Jansveld 15 Utrecht

Jansveld 15 Utrecht rond 1925
Jansveld 11-19, ca. 1925 (collectie Het Utrechts Archief)

Achter Janskerkhof 20 ligt het perceel Jansveld 15 Utrecht (tot 1890: Jansveld wijk H no. 587). Op dit perceel stond het huis De Witten Arent. Het perceel reikte aanvankelijk tot aan het Janskerkhof. In 1631 werd echter de stal (op het tegenwoordige perceel Janskerkhof 20) verkocht.

In een transportakte van 1574 wordt Dierck Hendrickss [van Schorrenborch?] als eigenaar genoemd. Volgens een plecht van 1591, inzake Janskerkhof 21-23, waren Dierck Henricks en Marcelis Wijnalts de belendende eigenaren. Volgens een transportakte van 1618 inzake Jansveld 17 was de belending een “gang met 2 cameren”, eigendom van Marcelis Wijnalts en Jasper Thonis.

Marcelis Wijnants

In 1580 transporteerde Huybert van Zoudenbalch huis en erf, genaamd Valck, aan Marcelis Wijnants. Marcelis Wijnants vestigde een plecht ten behoeve van Huybert van Zoudenbalch.

In 1584 werd ten behoeve van Mercelis Wynalts een attestatie afgelegd, over een overeenkomst tussen requirant en Jan Thonisz, vleeshouwer, waarbij Jan Thonisz requirant alleen vanwege loon en dienst voor het kopen van enige varkens f.36-0-0 zal geven en hem daarenboven de verteerde kosten zal voldoen.

Uit een attestatie van 1584 volgt dat Mercelis Wynaltsz getrouwd was met Catharijna Roeloffs.

Aert Claessens van Sweserengh

In 1620 transporteerde Trijntgen Roeloffs, weduwe van Marcelis Wijnaltss van Kessel, een huis met erf (aan de oostkant strekkende tot aan het Janskerkhof) aan Aert Claessens van Sweserenge.

Aert Claessoon van Zweserengh was in 1614 getrouwd met Willemken Cornelis van Rhijnsdochter.

Adriaen Janss

In december 1630 werd driekwart van het huis namens de onmondige kinderen van Willemtgen van Rijn en Aert Claess van Sweserengh getransporteerd aan herbergier Adriaen Jans. In januari 1631 kreeg Adriaen Jans een kwart getransporteerd van de erven Sweserengh.

Adriaen Janszen, weduwnaar van Maijchen Jans, wonende in het Lauwersteeghjen, was in 1627 getrouwd met Jennichen Adriaens, jongedochter uit Ingen, wonende in de Voorstraat.

Volgens de toegang op het transportregister transporteerde Adriaen Janss in 1631 het huis “de Witten Arent”, volgens de beschrijving huis en tapstede, aan Adriana van Schagen tot Sonsfelt, weduwe van Johan van Wittenhorst. De transportakte is opgenomen in de inventaris van de Vereniging voor christelijk voorbereidend universitair onderwijs te Utrecht, bij de eigendomsoverdrachten van Boothstraat 2 (het CGU is op Boothstraat 2/Janskerkhof 15a gehuisvest geweest).

De beschrijving ‘huis en tapstede’ kan niet juist zijn; de tapstede De Witten Arent was in 1640 (procuratieakte) nog in handen van de weduwe van Adriaen Janss. Wat Adriana van Schagen getransporteerd had gekregen was een stal, op het perceel Janskerkhof 20, gelegen achter het huis De Witten Arent.

Jannichge Adriaens

In de eerdergenoemde akte van 1640 gaven Jannichge Adriaens, weduwe van Claes Goyerss, in leven herbergier in de Witten Arent Achter ’t Vleyshuys, eerder weduwe van Adriaen Janss, en haar onmondige dochter Emmichge [Dimmichgen] Adriaens procuratie om een huis met erf, zijnde een tapstede, waar Den Witten Arent uithangt, gelegen Achter het Vleeshuis te Utrecht, te belasten met f 600-0-0 ten behoeve van Beatricx Proeys. Vermoedelijk werd de tapstede na het overlijden van Claes Goyerss gesloten. Volgens een garantie van 1641 was Jannichge “coopvrou van appelen, peeren en ander fruyt”.

In 1640 trouwde Jannichge Adriaens, weduwe van Claes Goeijersen, met Peter Gravel, weduwnaar van Mariken Gerrits.

In 1641 vestigden Peter Gravel en Jannichge Adriaensdr. van Ingen een plecht op het huis ten behoeve van Maria en Margareta Jans van Bijlevelt.

In 1644 vestigde Peter Gravel een plecht op het huis D’Witte Aerndt ten behoeve van Trijntgen Stevens. In 1645 ondertekende Peter Gravel een schuldbekentenis van f 200 aan Dirck Janss van Dorsten, zijdenlakenkoper, vanwege een lening.

Digna Adriaens van Nieuwcoop

In 1645 werd De Witten Arent bij een boedelscheiding toegedeeld aan Dimmichgen (Digna) Adriaens van Nieuwcoop, dochter van Jannigje Adriaens van Ingen en Adriaen Janss.

In 1646 vestigde Digna Adriaens van Nieuwcoop een plecht op het huis De Witten Arent ten behoeve van Gijsbert van der Woerd. Stiefvader Peter Gravell en moeder Jannichgen Adriaens van Ingen verklaarden de f 1000 ontvangen te hebben. Volgens de akte waren de belendingen zuidwaarts Cornelis Hermensen en noordwaarts Heijman van Esvelt.

In 1648 vestigde Digna Adriaens van Nieuwcoop een plecht op het huis ten behoeve van Dirck Jansen van Dorsten. Dirck Jansen van Dorsten en Helena Ribbens transporteerden deze plecht in 1649 aan hun kinderen.

In 1649 vestigde Digna van Nieuwcoop een plecht op het huis ten behoeve van Sara Jans, weduwe van Jan de Ridder.

Arent van Stenis

In 1650 vestigde Arent van Stenis een plecht op een huis aan de oostzijde van Achter ’t Vleeshuijs, ten behoeve van Peter van Wyck en Josina Dompselaer. De belendingen van het huis waren identiek aan die van de bovengenoemde plecht van 1646. Hoe Arent (Arnout, Aert, Aernt) van Stenis de eigendom van het huis verkregen had is nog niet duidelijk.

De vleeshouwer Arent Gerritssoon van Steenis was in 1644, onder huwelijkse voorwaarden, getrouwd met Jacobgen Hereman (Heerman), dochter van Cornelis Harmanss Heerman en Joanna Dircx van der Poll. Hij had een broer Joost Gerrits.

In een liquidatieakte van 1652 wordt Maria Cornelis Hermans, erfgename van Cornelis Hermansz Heerman, genoemd. Zij was een zuster van Jacobgen.

Cornelis Harmanss was eigenaar van het huis naast (ten zuiden van) De Witten Arent. Cornelis Harmenss voerde handel met Johan Thomass Broeckman. In 1646 gaf hij procuratie aan zijn schoonzoon om tot een afrekening te komen over de door hem gevoerde administratie van hun gemeenschappelijke handel. In 1648 werd de boedel van Cornelis Hermanss Heerman en zijn overleden echtgenote gescheiden.

In 1658 maakten Aert van Stenis en Jacobgen Cornelis Heerman een testament. Aert van Stenis overleed voor februari 1668 (verklaring).

Hun dochter Sibilla van Stenis trouwde in 1671, onder huwelijkse voorwaarden, met medicine doctor Johannes Oortsen. Haar moeder en haar tante assisteerden bij de huwelijkse voorwaarden; haar vader was reeds overleden.

In 1672 maakten Johannes Oortsen en Sibilla van Stenis een testament.

Sibilla van Stenis

In 1691 vestigde Sibilla van Stenis, weduwe van Johannes Oortsen, een plecht op het huis ten behoeve van wijnkoper Johannes van der Horst. Volgens de akte had het huis een uitgang op het Janskerkhof. Ten noorden van het huis woonde herbergier Coenraadt Coninck, ten zuiden van het huis stond het andere huis van Sibilla van Stenis (vermoedelijk had zij dat huis van grootvader Cornelis Harmenss geërfd).

In 1692 vestigde Sibilla van Stenis ook een plecht op dat huis, ten behoeve van Maria van der Horst.

Hierna verdwijnt de naam “De Witten Arent”.

Adriaen Roelans

In 1697 droeg Sibilla van Stenis de eigendom van het huis over aan Adriaen Roelans, eigenaar van het koetshuis en de stal achter het huis (Janskerkhof 20).

Dirck van Selmond

Adriaen Roelans verhuurde het huis in 1699 aan de vleeshouwer Dirck Selmond.

Dirck de Selmont was in 1680 getrouwd met Maria van Weede. In 1684 hadden zij hun dochter Elisabeth laten dopen, wonende in de Telingstraat. In 1700 hertrouwde Dirck van Selmont met Maria Capel.

Dirck van Selmont en Maria Capel

In 1704 transporteerde Adriaen Roelans het huis aan Dirck van Selmont en Maria Capel. Op het huis rustte nog de plecht die Sibilla van Stenis in 1691 had gevestigd ten behoeve van Johannes van der Horst.

In 1707 lieten zij een kind begraven, wonende Achter ’t Vleeshuis.

Maria Capel en Cornelis Tucker

Maria Capel, weduwe van Dirck de Selmont, hertrouwde in maart 1708 met Cornelis Tucker.

In augustus 1708 liet Maria Capel, weduwe van Dirck d’ Selmont, een kind begraven, wonende Achter ’t Vleeshuijs. In 1710 liet zij ook een kind van Dirck de Selmond begraven, wonende achter het Nieuwe Vleeshuijs.

Cornelis Tucker overleed in 1742. Bij de boedelscheiding met de erfgenamen van Cornelis Tucker ging het huis naar Maria Capel.

In 1742 gaf Maria Capel procuratie aan haar zoon Jan de Selmont om het huis Achter het Vleeshuis te Utrecht te belasten met een plecht van f 2000-0-0 ten behoeve van Huybert van Bemmel.

Jan van Selmont

In 1743 schonk Maria Capel al haar roerende en onroerende goederen, waaronder het huis Achter het Vleeshuis gelegen achter de stallinge van mevrouw de Leeuw, voor levenslange alimentatie aan haar enige zoon Jan (1701-1745?). Maria Capel deed afstand van de legitieme portie bij vooroverlijden van haar zoon. Volgens de akte werd het huis bewoond door Maria Capel en haar zoon.

Jan de Selmont was getrouwd met Johanna Nie(uw)poort. In zijn testament van 1734 benoemde Jan de Selmont zijn echtgenote tot erfgenaam.

Een zekere Jan Selmont overleed in 1745, in het Apostelgasthuis in de Lange Jufferstraat. Bij zijn inschrijving in het begraafboek staat echter vermeld dat hij een meerderjarige vrijer was.

In 1747 hertrouwde Johanna van der Nieuwpoort onder huwelijkse voorwaarden met de vleeshouwer Andries Ziele.

Andries Ziele

In 1763 maakte Andries Ziele, die dat jaar getrouwd was met Jannitge van Engelen, een testament. In 1770 tekende Andries Zielen een schuldbekentenis van f 2000,- wegens een lening.

Andries van Meurs

In 1776 verkocht Andries Zielen, getrouwd met Jannitje van Engelen, het huis aan Andries van Meurs, inclusief materialen en gereedschappen tot de vleeshouwerij behorend. Zielen en Van Meurs sloten bovendien een akkoord over onderricht in het vleeshouwersvak en het doen van aanbeveling bij zijn klanten.

Hendrik Houtzagers

In 1790 verkocht en transporteerde Andries van Meurs het huis aan Hendrik Houtzagers. Het perceel strekte aan de achterkant tot aan de scheidsmuur met Janskerkhof 20. De belending noordwaarts was Gerrit Gersen en zuidwaarts Jan Verkerk.

Hendrik Houtzagers was in 1785 getrouwd met Sara Sikkel (1761-1826).

Hun zoon Gerrit Willem Houtzagers (1786-1833) trouwde in 1807 met Cornelia Gerarda Sikkel (1785-1812). Zij gingen op Jansveld 23 wonen.

Tijdens de volkstelling van 1813 werden Hendrik Houtzagers en Sara Sikkel geregistreerd op Achter de Vleeshal H 16, met hun dienstbode Johanna van Alfen.

Tijdens de volkstelling van 1824 werden Hendrik Houtzagers en Sara Sikkel met hun kleindochters Sara Hendrika Houtzager (1807-1897) en Sara Maria Doedes (1808-1897) en dienstmaagd Sara Belder op dit adres geregistreerd.

Sara Sikkel overleed in 1826 op het adres Achter het Vleeshuis, wijk H no. 587 (BS Utrecht 1826 O, aktenr. 203).

In de OAT 1832 staat Hendrik Houtzagers als eigenaar van perceel A 598 (huis en plaats) vermeld.

Verhuurd

Tijdens de volkstelling van 1830 en 1840 werden (onder anderen) Isak Natan Franco, zijn echtgenote Engeltje Pinas en hun kinderen op dit adres geregistreerd.

Hendrik Houtzagers overleed in 1849 in zijn woning aan de Vismarkt (BS Utrecht 1849 O, aktenr. 2451).

J. Viveen, Cz

In 1850 werd het huis openbaar geveild (Utrechtsche provinciale en stads-courant, 19-12-1849, p. 4). Het huis werd voor f 3525,- verkocht aan J. Viveen, Cz (idem, 07-01-1850, p. 3).

Hendrik Houtzagers

In het bevolkingsregister 1850-1859; deel 7527, wijk H, blad 834 staan vleeshouwer Hendrik Houtzagers en zijn echtgenote Aaltje Renes met vier kinderen ingeschreven. Zij waren in 1844 in Scherpenzeel getrouwd. Aaltje Renes was een dochter van Jan Renes en Sophia van Bemmel. Hendrik Houtzagers (1812-1870) was een zoon van Gerrit Willem Houtzagers en Cornelia Gerarda Sikkel (1785-1812).

Willem Barreveld

Na hun verhuizing kwamen Willem Barreveld (?-1867) en Elizabeth Johanna Maria Sikkel (1819-1875) met twee kinderen op dit adres wonen. Zij waren in 1844 getrouwd. Ook woonden hier haar halfbroers Abraham Sikkel (1827-) en Gerardus Arnoldus Sikkel (1830-), en een meid. In 1857 en 1859 werden nog twee kinderen ingeschreven.

Elizabeth Johanna Maria Sikkel was een dochter van Abraham Sikkel (1791-1842) en Alida Sara Maria van Stenis (1799-1822). Haar ouders waren in 1818 getrouwd. In 1823 was haar vader met Sara Maria van Stenis (1790-1834) hertrouwd. De vader van Abraham Sikkel was een broer van Sara Sikkel.

Het gezin Barreveld staat ook ingeschreven in Bevolking 1866-1878 wijk H deel 2, blad 1125.

Te koop

In 1868 werd het huis te koop aangeboden. In de advertentie, in het Utrechtsch provinciaal en stedelijk dagblad van 11 mei 1868, p. 3 (Delpher), wordt het huis beschreven als:

“Een goed onderhouden HUIS, ERF en GROND, te Utrecht aan het St. Jansveld of Achter het Vleeschhuis, wijk H. n°. 587, bestaande in: ruim Voorhuis met Kantoortje, vijf zoo Beneden- als Bovenkamers, meerendeels behangen en van Schoorsteen of Stookplaats en Kasten voorzien, Keuken, Zolder en Kelders, — te aanvaarden 1 Julij 1868.”

Gerrit van Hilten

In 1871 kwamen Gerrit van Hilten (1841-1917) en Johanna Maria Renes (1846-1907) hier wonen. Zij waren in 1870 in Scherpenzeel getrouwd. Haar vader Willem Geurt Renes was een halfbroer van Aaltje Renes.

Gerrit van Hilten was schilder. In 1882 was schildersbedrijf Van Hilten hier gevestigd (Het nieuws van den dag: kleine courant, 29-03-1882, p. 12).

Bij de omnummering van 1890 werd Jansveld wijk H 587 gewijzigd in Jansveld 15 Utrecht.

In 1897 wierf G. van Hilten, huis- en decoratieschilder op Jansveld 15 Utrecht, personeel (Het nieuws van den dag: kleine courant, 20-05-1897, Delpher). Ook in 1901 werd door G. van Hilten op Jansveld 15 Utrecht personeel geworven (idem, 24-04-1901, p. 11, Delpher).

Jansveld 15 Utrecht verbouwd

In 1910 diende G. van Hilten een bouwplan bij de gemeente Utrecht in om de onderpui van het huis Jansveld 15 Utrecht te vernieuwen (bouwdossier 4270-124-338).

Gerrit van Hilten overleed in 1917 in de Kerkstraat (BS Utrecht 1917 O, aktenr. 357).

Een nakomeling van G. van Hilten schonk in 2009 charters inzake het huis Jansveld 15 Utrecht aan Het Utrechts Archief. De charters waren, volgens een toelichting op de inventaris, geborgen in een enveloppe met het opschrift ‘Waardeloozen papieren huis Jansveld en bewijs van eigendom van het graf te Scherpenzeel’.

J. Hendriks

Volgens het adresboek der Stad Utrecht 1910 woonde J. Hendriks, “Bode v. Utrecht naar de Bildt en Zeist”, op Jansveld 15 Utrecht.

In 1923 werd Jansveld 15 Utrecht verbouwd (HUA, bouwdossier 4286).

Hendriks staat nog vermeld in het adresboek van de stad Utrecht 1940.

Bovenwoning Jansveld 15 uitgebreid

In 1995 werd een vergunning bij de Gemeente Utrecht aangevraagd voor het maken van een kapverdieping op de bovenwoning van Jansveld 15 Utrecht (Jansveld 15bis; HUA, bouwdossier 11969).

Huidige bestemming Jansveld 15 Utrecht

Jansveld 15 Utrecht heeft een woonbestemming.


Vorige huis: Jansveld 13 Utrecht.
Volgende huis: Jansveld 17 Utrecht.


Gepubliceerd: 18-07-2016 door Caroline Pelser. Laatst geactualiseerd op 18-09-2024.

Scroll naar boven