
Janskerkhof 7 Utrecht is sinds 1852 in gebruik als boekhandel. Sinds 1865 is hier boekhandel Bijleveld gevestigd. Het pand staat op de lijst beeldbepalende panden in beschermd stadsgezicht.
Tot de reformatie behoorde het perceel Janskerkhof 7 Utrecht tot het terrein van de Palmitentempel. Na het afbreken van de tempel werd het terrein in percelen verdeeld en met huizen bebouwd.
In 1879 liet boekhandelaar Bijleveld een nieuw winkelpand op het perceel Janskerkhof 7 bouwen. In 1946 werd de winkel van boekhandel Bijleveld uitgebreid met de huizen Minrebroederstraat 30 en Minrebroederstraat 32.
Beernt Janss van Rhee
In 1583 transporteerden Claes Floriszn, getrouwd met Joostgen, en Jelis Jansz van Hoboocken een huis op dit perceel aan de kleermaker Beernt Janss van Rhee. Claes Florisz was landmeter en bouwmeester. Beernt Janss van Rhee vestigde een plecht op het huis ten behoeve van Claes Floriszn.
In 1614 vestigde Jan Gerritss van Amerongen, getrouwd met Sophia Beernts van Reede, een plecht op het huis ten behoeve van de erfgenamen van Beernt Janss van Reede.
Dirck Both
Jan Gerritss van Amerongen en Sophia Beernts van Reede transporteerden het huis (huijsinge en kelder) vervolgens aan Dirck Both. Dirck Both was glaesschrijver van beroep.
Aert van Liesvelt
In 1615 transporteerde Dirck Both het huis op het perceel Janskerkhof 7 aan Aert van Liesvelt.
Aert van Liesvelt was in 1604 getrouwd met Agatha Wtenweerde.
Bruijnis Christiaenss van Weerhorst
In 1645 transporteerde Arnout van Liesvelt, weduwnaar van Agata Uijttenweerde, Janskerkhof 7 aan de schoenmaker Bruijnis Christiaenss van Weerhorst (van der Horst; ook wel Bruijnis Corss genaamd). Hij was getrouwd met Engeltgen Jansdr van Malsen (†1672). Bruijnis Chritiaens had twee broers (machtiging, 1631).
Het huis stond volgens de transportakte aan de noordzijde van de Minrebroederstraat, op de westhoek van het Janskerkhof. Het perceel grensde aan de noord- en oostkant aan het Janskerkhof. Aan de westkant stond de bakkerij van Dirck Aertsen (Minrebroederstraat 30). Het huis was met de voorkant op de Korte Jansstraat gericht. De camere van Dirck Canter, op het perceel Janskerkhof 6, vormde de achterbelending.
Bruijnis Christiaenss van Weerhorst vestigde een plecht op het huis ten behoeve van Arnout van Liesvelt. Een dag na het transport vestigde Van Weerhorst ook een plecht op het huis ten behoeve van Johan Sena en Elisabeth van Spierings Hoeck [van Spierinxhoeck]. Volgens de akte rustten op het huis drie plechten, twee ten behoeve van Jan van Amerongen en een ten behoeve van Aert van Liesvelt.
In 1650 vestigde Bruijnis Cristiaensen van Weerhorst een plecht op het huis ten behoeve van de lakenkoper Johan Vosch. Ook hierin wordt gemeld dat de camere van de erfgenamen van Dirck Canter aan de achterzijde staat.
Recht van voorverkoop
In 1652 gaf Van Weerhorst procuratie om een plecht van f 400-0-0 te vestigen op zijn huis aan de noordzijde van de Minrebroederstraat ten behoeve van Cornelia van Meerlant, weduwe van Joost Melder. Hierbij werd bepaald dat Cornelia van Meerlant het recht van voorkoop van het huis zou krijgen. Cornelia van Meerlant was eerder dat jaar eigenaresse geworden van het buurperceel Minrebroederstraat 32.
Bruijnis Christiaenss van Weerhorst overleed voor 1659 (transportakte Janskerkhof 6).
Cornelia van Meerlant heeft geen gebruik gemaakt van het recht van voorverkoop.
Hugo van Oucoop
In 1661 verkocht Engeltgen Jans van Malsen, weduwe van Bruijnis Christiaenss van Weerhorst, Janskerkhof 7 aan Hugo van Oucoop.
Hugo van Oucoop was schout van Schonauwen en rentmeester van Jacob baron van Wassenaer (eigenaar van Drift 23). Hij was in 1646 getrouwd met Mechteltjen Hendricks.
Erf getransporteerd
Op 28 januari 1664 transporteerde Hugo van Oucoop een erf en plaats, aan de westzijde van zijn huis, aan de metselaar Anthoni de Cruijff. Het lege erf lag tussen het huis van Hugo van Oucoop en dat van Adolf van Sellem op Janskerkhof 6 in.
Volgens de akte rustte op het erf een plecht ten behoeve van de erfgenamen van Johan van Grenun, wonende te Londen. Dit was de plecht die Bruijnis Christiaensz van Weerhorst in 1645 had gevestigd ten behoeve van Aert van Liesvelt. Van Liesvelt had deze plecht in 1648 aan Johan van Genen en Elisabeth Struijs getransporteerd.
De Cruijff zal op het erf een huis voor Van Oucoop hebben gebouwd, want in 1701 (?), in een borgtocht van Hugo van Oucoop voor de getrouwe administratie van zijn ambt als schout ten behoeve van de Staten van Utrecht, wordt gesproken over twee huizen “aen het St Janskerckhoff, op de hoek van de Minnebroederstraet”.
Hun dochter Stephania van Oukoop trouwde in 1676 met Jacob van Driel.
Hun dochter Catharina van Oukoop trouwde in augustus 1679 met Jasper van Lynden, zoon van Frans van Linden en Judith Dirckss van Rheenen. In december 1679 werd Jasper van Linden door diens vader onterfd. In 1700 kocht Jansper van Lynden Drift 29. Na het overlijden van Catharina van Oucoop hertrouwde Jasper van Lynden met Digna Elisabeth Booth. Zij was een dochter van Everard Booth (Boothstraat 6).
Hun zoon Johannes van Oucoop trouwde in 1691 met Jaspers zuster Judith van Linden.
Hugo van Oukoop overleed op 17 april 1695 op de Drift, nalatende zijn vrouw met mondige kinderen. Hij werd begraven in de Jacobikerk. Mechtelt Henricx van de Steencamer, weduwe van Hugo van Oucoop, overleed volgens de boedelscheidingsakte op 1 januari 1719.
Jacob van Driel en Stephania van Oucoop / Judith van Lynden
Bij de boedelscheiding, op 10 juni 1719, werd het huis aan het “St Janskerckhoff, hoeck Minnebroederstraat” toegedeeld aan Jacob van Driel en Stephania van Oucoop en aan Judith van Linden, weduwe van Johannes van Oucoop.
Wouter Baars en Petronella Brands
Janskerkhof 7 werd volgens de boedelscheidingsakte bewoond door de schoenmaker Wouter Baars en Petronella Brands. Wouter Baars en Petronella Brands waren in 1714 getrouwd. Zij woonden hier nog maar net. Bij de doop van hun dochter in oktober 1718 woonden zij nog op de Voorstraat.
In 1721 lieten zij hun zoon Carel Lodewijk dopen, wonende bij het Janskerkhof. In 1727 wordt Petronella als erfgename in een testament genoemd. Volgens dit testament woonde zij aan het Janskerkhof.
Wouter Baars kocht in 1730 een huis aan de zuidzijde van de Minrebroederstraat, naast de Plaats Royaal. In januari 1735 woonde hij echter nog aan het Janskerkhof.
Cornelis Hendrik de Munnick
In januari 1735 werd Janskerkhof 7 door Abraham van Driel, de boedel van Stefania van Oucoop (†1733), in leven weduwe van Jacob van Driel, en Judith van Lynden, weduwe van Johannes van Oucoop, verhuurd aan de apothecaris Cornelis Hendrik de Munnick. De huur ging in op 1 mei 1735. Bij het opstellen van de akte werd het huis nog bewoond door Wouter Baars.
Cornelis Hendrik de Munnick was in 1727 getrouwd met Hillegunda Kuiper. Op 21 augustus 1735 lieten zij een zoon Willem dopen, wonende aan het Janskerkhof.
Cornelis van Zoelen en Louisa Hellinx
De verschillende eigendomsdelen van Janskerkhof 7 werden herenigd door Cornelis van Zoelen en zijn echtgenote Louisa Hellinx. Cornelis van Zoelen en Louisa Hellinx waren in 1744 getrouwd. Cornelis van Zoelen was borduurder van beroep.
In 1748 kreeg Cornelis van Zoelen een deel (volgens de transportakte: de helft) van het huis, “vanouds de Tempel”, van Hugo van Driel getransporteerd. Hugo van Driel was een zoon van Jacob van Driel en Stefania van Oucoop.
Ten tijde van de Liberale gifte 1748 woonden Cornelis Aug. van Soelen en Louisa Hellings op Janskerkhof 7 (Fortuin, no. 167).
In oktober 1753 kocht Van Zoelen de andere helft van het huis op een openbare verkoping van de erfgenamen van Jan van Oucoop en Judith van Lynden. Ook kreeg hij in december 1753 nog een deel getransporteerd van Daniel Goes en Maria van Zoest. Volgens deze laatste transportakte had Van Zoelen in 1748 een kwart van het huis “de Tempel” gekocht, had hij van de erfgenamen van Jan van Oucoop en Judith van Lynden de helft gekocht en kocht hij nu de overige kwart van Daniel Goes en Maria van Zoest.
Cornelis van Zoelen overleed op 26 augustus 1758, op het Janskerkhof bij de Minrebroederstraat, nalatende zijn vrouw, geen kinderen. Hij werd begraven in de Buurkerk.
Zijn weduwe Louisa Hellinx overleed in 1762. In december 1762 werden kasten, kabinetten en andere meubelen in haar sterfhuis verzegeld.
Otto van Wulven
In 1763 verkochten de erven – drie broers van Louisa Hellinx – Janskerkhof 7 (‘huysinge, erve en grond, kelder en kluysen’) aan Otto van Wulven.
Huijbert van Blokhuijsen
Otto van Wulven kocht in 1765 een huis op de Springweg. Op dezelfde dag verkocht Van Wulven het huis op de hoek van de Minrebroederstraat en het Janskerkhof (Janskerkhof 7) aan Huijbert van Blokhuijsen.
Huijbert van Blokhuijsen was in 1745 getrouwd met Agneta Maria Elizabet van Grootenhuijs. Het echtpaar woonde, blijkens de doopinschrijving van hun kleinzoon Huijbertus van Blokhuijsen (1774), “In de Weertpoort”. Mogelijk kocht hij het huis voor zijn dochters.
Testament
Huijbert van Blokhuijsen legde in zijn testament van 1773, nog eens herhaald in 1775, neer dat zijn dochters de keuze kregen om Janskerkhof 7 voor f. 4500,- aan te nemen. Ook in zijn testament van 1782 werd Janskerkhof 7 voor de dochters bestemd. Huijbardus Blokhuijsen overleed in oktober 1782.
Jacoba Anna van Blokhuijsen
In 1796 werd het huis, “vanouds de Tempel”, bij de boedelscheiding toebedeeld aan de oudste dochter Jacoba Anna van Blokhuijsen (1746-1798).
Jacoba Anna van Blokhuijsen bewoonde Janskerkhof 7 samen met haar zuster Johanna Geertruida (ged. 1755). Jacoba Anna vermaakte Janskerkhof 7 in haar testament (1798) aan haar zus Johanna Geertruida.
Jacoba Anna van Blokhuijsen is kort daarna overleden.
Petrus Coelen Fz.
In 1808 transporteerde Johanna Geertruida van Blokhuijsen Janskerkhof 7 aan de lakenverkoper Petrus Coelen Frederikszoon. Petrus Coelen had Janskerkhof 7 gekocht voor f 3000,-.
Petrus Coelen Fz. (ca. 1777-1842) was in 1802 onder huwelijkse voorwaarden getrouwd met Hendrica Weusman (ca. 1773-1854).
In de Utrechtsche Courant van 28 maart 1808, p. 2, plaatste Coelen een advertentie om zijn klanten op de verhuizing (van Minrebroederstraat 16 oud) naar Janskerkhof 7 te attenderen:
“De Ondergetekende adverteerd by deeze, dat deszelfs WINKEL, bestaande in LAAKENS en MANUFACTUREN, in het laatst der Maand April, word verplaatst op den Hoek van het St. Jans Kerkhof en Minnebroederstraat, Let. G. No. 232. Utrecht den 14. Maart 1808. Pr. COELEN F. Z.”
Petrus Coelen en Hendrica Weusman werden tijdens de volkstelling van 1813 met drie kinderen op Janskerkhof 7 geregistreerd (deel 66/blad 6).
Het gezin Coelen verhuisde rond 1820 van Janskerkhof 7 naar Janskerkhof 5.
Jan Cornelis Immens Blom

Tijdens de volkstelling van 1824 werden Jan Cornelis Immens Blom, medic. doctor, zijn echtgenote Berendina Blom geb. Noorman, hun zoontje Christiaan Gerard en twee personeelsleden op Janskerkhof 7 geregistreerd (p. 56). Jan Cornelis Immens Blom (1788-1857) en Berendina Noorman waren op 1 september 1821 te Utrecht getrouwd (BS Utrecht 1821 H, aktenr. 171).
OAT 1832
In de OAT 1832 staat timmerman Anthony van Veen vermeld als eigenaar van perceel A 1228 (Janskerkhof 7).
Jan Vermeulen
Tijdens de volkstelling van 1830 werden Jan Vermeulen (ca. 1781-1848), huisbewaarder, Femmetje Vermeulen geb. Bouw (ca. 1773-1843) en hun dochter Henriette Johanna op Janskerkhof 7 geregistreerd (p. 250). Ook woonde hier een student, Isaac Floris Muysken (1806-1886) uit Maartensdijk. Isaac Floris Muysken was een zoon van Floris Coenraad Muysken (zie claustraal erf III). De naam Muijsken wordt ook genoemd als belending in een verkoopadvertentie van het linkerdeel van Janskerkhof 6, in 1836 (Utrechtsche Courant, 2-09-1836, p. 3, Delpher). Of Floris Coenraad Muysken toentertijd misschien eigenaar van Janskerkhof 7 was, moet nog worden uitgezocht.
Frederik van Teutem
Tijdens de volkstelling van 1840 werden de remonstrantse predikant Frederik van Teutem (1773-1848) en zijn echtgenote Anna Hendrina Tiedeman, met twee personeelsleden op Janskerkhof 7 geregistreerd (p. 253).
Het echtpaar Van Teutem had eerder op Janskerkhof 18 gewoond. Frederik van Teutem overleed in 1848 te Zutphen. Zijn weduwe Anna Hendrina Tiedeman overleed in 1851 te Doesburg.
In het bevolkingsregister 1850-1859 staan Gerardina Elisabeth Meester (Gerritje Adriana Meester?, 1797-?), weduwe Picard, haar zoon Julius Picard (1837-?) en hun dienstbode Johanna Hendrika Achterberg, vermeld. Zij verhuisden in 1850 naar de Koningslaan.
Boekhandel Herfkens
Op 4 oktober 1851 werd Janskerkhof 7 openbaar verkocht. In een advertentie in de Utrechtsche provinciale en stads-courant van 19 september 1851, p. 4 (Delpher) wordt het huis omschreven als:
“Een hecht, sterk en weldoortimmerd HUIS en ERF, staande en gelegen te Utrecht op den hoek van de Minnebroederstraat en het St. Janskerkhof, wijk G n°. 256. bevattende 3 Beneden- en 2 Bovenkamers, Keuken, Kelder en Zolder. Te aanvaarden 1 mei 1852”.
Janskerkhof 7 werd door boekhandelaar J. Herfkens Fz. (1822-1878) gekocht voor f 3575,- (Utrechtsche provinciale en stads-courant, 06-10-1851, p. 3, Delpher).
In het bevolkingsregister staat Johannes Herfkens vermeld als boekbinder (Bevolking 1850-1859; deel 7524, wijk G, blad 343; Bevolkingsregister 1866-1878 Wijk G, bladnr. 374). Herfkens had een tweedehandsboekwinkel en binderij.
Dubbele bewoning
Behalve het gezin Herfkens kwam volgens het bevolkingsregister 1850-1860, op 22 oktober 1852, ook Everharda Johanna Ammon (1798-1852), weduwe van Hendrik Johannes van Affelen van Oorde, met twee kinderen en een dienstbode, op Janskerkhof G 256 wonen. Deze inschrijving kan echter niet juist zijn. Everharda Johanna Ammon overleed volgens de Burgerlijke Stand op 15 oktober 1852, wonende aan de Jacobibrug (BS Utrecht 1852 O, aktenr. 1123). Haar kinderen verhuisden volgens het bevolkingsregister in januari 1857.
In het bevolkingsregister 1850-1860 heeft het adres Janskerkhof G 256 twee bladzijden. Op het andere blad (blad 342) staat Willem Leonardus Carel de Witt (1816-1862) vermeld. De Witt, die student wijsbegeerte was, heeft hier mogelijk slechts kort gewoond. In december 1851 verhuisde hij naar Gorssel. Op dit blad staan ook de namen van banketbakker Gustaaf Herman Martin (1834-?) en rechter Eduard Alexander Sandbrink (1826-1875) vermeld. Martin woonde hier vanaf december 1860, Sandbrink vanaf januari 1861. Mogelijk horen deze namen bij Janskerkhof 6.
In het adresboek Utrecht 1863-1864 (p. 40) staat J. Herfkens Fz. vermeld als boekhandelaar en boekbinder, op Janskerkhof G 256. Herfkens staat ook vermeld als papierlijnder (p. 126).
Boekhandel Bijleveld

In 1865 deed Herfkens zijn boekwinkel over aan J. Bijleveld (Utrechtsch provinciaal en stedelijk dagblad, 06-01-1865, Delpher).
Jacobus Bijleveld (1832-1901) noemde zichzelf en zijn boekhandel Bijleveld. In de Burgerlijke Stand wordt zijn achternaam echter gespeld als Beijleveld (geboorte) en Beijlevelt (huwelijk, overlijden). Zijn vader Hendrik heette bij diens huwelijk Beijlevelt (BS Amsterdam 1815 H, Reg.5 fol. 113v).
In het Bevolkingsregister 1866-1878 Wijk G (bladnr. 374) wordt de achternaam van Jacobus Bijleveld als Bijlevelt vermeld.
Bijleveld werd in april 1865 in het bevolkingsregister op Janskerkhof 7 (wijk G no. 256) geregistreerd. Jacobus Beijlevelt trouwde in juni 1865 met Tjakien van der Veen (1832-1886; BS Utrecht 1865 H. aktenr. 269). Zij werd in augustus 1865 in het bevolkingsregister opgenomen.
Janskerkhof 7 verbouwd tot winkelhuis
In 1879 diende J. Bijleveld een plan voor een winkelhuis bij de gemeente in op het perceel Janskerkhof 7 (hoek Janskerkhof en Minrebroederstraat, wijk G no. 256) (HUA, bouwdossier 4270-31-1740).
Van mei tot november 1879 woonde Bijleveld met zijn gezin in de Domstraat. Op 11 november 1879 werd J. Bijleveld weer met zijn gezin in het Bevolkingsregister 1866-1878 Wijk G, op dit adres en op hetzelfde bladnummer, opgenomen. Zijn achternaam wordt hier wel gespeld als Bijleveld.

Janskerkhof 7 Utrecht
Bij de omnummering van 1890 werd het adres Janskerkhof wijk G no. 256 gewijzigd in Janskerkhof 7 Utrecht.
Boekhandelaar Jacobus Beijlevelt, weduwnaar van Tjakien van der Veen, overleed op 14 september 1901, wonende op Janskerkhof 7 (BS Utrecht 1901 O, aktenr. 1534).
Boekhandel Erven J. Bijleveld
Na het overlijden van J. Bijleveld werd boekhandel Bijleveld voortgezet door de dochters Bijleveld, onder de naam boekhandel Erven J. Bijleveld.
Jacobus Bommeljé
Na enkele jaren werd de zaak overgenomen door Jacobus Bommeljé (1887-1978). Jacobus Bommeljé was in 1905 in dienst getreden als jongste bediende.
In 1946 werden de huizen Minrebroederstraat 30 en Minrebroederstraat 32 bij boekhandel Bijleveld op Janskerkhof 7 gevoegd.

In 1955 vierde J. Bommeljé zijn 50-jarig jubileum als boekverkoper met een receptie in Hotel des Pays Bas (Algemeen Handelsblad, 16-02-1955, Delpher).
Joost Bommeljé
In de jaren zestig volgde Joost Bommeljé zijn vader Jacobus Bommeljé op als directeur van Uitgeverij & Boekhandel Bijleveld.
Huidige bestemming Janskerkhof 7 Utrecht: boekhandel Bijleveld
Op Janskerkhof 7 is sinds 1852 een boekhandel gevestigd. Boekhandel Bijleveld is sinds 1865 op Janskerkhof 7 Utrecht gevestigd.
Hoewel boekhandel Bijleveld tegenwoordig eigendom is van een kleinzoon van Jacobus Bommeljé, heet deze officieel nog steeds boekhandel erven J. Bijleveld.
Bronnen
- Marceline Dolfin, E.M. Kylstra en Jean Penders, Utrecht. De huizen binnen de singels. Overzicht. SDU uitgeverij, Den Haag / Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist 1989, p. 80.
- C.C.S. Wilmer, De veranderingen in het Utrechtse stadsbeeld van ca. 1570 tot ca. 1620, Jaarboek Oud-Utrecht, 1978, p. 89-105.
- Utrechts Nieuwsblad, 20-11-1946, p. 3.
- Transportakten Janskerkhof 7 (HUA).
Gepubliceerd: 04-05-2012 door Caroline Pelser. Laatst geactualiseerd op 21-09-2024.