Janskerkhof 27-28 Utrecht “Het Huis van Sint Jacob”

Huizen tegen de Janskerk
Janskerkhof 27-28, rond 1970 (collectie Het Utrechts Archief)

Janskerkhof 27-28 Utrecht (tot 1890: Janskerkhof wijk G no. 244), waar het Nederlands Genootschap van Sint Jacob is gevestigd, is een rijksmonument. Het woon-werkhuis werd in de zeventiende eeuw als dwars huis tegen de Janskerk aangebouwd. Tegenwoordig wordt het huis “Het Huis van Sint Jacob” genoemd.

Het Nederlands Genootschap van Sint Jacob gebruikt het adres Janskerkhof 28a Utrecht.

M. Dolfin e.a. omschrijven Janskerkhof 27-28 als “[e]en ondiep 17de-eeuws dwars huis gebouwd tegen het koor van de Janskerk, bestaande uit twee bouwlagen, een kelder, een kelder onder de zuider koorkapel van de Janskerk en een zadeldak. Boven zowel de begane grond als de verdieping ligt een enkelvoudige balklaag.”

Rijksmonument

In het Rijksmonumentenregister worden Janskerkhof 27 (monument nr. 36171) en Janskerkhof 28 (monument nr. 36172) beide omschreven als:

“Huis onder rechte kroonlijst tegen de Janskerk gebouwd, XVIII”, met als oorspronkelijke functie: “Werk-woonhuis”.

Jan Gerritsz van Leusden

In 1629 kreeg steenhouwer Jan Gerritsz van Leusden toestemming om tussen de pilaren van het koor en de sacristie een huisje te bouwen. In het archief van het kapittel van Sint Jan is daarover de volgende aantekening te vinden:

“1629. May 1. Is geconsenteert Jan Gerritsz., steenhouwer, tusschen die twee pilaren van ’t choor ende de sacristie deser kerke, te synen coste te moghen doen maken een huysken, by provisie tot revocatie.”

Jan Gerritss van Leusden bouwde, in 1640, achter het koor van de Janskerk, de ingang van de stadsbibliotheek.

Jacob Gerritss van Leusden

Of Jan Gerritsz inderdaad een huisje heeft gebouwd is nog niet duidelijk. Janskerkhof 27-28 dateert van 1632. In het archief van het kapittel van St. Jan is over de bouw van het huis de volgende aantekening te vinden:

1632. (…) Apr. 6. Jac. Geritsz., steenhouwer, werdt vergost te mogen timmeren een huys aende kerke, welk huys sal in huren gebruyken hy ende syn erffgenamen, den tyt van 60 jaren, ende dat voor 6 gl. jaerlyx ende пае expiratie vd. 60 jaren, sal noch 20 jaren huer hebben ende voor 7 gl. jaerlix, vry gelt ende sal het huys aen niemand mogen verhuren, dan den personen den capittele aengenaem, ende пае expiratie vd. 80 jaren, sullen ’t capittele het huis naer haer moghen nemen, mits betalende twee derde part vd. weerde.

Steenhouwer Jacob Gerritss van Leusden was een broer van Jan Gerritss van Leusden. Hij woonde op de Steenweg (voogdijbenoeming, 1632). Jacob Gerritss van Leusden overleed voor oktober 1637.

Johannes Leusden

Johannes Leusden
J. Leusden. Fotoreproductie van een schilderij van C. Jonson van Ceulen uit ca. 1660 (collectie Het Utrechts Archief)

In 1660 verkochten zijn zuster Neeltgen (Cornelia) Gerrits van Leusden, weduwe van Gerrit van Borculo (tr. 1652), en broer Jan Gerritss van Leusden met diens kinderen Willem van Leusden en Janniken van Leusden het huis aan de zuidzijde van de Janskerk, gelegen op grond van het kapittel van Sint Jan, aan hun neef Johannes Leusden (biografie; 1624-1699), professor in de academie te Utrecht (zie ook aktenr. 45).

De verkopers gaven nog dezelfde dag procuratie om het huis aan Johannes Leusden te transporteren. Het huis werd tevens verhypothekeerd. Neeltgen Gerrits van Leusden, die blijkens haar testament van 1656 en een akkoord van 1659 in de Lange Nieuwstraat woonde, was eigenaresse van het huis; Willem van Leusden en Janniken van Leusden verkochten het huis als fideïcommissaire erven van hun grootmoeder Elisabeth Jansdr van Baerle, weduwe van Gerrit Jacobss van Leusden, en laatst weduwe van Gysbert Laurenss van Vreeswyck (tr. 1617).

Johannes Leusden woonde ten tijde de koop van het huis, in mei 1660, in de Oudmunsters Trans. In 1661 trouwde hij met Elisabeth van der Nypoort. In juni 1661 maakte het echtpaar een testament, wonende in de Oudmunsters Trans. In 1666 kocht Johannes Leusden een huis aan de Nieuwegracht bij de Jeruzalemsteeg [= Jeruzalemstraat], waar hij, blijkens een codicil, in 1695 nog woonde.

Grietje van Luesden en Floris van Waveren

Het is niet ondenkbaar dat Johannes Leusden het huis kocht voor zijn zuster Grietje van Luesden en haar echtgenoot Floris van Waver(en). Floris van Waveren en Grietje van Luesden waren in 1651 getrouwd. Grietje van Luesden woonde toen achter ’t Wystraet. Daar woonde het echtpaar nog toen zij in 1659 hun dochter Aletta lieten dopen.

Ten tijde van de doop van hun dochter Johanna, in 1661, woonde het echtpaar op het Janskerkhof. Op 24 januari 1662 lieten Floris van Waver, steencoper, en Grietgen van Luesden een akte van voogdijbenoeming opstellen, wonende aan het Janskerkhof.

Floris van Waver overleed op 24 januari 1662 aan het St. Janskerkhof ’s avonts ten 10 uren, nalatende zijn huisvrouw met onmondige kinderen. Hij werd begraven in de Catharijnekerk.

Gritie van Leusden, weduwe van Flooris van Waveren, overleed op 17 januari 1679, wonende aan het Janskerkhof, nalatende mondige en onmondige kinderen.

Tekening Engelbert van Engelen

Janskerk met Janskerkhof 27-28
Janskerk, Engelbert van Engelen (collectie Het Utrechts Archief)

Over de bewoningsgeschiedenis in de periode 1679-1709 is nog niets gevonden. Gezien de overeenkomst van 1632 heeft het kapittel het huis vermoedelijk teruggekocht.

In de periode 1690-1710 werd de Janskerk getekend door Engelbert van Engelen, bewoner van Boothstraat 14. Op de tekening is ook Janskerkhof 27-28 te zien.

Hendrik van Oostveen

In september 1709 verhuurde het kapittel van Sint Jan het huis aan het choor van de Janskerk aan Hendrik van Oostveen, voor de tijd van vijftig jaar ingaande op 1 mei 1710.

In 1710 werd een schuldbekentenis (fl. 1200,-) van meester timmerman Hendrik van Oostveen, in 1701 getrouwd met Elisabeth de Rhie, vastgelegd, wegens de verbouwing en huurkoop van een huis “aen de kerke St. Jan”, in erfpacht van de Janskerk. Schuldeiser was Carolus Gustavus Welker, praeceptor van de Latijnse school. In 1706, bij de doop van hun dochter Maria Johanna, woonde het echtpaar Van Oostveen nog bij de Jansbrug.

Hendrik van Oostveen en Elisabeth van Rie lieten op 1 september 1711 hun dochter Sebilla dopen, wonende aan het Janskerkhof.

Elisabeth d Rhie overleed op 29 november 1711 aan het Janskerkhof, nalatende haar man met onmondige kinderen.

In 1713 vond een uitkoop plaats door Hendrik van Oostveen uit de nagelaten boedel van Elisabeth de Rhie, waarbij Carolus Gustavus Welker optrad als voogd van de onmondige kinderen. Enkele maanden later hertrouwde Van Oostveen, op huwelijkse voorwaarden, met Johanna van Amerongen, weduwe van Gerrit Scheffer. Op 10 februari 1715 lieten zij hun dochter Sibilla dopen, wonende aan het Janskerkhof.

Gerrit van Oostveen

Op 25 mei 1752 besloot het kapittel van Sint Jan het huis te verhuren aan Gerrit van Oostveen (1703-1755), zoon van Hendrik en Elisabeth de Rhie, wederom voor vijftig jaar. Gerrit van Oostveen was getrouwd met Aariaantje van Dijk.

Daniel van Lent en Elisabeth Bolsweert

Gerrit van Oostveen verhuurde het huis in 1753 aan meester schilder Daniel van Lent. Daniel van Lent was in 1748, onder huwelijkse voorwaarden, getrouwd met Elisabeth Bolsweert. Hun dochter Johanna was in 1749 geboren op de Breestraat. Met zijn eerste vrouw Sara Coetri, die in 1744 in het kraambed was overleden, had Daniel van Lent in de Lange Jansstraat gewoond.

In mei 1755 maakte Gerrit van Oostveen een testament. Gerrit van Oostveen overleed op 4 oktober 1755 in de Lange Jufferstraat bij de Wittevrouwenpoort, nalatende zijn vrouw en twee onmondige kinderen. Hij werd begraven in de Jacobikerk.

In 1761 werd het huis door Adriana van Dijk, weduwe van Gerrit van Oostveen, wederom verhuurd aan Daniel van Lent.

Boedelscheiding

In 1769 gaf sergeant Willem de Louter, wiens garnizoen te Leeuwarden gelegerd was, procuratie aan zijn echtgenote Wilhelmina Hendrina van Oostveen om met haar broer Isaac van Oostveen de boedel van hun moeder Adriana van Dyk, in leven weduwe van Gerrit van Oostveen, te scheiden. Bij de boedelscheiding werd een huis Agter het Nieuwe Vleeshuys, nz St Jans Oudwijk, aan Wilhelmina Hendrina van Oostveen toebedeeld. Het huis bij de Janskerk wordt niet genoemd; vermoedelijk had Daniel van Lent de huurkoop overgenomen.

In maart 1779 maakten Daniel van Lent en Elisabeth Bosweert een testament. Daniel van Lent overleed op 28 augustus 1779 op het Janskerkhof, nalatende zijn vrouw, geen kinderen. Hij werd begraven in de Geertekerk.

In 1787 maakte Elizabeth Bolsweert een testament, wonende aan het Janskerkhof tegen de kerk.

Jan Terlingen

In 1791 verhuurde Elizabeth Bolsweert het huis en werkhuis naast de kerk en de stallinge naast het huisje van de brandspuit aan Jan Terlingen. Het huisje van de brandspuit bevond zich rechts naast de ingang van de stadsbibliotheek.

De brandspuit op het Janskerkhof, 1877
De brandspuit op het Janskerkhof, 1877 (collectie Het Utrechts Archief)

In 1792 werd de staat van het huis onderzocht en aan het kapittel van Sint Jan gerapporteerd. Bij onderzoek door timmerman Gielen (Boothstraat 11) was gebleken dat het huis de laatste jaren zeer slecht was onderhouden. Reparatiewerkzaamheden waren dringend noodzakelijk. Aangezien de huurtermijn van de weduwe Van Lent nog 17 jaar was, hadden de heren Van Doelen en Grothe met haar gesproken over het afstand doen hiervan. (Johannes van Doelen en Willem Eliza Grothe waren beiden kanunnik in het kapittel van Sint Jan.) De weduwe vroeg echter een schadeloosstelling van f 1600.-, omdat zij de huurinkomsten gebruikte om haar schulden af te betalen. Dit bedrag kwam de heren te hoog voor. De uitkomst van het overleg was dat Elisabeth Bolsweert nog enig uitstel werd verleend.

Juffr. Elisabeth Bosweerd, weduwe van Daniel van Lint (sic), overleed op 19 mei 1793, op de Oudegragt bij de Hamburgerbrug. Zij liet geen familie na. Zij werd begraven in de Buurkerk.

Eigendom van Janskerk

Deurwaarder Heijlidij werd aangewezen om de boedel te liquideren. Hij deed op 12 juli 1793 de huur over aan de deken en kanunniken van het kapittel van Sint Jan en verkocht twee-derde van het huis voor f. 800.

Op 20 augustus 1793 werd het huis aan de zuidzijde van de Janskerk, staande tegen de kerk aan, tussen de pilaren, en twee loodsen (twee-derde gedeelte), aan de noordzijde van de Janskerk, uit de boedel van Elizabeth Bolsweert getransporteerd aan de kanunniken en capitulairen van de Janskerk.

OAT 1832

In de OAT 1832 staat de Janskerk als eigenaar van perceel A 1234 (huis en erf) vermeld.

Dirk Setteur

Tijdens de volkstelling van 1813 werden timmerman Dirk Satteur (Setteur; 1777-1835) en zijn echtgenote Maria van der Vliet (ca. 1773-1860) op dit adres geregistreerd. Zij waren in 1804 getrouwd. In 1806, bij de doop van hun zoon Dirk (ovl. 1806), woonden zij nog in de Voorstraat.

Tijdens de volkstelling van 1824 werden timmerman Dirk Satteur (Setteur), zijn echtgenote Maria van der Vliet en de 17-jarige timmerman Dirk Trouw van der Vliet op dit adres geregistreerd (p. 54).

Tijdens de volkstelling van 1830 woonde hier ook de 24-jarige Louisa de Leur (1805-1865), een nicht van Dirk Satteur. Bij de verbouwing van Janskerkhof 16, in 1832, voorzag Dirk Setteur de vertrekken op de hoofdverdieping van nieuwe betimmering en raamkozijnen (D.J. Biemond, p. 104). Dirk Setteur overleed op 8 december 1835 op zijn woonadres Janskerkhof wijk G No. 244 (BS Utrecht 1835 O, aktenr. 1256).

Tijdens de volkstelling van 1840 werden Dirk [Trouw] van der Vliet (ca. 1808-1871), zijn echtgenote Johanna de Bont (ca. 1808-1868), drie kinderen en Christina Cornelia Hollerman, hun 16-jarige dienstmaagd, op dit adres geregistreerd (p. 241).

Johannes (Albert) Buijen van Weelderen

In 1851 maakten burgemeester en wethouders van Utrecht een nieuwe regeling voor de plaatsing van dreggen bestemd voor het redden van drenkelingen bekend (Utrechtsche provinciale en stads-courant, 7-7-1851, p. 1). Een dreg werd geplaatst bij timmerman J. Buijen, op het St. Janskerkhof G no. 244 (Janskerkhof 28), bestemd voor het geval iemand in de Drift zou vallen.

In 1860 maakten burgemeester en wethouders van Utrecht een nieuwe regeling voor de plaatsing van dreggen bekend (Utrechtsche provinciale en stads-courant, 27-10-1860, p. 1). Een dreg werd geplaatst bij timmerman J. Buijen van Weelderen op Janskerkhof wijk G no. 244.

Volgens het Bevolkingsregister was de voornaam van J. Buijen Johannes; volgens de Burgerlijke Stand was zijn voornaam Albert. Vermoedelijk noemde hij zich Jan of Johannes, naar zijn (natuurlijke) vader Jan Buijen. Albert van Weelderen, zoon van Maria van Weelderen, was in 1832 getrouwd met Helena Elisabeth de Leur (1809-1871). Zij was een zuster van Louisa de Leur. Hun zoon Laurens Buijen van Weelderen (1851-1918) woonde vanaf 1878 op Korte Jansstraat 17 (oud).

In 1871 overleed Helena Elisabet de Leur, echtgenote van Albert Buijen van Weelderen, op haar woonadres Janskerkhof G 244 (BS Utrecht 1871 O, aktenr. 1763). Johannes Buijen van Weelderen verhuisde volgens het bevolkingsregister in 1878 naar Drift G 328 (Drift 5 oud). Albert van Buijen van Weelderen overleed in 1887, op 81-jarige leeftijd, wonende op Janskerkhof G 328 (BS Utrecht 1887 O, aktenr. 1429).

Omnummering

De werkplaats (links) had in de negentiende eeuw geen wijknummer; het woonhuis (rechts) had als wijknummer Janskerkhof G 244. In 1890 werd het adres Janskerkhof wijk G no. 244 omgenummerd in Janskerkhof 28 en kreeg de werkplaats als adres Janskerkhof 27 (HUA, catalogusnr. 119149).

Albartus Roskam

Janskerkhof 27-28, periode 1905-1915 (collectie Het Utrechts Archief)
Janskerkhof 27-28, periode 1905-1915 (collectie Het Utrechts Archief)

In het bevolkingsregister 1890-1900 en 1900-1910 staan de schilder Albartus Roskam (1858-1944), zijn echtgenote Christina Johanna Hupkes (1858-1918), en hun kinderen op Janskerkhof 28 ingeschreven. Er woonden ook personeelsleden en een neef die student was. Het blad van Janskerkhof 27 – de werkplaats – is leeg (Bevolking 1890-1900 wijk A1 deel 3, blad 1406; Bevolking 1900-1910 wijk 1, deel 6-7, blad 1457).

Mogelijk is de linker man op de foto, die de emmer leeggiet voor het pand Janskerkhof 27-28, Albartus Roskam. Op een foto in de collectie van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed is beter te zien dat boven de deur van de werkplaats een groot bord hangt met de tekst “Werkplaats van A. Roskam”.

In de telefoongids 1915 staat A. Roskam vermeld met het adres Janskerkhof 27-28 en het telefoonnummer 1172.

In 1922 hertrouwde Albartus Roskam met Johanna Gerwig (1876-1945).

Huidige bestemming Janskerkhof 27-28: Nederlands genootschap van Sint Jacob

Het huis wordt gebruikt door het Nederlands Genootschap van Sint Jacob, een vereniging van mensen met belangstelling voor het pelgrimsoord Santiago de Compostela.

Hoewel Janskerkhof 27-28 nog steeds de officiële nummering is, worden in de praktijk de adressen Janskerkhof 28 (rechts) en Janskerkhof 28a (de voormalige werkplaats; links) gebruikt.

Bronnen


Vorige huis: Janskerk Utrecht.


Gepubliceerd: 08-03-2012 door Caroline Pelser. Laatst geactualiseerd op 05-09-2024.

Scroll naar boven