Lange Jansstraat 16 Utrecht

Lange Jansstraat 16 Utrecht
Lange Jansstraat 16, 1981 (collectie Het Utrechts Archief)

Lange Jansstraat 16 Utrecht (tot 1890: Lange Jansstraat wijk G no. 196, daarna Lange Jansstraat 12 en Lange Jansstraat 16-18) heette vanaf de tweede helft van de zeventiende eeuw het Kasteel van Oranje. Het Kasteel van Oranje was een herberg met mede-brouwerij. Tegenwoordig zit hier ’t Gras van de Buren.

Harmen Christiaenss

In 1628 transporteerde Dirck Janss het huis aan Harmen Christiaenss.

Henrick Wharton

In februari 1633 kreeg Henrik Wharton alinge huijsinge en hofstede uit de boedel van Harman Christiaens getransporteerd. In oktober 1633 werd een huis uit boedel van Christiaen Jansz en Lijsbetgen Hermans getransporteerd aan Henrick Wharton (kwitantie, 1650). Beide panden hadden als belendingen Hendrick van Coetsvelt (Lange Jansstraat 20) en Jan van Sutphen.

Henrick Wharton was op 6 december 1618 getrouwd met Helena Godefroijs van Wal. Henrick was afkomstig uit Norwich, Helena uit Leiden. Beiden woonden toen al in de Jansstraat.

In 1636 werd een schuldbekentenis opgesteld ten behoeve van Tanneke van Dorsten, weduwe van Philips Luda, met als onderpand het huis in de Lange Jansstraat. Er werd een plecht ten behoeve van Tanneke van Dorsten op het huis gevestigd.

Simon de Bruijn en Weijdelmoet van Vollenhove

In 1644 was het huis in handen van Simon de Bruijn en Weijdelmoet van Vollenhove. Simon de Bruijn en Weyntgen Lambrechts van Vollenhoven waren in 1632 getrouwd. Simon de Bruijn was chirurgijn (protest, 1641).

Anthony Weerhorst

In 1644 transporteerden Simon de Bruijn en Weijdelmoet van Vollenhove alinge huijsinge en hofstede aan Anthonis Christiaensen Weerhorst en Aeltgen van Angeren. Op het huis rustten drie plechten, waaronder de plecht ten behoeve van juffrouw van Dorsten.

Anthonis Christiaensen Weerhorst en Aeltgen van Angeren waren in 1634 getrouwd. Het echtpaar woonde in 1641 (doop) al in de St. Jansstraat.

In 1657 gaf Anna (Tanneke) van Dorsten procuratie om de plecht, gevestigd in 1636, te transporteren.

In oktober 1661 gaf Weerhorst procuratie tot het vestigen van een plecht van f 750,- ten behoeve van Wilhelm van der Meulen te Utrecht op een huis en erf aan de noordzijde van de St. Jansstraat waar het Kasteel van Oranje uithangt.

Aeltgen van Angeren overleed in januari 1663, wonende in de Lange Jansstraat, haar man nalatende met een mondige zoon. Antoni Weerhorst, weduwnaar van Aeltgen van Angeren, hertrouwde in 1665 met Dirkgen Lobe.

(In 1682 maakte Anthonis Weerhorst een testament. Blijkens dit testament bezat hij nog een huis in de Jansstraat. In 1686 werd een akkoord over zijn nalatenschap bereikt.)

Peter Bartholomeusz van Geldorp

In februari 1664 liet Peter Bartholomeusz van Geldorp, een schuldbekentenis van f 1000,- opstellen vanwege een lening in verband met de koop van het huis ’t Casteel van Orangien in de St. Jansstraat.

In juli 1664 regelden Peter Bartholomeusz van Geldorp en Catharina de Vosch voogdijbenoeming, wonende in de Jansstraat. Peter van Geldorp overleed in januari 1665, wonende in de St. Jansstraat. Catharina de Vosch liet in april 1666 als weduwe een akte van protest opmaken.

Kinderen Van Geldorp

Op 25 september 1667 transporteerde Anthois Weerhorst, getrouwd met Dirkgen Cornelis Lobi, het Casteel van Oranje aan de kinderen Van Geldorp. Belendingen zijn oostwaarts Engeltgen Lamberts van Barsevelt, weduwe van Hendrick van Coesvelt (Lange Jansstraat 20), en westwaarts de erfgenamen van Cornelis van Royen.

Philip Pietersz Neeff

Het huis werd nog op dezelfde dag getransporteerd aan Philip Petersz Neeff. Volgens de transportakte had Philip Neeff het huis op 26 augustus 1667 in een openbare afslag gekocht.

Philip Pietersz Neeff was in 1662 getrouwd met Maria Adriaens van de Bilt, weduwe van Anthonij van Sijpesteijn. Het echtpaar maakte in november 1667 een testament, wonende in de Potterstraat. Maechje van de Bilt overleed in 1673, wonende aan de Jacobibrug. Philip Neef overleed in januari 1674.

Albert Dragter

In juli 1678 regelden Albert Drachter en Catharina Rens voogdij, wonende in het Casteel van Orange. Albert Dragter (zijn achternaam werd ook wel gespeld als Trachter) en Catharina Rens waren in 1674 getrouwd.

In april 1683 gaf Henrick van Zypestesteyn (1657-), zoon van Maria Adriaens van de Bilt, samen met de voogden van zijn halfbroer Pieter Neeff, procuratie om het Casteel van Orangien aan Albert Dragter en Catharina Rens te transporteren. In november 1683 kreeg Albert Dragter ook het buurhuis Lange Jansstraat 20 getransporteerd.

Albert Dragter overleed in 1711 in de Lange St. Jansstraat, nalatende zijn vrouw met mondige en onmondige kinderen. Hij werd begraven in de Buurkerk.

In januari 1721 trouwde hun zoon Frans Dragter, onder huwelijkse voorwaarden, met Catharina Vonck, weduwe van Johannes van Engen. Op 20 juli 1721 lieten zij hun dochter Anna Catharina dopen, wonende aan de Neude.

Catharina Rens maakte in januari 1736 een testament, wonende in het Casteel van Oranje (Lange Jansstraat 16). In september 1736 maakte zij een codicil dat niet werd gepasseerd. In plaats daarvan sloten haar kinderen Geertruijd en Frans Dragter een akkoord over de erfenis. Geertruijd Dragter zou afzien van het bij prelegaat van haar moeder Catharina Rens, weduwe Albert Dragter, toebedeeld huis en meebrouwerij het Casteel van Orange in de Lange Jansstraat ten behoeve van haar broer, waarvoor zij f 1.000,- en roerende goederen uit de boedel zou krijgen.

Catharina Rens overleed in oktober 1737 in de Lange Jansstraat, nalatende twee mondige kinderen. Zij werd begraven in de Buurkerk.

Geertruyd Dragter

In 1745 maakte haar dochter Geertruy Dragter een testament (akten nrs. 110 en 115), waarin zij haar helft van de twee huizen in de Lange Jansstraat en een huis tegenover ‘t Wystraat naliet aan gruttersknecht Jan van Vredendaal.

Haar nicht Catharina Dragter trouwde in 1745 (civ.) met Jacobus la Maitre. Zij woonden bij de doop van hun zoon Arent Christiaan (1746-) en hun dochter Francina (1748-) in de Potterstraat. Bij de doop van zoon Johannes la Maitre (1752-) woonde het gezin op de Hooge Koornmarkt. Jacobus La Maitre hertrouwde in 1755 met Anna Maria Boel.

In 1755 herriep Geertruijd Dragter, wonend in de Lange Jansstraat, al haar eerdere testamenten en codicillen.

In 1759 maakte Geertruy Dragter, weduwe van Cornelis van den Hoek, “ziekelijk ten bedde leggend” een testament, waarin zij de kinderen van Jacobus Lamaitre en nicht Catharina Dragter als erfgenamen aanwees.

Jan Knipscheer

In 1760 werd het Casteel van Orange, inclusief de meebrouwersketel, door executeur testamentair Ernst Schadé van Dompselaar uit de boedel van de overleden Geertruyd Dragter, in leven weduwe van Cornelis van den Hoek, verhuurd aan Jan Knipscheer. Mee of mede is honingwijn.

Jan Knipscheer was in 1747 in Utrecht getrouwd met Theodora Lammers Coenen (ook: Koenen). Zij woonden sinds 1749 in de Lange Jansstraat (begraafakte 1749). Daarvoor hadden zij in Vreeswijk gewoond.

In 1767 werd het Casteel van Orange, omvattende huysinge, erve en grond met meebrouwketel, namens de onmondige erven van Geertruyd Dragter verhuurd aan Jan Knipscheer.

Johannes Adolf

In 1773 werd het Casteel van Orange door de minderjarige erven Geertruyd Dragter, in leven weduwe van Cornelis van den Hoek, verhuurd aan Johannes Adolf.

Johannes Adolf was in 1767 getrouwd met Johanna Elizabeth Merle.

Arnoldus van Scherpenzeel

Christiaan, Francina en Johannes la Maitre, kinderen van Jacob la Maitre en Catrina Dragter, verkochten het Kasteel van Oranje in 1777 aan Arnoldus van Scherpenzeel. Belendingen waren het perceel dat aan Joseph Sino werd verkocht (Lange Jansstraat 20) en schilder Odijk.

Gijsbertus van Scherpenzeel

In 1795 kwam het huis bij een boedelscheiding in handen van Gysbertus van Scherpenzeel (1742-1826).

Jan Botzen

Tijdens de volkstelling van 1813 werd het huis naast dat van Sino (Lange Jansstraat 20) bewoond door Jan Botzen met zijn gezin en Mattheus van der Ven. Jan Botzen (1778-1855) en Maatje Sukkel (?-1857) waren in 1800 getrouwd.

Van der Ven overleed in 1826 bij Jan Botzen op H 586 (=Jansveld 17; aktenr. 515).

Dirk van Dillen

In de OAT 1832 wordt Dirk van Dillen (-1841), bakker, als eigenaar van perceel A 612 (huis en erf) vermeld.

Hermanus Kamperdijk

Tijdens de volkstelling van 1824 werd kleermaker Hermanus Kamperdijk met zijn gezin op Lange Jansstraat G 196 geregistreerd (blad 46).

Hermanus Kamperdijk (1797-1875) was in 1820 getrouwd met Maria Adriana van Dillen (1799-1859), dochter van Dirk van Dillen. Zij woonden hier met drie kinderen. Verder werden student Johannes van Lynden, en Cornelis Jacobus Hinsen, en dienstmaagd Hendrika de Gier geregistreerd.

Ook tijdens de volkstelling van 1830 werd het gezin Kamperdijk hier geregistreerd (blad 193). Hermanus Kamperdijk en Maria Adriana van Dillen hadden inmiddels zes kinderen. Ook werden een dienstmeid en twee studenten geregistreerd. Het gezin verhuisde voor november 1833. Hun dochter Aartje overleed in november 1833 wonende aan de Mariaplaats.

Andries Noordanus en Pieternella Gijssen

Op het blad van de volkstelling 1830 werden later de namen van Andries Noordanus en Pieternella Gijssen bijgeschreven. Andries Noordanus en Pieternella Gijssen waren in 1833 getrouwd.

In 1835 vond verkoping bij gerechtelijke uitwinning plaats (Utrechtsche Courant, 09-03-1835, Delpher):

IN NAAM DES KONINGS.

Verkoping ter rolle van Geregtelijke Uitwinningen van de Regtbank van Eersten Aanleg te Utrecht, van een HUIS, ERVE en GROND, staande en gelegen binnen Utrecht, aan de Noordzijde van de Lange Jansstraat, Wijk G. No. 196, van ouds genaamd het Kasteel van Oranje, alwaar, aan de eene zijde de eigendom van den Zadelmaker Schuler en aan de andere zijde die van den Schoenmaker Heijl naast gelegen is, hebbende gemeld huis eene deur of ingang en zeven ramen in den voorgevel, gedekt met een pannen dak, bewoond wordende door de beslagenen.

Het beslag is gedaan tegen ANDRIES NORDANUS, Timmerman, als in huwelijk hebbende PETRONELLA GIJSEN, en tegen dezelve Petronella Gijsen, Winkelierster, wonende te Utrecht, in de Lange Jansstraat, ten verzoeke van de Heeren Ochsener en Zelleweger, Kooplieden, wonende te Amsterdam, hebbende tot Procureur FREDERICUS CATHARINUS BLEKMAN, wonende te Utrecht aan de Kromme Nieuwe Gracht, Wijk G. No. 344.

Het daarvan door den Deurwaarder Altheer op den derden December dezes jaars opgemaakt Proces-Verbaal, waarvan kopijen zijn ter hand gesteld aan den Heer Burgemeester der stad Utrecht en aan den Heer Everrardus Johannes van Eeden, Commies-Griffier bij het Vredegeregt van het tweede kanton aldaar, is ten zelven dage geviseerd, behoorlijk geregistreerd, en overgeschreven aan het Bureau der Hypotheken alhier den vijfden dier maand en ter Griffie van voormelde Regtbank den zesden daaraanvolgende.

De eerste afkondiging der Memorie van lasten heeft plaats gehad ter rolle voornoemd, Maandag den 19. Januarij 1835. De provisionele toewijzing, voor den gestelden prijs van f 2000. is gedaan den 23. Februarij 1835.

De definitive toewijzing zal geschieden op Maandag den 27. April 1835, ter Rolle voormeld, des morgens ten tien ure, aan den hoogsten bieder boven den prijs der voorloopige toeschatting hier voren gemeld.

F. C. BLEKMAN, Procureur.

Johannes Stein

Op 8 februari 1842 verhuisde kok en pasteibakker J. Stein van de Voorstraat naar Lange Jansstraat G 196 (Utrechtsche provinciale en stads-courant : algemeen advertentieblad, 09-02-1842, Delpher).

Johannes Stein was in 1835 getrouwd met Johanna Hendrika Woelders (-1845). Hun dochter Johanna Hendrika Stein werd geboren op 25 juli 1843 op Lange Jansstraat G 196 (BS Utrecht 1843 G, aktenr. 962).

In 1843 woonde kapitein C.A. Pfeiffer (ook) op Lange Jansstraat G 196 (Utrechtsche provinciale en stads-courant : algemeen advertentieblad, 06-11-1843, Delpher).

Johanna Hendrika Woelders overleed op 3 januari 1845 op haar woonadres Lange Jansstraat G 196 (BS Utrecht 1845 O, aktenr. 15).

Johannes Stein hertrouwde in september 1845 met Geertruijda Beks. Op 23 juli 1846 werd hun zoon Johannes geboren op Lange Jansstraat G 196 (BS Utrecht 1846 G, aktenr. 886).

Johannes Stein overleed op 16 mei 1847, op 37-jarige leeftijd (BS Utrecht 1847 O, aktenr. 876).

Geertruijda Beks en Johann Peter Fleck

Op 21 maart 1849 hertrouwde Geertruijda Beks met Johann Peter Fleck, weduwnaar van Jannetje Huijbertje Forst.

Vanaf april 1849 adverteerde J.P. Fleck, koopman in bedden en matrassen, met het adres Lange Jansstraat G 196 (Utrechtsche provinciale en stads-courant : algemeen advertentieblad, 09-04-1849, Delpher; idem, 26-11-1849, Delpher).

In het Bevolkingsregister 1850-1859 (deel 7524, wijk G, blad 281) staat het echtpaar Fleck-Beks ingeschreven op dit adres, samen met een zoon uit zijn eerste huwelijk en een dienstbode. Het gezin verhuisde naar “E”. De verhuisdatum wordt niet vermeld.

Jan Entrop

De volgende bewoner was Jan Entrop met zijn gezin (Bevolkingsregister 1850-1859, deel 7524, wijk G, blad 281). Ook in het Bevolkingsregister 1860-1879 (deel 7579, wijk G, blad 314) staat het gezin Entrop ingeschreven op Lange Jansstraat G 196. Vader Jan Entrop (1815-1875) was kok en pasteibakker.

Johanna Hendrica Ten Geusendam, echtgenote van Jan Entrop, overleed op 7 oktober 1874, op 53-jarige leeftijd (BS Utrecht 1874 O, aktenr. 1479). Jan Entrop, weduwnaar van Johanna Hendrica ten Geusendam, overleed op 31 oktober 1875 op Lange Jansstraat G 196 (BS Utrecht 1875 O, aktenr. 1589).

Christiaan Johannes Entrop

De zaak werd voortgezet door zoon Christiaan Johannes Entrop (1849-1896). In 1876 trouwde hij met Johanna Philippina Catharina Wijtenburg.

In 1881 hield de Senaat van het Utrechtsch Studenten Corps een reunie bij Entrop in de Lange Jansstraat (Het nieuws van den dag : kleine courant, 23-05-1881, Delpher).

In oktober 1890 vertrok het gezin Entrop naar Breukelen (Bevolking 1880-1889; deel 7554, wijk G, blad 339).

Omnummering

Bij de omnummering van 1890 werd Lange Jansstraat wijk G no. 196 gewijzigd in Lange Jansstraat 12. Later werd het adres Lange Jansstraat 16-18. Tegenwoordig heeft het pand het adres Lange Jansstraat 16 Utrecht.

M.D. Maas

In juni 1892 kwamen Martinus Dingeman Maas (1868-) en zijn broer Louis Jacob Philip Maas (1871-) hier wonen (Bevolking 1890-1900 wijk A1 deel 3, blad 1562). In 1893 adverteerde pianostemmer M.D. Maas met het adres Lange Jansstraat 12 Utrecht (De Gooi- en Eemlander: nieuws- en advertentieblad, 27-05-1893, Delpher). In augustus 1893 verhuisden zij naar Minrebroederstraat 18.

Daniel Thomas Zegers

In september 1893 kwam Daniel Thomas Zegers met zijn echtgenote Anna Maria van Nieuwenhuijse (-1910) en twee kinderen hier wonen. Zij waren in 1894 in Amsterdam getrouwd. Daniel Thomas Zegers was kleermaker.

In april 1898 verhuisden Zegers en zijn echtgenote naar Janskerkhof 25.

W.F. Emmelot

Eind april 1898 werd het huis betrokken door Wilhelmus Frederik Emmelot met zijn gezin (Bevolking 1890-1900 wijk A1 deel 3, blad 1562). Het gezin kwam van Jansdam 10. Ook in het bevolkingsregister 1900-1910 staat W.F. Emmelot, winkelier in rijwielen, met zijn gezin ingeschreven op Lange Jansstraat 12. Emmelot liet in 1903 een nieuw hoekpand bouwen. In 1904 verhuisde hij naar Lange Jansstraat 10.

Ruys & Co reisagenten

In de jaren ’50 en ’60 was Ruys & Co reisagenten op Lange Jansstraat 16 Utrecht gevestigd (Algemeen Handelsblad, 05-02-1958, Delpher, idem, 28-11-1961, Delpher; idem, 29-04-1966, Delpher).

Leo Koek

In 1974 was Leo Koek exclusieve verlichting en kleinmeubelen op Lange Jansstraat 16-18 gevestigd (De Telegraaf, 23-03-1974, Delpher).

Café De Kijker

In 1991 zocht café de Kijker op Lange Jansstraat 16 wegens uitbreiding van de activiteiten een chef-kok, een zelfstandigwerkend kok en een werkster (De Telegraaf, 16-11-1991, Delpher).

In 2000 kreeg de eigenaar van café-restaurant De Kijker op Lange Jansstraat 16 Utrecht een vergunning voor het wijzigen van de pui.

Huidige bestemming Lange Jansstraat 16: Gras van de Buren

Lange Jansstraat 16 Utrecht is tegenwoordig in gebruik bij café ’t Gras van de Buren.




Gepubliceerd: 29-11-2017 door Caroline Pelser. Laatst geactualiseerd op 09-05-2022.

Scroll naar boven