie afgelegd over in 1629 verrichte werkzaamheden aan het huis van Anna de Goyer, weduwe van dr. Van der Gall. Het huis stond op de Nieuwegracht bij de Wittevrouwenbrug, noordwaarts naast de abdis van Oudwijk.

Anna de Goyer overleed in 1648 (overluid 11 juni 1648, 48p633). Haar kinderen bleven aan de Drift wonen.

In 1654 maakte haar zoon Johan van der Gall een testament, wonende aan de Wittevrouwenbrug. In 1659 gaf Johan van der Gall zijn zuster Belia van der Gall, wonende aan de Nieuwegracht omtrent de Wittevrouwenbrug, procuratie om al zijn zaken waar te nemen en alles te doen wat nodig is om zijn schulden te betalen en zijn goederen te redden. In 1660 tekenden de kinderen Van der Gall een overdrachtsakte, die werd gepasseerd in het huis van de comparanten aan de oostzijde van de Nieuwegracht, bij de Wittevrouwenbrug.

Johannes de Goyer

Belia van der Gall trouwde in 1665 met Jan van Zutphen en verhuisde met hem naar ‘s-Hertogenbosch. Zij vermaakte in 1675 via een codicil het huis aan de Drift aan Johannes de Goyer. Johannes de Goyer was in 1642 getrouwd met Helena van der Nypoort.

De belendingen van dit huis waren zuidwaarts de heer van Wulven (Philibert van Tuyll van Serooskercken) en noordwaarts de heer Olie. De heer Olie was Johan Olij van Velsen, die in 1640 een huis van Anna de Goyer getransporteerd had gekregen.

Johan Olij van Velsen

In september 1640 gaf Anna de Goyer, wonende in Utrecht omtrent de Wittevrouwenbrug, procuratie om een huis aan de Nieuwegracht omtrent de Wittevrouwenbrug te transporteren aan Johan Olij. De belending zuidwaarts was het huis van de comparante. Noordwaarts stond het huis van de erfgenamen van juffrouw van Sneeck, in haar leven weduwe van raadsheer Weede (Drift 29).

Jan Olij was in 1634 (o.tr. Amsterdam pui, 09-11-1634) getrouwd met Cornelia Bruijne (de Bruijn). Zij overleed in 1653, nalatende haar man en twee kinderen, Gerardus en Cornelia Clementia.

Johan Olij van Velsen heeft mogelijk niet aan de Drift gewoond. In 1669 maakte Johan Olij van Velsen, wonende aan de oostzijde van de Nieuwegracht, in huis Montfoort, een codicil met legaten, onder andere aan zijn huispersoneel. Huis Montfoort stond aan de oostzijde van de Nieuwegracht bij de Brigittenstraat.

Johan Olij van Velsen overleed in 1677, wonende in de Hamburgerstraat.

Jacques des Buissons

In 1698 verkochten de erven Johan de Goyer en Helena van der Nypoort het huis dat hun vader van Belia van der Gall had geërfd aan Jacques des Buissons. Jacques des Buissons komt in de akte ook voor als belending. De belendingen waren achter en westwaarts de koper, en zuidwaarts Jean de Jenet, fransche predicant.

Jacques des Buissons seigneur de Hauteval was een schoonzoon van Johan Oly van Velsen. Hij was in december 1665 getrouwd met Cornelia Clementia Oly van Velsen. Zij was toen vermoedelijk net weduwe van Albert Coxier. Met hem was zij in februari 1665 getrouwd.

In 1700 werd procuratie gegeven tot overdracht voor gerecht van Utrecht van het huis aan de Nieuwegracht aan Jacques des Buissons. In 1701 werd het huis uit de boedel van Johan de Goijer en Helena van den Nijpoort getransporteerd aan Jacques des Buissons.

Jacobus des Buissons overleed op 8 oktober 1702, wonende op de Nieuwegracht bij de Wittevrouwenbrug. Hij werd begraven in de Regulierenkerk. Volgens het begraafboek liet hij twee mondige zonen na. In werkelijkheid waren dit een zoon, Petrus Martinus, en een dochter, Maria Cornelia, getrouwd met Jean Francois Buisseret.

Jacques Seigneur

Op 27 november 1714 werd door de kinderen procuratie gegeven om geld te vorderen van Jacques Seigneur vanwege achterstallige huurpenningen van het huis Cour de Loo te Utrecht. Jacques Seigneur was in 1698 getrouwd met Joanne Baillet. Het echtpaar woonde hier vermoedelijk al jaren (zie begraafakte kind, 1706).

Johanna Baljet, vrouw van Jacob Sinjeur, overleed in 1712. In het begraafboek staat vermeld dat zij woonde in La Cour d’Loo aan de Nieuwegracht bij de Wittevrouwenbrug.

In 1714 werd het kind van Lijsbeth van der Vliet begraven, wonende in de Lange Rietsteeg (de tegenwoordige Keizerstraat). Volgens het doopboek was de vader Jacobus Sinjeur.

Jacobus Poucet

In augustus 1715 werd het huis Court de Loo door Petrus Martinus des Buissons en Jean Francois Buisseret verhuurd aan Jacobus Poucet, met ingang van 1 november 1715. Het huis zuidwaarts was volgens de akte ook eigendom van Petrus Martinus des Buissons en Jean Francois Buisseret. Uit de akte blijkt dat het huis nog door Jacques Seigneur werd bewoond.

Anthony de Leeuw en Louisa Soreau

In september 1723 werd een huis uit de boedel van Cornelia de Bruijn, in leven weduwe van Johan Oly van Velsen, getransporteerd aan Anthony de Leeuw.

Anthony de Leeuw (1679-1741) was in mei 1723 getrouwd met Louisa Soreau, weduwe van Dionijs van de Put (zij trouwden in 1715). Bij zijn ondertrouw in Amsterdam werd Anthony de Leeuw geassisteerd door zijn moeder Catharina de Hochepied, bewoonster van Drift 7 (oud).

In 1743 maakte Louisa Soreau, laatst weduwe van Anthony de Leeuw, een testament met een codicil. Volgens het codicil zouden twee huizen aan de Nieuwegracht bij de Wittevrouwenbrug, met het kamertje daar achter, naar de kinderen van haar nicht Louisa Constantia Famars met Jan Testas gaan. Een huyzinge, erve en hof en stallinge aan de Nieuwegracht bij de Wittevrouwenbrug ging naar de kinderen van haar nicht Elisabeth Famars met Willem Röell.

In 1759 maakte Louisa Soreau opnieuw een testament en een codicil. Louisa Soreau herriep het legaat aan Louisa Constantia Famars in 1760. In het nieuwe codicil prelegateerde zij het huis aan Elisabeth Famars.

In 1765 maakte Louisa Soreau een nieuw testament, waarin zij het huis dat zij bewoonde aan haar nicht Elisabeth Famars, getrouwd met Willem Röell, prelegateerde. Daarbij werd als voorwaarde vastgelegd dat zolang zij eigenaar van het huis waren, het huis niet mocht worden bewoond door Louisa Constantia Famars of haar nazaten. Zou dat wel gebeuren, dan zou het huis van rechtswege eigendom worden van de Nederduitsche Diaconie Armen te Utrecht.

Louisa Soreau, weduwe van Anthony de Leeuw, overleed in 1766. Op 27 juli 1766 werd opdracht gegeven om kabinetten, kasten en kisten in het sterfhuis op de Nieuwegracht bij de Wittevrouwenbrug te verzegelen. Op 4 augustus 1766 werden deze weer ontzegeld. De boedelscheiding vond plaats in 1766 en 1767.

Elisabet Clignet

In 1772 gaven Willem Röell en Elisabeth de Famars (-1780) procuratie om het huis voor het gerecht van Utrecht te transporteren aan Elisabet Clignet (1702-1776), weduwe van Gerard Aarnout Hasselaar, in leven burgemeester van Amsterdam en bewindhebber van de VOC.

De belendingen waren aan de ene zijde Constantia Helena ten Damme (Drift 29) en aan de andere zijde Wouter Hendrik van Nellesteijn (Drift 25).

Clignet en Hasselaar waren in 1728, onder huwelijkse voorwaarden, getrouwd. Elisabet Clignet was de zuster van Maria Clignet, douairière van Jacob Jan baron van Deelen (ook: Delen). Zij erfde haar huis in de Wittevrouwenstraat (voormalig huis op perceel Wittevrouwenstraat 11). In 1760 verkochten Gerard Arnout Hasselaar en Elisabeth Clignet dat huis aan hun schoonzoon Gerard Godard Taets van Amerongen.

In 1773 maakte Elisabeth Clignet een testament, waarin zij bepaalde dat haar dochter Anna Susanna Hasselaer het huis aan de Nieuwegracht bij de Wittevrouwenbrug, alsmede een stalling en koetshuis uitkomende in de Rietsteeg mocht aannemen voor de taxatieprijs.

Elisabet Clignet, weduwe van Gerard Aarnoud Hasselaar, overleed op 26 januari 1776, wonende aan de Nieuwegracht op den Drift, nalatende mondige kinderen. Zij werd begraven in de Buurkerk.

Anna Susanna Hasselaer

In april 1778 werd de boedel van Elisabeth Clignet gescheiden en kreeg Anna Susanna Hasselaer Drift 27.

Joan Gideon Loten

Joan Gideon Loten (1710 -1789)
Joan Gideon Loten (1710 -1789) (Wikipedia)

In november 1779 gaven Gerard Godard Taets van Amerongen en Anna Susanna Hasselaar procuratie om Drift 27 te transporteren aan Joan Gideon Loten. Volgens de akte had Anna Susanna Hasselaar dit huis, in het verleden bestaan hebbend in twee huizen, waarvan één genaamd Cour de Loo, verkregen van haar moeder Elisabeth Clignet, weduwe van Gerard Aarnout Hasselaer, in leven burgemeester van Amsterdam en bewindhebber van de VOC te Amsterdam.

Joan Gideon Loten (1710-1789) was gouverneur en raad van Indië bij de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC) geweest. Na een periode in Engeland, woonde hij de laatste jaren van zijn leven in Utrecht.

Johan Gideon Loten overleed in februari 1789, op de Drift bij de Wittenvrouwenbrug, nalatende een vrouw en geen kinderen. In maart 1789 werd zijn besloten testament in opdracht van zijn weduwe Lettice Cotes geopend. In maart 1789 werd de boekenkamer in het sterfhuis van Joan Gideon Loten verzegeld. In april 1789 werd deze weer ontzegeld.

Juffrouw Berger

Lettice Cotes is na het overlijden van haar man terug naar Engeland gegaan. Volgens een aantekening op een plattegrond van rond 1807 (HUA, catalogusnr. 216502) werd het huis van de familie Loten gehuurd en bewoond door juffrouw Berger.

Paleis Lodewijk Napoleon

Het huis werd in 1809 getransporteerd aan de Koning van Holland. Drift 27 Utrecht is onderdeel geweest van het Paleis van Koning Lodewijk Napoleon.

Kabinet van Landbouwwerktuigen

Drift 25-29 Utrecht
Drift 25-29 Utrecht met Kabinet van Landbouwwerktuigen (3e van rechts), voor verbouwing van 1881 (collectie Het Utrechts Archief)

In 1834 werd Drift 27 in gebruik genomen door het Kabinet van Landbouwwerktuigen.

Gemeentearchief Utrecht en Rijksarchief provincie Utrecht

Vanaf 1856 was Drift 27 de locatie van het provinciaal archief.

In 1881 vond een grote verbouwing plaats. In 1883 verhuisde het gemeentelijke archief naar Drift 27.

Tot eind jaren zestig van de twintigste eeuw waren op Drift 27 Utrecht het Gemeentearchief Utrecht en Rijksarchief provincie Utrecht gevestigd.

Universiteitsbibliotheek Utrecht

De Universiteit Utrecht vestigde de Letterenbibliotheek op Drift 27.

Drift 27 Utrecht: Universiteitsbibliotheek Binnenstad

Drift 27 Utrecht is tegenwoordig de ingang van de Universiteitsbibliotheek van de Universiteit Utrecht in de binnenstad (UBB).

Bronnen

  • Charters, Het Utrechts Archief.
  • Archief Gemeentelijke archief- en fotodienst Utrecht.

Vorige huis: Drift 25 Utrecht.
Volgende huis: Drift 29 Utrecht.


Gepubliceerd: 19-02-2018 door Caroline Pelser. Laatst geactualiseerd op 21-03-2024.

Scroll naar boven