
Janskerkhof 13a Utrecht (tot 1890: Janskerkhof wijk H no. 610) is een rijksmonument. Het huis is tegenwoordig verbonden met Janskerkhof 13.
Volgens M. Dolfin e.a., p. 292, is het huis in het midden van de zeventiende eeuw ontstaan door een grondige verbouwing van een ouder zeventiende-eeuws pand. Het huis was van oorsprong dwars. Door het huis naar achteren uit te bouwen, waarbij de achtermuur een binnenmuur is geworden, is een vierkant huis ontstaan.
Rijksmonument
Janskerkhof 13a Utrecht wordt in het Rijksmonumentenregister (monument nr. 36159) omschreven als: “Statig huis met rechte kroonlijst. Aanvang XIX.”
Claustraal erf VI
De grond waarop Janskerkhof 13a Utrecht gebouwd is behoorde in de middeleeuwen tot claustraal erf VI. Het claustraal erf VI besloeg in breedte de percelen van Janskerkhof 13 en Janskerkhof 13a en liep van het Janskerkhof, langs de Drift, tot aan de Voorstraat (Voorstraat 89). Het claustraal huis stond ter hoogte van Drift 6.
In het begin van de zeventiende eeuw was claustraal erf VI eigendom van Pompeius a Montzima, kanunnik en thesaurier van Oudmunster te Utrecht. Na diens overlijden, in 1637, werd claustraal erf VI door zijn erfgenamen in drie percelen verdeeld en verkocht.
De voorste helft van het erf, grenzend aan het Janskerkhof, werd in 1639 uit de boedel van Montzima getransporteerd aan luitenant-kolonel Pierre Durfort. Durfort behield het achterste stuk hiervan voor zichzelf. In 1641 transporteerde hij het voorste gedeelte, de huidige percelen Janskerkhof 13, Janskerkhof 13a en Drift 2, aan Francois van Halewijn, heer van der Werve. Het perceel dat Van Halewijn kocht liep volgens de transportakte aan de achterzijde ”tot aen de Meloenberch van P. Durfort toe”.
Bouw Janskerkhof 13a Utrecht
Er wordt wel aangenomen dat Bartholomeus van Vloten, die in 1648 het perceel Janskerkhof 13 had gekocht, het perceel Janskerkhof 13a – volgens de transportakte toen nog een “ledich erf” – in 1651 van Francois van Halewijn kocht. Vervolgens zou hij het perceel in de tweede helft van de zeventiende eeuw – nog steeds onbebouwd – hebben verkocht aan de volgende eigenaar, Samuel de Marez (zie W.J. Spies, De Nederlandsche Leeuw, 1998).
Dit lijkt in tegenspraak met het bouwhistorisch onderzoek door M. Dolfin e.a. Gelet op de tijdsaanduiding van dat onderzoek, kan Van Vloten het perceel niet leeg aan De Marez hebben verkocht (de aktes zijn helaas niet bewaard gebleven). De tijdsaanduiding van Dolfin volgend, moet Van Vloten het genoemde dwarse huis hebben gebouwd. Het dwarse huis zou dan later – ofwel nog door Van Vloten ofwel door De Marez – moeten zijn verbouwd tot een vierkant huis.
Hoewel berustend op bouwhistorisch onderzoek, is ook de laatstgenoemde versie niet overtuigend. Het buurhuis Janskerkhof 13, dat in opdracht van Van Vloten werd gebouwd, is van oorsprong een vierkant huis. Het is niet aannemelijk dat Van Vloten in een zelfde periode twee huizen naast elkaar heeft laten neerzetten in verschillende bouwstijlen.
Stond er dan misschien toch al een huis op het perceel Janskerkhof 13a toen Van Vloten het perceel in handen kreeg? Op de kaart van Georg Braun en Frans Hogenberg, daterend van 1572, is een poortgebouw zichtbaar op deze locatie. Mogelijk is na de bouw van Janskerkhof 13 dat poortgebouw in de stijl hiervan uitgebouwd tot een vierkant huis. Dat Janskerkhof 13a gelijktijdig met de bouw van Janskerkhof 13 is verbouwd lijkt, gelet op de verschillende en niet aansluitende gevels (goed te zien aan de achterzijde van de panden), niet waarschijnlijk.
Bartholomeus van Vloten, die vlak voor zijn overlijden een testament maakte, overleed in 1667. Zijn weduwe Gysberta Cecilia van der Borch, die lijftocht had, hertrouwde in 1671 met Floris Foeyt, heer van Emiclaer.
Samuel de Marez
De akten van het transport van de huizen Janskerkhof 13 en Janskerkhof 13a door de erven Bartholomeus van Vloten aan de volgende eigenaar, Samuel de Marez (zie Janskerkhof 13), zijn niet bewaard gebleven. Volgens het eerder genoemde artikel in het tijdschrift De Nederlandsche Leeuw (1998) moet de verkoop van de huizen rond 1685 worden gedateerd. Uit het Manuaal van het Dubbele huisgeld, 1678, valt echter af te leiden dat De Marez de huizen al in 1679 in handen had. Zijn eerste betaling dateert van 27 mei 1679.
Samuel de Marez overleed op 11 september 1691 te Utrecht. Zijn weduwe Margarita Trip overleed op 28 juli 1714, wonende aan het St. Janskerckhoff. Zij werden begraven in de Domkerk.
In 1715 sloten de executeurs-testamentair van de boedel wijlen Margareta Trip, weduwe van Samuel de Mareez, een akkoord met Mr. Arnoud Spoor en Anthony de Goyer, eigenaren van Janskerkhof 14, over de verbouwing van de poortkamer behorend bij dat perceel.
Laurens Storm van ’s Gravesande en Anna Josina Storm van ’s Gravesande
Bij de boedelscheiding in 1717 kwam Janskerkhof 13a Utrecht in handen van achterkleinkinderen van Samuel de Marez en Margaretha Trip. Laurens en Anna Josina Storm van ’s Gravesande waren nog minderjarig. Hun erfportie werd daarom aanvankelijk door de Momboirkamer beheerd.
Hun ouders Pieter Storm van ’s Gravesande en Alpheda Louisa van Luchtenburgh (1686-1711) waren in 1703 getrouwd. Alpheda Louisa van Luchtenburgh was een dochter van Louisa de Marez (1663-1717) en Johan van Luchtenburg. Louisa de Marez was zelf door haar moeder Margaretha Trip onterfd, vanwege haar “dissoluit en ongebonden leeven“.
Laurens Storm van ’s Gravesande en Anna Josina Storm van ’s Gravesande hebben niet op Janskerkhof 13a gewoond. Hun vader Pieter Storm van ’s Gravesande was schepen van ‘s-Hertogenbosch. Beiden werden geboren in Den Bosch.
Anna Josina Storm van ’s Gravesande trouwde met Cornelis de Visscher. Rond 1737 woonden zij in Bergen op Zoom.
Laurens Storm van ’s Gravesande (biografie; 1704-1775) ging in 1721 in het leger. Hij trouwde in 1728 (huw. voorw. 21-06-1728) met Lumea Constantia van Bergheyk. Van 1738 tot 1772 werkte Laurens Storm van ’s Gravesande voor de WIC. Hij was gouverneur en later directeur-generaal van de Nederlandse kolonie Essequebo (Guyana, zie Wikipedia).
Anthonia Roosterman
Janskerkhof 13a Utrecht werd verhuurd aan Anthonia Roosterman (1660-1741), weduwe van Abraham Elsevier (†1707).
De moeder van Anthonia Roosterman, Anna van Mansvelt, was Utrechtse. Anthonia Roosterman was echter geboren en getogen in Rotterdam. Haar vader Ludolph Roosterman was zeepzieder in ‘de Oliphant’ aan de noordzijde van de Hoochstraet te Rotterdam.
Anthonia Roosterman was in 1716 naar Utrecht verhuisd om in de buurt te wonen van haar dochter Anna Elsevier (Rotterdam 1685 – Utrecht 1748). Op 29 april 1716 werd Antonia Roosterman, komende van Rotterdam, in het lidmatenregister van Utrecht opgenomen, met het adres Janskerkhof (NL-UtHUA_A70702_000134).
In december 1716 verklaarde Ysabella Blanckers, weduwe van Antony van Mansvelt, bij de notaris dat Antonia Roosterman, wonende in Utrecht, de enige dochter en erfgename van haar vader Ludolph Roosterman was. Haar overleden echtgenoot Antony van Mansvelt was een halfbroer van Anthonia’s moeder Anna van Mansvelt. Isabella Blanckerts was bovendien de schoonmoeder van Anthonia’s dochter Anna Elsevier. Anna Elsevier was in 1712 getrouwd met Jan Pieter van Mansvelt (1686-1756).
Jan Pieter van Mansvelt en Anna Elsevier

Waarschijnlijk woonden haar dochter en schoonzoon bij haar in. Anna Elsevier en Jan Pieter van Mansveldt woonden – zo blijkt uit de doopinschrijvingen van hun zonen Abraham Ludolph van Mansveld (1717-1762) en Martinus van Mansveldt (1718–1718) – vanaf dezelfde tijd op het Janskerkhof. Daarvoor hadden Anna Elsevier en Jan Pieter van Mansvelt in de Lange Nieuwstraat gewoond, vermoedelijk bij zijn moeder Isabella Blanckerts. (Isabella Blanckert, weduwe van Antoni van Mansvelt overleed op 14 oktober 1720, wonende aan de Lange Nieuwstraat. Haar huis werd in 1768 door de erfgenamen verkocht.)
Anthonia Roosterman was de hoofdbewoonster. In 1733 werd een schuldbekentenis voor Laurens Storm van ’s Gravensande opgemaakt, waarin werd vastgelegd dat de terugbetaling van de schuld zou plaatsvinden door middel van de overdracht van de huurpenningen van zijn halve huis aan het Janskerkhof. In de akte wordt vermeld dat Janskerkhof 13a werd verhuurd aan Anthonia Roosterman. Ook in een akte van 1737, in het notarieel archief van Bergen op Zoom, wordt Anthonia Roosterman als huurster van Janskerkhof 13a genoemd.
Anthonia Roosterman overleed op 24 juni 1741, wonende aan het Janskerkhof. Zij werd begraven in de Buurkerk.
Anna Elsevier overleed in november 1748 op het Janskerkhof bij de Nieuwegracht, nalatende haar man en twee minderjarige kinderen. Zij werd begraven in de Buurkerk.
In januari 1751 liet Anna Josina Storm van ’s Gravesande, weduwe van Cornelis de Visser, door een notaris in haar woonplaats Sint-Oedenrode, een machtiging voor haar broer vastleggen om haar helft in het huis te verkopen. Kennelijk is daar niets mee gebeurd, hoewel Laurens Storm van ’s Gravesande toen wel in Nederland moet zijn geweest. Op 23 maart 1751 legde hij tegenover de Utrechtse notaris G.C. Qualenbrinck een verklaring af over de plantage Zorgvliet met 76 slaven in Rio Essequebo die hem geheel onbelast in eigendom toebehoorde. Volgens deze akte was hij toen “hier ter stede”.
Jan Pieter van Mansveldt, weduwnaar van Anna Elsevier, overleed in februari 1756 op het Janskerkhof, nalatende twee mondige zoons. Hij werd begraven in de Buurkerk.
Abraham Ludolph van Mansvelt en Johanna Maria Elsevier

Abraham Ludolph van Mansvelt trouwde in 1755 te Rotterdam (o.tr. Utrecht 07-09-1755) met zijn nicht Johanna Maria Elsevier (1731-1764). In 1757 lieten zij hun zoon Antoni Jan dopen, wonende op het Janskerkhof.
Abraham Ludolf van Mansvelt overleed op 10 november 1762 op het Janskerkhof, nalatende zijn vrouw en onmondige kinderen. Hij werd begraven in de Buurkerk.
Johanna Maria Elsevier, weduwe van Abraham Ludolph van Mansvelt, overleed op 10 februari 1764 op het Janskerkhof, nalatende vier onmondige kinderen. Zij werd begraven in de Geertekerk.
Daniel Jan Strick van Linschoten
In 1765 werd Janskerkhof 13a Utrecht bewoond door de heer Strick van Linschoten (verkoopakte Janskerkhof 13). Vermoedelijk was de huurder Daniel Jan Strick van Linschoten (1729-1776). Hij was een zoon van Jan Hendrick Strick van Linschoten en Johanna Anthonia Bernard.
Daniel Jan Strik van Linschoten was in 1764 getrouwd met Christina Gesina van Hoorn (1739-1805). Volgens de doopinschrijving van hun dochter Adriana Elisabeth Strick van Linschoten (1768) woonde het echtpaar aan het Janskerkhof.
Thomas Adriaan Boddens
In maart 1770 gaf Laurens Storm van ’s Gravesande in Essequebo procuratie tot de verkoop van het huis. In juni 1770 legde ook Anna Josina Storm van ’s Gravesande ten overstaan van een notaris in Sint-Oedenrode een verklaring over het huis af. Op 23 oktober 1770 legde Leendert Blank, uitmaander van het Dubbelt Huijsgelt, een verklaring af dat het huis niet in het Dubbeld Huijsgeld bekend stond. Huybert van Vloten, uitmaander van het Enkelt Huijsgelt, verklaarde op 24 oktober 1770 dat het huis ook daarin niet voorkwam.
De verkoopadvertentie (Oprechte Haerlemsche courant, 25-10-1770, Delpher) luidde als volgt:
Men zal op Saturdag, den 27 October, 1770, des nanoens ten 4 uuren precies, ten huize van Sr. Jan Stevens, in ’t Keizerlyke Wapen te Utrecht publiek verkoopen: Een extra schoon en weldoortimmerd HUYS met zyn ERF en TUYN, zynde voorzien van een spatieuse Gang, beneden twee ruime Voorkamers, een royale Zaal, alle behangen, een Slaapkamer, een Cabinetje en een Tuinkamertje, boven vyf schoone Kamers, nevens een Provisie Kamertje en een Knegts Kamer, een extra groote Solder en dito Vliering, voorts een ruime Kelder, Keuken, Wyn- en Turf kelder, en verdere Commoditeiten; staande en gelegen binnen Utrecht, op ’t aangenaamst van’t Janskerkhof. Breder by Biljetten, en nader onderrigt by Jan Tieleman Blekman, Nots. en Makelaar t’Utrecht.
Op 27 oktober 1770 werd het huis, met erf en tuin, verkocht aan Thomas Adriaan Boddens, raad in de vroedschap en schepen van Utrecht. Volgens de akte liep het huurcontract met de heer Strik van Linschoten, canonicq in den cappittule St. Pieter, per 1 mei 1771 af.
Thomas Adriaan Boddens (1721-1796) was in 1760 getrouwd met Wilhelmina Lucia van Alphen (1713-1779), weduwe van Johan van Alphen. Johan van Alphen (1710-1750) was de zoon van hoogleraar Hieronymus Simons van Alphen (Drift 21). Johan van Alphen en Wilhelmina Lucia van Alphen waren de ouders van de jurist en dichter Hieronymus van Alphen (1746-1803). Na het overlijden van Johan van Alphen waren Wilhelmina Lucia van Alphen en haar zoon Hieronymus van Alphen naar Utrecht verhuisd.
Vrouwe Willemina Lucia van Alphen overleed op 14 december 1779, op het Janskerkhof, nalatende haar man en een mondige zoon. Zij werd begraven in de Buurkerk.
In 1782 gaf Boddens procuratie tot het stellen tot zekerheid van een huis aan het Janskerkhof te Utrecht ten behoeve van de staten van Utrecht voor de uitoefening van het ambt van ontvanger van de generale middelen door zijn neef Thomas Adriaan de Joncheere (1745-1795), zoon van Jacob de Joncheere en Lidia Maria Boddens.
In 1789 kocht Boddens een stal en koetshuis aan de oostzijde van de Keizerstraat of Vuylesloot.
Thomas Adriaan Boddens, oud-burgemeester der stad Utrecht, overleed op 29 maart 1796, wonende aan het Janskerkhof, meerderjarige familie nalatend. Hij werd begraven in de Buurkerk.
Isaac Gabriel Surirey de Saint-Remy en Aachje van Nievelt
Blijkens de verkoopakte van maart 1800 werd het huis daarna verhuurd aan Isaac Gabriel Surirey de Saint-Remy en Aachje van Nievelt.
Isaac Gabriel Surirey de Saint-Remy en Aachje van Nievelt (1748-?) waren in 1770 in Amsterdam getrouwd (o.tr. 08-11-1770; DTB 616, p.265). Isaac Gabriel Surirey de Saint-Remy was een zoon van Samuel Surirey de Saint-Remy, Raadsheer in het Hof van Civiele Justitie in Suriname, en Adriana Elisabeth de La Jaille. Aachje van Nievelt was een dochter van Blasius van Nievelt Abrahamsz en Helena van de Wall.
Gabriel Surirey de Saint-Remy overleed op 9 februari 1800 op het Janskerkhof, nalatende zijn vrouw en een minderjarig kind. Hij werd begraven in de Buurkerk.
Aachje van Nievelt zag per 1 november 1800 af van verdere huur van het huis.
Jasper Hendrik van Zuylen van Nievelt
Op 31 maart 1800 werd Janskerkhof 13a, tezamen met de stal en het koetshuis aan de oostzijde van de Keizerstraat, uit de boedel van Thomas Adriaan Boddens verkocht aan Jasper Hendrik van Zuylen van Nievelt. De erven Thomas Adriaan Boddens gaven in oktober 1800 procuratie voor het transport.
In januari 1803 werd een schuldbekentenis opgesteld door sociëteit de Eendragt in de Buurestraat, hoek St. Jansdam, ten behoeve van Jasper Hendrik van Zuylen van Nievelt. Ook in februari 1803 werd een schuldbekentenis ten behoeve van Jasper Hendrik van Zuylen van Nievelt opgesteld. In maart 1803 werd wederom een schuldbekentenis ten behoeve van Jasper Hendrik van Zuylen van Nievelt opgesteld.
Anna Cornelia Boudaen
In 1809 transporteerde Jasper Hendrik van Zuylen van Nievelt Janskerkhof 13a, samen met een stalling en koetshuis aan de oostzijde van de Keizerstraat, aan Vrouwe Anna Cornelia Boudaen (1765-1831), douairière van Jacob van Ghesel Jansz. De koopsom was fl. 19000,-.
Haar overleden echtgenoot Jacob van Ghesel was behuwdzoon van Johannes van der Hagen, eigenaar van Janskerkhof 10.
Anna Cornelia Boudaen werd tijdens de volkstelling van 1813 op dit adres geregistreerd. In 1815 kocht Anna Boudaen buitenplaats Veelzigt in Zeist. In 1826 werd een bloeiende Protea pinifolia, ingezonden door “de Wel Ed. Geb. Vrouwe Douairière van Ghezel, geb. Boudaen, op Veelzigt te Zeist” bekroond op een plantententoonstelling.
In de OAT 1832 staat Anna Cornelia Boudaen als eigenaresse van perceel A 538 (huis, erf en tuin) vermeld.
Anna Cornelia Boudaen overleed in 1831 in Zeist.
Constantia Isabella Jacquelina van Ghesel
Na het overlijden van Anna Cornelia Boudaen kwam Janskerkhof 13a in handen van haar dochter Constantia Isabella Jacquelina van Ghesel (1801-Zeist 1872).
Tijdens de volkstelling van 1824 werd “Mevrouw van Gesel te Zeijst reeds opgeschreven”, aldus een aantekening in de Utrechtse volkstelling (p. 178).
Tijdens de volkstellingen van 1830 en 1840 werden op dit adres twee huisbewaarsters geregistreerd, Agnieta van den Berg-Kerkhof (Agenetha Kerkhoff; -1846) en Johanna Stellwagen-Kiele (Stellwag-Kiel; -1846). In 1830 woonde hier ook een zevenjarige jongen, Theodorus Groote.
In het Bevolkingsregister 1850-1860 Wijk H-2 staan zadelmakersknecht Jacob van de Heij (1802-1857) en zijn echtgenote Dirkje van der Horst (1798-1884) op dit adres ingeschreven. Mogelijk waren ook zij huisbewaarders.
In januari 1857 werd Constantia Isabella Jacquelina van Ghesel op dit adres ingeschreven. Zij werd in mei uitgeschreven en werd in december 1857 weer ingeschreven. In juni 1858 werd zij weer uitgeschreven. In deze periode woonden ook haar neef Alexander Lodewijk Grothe (1812-1900) en zijn echtgenote Emma Charlotte Adrienne Bijleveld (1826-1920) hier. Van januari tot mei 1860 verbleef Constantia Isabella Jacquelina van Ghesel hier weer. Van februari tot mei 1861 stond Constantia Isabella Jacquelina van Ghesel weer ingeschreven.
In 1866 werd een pianino te koop aangeboden. De pianino kon worden bezichtigd op Janskerkhof H No. 610 (Utrechtsch provinciaal en stedelijk dagblad, 17-12-1866, p. 4, Delpher).
Na het overlijden van Constantia Isabella Jacquelina van Ghesel werd de inboedel voor het huis verkocht (Algemeen Handelsblad 08-10-1872, p. 4, Delpher).
Familie Royaards
Ten tijde van de hernummering van 1890 was Janskerkhof 13a Utrecht eigendom van Herman Royaards, en samengevoegd met Janskerkhof 13. De adressen Janskerkhof wijk H nos. 610 en 611 werden vernummerd tot Janskerkhof 13. Kort daarna kreeg Janskerkhof 13a alsnog een eigen adres.
In 1894 trouwde Willem Herman Johan Roijaards met Louise Joanna Huijdecoper (BS Maarsseveen 1894 H, aktenr. 6). Het echtpaar ging wonen in De Bilt. In 1899 verhuisde het echtpaar van De Bilt naar Janskerkhof 13a Utrecht.
In 1901 adverteerde mevrouw Royaards-Huydecoper (1862-1938), wonende op Janskerkhof 13a Utrecht, voor een keukenmeid (Het nieuws van den dag: kleine courant, 16-01-1901, p. 3, Delpher).
In 1902 verhuisde het echtpaar naar Janskerkhof 13. In 1908 adverteerde mevrouw Royaards voor een werkmeid, nu wonende op Janskerkhof 13 Utrecht (Het nieuws van den dag, 08-02-1908, Delpher).
H.L.A. van den Wall Bake
Vanaf 1902 werd Janskerkhof 13a Utrecht bewoond door Hugo Laurens Adriaan van den Wall Bake (1856-1909), muntmeester bij ’s Rijks munt. Zijn weduwe verhuisde in januari 1911.
Kantoor advocaat K.J. Schorer
Vanaf mei 1911 was advocaat Jhr. Mr. K.J. Schorer (1870-1942) op Janskerkhof 13a Utrecht gevestigd (Nieuwe Rotterdamsche Courant, 07-06-1911, p. 3, Delpher; Het nieuws van den dag: kleine courant, 14-06-1913, p. 10, Delpher).
Schorer hield in 1920 nog kantoor op Janskerkhof 13a (De Tijd, 06-05-1920, Delpher).
Belastingkantoor
In de twintigste eeuw was op Janskerkhof 13a Utrecht een belastingkantoor gevestigd.
In 1925 vertrok het kantoor van de ontvanger der directe belastingen (Het Vaderland, 05-01-1925, avond, p. 5, Delpher). Daarvoor in de plaats kwam het kantoor der invoerrechten en accijnzen. Het kantoor der invoerrechten en accijnzen was tot dan op Drift 6 gevestigd.
Nederlands Waarborgmuseum

In 1938 werd hier, op initiatief van B.J.J. van Baaren, het Nederlands Waarborgmuseum gesticht (De Telegraaf, 09-11-1937, Delpher; Het Vaderland, 19-02-1938, avond, p. 7).
In 1948 verhuisde het Nederlands Waarborgmuseum naar Museum Catharijneconvent. Tegenwoordig is het museum gevestigd in Schoonhoven, onder de naam Nederlands Zilvermuseum Schoonhoven.
In 1950, zo staat vermeld in de Naamlijst voor de interlocale telefoondienst (deel 2, p. 877), was de afdeling Recherche en Controle der Rijks Belastingen gevestigd op Janskerkhof 13a, met telefoonnummer 10132.
Blijkens deze foto in Het Utrechts Archief (catalogusnr. 128723) moest de brandweer in april 1967 een in brand gevlogen zonnescherm aan de gevel van het belastingkantoor op Janskerkhof 13a Utrecht blussen.
Kantongerecht

In 1984-1986 werd Janskerkhof 13a, naar een ontwerp van architect Aart Oosting, gerestaureerd in verband met de komst van het kantongerecht. Het pand werd samengevoegd met Janskerkhof 13 en Drift 2.
Het gerechtsgebouw, met een bruto vloeroppervlak van 3347 m2, bleef na het vertrek van het kantongerecht nog enige tijd eigendom van het Rijk. Het gerechtsgebouw werd in de Gebouwencatalogus Rijksvastgoedbedrijf vermeld onder het adres Janskerkhof 13a Utrecht (Rijksvastgoedbedrijfnr. 101269G01).
Huidige bestemming Janskerkhof 13a Utrecht: Universiteit Utrecht
Na de verhuizing van van het kantongerecht werd Janskerkhof 13a Utrecht in gebruik genomen door de Universiteit Utrecht. Janskerkhof 13 en Janskerkhof 13a worden gebruikt door het departement Filosofie en Religiewetenschap en het Ethiek Instituut.
Bronnen
- P.J. Buijnsters, Hieronymus van Alphen (1746-1803), 1973/2008 (dbnl; pdf).
- M. Dolfin, E.M. Kylstra en J. Penders, in: Utrecht. De huizen binnen de singels. Beschrijving. SDU uitgeverij, Den Haag / Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist 1989.
- Dave Granger, Laurens Storm van ’s Gravesande: Guyana’s greatest governor?, StabroekNews.com (website).
- C.A. Harris, J.A.J. de Villiers, Storm van’s Gravesande; the rise of British Guiana, 1911 (archive.org).
- W.J. Spies, De erfgenamen van Bartholomeus van Vloten, De Nederlandsche Leeuw, 115 (1998), kol. 191-219, 325-342.
- Knoeierijen met goud en zilver. Corpora delicti verzameld in het Waarborg Museum te Utrecht, Het Vaderland, 26-08-1941, Delpher.
- De Tijd, 20-06-1942, Delpher.
- Tussen goud en zilver, De Tijd, 15-12-1955, Delpher.
Gepubliceerd: 06-03-2012 door Caroline Pelser. Laatst geactualiseerd op 03-03-2024.