Jansveld 45 Utrecht dateert van 1906. Het pand verving een eerder huis op dit perceel (tot 1890: Jansveld wijk H no. 571).
Eind zestiende eeuw was het perceel eigendom van Wijntgen Beerntsdr, weduwe van Johan Saell. Zij was ook eigenaresse van het buurhuis de Drie Roscammen (Jansveld 41-43).
Peter Corneliss
Op 2 mei 1583 transporteerde Wijntgen Beerntsdr, weduwe van Johan Saell, een klein huis op dit perceel aan Peter Corneliss.
Peter Corneliss was getrouwd met Marijghen Cornelis. Zij vestigden een plecht op het huis ten behoeve van Wijntgen Beerntsdr.
In 1586 transporteerde Wijntgen Beerntsdr, weduwe van Johan Saell, de Drie Roscammen aan Egbert Aertsz en Anna IJsbrants. De belending noordwaarts was Peter Corneliss.
Peter Corneliss hertrouwde in 1593 met Meynsgen Beernts, weduwe van Jan Peterzoon. Zij overleed voor oktober 1594. Op 28 oktober 1594 vestigde Peter Corneliss, weduwnaar van Meynsgen Beernts, een plecht ten behoeve van hun onmondige kinderen.
Geertruijd Cornelisdochter
In 1610 transporteerden Peter Corneliss en Meynsgen Beernts een huis en hofsteede aan Geertruijd Cornelissdochter, weduwe van Gijsbert Beerntsz van Voorst. De belending noordwaarts was Cornelis Jansz. De belending zuidwaarts was Claes Jacobsz.
(…)
Jacob Jacobss van Grasvelt
In 1640 worden Jacob Jacobss en Henrickgen van Schorenberch als noordwaartse belending van de Drie Roscammen genoemd. Jacob Grasvelt en Henrickje Dircks van Schorrenberch waren in 1639 getrouwd. Zij was een dochter van Dirck Dirxss van Schoddenberch en Barbara van Everdingen (overdracht 1657).
In 1662 werd De Drie Vergulde Roscammen verkocht. Belending noordwaarts was Jacob Jacobss van Grasvelt.
Jacob Jacobss van Grasvelt overleed in oktober 1668, wonende in de Telingstraat, nalatende zijn vrouw met mondige en onmondige kinderen.
In 1677 wordt Grasvelt nog als belending genoemd. In 1689 worden zijn nakomelingen als belending genoemd. Het huis was toen echter al verkocht.
Henrickje Dircks van Schorrenberch, weduwe van Jacob Jacobss van Grasvelt, overleed in 1686. Enkele kinderen legden bij de notaris vast dat het begraven van Henrichgen van Schorrenberch geen aanvaarding van de nalatenschap inhield (procuratie; repudiatie).
Jan Jans van Evelo
In juli 1687 vestigde Jan Jans van Meersbergen een plecht op het huis en de stal. De belending noordwaarts was Johan van Heijmenberg (Jansveld 47). De belending zuidwaarts was David van Vollenhoven (Jansveld 41-43).
Jan van Evelo was in 1678, met attestatie van Rhenen, getrouwd met Anneke Taets. In 1685 lieten zij een kind dopen, in de Wittevrouwenstraat. In 1688 lieten zij een kind dopen, wonende achter het vleeshuis.
In 1689 wordt Jan van Evelo als belending genoemd.
In 1690 vestigde Jan van Everlo een plecht. Hij was wijnsleper van beroep.
In januari 1700 verkocht Jan van Evelo het huis en stal aan Gerrit Kelffkens met recht van terugkoop.
Johannes van Wijck
In februari 1700 verkocht Jan van Evelo het huis met stal aan Johannes van Wijck. De belendingen waren zuidwaarts de weduwe Nicolaas Oostercamp met de Roscammen (Jansveld 41-43) en noordwaarts Johan van Heymenbergh (Jansveld 47). In maart 1700 transporteerde Jan van Evelo het huis en de stal aan Johannes van Wijck.
Johannes van Wijck was in 1696 getrouwd met Anna Rinckink. Zij overleed in 1705. Johannes van Wijck, weduwnaar van Anna Rinckinck, trouwde in 1714 met Agnes Dierbout (1691-1747).
Johannes Helgringh
Agnes Dierbout hertrouwde in 1733 met Johannes Helgringh.
Martinus Brouwer
In 1781 kocht Martinus Brouwer de stal naast herberg de Roskam. De verkopers waren de kleinkinderen van Jan Hellegring.
In 1797 maakte Martinus Brouwer een testament, wonende in het Bonte Paerd in de Voorstraat. Ook de stal achter het vleeshuis wordt genoemd.
Martinus Brouwer overleed in 1803, wonende op de Voorstraat.
Hendrik Dagen
Tijdens de volkstelling van 1813 werden Hendrik Dagen, zijn echtgenote Anna Marie Verfleem [Vervlim] (1770-1865) en hun zeven kinderen op nr. 50 geregistreerd. Het echtpaar was in 1792 getrouwd. Hij woonde toen buiten de Tolsteegpoort, zij buiten de Catharijnepoort. Of zij hier al woonden toen zij in 1806 hun zoon Antoon lieten begraven en in 1810 hun zoon Antonius lieten dopen, is nog niet duidelijk.
In 1817 overleed zoon Antonie Daagen op 10 (?) jarige leeftijd, wonend achter ’t Vleeschhuis wijk H no. 571.
In de OAT 1832 staat Hendrik Dagen, wagenmaker, als eigenaar van perceel A580 (huis en erf) vermeld.
Hendrik Daagen overleed op 27 mei 1853 op Jansveld H 571 (BS Utrecht 1853 O, aktenr. 652).
In 1860 overleed zoon Henricus Dagen, geboren in 1796, op 63-jarige leeftijd (BS Utrecht 1860 O, aktenr. 1435). Anna Maria Vervlim, weduwe van Hendrik Dage, overleed in 1865.
De zonen Johannes (1802-1872) en Antonius (1810-1878) en kleindochter Antonia Albers (1821-1870) bleven na het overlijden van hun (groot)moeder hier wonen. Zij verhuisden tussen 1869 en 1871 ieder naar een eigen adres.
Jansveld 45 Utrecht
Volgens de omnummerlijst van 1890 werd Jansveld H 571 (slachthuis) gewijzigd in Jansveld 45 Utrecht.
Johannes Gothart Rusconi
In het bevolkingsregister 1890-1900 en 1900-1912 heeft het huis twee adressen. Jansveld 45 (begane grond) is een slachthuis, respectievelijk werkplaats. Jansveld 45bis wordt bewoond door de familie Rusconi. Johannes Gothart Rusconi (1848-1900) was getrouwd met Johanna Catharina van Ewijk (1848-1926).
Nieuwbouw Jansveld 45 Utrecht
In 1906 werd een nieuw huis op het perceel Jansveld 45 Utrecht gebouwd (HUA, bouwdossier 4270-101-97).
Huidige bestemming Jansveld 45 Utrecht
Jansveld 45 heeft een woonfunctie. De bedrijfsruimte op de begane grond is in gebruik als appartement. Op de bovenverdiepingen bevinden zich twee appartementen en twee studio’s.
Gepubliceerd: 25-03-2018 door Caroline Pelser. Laatst geactualiseerd op 02-04-2022.