Jansdam 2 Utrecht

Het pand van Igluu Utrecht op Jansdam 2, SANAA Jansdam 2a
Jansdam 2, 1992 (collectie Het Utrechts Archief)

Jansdam 2 Utrecht (tot 1890: Jansdam wijk G no. 320; bij de omnummering van 1890 gewijzigd in Jansdam 4), waar onder meer Igluu Utrecht gevestigd is, werd in de twintigste eeuw gebouwd op het perceel van Jansdam 4 (oud).

De huisnummering van de noordzijde van de Jansdam is veranderd na de verbreding van de Korte Jansstraat waarvoor het huis buurhuis (Jansdam 2 oud; perceel A 1251) werd afgebroken.

Volgens de stadskaart Utrecht 2013 heeft het pand alleen het adres Jansdam 2 Utrecht; in de praktijk gebruikt Igluu Utrecht het adres Jansdam 2a Utrecht.

Claustraal erf XVI

Het perceel Jansdam 2 Utrecht behoorde in de middeleeuwen tot de immuniteit rond de Janskerk (claustraal erf XVI). Zie voor de geschiedenis daarvan Janskerkhof 10.

In een plecht van 6 juli 1620, inzake Jansdam 4, worden de erfgenamen van Lambert Canter als eigenaar van dit perceel genoemd.

Jan Frederixsz en Maria Marinus

In 1629 was het toenmalige huis op het perceel Jansdam 2 eigendom van Jan Frederixsz (brouwer te Bergen op Zoom) en Maria Marinus.

Jan Frederixsz Steenwijck en Maeijken Marinus waren op 6 oktober 1627 (o.tr. 22-9) in Bergen op Zoom getrouwd (31 Doop-, trouw- en begraafboeken Bergen op Zoom, 28 NH trouwboek 1626-1637). De eerste echtgenote van Jan Frederixs wordt in de akte niet genoemd; Maeijken Marinus was weduwe van Jan Jansen Schaffer / Schafter.

Hoe het echtpaar aan het huis gekomen was is nog niet duidelijk. Vermoedelijk hadden zij het gekocht van de erfgenamen van Lambert Canter; uit een procuratieakte van 1631 blijkt dat brouwer Jan Frederixsz Steenwijck Anthonetta Canter en haar echtgenoot Willem de Vries kende (West-Brabants Archief, Notaris Jan van Wesel, Minuutakten van andere akten, 1631, archiefnummer 50, Notariële archieven Bergen op Zoom, inventarisnummer 0026, blad 347-348, aktenummer 91, procuratieakte 27-05-1631).

Quirijn van Weede

De oudste tot nu toe gevonden transportakte van het perceel Jansdam 2 dateert van 1629. In dat jaar transporteerde Jan Frederixsz (brouwer te Bergen op Zoom) en Maria Marinus het huis aan Quirijn van Weede, doctor medicijnen te Leiden. De belending oostwaarts was Levina van Westhuysen, westwaarts jonker Lambert Canter (hoekhuis Korte Jansstraat en het kleine huis daarnaast).

Quirijn van Weede was een zoon van Cornelis van Weede en Alidt van Rynevelt (procuratieakte, 1650). Hij studeerde medicijnen in Leiden. Hij had zich op 27 december 1621 bij de Leidse universiteit ingeschreven (Album studiosorum academiae Lugduno Batavae). Hij was toen negentien jaar. Van Weede was in maart 1627 getrouwd met Lysbeth Pietersdochter. Volgens de huwelijksakte woonden beiden in Leiden. Nadien is het echtpaar naar Utrecht verhuisd. In 1657 woonde het echtpaar aan de Springweg in Utrecht (procuratieakte, 1657).

Agneta van Westervelt

In 1643 kreeg Agneta van Westervelt het huis getransporteerd door doctor Quirinius van Weede en Elisabeth Peters van den Vliede. Belendingen westwaarts waren erfgenamen van Dirck Canter, oostwaarts de erfgenamen van Levina van Westhuysen.

Cornelis van Domburch en Maria van Swanenburch

In november 1649 gaf Agneta van Westervelt procuratie om Jansdam 2 aan haar neef Cornelis van Domburch, raad in de vroedschap van Utrecht, te transporteren. Belendingen westwaarts waren de erfgenamen van Dirck Canter, oostwaarts de erfgenamen van Levina van Westhuysen.

Cornelis van Domburch, raad van de stad Utrecht, was in 1644 getrouwd met Maria van Swaenenburch. Het echtpaar had inwoning van hun (schoon)moeder en tante.

In december 1649 gaf Cornelia van Westervelt (-1671), weduwe van Esechiel van Domborch, wonende aan de Jansdam, geassisteerd door haar zoon Cornelis van Domborch, wonende aan de Jansdam, procuratie om een derde part in een kapitaal van f 2400,- ten laste van de VOC te Amsterdam te verkopen en aan de koper over te dragen. Haar zuster Agneta van Westervelt gaf een aantal malen procuratie (procuratieakte 1650, procuratieakte 1651, procuratieakte 1652).

In juni 1650 maakten Cornelis van Domborch en Maria van Swanenborch, wonende aan de Jansdam, een testament. Volgens het testament was Cornelis van Domborch oudt cameraer ende raet in de vroetschap van Utrecht. Cornelis van Domburch overleed in september 1652.

Eind september 1652 maakte Agnietgen van Westervelt, wonende aan de Jansdam, een testament, met een aanvulling in 1653. Cornelia van Westervelt maakte in 1652 een codicil.

Erf getransporteerd

In 1660 werd uit de boedel van de overleden schout Johan Liefting, eigenaar van Janskerkhof 8 en Janskerkhof 9 (oud), een gedeelte van een erf, gelegen terzijde van het huis van dhr Lieftinck annex het erf van de weduwe Domburch, getransporteerd aan Maria van Swanenberch, weduwe van Cornelis Domborch. Het erf, aan de westzijde 11,5 voet breed en aan de kant van het erf van koster Van Vliet (oostkant) acht voet breed, was volgens de transportakte gelegen aan het Janskerkhof.

In 1705 en 1709 maakte Maria van Swanenburg een testament. In 1709 sloot Maria van Swanenburg een akkoord met haar buurvrouw Aletta van Ravenswaey, weduwe van Johannes van den Eynden, over de lozing van dakwater en het onderhoud van goten.

Maria van Swanenburg overleed op 4 december 1709, wonende op de Jansdam. Zij werd begraven in de Jacobikerk.

Pieter van Nes

In oktober 1713 gaven de erven Maria van Swanenburgh procuratie om het huis en erf aan de noordzijde van de Jansdam aan Pieter van Nes te transporteren. De belending westwaarts was Aletta van Ravenswaey, de belending oostwaarts was Dirck Wildecamp. Het perceel strekte van de straat tot achter aan het erf van Johan van Nes (Janskerkhof 8 oud). In de transportakte wordt verwezen naar de transporten van 13-11-1649 en 29-6-1660 voor het gerecht van Utrecht.

Pieter van Nes (1676-1744) was een zoon van Jan van Nes en Margareta Reynders (zie Janskerkhof 11). Hij was in 1708 getrouwd met Margareta Elisabeth van Cuylenborch (1687-1772). Uit een krantenbericht uit 1723 (Amsterdamse Courant, 02-12-1723, Delpher) en de verkoopakte (1733) blijkt dat zij het huis zelf bewoonden.

Johan Kick en Johanna Beens

In 1733 verkochten Pieter van Nes, rentmeester van de ridderschap van Utrecht, en Margareta Elisabeth van Cuylenborch het huis aan Johan Kick en Johanna Beens.

Johan Kick en Johanna Beens waren in 1729, onder huwelijkse voorwaarden, getrouwd. In 1740 maakte Johanna Beens, weduwe van Johan Kick, een testament waarin zij haar zuster Maria Helena Beens als erfgename aanwees.

In 1741 hertrouwde Johanna Beens, onder huwelijkse voorwaarden, met Gerard Pieper.

Carel Daniels

In 1745 verhuurde Johanna Beens, weduwe van Johan Kick, Jansdam 2 aan Carel Daniels. Uit de huurakte blijkt dat het huis voordien werd bewoond door Lambartus Bylandt. Deze had in 1744 een huis aan de Steenweg gekocht.

In 1751 maakte Johanna Beens, weduwe van Johan Kick, een testament, waarin zij de kinderen van haar zuster Elisabet van der Crab geboren Beens als erfgenamen aanwees. Het huis aan de Jansdam werd in dit testament bestemd voor haar nicht Maria van der Crab.

Maria van der Crab

In 1757 trouwde Maria van der Crab onder huwelijkse voorwaarden met de predikant Henrikus Blankstein uit Huizinge. Maria van der Crab overleed in 1763 te Huizinge.

Op 1 september 1769 ging Henrikus Blankstein te Huizinge in ondertrouw met Catharina Wessels uit Amsterdam. Zij trouwden in de Nieuwe Kerk te Amsterdam. In 1781 werd de predikant Hendrik Blankestein genoemd als belending. Henrikus Blankstein overleed in 1796 te Huizinge.

(…)

Jan Willem Nieuwenhuisen en Geertruij van Vliet

Tijdens de volkstelling van 1813 werden Jan Willem Nieuwenhuisen en Geertruij van Vliet met de 23-jarige Catharina Bruggen op dit adres geregistreerd.

Jan Willem Nieuwenhuisen (-1833) en Geertruij van Vliet (-1840) waren in 1808 getrouwd. Jan Willem Nieuwenhuisen was musicus. Het echtpaar woonde hier nog maar kort; hun dochter Geertruij Johanna was, twee maanden oud, in mei 1812 overleden aan de Lange Nieuwstraat (BS Utrecht 1812 O, aktenr. 557).

Johannes Kool

Tijdens de volkstelling van 1824 werden Johannes Kool (1776-1827), schipper op ’s Hagen, en zijn echtgenote Cornelia Johanna Kool geb. Reede, op dit adres geregistreerd (p. 68).

Johannes Kool en Cornelia Johanna Reede waren in 1814 getrouwd (BS Utrecht 1814 H, aktenr. 10). Johannes Kool overleed op 51-jarige leeftijd, op 11 september 1827 (BS 1827 O, aktenr. 819).

Tijdens de volkstelling van 1830 (Volkstelling 1830 wijk G deel 1, blad 312; uitgevoerd in 1829) werd Cornelia Johanna Kool geboren Reede met een dienstbode op dit adres geregistreerd.

Cornelia Johanna Reede overleed op 59-jarige leeftijd op 29 november 1829 (BS Utrecht 1829 O, aktenr. 1344).

Erven J. Kool

In de OAT 1832 worden de erven J. Kool als eigenaar vermeld van perceel A 1252 (huis en erf).

Predikant Reudler

Ook de Lutherse predikant Reinhard Theodorus Frederik Reudler (1796-1855) en zijn echtgenote Maria Elisabeth Overmeijer (- Den Haag 1838) werden in de registratie van de volkstelling van 1830 op dit adres opgenomen. Achter zijn naam staat vermeld dat hij van G 231 (Janskerkhof 23) kwam. De bijschrijving moet later hebben plaatsgehad. Ook op Janskerkhof 23 werden zij geregistreerd. Daar werd op 26 juli 1829 nog hun dochter Louisa Helena Frederika geboren (BS Utrecht 1829 G, aktenr. 907). Zij overleed op 27 mei 1831, wonende op Jansdam H 320 (BS Utrecht 1831 O, aktenr. 756).

Op 3 oktober 1831 werd Ernst Hendrik Reudler, zoon van de Lutherse predikant Rijnhard Theodorus Frederik Reudler (1796-1855) en Maria Elisabeth Overmeijer, op Jansdam H 320 geboren  (BS Utrecht 1831 G, aktenr. 1194).

Maria Clasina de Leeuw

Tijdens de volkstelling van 1840 werd Maria Clasina de Leeuw, weduwe van Justus Visch, met twee dienstmaagden op dit adres geregistreerd.

Justus Visch (1750-1831), zoon van Mattheus Visch en Adriana Blankensteijn, was in 1831, wonende over de Domsteeg overleden (BS Utrecht 1831 O, aktenr. 1078). Hij woonde ten tijde van de volkstelling van 1813 op Achter Sint Pieter.

Maria Clasina de Leeuw, weduwe van Justus Visch, overleed op 5 november 1840, op haar woonadres Jansdam G 320 (BS Utrecht 1840 O, aktenr. 1404). In 1841 werd voor het sterfhuis van de weduwe Visch-de Leeuw de inboedel verkocht (Utrechtsche provinciale en stadscourant, 22-03-1841, p. 3).

Michiel Adriaan van Koetsveld van Ankeren

Het huis werd vervolgens verhuurd aan Michiel Adriaan van Koetsveld van Ankeren en zijn echtgenote Elisabeth Johanna Maria Fabricius.

Gerrit Reede

In 1847 werd het huis te koop aangeboden (Utrechtsche provinciale en stads-courant, 29-11-1847, p. 4). Het huis werd voor f 4480 verkocht aan G. Reede (idem, 20-12-1847, p. 3).

Het echtpaar Van Koetsveld van Ankeren bleef hier wonen. In het bevolkingsregister 1850-1858 staan commissaris van politie Michiel Adriaan van Koetsveld van Ankeren, zijn echtgenote Elisabeth Johanna Maria Fabricius, hun vier kinderen en een personeelslid vermeld (Bevolking 1850-1859; deel 7525, wijk G, blad 428).

Het gezin verhuisde in 1850.

Pieter Dwars

Vervolgens kwam Pieter Dwars met zijn vier kinderen en een dienstmeid hier wonen. Pieter Dwars had eerder op G 322 gewoond. Hij verhuisde naar F 226.

Maria Magdalena Gobius

Daarna kwam Maria Magdalena Gobius, weduwe van Jacob de Brauw, met drie kinderen op dit adres wonen (Bevolking 1850-1859; deel 7525, wijk G, blad 428).

Maria Magdalena Gobius, weduwe van Jacob de Brauw, overleed op 1 februari 1862, op 77-jarige leeftijd, wonende op Jansdam G 320 (BS Utrecht 1862 O, aktenr. 162).

Gerrit Reede

Op 7 mei 1863 werd het huis betrokken door Gerrit Reede (1806-). Op 29 oktober 1863 verhuisde hij naar A 1209 (tegenwoordig Lepelenburg 101).

Hendrik Feltkamp

Jansdam Utrecht
Jansdam, met rechts, verscholen achter de alkoof, een stukje van het oude huis Jansdam 4, rond 1904 (collectie Het Utrechts Archief)

In november 1863 kwamen Hendrik Feltkamp (1832-) en zijn echtgenote Cornelia Frederica Susanna Constantia van Dompseler (1827-) hier wonen. Hendrik Feltkamp was koopman. Het gezin verhuisde op 9 juni 1868 naar Amsterdam (Bevolking 1860-1879; deel 7580, wijk G, blad 543).

Joannes Antonie de Vassij

Op 29 juni 1868 kwamen Joannes Antonie de Vassij en zijn echtgenote Jeanne Maria Angelina Harloff met hun kinderen hier wonen. Het gezin verhuisde in april 1871 naar Den Haag.

Jurjen IJsselman

Op 18 april 1871 kwamen Jurjen IJsselman en Mathilde Ballinger op Jansdam 2 wonen. Zij waren in 1853 in Den Haag getrouwd. In juli 1871 verhuisden zij naar Katwijk aan den Rijn.

P.G. Delfgaauw

In 1908 werd een nieuw huis en afdak op de open plaats achter dit perceel gebouwd. Het huis werd ontworpen door de architect M.E. Kuiler (HUA, bouwdossier 4270-110-12). Op de bouwtekening van de afdak (HUA, bouwdossier 4270-110-61) staat de naam P.G. Delfgaauw. Petrus Gerardus Delfgaauw werd op 18 april 1908 met zijn gezin in het bevolkingsregister ingeschreven (Bevolking 1900-1910 wijk 1, deel 6-7, blad 1442).

Petrus Gerardus Delfgaauw (1875-1964) was in 1905 getrouwd met Dirkje Gesina Braster (1874-1967) (BS Utrecht 1905 H, aktenr. 425). In 1914 was P.G. Delfgaauw op Jansdam 2 gevestigd (Nieuwe Rotterdamsche Courant, 27-05-1914, Delpher). Volgens het bevolkingsregister was Delfgaauw winkelier. Volgens een advertentie in Het Centrum (23-03-1922, Delpher) was P.G. Delfgaauw bondsrijwielhersteller.

Verbouwing Jansdam 2 Utrecht

In 1925 vond een verbouwing van het pand plaats. P.G. Delfgaauw verplaatste zijn rijwielmagazijn en werkplaats gedurende de verbouwing van Jansdam 2 Utrecht naar Lange Jufferstraat 22 (Utrechts Nieuwsblad, 17-02-1925, p. 4).

In september 1925 adverteerde Delfgaauw weer met het adres Jansdam 2 (Utrechts Nieuwsblad, 02-09-1925, p. 7).

Fageda

In de jaren vijftig zat het Centraal kantoor bedrijf Fageda op Jansdam 2 Utrecht.

(…)

Huidige bestemming Jansdam 2: SANAA

Op Jansdam 2 Utrecht is galerie SANAA gevestigd.

Huidige bestemming Jansdam 2A: IGLUU Utrecht

Op Jansdam 2a Utrecht is Igluu Utrecht gevestigd.


Vorige huis: Jansdam 2 oud Utrecht.
Volgende huis: Jansdam 4 Utrecht.


Gepubliceerd: 31-01-2016 door Caroline Pelser. Laatst geactualiseerd op 17-09-2024.

Scroll naar boven