Janskerkhof 15 Utrecht

Janskerkhof 15 ( Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, objectnr. 80.099)
Janskerkhof 15 (collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)

Het zeventiende-eeuwse huis Janskerkhof 15 Utrecht (tot 1890: Janskerkhof wijk H no. 608) is een rijksmonument.

Het huis is, net als Janskerkhof 15a en Janskerkhof 16, gebouwd door de metselaars Gijsbert Anthonisz van Vianen en Peter Jansz van Cothen in de jaren 1661-1663.

Volgens M. Dolfin e.a., p. 291, vormde de plattegrond van Janskerkhof 15 vermoedelijk het spiegelbeeld van het afgebroken huis Janskerkhof 14, net zoals ook Janskerkhof 15a en Janskerkhof 16 als spiegelbeeld van elkaar zijn gebouwd. Van de vier huizen is Janskerkhof 15 vermoedelijk het meest oorspronkelijk bewaard gebleven.

Rijksmonument

Janskerkhof 15 heeft in het Rijksmonumentenregister dezelfde omschrijving als Janskerkhof 15a. Het huis (monument nr. 36160) wordt omschreven als:

“Statig herenhuis met rechte gemetselde kroonlijst, omtrent 1660. Horizontale zandstenen dekplaten boven de vensters.”

Aelbert van Benthem

De eerste bewoner van Janskerkhof 15 was Aelbert van Benthem (1618-1707), bewindhebber van de VOC en burgemeester van Utrecht in 1680-1682, 1685-1687 en 1690-1692. Aelbert van Benthem, afkomstig uit Naarden, was in 1641 getrouwd met de Utrechtse Gouda Salms.

Aelbert van Benthem was via zijn echtgenote Gouda Salms (Salmius), verwant aan Digna van Wyckerslooth, echtgenote van Cornelis Booth, eigenaar van Boothstraat 6. De moeder van Gouda Salmius, Henrica van Wyckerslooth, die gehuwd was met Anselm Salmius, was een zuster van Cornelis van Wyckerslooth, de vader van Digna. Gouda’s zuster Margaretha Salmius (Salms) was in 1632 getrouwd met Johan van Benthem, broer van Aelbert van Benthem. Na haar overlijden hertrouwde Johan van Benthem met Clara van Wyckerslooth, een zuster van Digna. Hun dochter Aletta van Benthem trouwde met Pieter Elsevier, die later Drift 13 kocht.

Aelbert van Benthem kreeg het perceel op 20 juni 1662 als “erf met metselwerck” getransporteerd door meester metselaar Gijsbert Thonissen [van Vianen]. Gijsbert van Vianen had de grond vermoedelijk in 1660 van Gerard van Rheede, heer van Drakensteijn, eigenaar van claustraal erf V, gekocht.

In 1665 verkocht Gerard van Rheede aan Aelbert van Benthem en zijn buurman Dirck de Goyer nog eens 30 voeten erf, afkomstig uit zijn hof, erbij. Daarop werden vermoedelijk het koetshuis op Boothstraat 1 en de poortweg naar het huis van Dirck de Goyer gebouwd. Stukken betreffende het verzoek van Aelbert van Benthem aan Burgemeesters en Vroedschap, inzake zijn verzoek om verlof tot het bouwen van een stal achter zijn huis, en de bezwaren daartegen van Cornelis Booth (bewoner van Boothstraat 6), uit 1665, worden bewaard in Het Utrechts Archief.

In 1666 legde Van Benthem als eigenaar een verklaring af over een muur tussen zijn huis op het perceel Janskerkhof 15 en dat van Dirck de Goyer, die op Janskerkhof 14 woonde. Hij beloofde daarbij om de inbalking en het aanbrengen van ramen desgewenst ongedaan te maken.

Zijn dochter Henderina van Benthem (1649-1706) trouwde in 1668 met Cornelis de Ruever (1644-1709). Zoon Anselmus van Benthem (1645-1685) trouwde in 1675 met Anna Elisabeth Roelan(d)s (16521734). In 1681 (testament) woonden zij in de Boothstraat.

Inkwartiering

Op 17 januari 1673 kreeg Van Benthem inkwartiering van Louis François Du Bouchet, Marquis de Sourches (1645-1716). Everardt Booth noteerde op 18 januari in zijn dagboek dat Van Benthem hierover ruzie met hem maakte, aangezien zijn buurman Dirck de Goyer als regent vrij van inkwartiering bleef (Google books).

In november 1673 behoorde Aelbert van Benthem tot de ondertekenaars van het verzoekschrift aan graaf Willem van Hoorn om een nieuwe raad te benoemen. Tot de ondertekenaars – volgelingen van Gijsbertus Voetius – behoorden onder meer ook zijn zoon Anselmus van Benthem, zijn schoonzoon Cornelis de Ruever en zijn buurman Arnout Spoor, schoonzoon van Dirck de Goyer (Janskerkhof 14). Toen Van Hoorn de weinige namen zag is de namenlijst aangevuld, onder anderen met die van neef Pieter Elsevier.

In 1687 maakte Aelbert van Benthem een testament, waarin hij de kinderen van Anselmus van Benthem, alsmede Hendrina van Benthem als erfgenamen aanwees.

Cornelis de Ruever

In 1704 droeg Aelbert van Benthem het perceel Janskerkhof 15 over aan zijn schoonzoon Cornelis de Ruever. Volgens de transportakte betrof het een huis, hof en stal. Vermoedelijk trok Van Benthem toen bij Cornelis de Ruever en Hendrina van Benthem, die aan de Ganzenmarkt woonden, in. Hendrina van Benthem, huisvrouw van Cornelis de Ruever, overleed op 10 maart 1706, op de Gansmarckt. Zij werd begraven in de Nicolaïkerk. Aelbert van Benthem overleed op 26 januari 1707, wonende aan de Gansmerck. Hij werd begraven in de Jacobikerk. Cornelis de Ruever overleed op 7 september 1709 op de Gansmerck. Hij werd begraven in de Nicolaïkerk.

Anna Elisabeth Roelands

Janskerkhof 15 werd mogelijk bewoond door Anna Elisabeth Roelands, weduwe van Anselmus van Benthem, en haar zoon. In november 1711 overleed Anselm Adriaen van Benthem (ged. 1684), wonende aan het Janskerkhof, nalatende zijn moeder. Hij werd begraven in de Jacobikerk.

Op 12 februari 1712 vond superscriptie plaats op de besloten testamenten van Gouda Machtelina de Ruever (1681-1712), Cornelia Wynanda de Ruever (1679-1719) en Jacoba Susanna de Ruever (1687-). De dochters van Cornelis de Ruever en Hendrina van Benthem woonden aan het Janskerkhof (aktenrs. 7, 8, en 9).

Gouda Machtelina de Ruever overleed op 23 mei 1712, wonende op het Janskerkhof. Haar besloten testament werd in juni 1712 geopend.

Jacoba Susanna de Ruever trouwde op 26 juli 1717 te Westbroek met Johannes Vos, weduwnaar van Hendrica van Kronenburgh, predikant te Maastricht.

In oktober 1719 werd het besloten testament van Cornelia Wynanda de Ruever geopend. Cornelia Wynanda de Ruever was in de Herenstraat overleden. Johannes Vos en Susanna Jacoba de Ruever woonden in 1720 (scheidingsakte) in Maastricht. Vanaf 1724 (protest) woonden zij in Utrecht, eerst op Achter St. Pieter en later in de Herenstraat. Hun zoon Cornelis Anthony Vos (1722-1781) kocht in 1761 het voormalige huis Drift 9. Zoon Johannes Vos was kort eigenaar van Drift 21.

Theodore George de Pelichy

In 1729 verkochten Johannes Vos en Jacoba Susanna Ruever het huis met “erve en tuyn” aan Theodorus (Theodore George) de Pelichy.

Theodore George de Pelichy was in 1713, na toestemming van zijn moeder Margareta Staats, weduwe van Johan Pelichy, getrouwd met Maria Staats. Vermoedelijk kocht De Pelichy Janskerkhof 15 om het te kunnen verhuren. Theodorus George de Pellichy overleed op 24 juli 1734, wonende in de Heerestraat. De weduwe Maria Staats en haar drie onmondige kinderen verwierpen de nalatenschap.

In 1736 trouwde Jan de Pelichy, zoon van Theodorus de Pelichy en Maria Staats, onder huwelijkse voorwaarden, met Isabella Margareta Rycksz. Maria Staats woonde in 1737 in de Heerestraat. Jan de Pelichy en Isabella Margareta Rycksz woonden in de Zuilenstraat. In 1739 schonk Maria Staats een huis op de hoek van de Heerestraat aan haar jongste zoon. Een half jaar later overleed Maria Staats.

De kinderen van Theodore de Pelichy en Maria Staats verwierpen wederom de nalatenschap van hun vader. Een jaar later werden boedelzaken van Maria Staats geregeld. In 1742 werd een akkoord bereikt over een regeling tot afbetaling van de schuld van Maria Staats. Ook gaven de kinderen van Theodorus de Pelichy en Maria Staats procuratie aan notaris Everard Vlaer om een huis in Utrecht publiek te verkopen.

In 1752 (voogdijbenoeming) woonde Jan de Pelichy, weduwnaar van Isabella Margareta Rycksz, buiten de Wittevrouwenpoort, omtrent de Gildbrug. Kort daarop zal Jan de Pelichy naar Brugge zijn verhuisd. Zijn dochter Clementia overleed daar in 1753. In 1761 gaf Joan de Pelichy procuratie aan notaris Jan Tieleman Blekman om te Utrecht zijn huwelijk met Barbera Barret te doen aantekenen, aangezien zij op reis gingen.

In een akte van 1762 inzake Janskerkhof 14 wordt Johan de Pelichy nog als belendende eigenaar genoemd.

Steven Jacob van Muyden

Volgens de verkoopakte van 1768 werd het huis nog tot eind april 1770 gehuurd door Steven Jacob [Stephanus Jacobus] van Muyden (1722-1776). Volgens de Naamwijzer 1765 woonde hij toen al op het Janskerkhof. Van Muyden was in 1742 getrouwd met Catarina van Buytenhem.

Herman Cornelis Zaal

In 1768 werd Janskerkhof 15, met de stallinge en het koetshuis in de Boothstraat, door Jan Philippe (bedoeld werd: Johan) baron de Pelichy, wonende te Brugge, verkocht aan Herman Cornelis Zaal. Zes dagen na de aankoop van Janskerkhof 15 verkocht Herman Cornelis Zaal het huis Janskerkhof 18, dat hij van zijn vader had geërfd.

Herman Cornelis Zaal (1722-1798) was een zoon van Theodorus Cornelis Zaal en Agnes Maria van Zurck. Hij was in 1748 getrouwd met Clara Willemina van Cleeff. Herman Cornelis Zaal was advocaat.

In 1789 en in 1795 maakte Herman Cornelis Zaal een testament. In het testament van 1789 bepaald hij dat zijn zoon Theodorus Arnoud Zaal (1751-1814) het huis op het Janskerkhof mocht aannemen voor f 18000-0-0.

Cornelia Adriana Zaal en Lubertus van Beusechem

In 1799 werd voor het huis de inboedel van de overleden Herman Cornelis Zaal verkocht (Utrechtsche Courant, 10-04-1799, p. 2, Delpher). Janskerkhof 15 kwam bij de scheiding van de boedel, in april 1800, in handen van dochter Cornelia Adriana Zaal (1752-1801).

Cornelia Adriana Zaal was in 1790 getrouwd met Lubertus van Beusechem (ca. 1748-1812). In september 1800 maakten Lubertus van Beusechem en Cornelia Adriana Zaal, wonende aan het St. Janskerkhof, een testament. Cornelia Adriana Zaal legde in haar testament vast dat Janskerkhof 15 bestemd was voor haar kinderen uit dit huwelijk. Het huwelijk bleef echter kinderloos.

Cornelia Adriana Zaal overleed in 1801 aan het Janskerkhof, nalatende haar man. Lubertus van Beusechem, weduwnaar van Vrouwe Cornelia Adriana Zaal, overleed op 13 juli 1812, aan het Janskerkhof wijk H no. 196 en 608 (BS Utrecht 1812 O, aktenr. 715).

Adrianus van Beusechem van Harmelen

Adrianus van Beusichem van Harmelen (1776-1846)
Adrianus van Beusichem van Harmelen (1776-1846) (collectie Utrechts Archief)

Tijdens de volkstelling van 1813 werd louter de achternaam Van Beusechem geregistreerd. Janskerkhof 15 stond mogelijk leeg na het overlijden van Lubertus van Beusechem.

In de OAT 1832 staat Adrianus van Beusichem van Harmelen (1776-1846) als eigenaar van perceel A 540 (huis, erf, tuin en stal) vermeld. Hij was een zoon van Lubertus van Beusechem en diens eerste echtgenote Helena Cornelia Verspijck.

Adriaan van Beusechem was in 1806 getrouwd (civ.) met Catharina Helena Maria van Beusechem. In een akte uit 1811 werd zijn adres genoteerd: Janskerkhof H 240 (oude nummering); in een andere akte als H 608. In 1827 trouwde hun dochter Helena Cornelia Luberta (1807-1886) met Jacobus Catharinus de Joncheere. Jacobus Catharinus de Joncheere was eigenaar van het voormalige huis Drift 9 (BS Utrecht 1827 H, aktenr. 101).

Catharina Helena Maria van Beusechem overleed in 1845 (BS Utrecht 1845 O, aktenr. 496). In 1846 overleed Adriaan van Beusechem van Harmelen, weduwnaar van Catharina Helena Maria van Beusechem, wonende aan het Sint Janskerkhof H no. 608 (BS Utrecht 1846 O, aktenr. 1386).

Jeanne Theodore Reitz

Het huis werd vervolgens betrokken door Jeanne Theodore Reitz (1794-1866), weduwe van Jan Kol II (1789-1848), en Elisabeth Carolina van Heeckeren van Brandsenburg (1822-1882).

De weduwe Kol verhuisde in mei 1856 naar de Brigittenstraat (Bevolking 1850-1859; deel 7527, wijk H, blad 857).

Ignatia Gerardina Jacoba Beelaerts van Blokland

Vanaf medio 1856 werd het huis bewoond door Ignatia Gerardina Jacoba Beelaerts van Blokland (1809-1874), weduwe van Ernst Hendrik van Ittersum (1804-1853), met haar zoon Lodewijk Arnold (Paulus Adriaan Lodewijk Arend) van Ittersum (1837-1909). Zij was een kleindochter van Pieter Beelaerts van Blokland en Maria Adriana van Beeftingh (Janskerkhof 25). Haar broer Marius woonde op Janskerkhof 14.

In 1858 hield de douairière Van Ittersum bij haar thuis, Janskerkhof, hoek van de Boothstraat (wijk H) no. 608, bazaars ten bate van de Haveloze School (Opregte Haarlemsche Courant, 8-05-1858, p. 3, Delpher; Utrechtsche provinciale en stads-courant, 07-12-1858, p. 4, Delpher). De Haveloze School, opgericht in 1847, was op dat moment gevestigd in de Vuilesloot (Keizerstraat).

Paulus Adriaan Lodewijk Arend van Ittersum trouwde in 1859 met Arnoldina Emilie von Wattenwijl (BS Utrecht 1859 H, aktenr. 238). Ignatia Gerardina Jacoba Beelaerts van Blokland overleed in 1874 op Zonstraat G 485 (=Nobelstraat 14; BS Utrecht 1874 O, aktenr. 753).

Te koop aangeboden

In 1860 werd Janskerkhof 15, met koetshuis en stal, te koop aangeboden, te aanvaarden per 1 mei 1860 (Utrechtsche provinciale en stads-courant, 20-02-1860, p. 4, Delpher). Het huis wordt in de advertentie als volgt omschreven:

“Een kapitaal, hecht, sterk, aangenaam gesitueerd dubbeld HEERENHUIS, ERF , GROND en TUIN, KELDERS en KLUIZEN, aan het water uitkomende en annex KOETSHUIS en STAL voor vier Paarden, staande en gelegen te Utrecht aan de Noordzijde van het St. Jans Kerkhof op den hoek van de Boothstraat, Wijk H, N°. 608; bevattende gestucadoorde en met wit marmersteenen bevloerde Vestibule en Gang, negen zoo Beneden- als Bovenkamers, waaronder ruime Zaal en Suite, allen behangen en voorzien van Stookplaatsen, onderscheidene met Schoorsteenen met marmeren mantels, Dessert-, Provisie- en Dienstbodenkamers, Keuken met alle vereischten, Wijn- en Provisiekelders, Zolder enz., te aanvaarden 1 Mei 1860.”

Evert du Marchie van Voorthuijsen

In het adresboek 1863/1864 wordt Mr. E. van Voorthuijsen, lid der Tweede Kamer, als bewoner van Janskerkhof 15 vermeld. Evert du Marchie van Voorthuijsen (1824-1894; biografie) was getrouwd met Cornelia Jeanne Gillot.

Zijn zusters Gesina Maria van Voorthuijsen en Johanna Elisabeth van Voorthuijsen woonden toentertijd op Janskerkhof 5.

Kantoor en woonhuis advocaat Merkus

Carel Rikus Merkus
mr. C.R. Merkus (collectie Het Utrechts Archief)

In 1866 werd Janskerkhof 15 bewoond door de advocaat Mr. C.R. (Carel Rikus) Merkus (Utrechtsch provinciaal en stedelijk dagblad, 13-07-1866, p. 3, Delpher). In 1867 overleed zijn echtgenote, jonkvrouwe Agnes Maria Gerardina Calkoen op 36-jarige leeftijd, wonende Janskerkhof H 608 (BS Utrecht 1867 O, aktenr. 38). Merkus verhuisde op 1 mei 1868.

Evert du Marchie van Voorthuijsen

Op 21 mei 1868 werd Evert du Marchie van Voorthuijsen met zijn gezin weer op Janskerkhof 15 ingeschreven (Bevolkingsregister 1866-1878 Wijk H, blad 1148). Zijn zuster Johanna Elisabeth van Voorthuijsen, die korte tijd bij haar zuster Gesina Maria van Voorthuijsen op Janskerkhof 24 had gewoond, trok bij hen in.

In 1870 verhuisde Evert du Marchie van Voorthuijsen met zijn gezin naar Kromme Nieuwegracht 92.

Cornelis Gerlings

Het huis werd vervolgens vier jaar lang bewoond door Cornelis Gerlings, gemeente-ontvanger, met zijn gezin (Bevolkingsregister 1866-1878 Wijk H, blad 1407). Cornelis Gerlings (1834-1898) was een zoon van Jan Gerlings en Judith Oortman. Hij was geboren op Janskerkhof 22 (BS Utrecht 1834 G, aktenr. 429).

Evert du Marchie van Voorthuijsen

Evert du Marchie van Voorthuijsen
Evert du Marchie van Voorthuijsen, omstreeks 1865 (collectie Het Utrechts Archief)

In mei 1874 werden Evert du Marchie van Voorthuijsen en zijn gezin weer op Janskerkhof 15 ingeschreven. Zoon Gerard Joan Everard (1855-1944) verhuisde in oktober 1886.

In april 1889 werden Gerard Joan Everard du Marchie van Voorthuijsen en zijn echtgenote Adolphine Julie Wttewaall van Stoetwegen (1864-1920) op Janskerkhof 15 ingeschreven (Bevolkingsregister 1880-1890 Wijk H, blad 1073). Op 13 maart 1891 werd hun dochter Margaretha Johanna Julie du Marchie van Voorthuijsen op hun woonadres Janskerkhof 608 geboren (BS Utrecht 1891 G, aktenr. 693).

Janskerkhof 15 Utrecht

Bij de omnummering van 1890 werd het wijkadres H 608 gewijzigd in Janskerkhof 15 Utrecht.

Evert du Marchie van Voorthuijsen overleed op 23 februari 1894, wonende op Janskerkhof 15 (BS Utrecht 1894 O, aktenr. 339).

Kantoor en woonhuis notaris Benit

In 1895 hield notaris Benit hier kantoor (Algemeen Handelsblad, 02-03-1895, avond, p. 6). Benit had Janskerkhof 15, dat in juli 1894 onder zijn begeleiding werd geveild (Algemeen Handelsblad 10-06-1894, Delpher), kennelijk zelf gekocht.

In 1925 overleed oud-notaris Cornelis Arriën Andries Anton Benit (BS Utrecht 1925 O, aktenr. 147; Algemeen Handelsblad 27-01-1925, avond, p. 8, Delpher). Zijn weduwe Johanna Stille overleed in hetzelfde jaar (BS Utrecht 1925 O, aktenr. 1458).

In april 1926 werd in het sterfhuis van mevrouw J. Stille, weduwe van oud-notaris C.A.A.A. Benit, aan het Janskerkhof 15 Utrecht een verkoping gehouden van antiquiteiten en Japanse gelakte voorwerpen (Algemeen Handelsblad, 29-03-1926, avond, p. 16, Delpher).

Utrechtsche Grondbriefbank

Janskerkhof 15 en het koetshuis op Boothstraat 1 werden op 19 maart 1926 in het Notarishuis Achter Sint Pieter publiek verkocht (Algemeen Handelsblad, 16-03-1926, Delpher). De percelen werden tezamen gekocht door I. Edelkoort q.q. voor f 35.425 (Utrechts Nieuwsblad 19-03-1926). Isaac Edelkoort (1878-1943) kocht het pand namens de Utrechtsche Grondbriefbank.

Bank Mees & Hope

Op 19 januari 1978 werd op Janskerkhof 15 een vestiging van de Bank Mees & Hope N.V. geopend (De Telegraaf, 18-01-1978, Delpher; HUA, catalogusnr. 123712).

De vestiging van Mees & Hope werd in de jaren negentig gesloten.

Huidige bestemming Janskerkhof 15: advocatenkantoor

Janskerkhof 15 heeft een functie als kantoor. Sinds de jaren negentig is hier een advocatenkantoor gevestigd.

Bronnen


Volgende huis: Janskerkhof 15a Utrecht.


Gepubliceerd: 06-03-2012 door Caroline Pelser. Laatst geactualiseerd op 03-03-2024.

Scroll naar boven