Het huis Janskerkhof 22 Utrecht (tot 1890: Janskerkhof wijk G no. 232) is een rijksmonument. Tegenwoordig is hier de Jans Bar gevestigd.
De monumentenstatus werd toegekend in de periode dat Janskerkhof 22 was samengevoegd met Janskerkhof 23. Janskerkhof 22 Utrecht wordt in het Rijksmonumentenregister (monument nr. 36167) beschreven als “Pand met gepleisterde lijstgevel(nr.22) en trapgevel(nr.23)”.
Inschrijving Rijksmonumentenregister
Janskerkhof 22 Utrecht werd in 1967 in het Rijksmonumentenregister ingeschreven met de omschrijving “Pand met gepleisterde lijstgevel en trapgevel”. In die tijd was Janskerkhof 22 samengevoegd met Janskerkhof 23. De samengevoegde panden fungeerden als bankgebouw. Na de inschrijving in het Rijksmonumentenregister werd ook Janskerkhof 21 aan het bankgebouw toegevoegd.
In 1976 hebben de huizen een grote renovatie ondergaan. Daarbij is onder meer de trapgevel van het negentiende-eeuwse huis Janskerkhof 23 verwijderd. In 1995 werden de huizen weer gesplitst en kreeg Janskerkhof 23 het eigen huisnummer terug.
Na de splitsing van de huizen kreeg Janskerkhof 23 geen aparte inschrijving in het Rijksmonumentenregister. In januari 2015 zijn, na informatie-inwinning door de maker van deze website bij de gemeente Utrecht, de adressen aan de beschrijving van Janskerkhof 22 toegevoegd, om duidelijk te maken dat de beschrijving bij Janskerkhof 22 in het Rijksmonumentenregister ook op Janskerkhof 23 slaat.
Percelen Janskerkhof 21 en 22 Utrecht
De percelen Janskerkhof 21 en 22 hebben een gezamenlijke geschiedenis. In de Hisgis Utrecht is te zien dat deze twee percelen aan het Janskerkhof drie belendende percelen aan het Jansveld hebben. De perceelgrenzen lopen niet gelijk met die van de percelen aan het Janskerkhof.
De erven Hubert Henricksz
In een plecht uit 1570 inzake Janskerkhof 23 worden als belending genoemd Hubert Henricksz nacomelingen. In 1571 transporteerde Meertentgen Hubert Henricxz nagelaten weduwe een camer aan het Jansveld aan Dijrck Henrickssen van Schorrenberch.
Gijsbert Rutgers van Vianen
In 1574 transporteerde Martina Hubrecht Hendriks weduwe “alinge huijse ende hoffstede met erff”, gelegen aan het Jansveld, aan Gijsbert Rutgers vleijshouwer. De belending zuidwaarts was Gijsbert Rutgers met een poortwech. De belending oostwaarts was Gijsbert Rutgers “mit (..) huijs ende erve ’t welck hij bij decrete heeft”. Noordwaarts van het te transporteren erf lag het perceel van Dirck Henrickss (perceel Janskerkhof 20 en Jansveld 15).
In een plecht uit 1587 en een transportakte uit 1592, beide inzake Janskerkhof 23, wordt als belendende eigenaar aan de noordkant genoemd de vleeshouwer Gijsbert Rutgersz.
Aert Gijsbertss van Vianen
In een plecht uit 1621, inzake Janskerkhof 23, wordt zijn zoon Aert Gijsbertss van Vianen als belending genoemd.
Aert Gijsbertss van Vianen was in 1616 (huw. aant. 30-03-1616) getrouwd met Emmichgen Willems van Lamsfelt (†1633).
In 1643 werd uit de boedel van wijlen Aert Gijsbertss van Vianen, “een seeckere gedeelte erffs met dack en de getimmer”, aan het Janskerkhof getransporteerd aan de vleeshouwer Carel Tijmanss van Vollenhoven. Van Vollenhoven was in 1637 getrouwd met Grietgen Harmans, weduwe van Pauls Janss van Schorrenberch. Vermoedelijk betrof dit het perceel aan het Jansveld, gelegen achter Janskerkhof 22. Het perceel Janskerkhof 22 werd volgens de transportakte bewoond door Gijsbert van Wijckerslooth.
Joost van Lamsfelt
In een plecht uit 1652, inzake Janskerkhof 23, wordt Joost van Lamsfelt (van Lamsvelt), een neef van Aert Gijsbertss van Vianen en Emmichgen Willems van Lamsfelt, als belendende eigenaar genoemd.
Dirk Leeuwen en Maria Ansloo

In 1656 werd het huis door zijn zuster Elisabeth van Lamsvelt getransporteerd aan Dirk van Leeuwen. Volgens de transportakte had Elisabeth van Lamsvelt ten noorden van Janskerkhof 22 nog een huis (Janskerkhof 21) en achter Janskerkhof 22 een erf. Deze situatie is goed te zien in de OAT 1832; nog steeds heeft Janskerkhof 21 een erf achter Janskerkhof 22.
Dirck Jacobsz Leeuw, zoals hij ook wel wordt genoemd, was een neef van de schilder Govert Flinck. Govert Flinck schilderde hem in 1636. Dirck Jacobsz Leeuw draagt nog doopsgezinde kleding op het schilderij.
Dirk Leeuwen was in 1639 in Amsterdam getrouwd (ondertrouw 04-03-1639 pui) met Maria (Marritje Claas) Ansloo (ook: Anslo).
In 1661 kocht het echtpaar ook Janskerkhof 1.
Dirck (Diderick) Leeuwen overleed op 29 augustus 1664, wonende op het Janskerkhof. Hij liet zijn vrouw en een mondige zoon na.
In 1665 maakte hun zoon Jacobus Leeuwen (ged. Amsterdam 27-09-1639) een testament, wonende aan het Janskerkhof. Of dat bij zijn moeder thuis was of dat Maria Ansloo en Jacobus Leeuwen ieder een eigen huis bewoonden is nog niet duidelijk.
Het is niet ondenkbaar dat moeder Maria Ansloo op Janskerkhof 1 woonde en haar zoon op Janskerkhof 22 Utrecht. In ieder geval werd de eigendom van de huizen zo verdeeld. In 1701 schonk Maria Ansloo Janskerkhof 1 aan de kinderen van haar nicht. Janskerkhof 22 kwam niet veel later – vermoedelijk via vererving – in handen van haar schoondochter.
Hertrouwd
In 1672 hertrouwde Maria Ansloo te Amsterdam met de Remonstrantse predikant Isaac Pontanus (Leiden 1627 – Amsterdam 1710).
In 1701 schonk Maria Ansloo, wonende te Amsterdam, het huis Janskerkhof 1 aan de kinderen van haar nicht Johanna Ansloo. In 1702 werd Maria Ansloo in Amsterdam begraven.
Jacob Leeuw en Eva Baltus
Jacob Dircx Leeuw, 43 jaar, wonende op de Lauriergracht in Amsterdam, trouwde in 1683 in Amsterdam met met de 26-jarige Eva Baltus uit Alkmaar.
Jacob Dirksz Leeuw, man van Agnes Baltus (sic!), werd op 2 mei 1703 begraven in de Nieuwe Kerk en Engelse Kerk (DTB 1057, p.93vo en p.94, n – A04159000096).
Johan Masuer
In 1704 verhuurde Eva Baltus Janskerkhof 22 Utrecht aan Johan Masuer, commis van de staten van Utregt. Volgens de huurakte was het huis bewoond geweest door mevrouw Van Teylingen.
In 1705 hertrouwde Eva Baltus in Amsterdam met Arent van de Rijp.
Maria van der Dussen
In 1720, drie maanden na het overlijden van Eva Baltus, werd het huis verkocht aan Maria van der Dussen. De verkoper was Hendrik Hagen uit Amsterdam. Hij was in 1684 (o.tr. Amsterdam, pui, 24-08-1684) getrouwd met Sophia Baltus.
Maria van der Dussen (1689-1755) was een dochter van Walrandus van der Dussen en Geertruida Paviljoen (begraven Batavia 27 Juli 1689).
Bij testament van 1723 wees Maria van der Dussen, wonende aan het Janskerkhof, haar tante Maria Pavilloens, weduwe van Daniel Heynsius (1652-1705), als erfgename aan.
Maria Pavilloens en Daniel Heins hadden in de Boothstraat gewoond. Of Maria Pavillioens daar nog woonde, is nog niet uitgezocht. In januari 1721 had hun dochter Ermgard samen met haar man Lodewijk van Plettenberg een zoon laten dopen, wonende op het Janskerkhof. Maria Pavillioen was getuige.
Maria van der Dussen trouwde in 1723, onder huwelijkse voorwaarden, met luitenant kolonel Louis Feriet. Maria Pavilloens was getuige bij het huwelijk.
(Maria Paveljoen overleed op 31 oktober 1730, in Leeuwarden, Friesland. Zij is mogelijk overleden bij haar dochter en schoonzoon, Ermgard Heinsius en Lodewijk van Plettenberg, die in Leeuwarden woonden. Maria Paviljoen werd begraven in de Jacobikerk in Utrecht.)
Agnes van Goor
Het echtpaar Feriet-van der Dussen ging in Den Haag wonen. Ze verhuurden het huis aan Agnes van Goor, gesepareerd van Jan van der Waayen. Agnes van Goor en Jan van der Waeijen waren in 1712 in Amsterdam in ondertrouw gegaan. In 1724 maakte Agnes van Goor (-1745) hier haar testament. Ook in een codicil van 1737 wordt het Janskerkhof als haar woonadres genoemd.
Abraham van Cuylenburgh
In 1738 werd het huis geveild in de herberg op het Oudkerkhof en verkocht Louis Feriet het huis aan Abraham van Cuylenburgh.
In de advertentie (Amsterdamse Courant, 01-02-1738, Delpher) werd het huis als volgt omschreven:
“Op den 15 February, ’s namiddagsten 3 uuren, zal publyk geveylt en verkogt werden, in den Doms-toorn binnen Uttegt, een sterk nieuw modern Huys, Erve en Grond, voorzien met verscheyde royaele Kamers en Vertrekken, als 6 boven, en 4 beneden Kamers, welke 4 beneden Kamers zeer fraey behangen zyn , en elk met Engelse Schoorsteenen, met haer Spiegels en Schilderyen daer in, met zyn Kelders; staende en gelegen aen de Westzyde op het St. Jans Kerkhof tot Utregt”.
De advertentie spreekt over een “sterk nieuw modern Huys”. Vermoedelijk was in de achttiende eeuw een nieuw huis op dit perceel gebouwd.
In de verkoopakte worden als belendingen de erven juffrouw Oosterwyk (zw, Janskerkhof 23) en notaris van Munster (nw, Janskerkhof 21) genoemd. De huurovereenkomst met Agnes van Goor liep volgens de akte tot 1 mei 1738.
Abraham van Cuylenburgh (1691-1758) was getrouwd met Antonia van Nes, dochter van Johan van Nes en Margareta Reynders (zie Janskerkhof 11). Het echtpaar Van Cuylenburgh-van Nes woonde aan de westzijde van de Nieuwegracht, tussen de Brigittenbrug en de Romerburgerbrug. Het huis aan het Janskerkhof werd verhuurd.
Cornelis Meyen en Anna Jacoba Wetsteyn
In 1742 maakten Cornelis Meyen en Anna Jacoba Wetsteyn een testament, wonende op het Janskerkhof. Zij waren in januari 1738 getrouwd. Ten tijde van de doop van hun zoon Jan Jacob (1739) woonden zij nog onder de Linden. Hun zoon Cornelis lieten zij in 1740 dopen, wonende op de Nieuwegracht bij de A.B.C. straat. Hun dochter Elisabeth Jacoba werd in 1742 op het Janskerkhof gedoopt.
Ook ten tijde van de doop van dochter Cornelia Hendrina, in 1745, woonde het echtpaar op het Janskerkhof. Het is nog onduidelijk in welk huis op het Janskerkhof Cornelis Meyen en Anna Jacoba Wetsteyn toen woonden. Cornelis Meyen had Janskerkhof 22 onderverhuurd. In 1746 lieten zij een kind begraven, wonende in de Buurstraat.
Nicolaas van Bronkhorst
Blijkens de huurakte van 1743 had Cornelis Meyen het huis onderverhuurd aan Nicolaas van Bronkhorst.
Francoisa Wilhelmina Ulrica Snytelaar
In 1743 werd Janskerkhof 22 Utrecht door Cornelis Meyen voor zes jaren onderverhuurd aan Francoise Willemina Snytelaar, weduwe van Arnoldus Muyckens, ingaande per 1 mei 1744, met mogelijkheid van verlenging. Ten tijde van het opstellen van de huurakte werd het huis nog bewoond door Nicolaas van Bronkhorst.
Francoisa Wilhelmina Ulrica Snytelaar had tot die tijd elders op het Janskerkhof gewoond. Haar echtgenoot Arnoldus Muijkens was in juli 1742 overleden, wonende op het Janskerkhof, nalatende zijn vrouw en een mondige dochter. In september 1742 verkochten Francoisa Wilhelmina Ulrica Snytelaar en haar dochter Arnolda Francoisa Muykens hun buitenplaats Vrijheidslust in De Bilt. Arnolda Françoise Muijkens was blijkens de huwelijksinschrijving van haar ouders, buiten echt geboren in 1717. Haar moeder zal toen ongeveer 17 jaar zijn geweest.
In januari 1747 huurde Francoise Wilhelmina Ulrica Snytelaar een stallinge en koetshuis in de Breestraat.
Arnolda Françoise Muijkens en Arnold de Jonckheere
Ten tijde van de Liberale gifte 1748 werd het huis (Fortuin, no. 157) bewoond door Arnolda Françoise Muijkens, laatst weduwe van Willem de Leeuw, en haar echtgenoot Arnold de Jonckheere.
Arnolda Françoise Muijkens en Arnold de Jonckheere waren in 1745 onder huwelijkse voorwaarden, met attestatie van Utrecht, in De Vuursche getrouwd.
Arnolda Françoise Muijkens was in 1737, onder huwelijkse voorwaarden, getrouwd met Willem de Leeuw (1708-1739). Willem de Leeuw was klerk bij de Staten van Utrecht. Willem de Leeuw en Arnolda Françoise Muijkens hadden, zo volgt uit de doopinschrijving van hun zoon Arnoldus Franciscus (1739), op het Janskerkhof gewoond.
Het echtpaar De Jonckheere had blijkens de Liberale gifte 1748 twee inwonenden – haar moeder Françoise Wilhelmina Ulrica Snijtelaar en haar tante Barbara Jacoba Elisabeth Snijtelaar – en twee personeelsleden, onder wie Grietje Mulder.
In 1748 liet het echtpaar De Jonkheere hun dochter Francoisa Arnoldina Johanna Gerarda de Jonkheere dopen in de Janskerk, wonende op het Janskerkhof.
Francoise Willemina Snytelaar, weduwe van Arnoldus Muyckens, overleed op 6 januari 1752.
Vrouwe Arnolda Françoise Muykens, huisvrouw van Arnoud de Jonckheere, overleed op 2 mei 1753, op het St. Janskerkhof, nalatende haar man en een onmondig kind. Zij werd samen met haar kind in de Mariakerk in een kist gezonken.
In juli 1758 maakten Abraham van Cuylenburgh en Antonia van Nes een testament, wonende aan de Nieuwegracht (aktenrs. 50-1 en 50-2).
Margareta van Cuylenborch en Gerard Munnicks
In 1762 werd de boedel van Abraham van Cuylenburgh en Antonia van Nes gescheiden en kwamen de huizen aan het Janskerkhof en de Nieuwegracht in handen van dochter Margareta van Cuylenborch (1728-1802) en haar echtgenoot Gerard Munnicks (-1804). In de akte worden als belendingen de weduwe van Gerard van Voorst (nw, Janskerkhof 21) en Cornelis Maurits van Eelde (zw, Janskerkhof 23) genoemd.
Jacob van Poolsum
Volgens de boedelscheidingsakte van 1762 werd het huis bewoond door Jacob van Poolsum. Jacob van Poolsum (1681-1762) was stadsdrukker geweest; zijn drukkerij was gevestigd tegenover het Stadhuis, in de Snippenvlucht. In 1754 (testament) woonde Jacob van Poolsum nog over ’t Stadhuys; in 1757 (testament) woonde hij in de Voorstraat.
De drukkerij van Jacob van Poolsum op de Snippenvlucht werd overgenomen door zijn zoon Jan Jacob van Poolsum (1715-1760). Jan Jacob van Poolsum was in 1754 getrouwd met Magdalena Wilhelmina van Overmeer. Na het overlijden van Jan Jacob van Poolsum, in 1760, werd de drukkerij overgenomen door diens weduwe (zie bijv. procuratieakte 1764). In 1780 deed zij vrijwillig afstand (G.A. Evers, in: Het Grafisch Museum 1934, p. 11). Magdalena Wilhelmina van Overmeer overleed in 1789, wonende op Janskerkhof 23. Zij werd begraven in de Jacobikerk. |
Jacob van Poolsum, weduwnaar van Susanna Boom, overleed in mei 1762 op het Janskerkhof. Kasten en kabinetten in zijn sterfhuis op het Janskerkhof werden verzegeld. Een zak met geld die werd gevonden werd overhandigd aan diens kleinzoon Jacob Hendrik Mulet, en gebruikt voor de betaling van de doodschulden. Blijkens zijn testament, dat op zijn ziekbed was opgemaakt, was Van Poolsum bij zijn overlijden nog eigenaar van het huis over ’t Stadshuis, in de Snippevlugt.
In juli 1762 sloten de erven Jacob van Poolsum een overeenkomst over het drukken en verkopen van de Stichtse Almanak met Justus Reers en Willem Jan Reers, eigenaren van Korte Jansstraat 17 (oud).
Anthonia Elisabeth Munnicks
Margareta van Cuylenborch overleed in 1802. Gerard Munnicks overleed op 24 mei 1804, wonende aan de Nieuwegracht bij de Hamburgerstraat.
Na het overlijden van Margareta van Cuylenborch en Gerard Munnicks kwam het huis in handen van hun dochter Anthonia Elisabeth Munnicks (1765-1829).
Anthonia Elisabeth Munnicks was in 1786 getrouwd met Nicolaas Cornelis van Cleeff (1751-1818). Zij woonden aan de Nieuwegracht wijk A no. 879. Anthonia Elisabeth Munnicks (1765-1829) staat in de OAT 1832 als eigenaresse van perceel A 601 (huis en erf) vermeld. Ook zij verhuurde Janskerkhof 22.
(Het huis aan de Nieuwegracht werd geërfd door hun zoon Gerard Munnicks van Cleeff (1797-1860), die in 1847 ook wijk A no. 878 kocht (Utrechtsche provinciale en stads-courant: algemeen advertentieblad, 02-04-1847, Delpher; idem, 09-04-1847, Delpher). Wijk A no. 878/79 werd in 1890 omgenummerd tot nr. 41 (het pand waar tegenwoordig de Volksuniversiteit Utrecht is gevestigd). Zijn zuster Clasina Anthonia van Cleeff (1793-1844) woonde bij haar overlijden op Janskerkhof 11.)
Van Asch van Wijck
Tijdens de volkstelling van 1813 werd de latere burgemeester Hubert Matthijs Adriaan Jan van Asch van Wijck (1774-1843) met zijn gezin op dit adres geregistreerd. Hubert Matthijs Adriaan Jan van Asch van Wijck was in 1807 getrouwd met Kenau Hasselaer.
Het gezin Van Asch van Wijck verhuisde rond 1814.
Jan Jacob de Geer van Oudegein
Na de verhuizing van het gezin Van Asch van Wijck kwamen Jan Jacob de Geer (1784-1871) en Elisabeth Sophia Jacoba Falck (1780-1848) op Janskerkhof 22 Utrecht wonen. Op 31 december 1815 werd hun dochter Isabella Theodora Maria de Geer hier geboren (BS Utrecht 1815 G, aktenr. 1089).
Jonkheer Jan Jacob de Geer van Oudegein plaatste een advertentie in de Utrechtsche Courant van 5 maart 1817, p. 2 (Delpher), waarin hij de Ridderhofstad Oudegein te huur aanbood:
“te bevragen en nader onderrigt te bekomen bij Jonkheer J. J. DE GEER toe Oudegein, op het Jans-Kerkhof , Lett. G. No. 232.”
Tijdens de volkstelling van 1824 werd Jan Jacob de Geer, samen met zijn echtgenote, zeven kinderen, zijn tante Carolina Wilhelmina Trajectina van Nassau la Lecq (1757-1840) en drie dienstmaagden op dit adres geregistreerd (p. 51).
De familie De Geer van Oudegein verhuisde voor 1830 naar Boothstraat 14. In 1834 kocht J.J. baron de Geer van Oudegein het huis Janskerkhof wijk G no. 252 (Utrechtsche courant, 25-08-1834, p. 2, Delpher).
Te koop
In 1827 werd het huis te koop aangeboden (Utrechts volksblad : sociaal-democratisch dagblad, 15-08-1927, Delpher):
No. 3. Een HUIS , ERF en GROND, mede staande en gelegen binnen deze stad, aan het St. Janskerkhof, Wijk G. No. 232, voorzien van negen zoo Beneden als Bovenkamers , voorts Zolders, Keuken, Kelders en verdere gemakken.
Jan Gerlings
Tijdens de volkstelling van 1830 werden de advocaat Jan Gerlings (1806-1884), zijn echtgenote Judith Oortman (1807-1886) en hun dienstmeid Elisabet Wintershoven op Janskerkhof 22 geregistreerd (p. 228). Jan Gerlings en Judith Oortman waren in 1828 getrouwd (BS Utrecht 1828 H, aktenr. 237). Het gezin Gerlings verhuisde voor de volkstelling van 1840 naar Janskerkhof 5.
Maria Elisabeth Krusemann
Tijdens de volkstelling van 1840 werd Maria Elisabeth Krusemann (1780-1852), weduwe van Jan Daniel Ruys, met twee personeelsleden op dit adres geregistreerd (p. 229).
Haar dochter Maria Elizabeth Margaretha Ruys was in 1834 getrouwd met Cornelis Wernard van Beest (Janskerkhof 12).
Maria Elisabeth Krusemann verhuisde voor de invoering van het bevolkingsregister naar Janskerkhof 1. Zij overleed in 1852 op haar woonadres Janskerkhof G 249 (=Janskerkhof 1; BS Utrecht O 1852, aktenr. 1259).
Postkantoor
Van 1852 tot 1865 was hier een postkantoor gevestigd (Utrechtsche provinciale en stads-courant, 27-10-1852, p. 3; Utrechtsch provinciaal en stedelijk dagblad, 09-02-1865, p. 2). Het postkantoor kwam van Drift 4. Janskerkhof 22 Utrecht was ook het woonhuis van de directeur van het postkantoor.
Willem Hendrik van Marle
Vanaf 5 januari 1853 werd het huis bewoond door directeur Willem Hendrik van Marle (1800-1854), zijn echtgenote Margaretha Gunning (1797-1881) en hun vijf kinderen.
Johannes Michael Baron van Boecop
Willem Hendrik van Marle werd na zijn overlijden opgevolgd door Jean Marie [Johannes Michael] Baron van Boecop (1798-1867). Hij kwam hier op 6 september 1854 wonen.
In het adresboek 1863/1864 staat de directeur van het postkantoor, J.M. Baron van Boecop, als bewoner van het huis vermeld. Hij verhuisde op 3 oktober 1864 naar B 190 (Twijnstraat 1).
Salomo Gille Heringa
Van Boecop werd als directeur opgevolgd door Salomo Gille Heringa (1816-1895).
Heringa, zijn echtgenote Sophia Hagedoorn en hun kinderen kwamen hier volgens het bevolkingsregister op 12 oktober 1862 wonen. Elders op het blad staat als datum van vestiging in de gemeente Utrecht 30 september 1864 (Bevolking 1860-1879; deel 7579, wijk G, blad 350).
Het gezin verhuisde op 29 april 1865 naar C 757.
Regnerus Swaagman
In 1876 kreeg Janskerkhof 22 Utrecht een nieuwe voorgevel. De bouwtekening dateert van mei 1876.
In november 1876 kwamen Regnerus Swaagman (1822-1897) en zijn echtgenote Henrietta Louisa van der Helm (1822-1906) op Janskerkhof G 232 wonen.
Het echtpaar Swaagman verhuisde op 18 mei 1888 naar De Bilt.
Bartholomeus Willem Gerard Wttewaall
Op 10 augustus 1888 werd het huis betrokken door Bartholomeus Willem Gerard Wttewaall, zijn echtgenote Françoise Elisabeth van Eelde en hun kinderen (Bevolking 1880-1889; deel 7554, wijk G, blad 371).
Bartholomeus Willem Gerard Wttewaall (1856-1920) en Françoise Elisabeth van Eelde (1859-1938) waren in 1881 getrouwd. Hij was een zoon van Bartholomeus Willem Wttewaall (1807-1890) en Maria Cornelia Hartevelt (1816-1894). Zijn ouders woonden sinds 1874 op Drift H 614 (tegenwoordig Voorstraat 89). Bartholomeus Willem Gerard had vijf jaar met zijn ouders op de Drift gewoond. Hij was in 1879 uit huis gegaan.
In 1890 werd Janskerkhof wijk G no. 232 hernummerd tot Janskerkhof 22 Utrecht.
Het gezin Wttewaall verhuisde op 12 november 1891 naar Kromme Nieuwegracht 5 (Bevolking 1890-1900 wijk A1 deel 3, blad 1400).
Anna Maria van Wijk
In 1892 werd op de stoep voor Janskerkhof 22 Utrecht een afsluiting aangebracht (HUA, bouwdossier 4270-52-258). Op 29 april 1892 werd het huis betrokken door Anna Maria van Wijk (1844-1907), weduwe van Nicolaas Anthonie Verweerd (1845-1885), en haar twee nichten, Adriana Gerarda van Wijk (1881-1934) en Geertruida Cornelia van Wijk (1880-1907).
Notaris P.A. Lens
Op 4 januari 1908 werd Janskerkhof 22 betrokken door notaris Pieter Anton Lens (1864-1941) met zijn gezin en personeelsleden (Bevolking 1900-1910 wijk 1, deel 6-7, blad 1450).
In 1915 was op Janskerkhof 22 Utrecht een boekhoudkantoor gevestigd (De Telegraaf, 15-10-1915, Delpher).
Notaris D.E. Huender
Rond 1917 vestigde notaris D.E. Huender zich op Janskerkhof 22bis Utrecht. Huender was benoemd op de standplaats van notaris H.J. Besier, die in 1916 was overleden. Deze standplaats was eerder van onder anderen Nicolaas de Graaf, in de periode 1810-1862 (Boothstraat 13-15), en diens zoon Jacob Christiaan de Graaf, in de periode 1863-1882 (Drift 23).
Het notariskantoor was gevestigd op de bovenverdieping (Algemeen Handelsblad, 12-09-1921, avond, p. 11). Notaris Dirk Everhard Huender (1873-1938) werkte in 1931 nog op Janskerkhof 22bis (De Banier, 26-09-1931, Delpher). Later verhuisde hij naar de Biltstraat.
Huender werd opgevolgd door notaris A.A. Mulder. Het notariskantoor was hier in ieder geval tot 1965 gevestigd (Utrechts Nieuwsblad, 03-04-1965, p. 6).
Utrechtsche Provinciebank
Op 1 september 1920 werd de Utrechtsche Provinciebank op Janskerkhof 22 Utrecht gevestigd (Utrechts Nieuwsblad, 26-08-1920, p. 6). De Utrechtsche Provinciebank kwam van Vredenburg 23 Utrecht.
Op 15 mei 1933 vierde de directeur van de Utrechtsche Provinciebank, H.G. Hammacher, zijn 25-jarig jubileum (Utrechts Nieuwsblad, 11-05-1933, p. 10).
N.V. Slavenburg’s bank
Op 1 februari 1954 werd ten kantore van de N.V. Utrechtsche Provinciebank op Janskerkhof 22 Utrecht een bijkantoor van N.V. Slavenburg’s Bank geopend (Utrechts Nieuwsblad, 29-01-1954, p. 12). Later kwamen daar ook de huizen Janskerkhof 23 en Janskerkhof 21 bij.
In 1983 nam Crédit Lyonnais die al een deel van de aandelen in handen had, de Slavenburg’s bank over. De naam van de bank werd veranderd in Crédit Lyonnais Bank Nederland. Ook Slavenburg’s bank op Janskerkhof 22 werd een Crédit Lyonnais Bank (zie HUA, catalogusnr. 59443).
La Comedy
In de jaren negentig was café-restaurant La Comedy op Janskerkhof 22 Utrecht gevestigd.
Filemon en Baucis
Vervolgens was Janskerkhof 22 zeventien jaar lang in gebruik bij restaurant en discotheek Filemon en Baucis, kort gezegd Filemon Utrecht. Filemon en Baucis sloot in mei 2018. De laatste openingsavond was 5 mei 2018.
Huidige bestemming Janskerkhof 22 Utrecht: De Jans Bar
Volgens de stadskaart Utrecht heeft het huis nog slechts één adres: Janskerkhof 22 Utrecht.
Janskerkhof 22 Utrecht heeft een horeca-bestemming. Het pand wordt gebruikt door Grand Café en Tafelbarbecue De Jans Bar.
Bronnen
- M. van Eikema Hommes, R. Lambour e.a., The Hidden Youth of Dirck Jacobsz Leeuw: A Portrait by Govert Flinck Revealed, The Rijksmuseum Bulletin, Vol. 64, No. 1 (2016), p. 4-61.
- G.A.P. van Helbergen, N.V. Slavenburg’s bank, Utrecht, oud en nieuw, Jaarboek Oud-Utrecht, 1976, p. 73-96.
Gepubliceerd: 13-04-2012 door Caroline Pelser. Laatst geactualiseerd op 14-07-2022.