Op het perceel van Jansveld 47 Utrecht (tot 1890: Jansveld wijk H no. 569) stond een stal. Ten tijde van de omnummering van 1890 was het pand een werkplaats.
Henrick Pauwelss
In 1594 wordt Henrick Pauwelss als noordwaartse belending van Jansveld 45 genoemd.
In 1603 hertrouwde Janneken Hermans, weduwe van Henrick Pauwelss, met Cornelis Jans Lobi. In 1604 vond een boedelscheiding plaats, waarbij het huis werd toegescheiden aan de onmondige kinderen van Henrick Pauwelss.
Aert Dircks
In 1605 transporteerden de onmondige kinderen van vleeshouwer Henrick Pauwelss en Jannichgen Hermansdr een huis, camer, stal met erf en hofstede aan bakker Aert Dircks en Weijntgen Peterss.
Cornelis Janss
In november 1608 transporteerde Aert Dircx het huis c.s. aan vleeshouwer Cornelis Janss.
Herman Stevensz
In 1617 werd het huis c.s. uit de boedel Cornelis Janss van Borculo en Catharijna Jans van Kessel getransporteerd aan Herman Stevenssen.
In 1619, 1638 en 1651 wordt Herman Stevensz als belending genoemd. Dit zou Herman Stevenss van Heymenbergh (-1653), de vader van erfhuismeester Johan van Heymenbergh, kunnen zijn. Zeker is dat echter niet, want in 1689 bevindt de stalling zich niet in de boedel van Johan van Heymenbergh maar in de boedel van diens echtgenote. Herman Stevens (van Heymenbergh) was in 1611 getrouwd met Anna Jans (-1671). Zij woonden in de Lange Jansstraat.
Arnolda van Snellenberch
Jan van Heimberch, zoon van Herman Stevenss van Heymenbergh en Anna Jans (zie kwitantie), trouwde in 1657 met Arnolda van Snellenberch (1638?-1689). Zij wonen aan de noordzijde van de Lange Jansstraat, mogelijk op Jansveld 1 (akte 1683).
In oktober 1689 maakte Arnolda van Snellenberch een testament, waarin zij haar nichten als erfgenaam aanwees. Arnolda van Snellenberg, huisvrouw van Johan van Heijmenberg, overleed in november 1689.
Elisabeth van Dort
In december 1689 verkocht Johan van Heymenberch, weduwnaar en boedelhouder van Arnolda van Snellenberg, een huysinge ofte stallinge voor 600 gulden aan Elisabeth van Dort (-1691), weduwe van Carell Thymanss van Vollenhoven. De belendingen waren noordwaarts Pieter Corneliss van Isendoorn, hoefsmith, en zuidwaarts Johan van Everlo.
In 1690 transporteerde Johan van Heijmenbergh, weduwnaar en boedelhouder van Arnolda van Snellenberg, de stal aan Elisabeth van Dort, weduwe van Carel van Vollenhoven.
Carel van Vollenhoven
In 1741 wordt Carel van Vollenhoven (-1742) als belending genoemd.
Odilia van Vollenhoven
In 1747 verhuurde Paulus van Schorrenbergh, als erfgenaam van Odilia van Vollenhoven, een stal naast Jan Helgerin, aan Johannes van Keyzersweert.
Anthony Reijnders
In 1749 werd de stal door de erven Odilia van Vollenhoven verkocht aan Anthony Reijnders. Antony Rijnders was in 1729 getrouwd met Johanna Doreweert.
Anthony Rijnders overleed in 1755, wonende achter het nieuwe vleeshuis, nalatende zijn vrouw en een mondig kind. Hij werd begraven in de Weeskerk.
Jan Hellegrin
In maart 1772 verkochten Johanna Doreweert en haar zoon Zeger Rijnders de stallinge achter het Vleeshuis, anders St. Jansvelt omtrent de Voorstraat, aan Jan Hellegrin, eigenaar van Jansveld 49. Jan Hellegrin was de schoonvader van Zeger Rijnders.
Jan Helgering overleed in februari 1781, achter het Vleeshuis, nalatende minderjarige erfgenamen. Hij werd gratis begraven in de Jacobikerk.
Hendrik Ballard
In augustus 1781 vond een openbare verkoping plaats, namens de voogd van de nog onmondige kleinkinderen. De stal werd gekocht door Hendrik Ballard. Blijkens de akte was de stalling al enige tijd bij hem in gebruik.
In februari 1782 vond het transport plaats. De belendingen waren smid Jan Bussing (Jansveld 49) en Martinus Brouwer.
In 1809 en 1810 wordt Hendrik Ballard nog als belending genoemd.
Wouter van Klinkenberg
In 1785 transporteerde Hendrik Bullart de stal aan Wouter van Klinkenberg.
Wouter van Klinkenberg (1732-) was klerk van de lenen bij de Staten van Utrecht. Hij was, met toestemming van zijn moeder, in 1764, onder huwelijkse voorwaarden, getrouwd met Maria (“Mietje”) Meijers.
Hun zoon Gijsbertus Johannes van Klinkenberg (1769–1841) trouwde in 1802, onder huwelijkse voorwaarden, met Hendrica Schnijders (-1830).
Gijsbertus Johannes van Klinkenberg
Volgens de OAT 1832 was perceel A579 (stal) eigendom van apotheker Gijsbertus Johannes [van] Klinkenberg. Blijkens een bericht in de Utrechtsche Courant van 09-09-1822 (Delpher) was Van Klinkenberg apotheker in de Wittevrouwenstraat.
Jansveld 47 Utrecht
Bij de omnummering van 1890 werd het wijkadres H no. 569 gewijzigd in Jansveld 47 Utrecht.
Wagenmakerij
Volgens het Bevolkingsregister 1890-1900 (wijk A1 deel 3, blad 1476) was Jansveld 47 een wagenmakerij. Het pand werd niet bewoond; het blad is leeg gelaten.
Gerrit Hessink
Ook volgens het bevolkingsregister 1900-1912 was Jansveld 47 een wagenmakerij. Het huis werd bewoond door Gerrit Hessink (1834-1910) en zijn echtgenote Anna Maria Schutter (1846-). Hessink was zadelmaker. Het echtpaar verhuisde volgens het bevolkingsregister in februari 1903 naar Amsterdam.
Pieter Bastianus Ruitenberg
Van december 1907 tot mei 1908 werd het huis bewoond door zadelmaker Pieter Bastianus Ruitenberg (1876-1910) en zijn echtgenote Aaltje Geelkerken (1878-). Zij waren in 1904 getrouwd.
Vermoedelijk in de jaren twintig van de twintigste eeuw is een nieuw pand op dit perceel gebouwd.
Centraal Woning Bureau
In april 1923 werden Jansveld 47 en Jansveld 49 gezamenlijk te koop aangeboden voor f 14000,- (Utrechts Nieuwsblad, 04-04-1923, p. 6).
Op 10 oktober 1924 werd Jansveld 47 (pakhuis), samen met Jansveld 49 (winkelhuis), ten overstaan van notaris K.C.J. Rab geveild en verkocht aan het Centraal Woning Bureau, voor f 11775,- (Het Centrum, 10-10-1924, Delpher).
Geveild
In 1939 werd Jansveld 47 (pakhuis) op een veiling in het Notarishuis verkocht voor f 4250,- (Utrechts Nieuwsblad 15-04-1939, p. 14).
Gepubliceerd: 24-03-2018 door Caroline Pelser. Laatst geactualiseerd op 09-05-2022.