Lange Jansstraat 22 Utrecht

Lange Jansstraat 22 Utrecht
Lange Jansstraat 22 Utrecht, 1989 (collectie Het Utrechts Archief)

Lange Jansstraat 22 Utrecht (tot 1890: Lange Jansstraat wijk G no. 194), waar Biitz slijterij gevestigd is, is geen monument. Het huis staat wel op de lijst beeldbepalende panden in beschermd stadsgezicht van de gemeente Utrecht.

De bovenkant van de voorgevel van Lange Jansstraat 22 Utrecht dateert nog van 1882. De pui is later weer verbouwd.

Erven Dirck Matijsz van Gelder

In 1605, 1613, 1620, 1624 en 1629 worden de erfgenamen van Dirck Matijsz als westwaartse belending van Lange Jansstraat 24 genoemd. In 1615 wordt ook zijn achternaam genoemd: van Gelder.

Dirck Mathijszoon van Gelder, weduwnaar van Grietje Willems van Voorst, was in 1593 getrouwd met Cateryntje Wouters Scheurmonts.

Wouter van Gelder

In 1628, 1629 en 1631 wordt Wouter van Gelder als oostwaartse belending van Lange Jansstraat 20 genoemd. Wouter was vermoedelijk een zoon van Dirck Matijsz van Gelder en Cateryntje Wouters Scheurmonts.

In januari 1636 vestigde Wouter van Gelder een plecht op het huis ten behoeve van Johanna van der Nijpoort en ook een ten behoeve van Willem Janssen van Gennip.

Wouter Dirckssoon van Gelder trouwde in oktober 1636 met Cunera Willems van Houten (van der Lee).

In 1637 vestigde Wouter van Gelder een plecht op het huis ten behoeve van Willem Pijl en juffrouw Gijsberta van Weede.

Cunera van der Lee overleed in 1642.

Plechten ten behoeve van Jan van Hensbeeck

In 1645 vestigt Wouter van Gelder, organist, een plecht op twee huizen aan de noordzijde van de Jansstraat ten behoeve van Jan van Hensbeeck. Ook in 1646 geeft hij procuratie voor plecht ten behoeve van Jan van Hensbeeck. In 1648 vestigde Wouter van Gelder wederom een plecht op het huis ten behoeve van Jan van Hensbeeck.

In 1650 wordt Wouter van Gelder, organist, als belending genoemd. In een overdrachtsakte van 1653 wordt als zijn adres Jansstraat genoemd. In 1656 (procuratie) is hij weduwnaar van Cunera van der Lee met twee onmondige kinderen.

Wouter van Gelder overleed in februari 1660. Zijn onmondige dochter Catharina liet een akte opmaken dat het begraven van haar vader Wouter van Gelder, in leven organist, en het inventariseren van de nagelaten boedel, geen aanvaarding van de nalatenschap inhouden. Zij trouwde in 1663, onder huwelijkse voorwaarden, met Willem van Schayck.

Jan Corneliss van Hensbeeck

Terrein achter Lange Jansstraat 22 in Hisgis
Terrein achter Lange Jansstraat 22 in Hisgis

In een verklaring van 1662 wordt Jan Corneliss van Hensbeeck de eigenaar van het huis genoemd. Hij woonde op de Steenweg. Jan van Hensbeeck was in 1632 getrouwd met Susanna van Woudenbergch.

Herman van Hellemys van Welle, eigenaar van Janskerkhof 23, verklaarde dat hij het glazen kastje dat is aangebracht in de muur van de achterkeuken van zijn huis aan het Janskerkhof, grenzende aan het huis van Jan Corneliss van Hensbeeck in de Jansstraat, zal verwijderen zodra Van Hensbeeck dit zou wensen.

Deze begrenzing moet nog nader worden uitgezocht. In de Hisgis (OAT 1832) raken de percelen elkaar in ieder geval niet. De bebouwing achter het huis Lange Jansstraat 22 behoorde volgens de Hisgis bij perceel A 605 (Jansveld 9).

Susanna van Woudenberch overleed in 1664. Jan van Hensbeeck hertrouwde in 1665 met Christijna Sweerdecrom. Jan van Hensbeeck overleed in 1671, wonende op de Steenweg.

Anthonis van Wijngaerden

In april 1672 werd het huis uit de boedel van Jan van Hensbeeck en Susanne van Woudenbergh getransporteerd aan schoenmaker Anthonis van Wijngaerden. Antonis van Wijngaerden was op 1 mei 1658 getrouwd met Judit Bartholomeus van Eck. Het voorste deel van het huis werd al enige jaren door het echtpaar Van Wijngaerden bewoond. In 1663 hadden zij een kind begraven, wonende in de St Jansstraat. Het achterste deel werd bewoond door Willem van Schipbergen. De belending oostwaarts (Lange Jansstraat 24) was Evert van Blanckensteijn.

Anthonis van Wijngaerden en Judith van Eck vestigden een plecht op het huis ten behoeve van Thonis Adriaensen Coninck en Floris Frans Coninck uit Rotterdam (overdracht, 1673). 

In 1673 herriep Geertruyt van der Burch in de St Jansstraet ten huize van Antoni van Wyngaerden al haar testamenten en codicillen.

Judith van Eck overleed in 1678, wonende in de Lange Jansstraat, nalatende haar man met onmondige kinderen.

Guiljelmus Berot en Maria Modees

In 1684 vestigen Guiljelmus Berot en Maria Henrix Modé een plecht op het huis. Zij waren in 1679, met attestatie van Rotterdam, in Kralingen getrouwd. Maria Modeus was eerder getrouwd met Floris Francen Coninck.

Beroth wordt in 1687 als eigenaar van het huis naast de herberg het Casteel van Oranje genoemd.

In 1690 gaf Guiljelmus Berot procuratie om te Rotterdam een rentebrief te passeren ten behoeve van Mattys van Gouders met een huis in Rotterdam als onderpand.

Thomas van Ysselvelt en Catharina van Rossum

In 1707 verkocht en transporteerde Maria Modees, weduwe van Guiljam Berot, wonende in Rotterdam, de huysinge met twee camers daer agter aan de noordzijde van de Lange St Jansstraat aan Thomas van Ysselvelt. Belending oostwaarts is Ludolph Renkinck (Lange Jansstraat 24). Belending westwaarts is Aelbert Trachter (Kasteel van Oranje en huis daarnaast).

Thomas van Ysselvelt was in 1693 getrouwd met Catharina van Rossum. Zij woonden vermoedelijk op Jansveld 9. Thomas van IJsselvelt overleed in december 1726, achter ‘t nieuwe Vleeshuijs, nalatende zijn vrouw met mondige en onmondige kinderen. Hij werd begraven in de Jacobikerk.

Catharina van Rossum kocht in 1731 ook Jansveld 11.

De erfgenamen van de weduwe van Thomas Ysselvelt worden in 1743 als belending westwaarts genoemd bij de verkoop van het huis Lange Jansstraat 24 door Jan Volkerts aan Joan Both.

Anthony Voskuyl en Elisabet van Ysselvelt

In 1750 werd de boedel van Catharina van Rossum gescheiden. Volgens de boedelscheidingsakte werd het huis bewoond door Cornelis van Schaick. Het huis werd toegescheiden aan Anthony Voskuyl en Elisabet van Ysselvelt (1703-1778). Zij waren in 1740 onder huwelijkse voorwaarden getrouwd.

In 1772 (codicil) woonde Elisabet van Ysselvelt op de Voorstraat. In 1774 en 1776 wordt de weduwe Voskuyl als belending genoemd. Elisabeth van Ysselvelt overleed in mei 1778, wonende op de Voorstraat over de Boothstraat.

Gerrit Knel

In juni 1778 gaf Gerrit Knel procuratie om als erfgenaam ab intestato een verklaring af te leggen voor het collateraal van Utrecht betreffende de nalatenschap van de weduwe Voskuil. Gerrit Knel (17241778) was een zoon van haar zuster Clara van Isselvelt (16961743) en Hendrik Knel (ook: Quenel of Kenel). Nog geen maand later overleed Gerrit Knel.

In 1781 wordt de weduwe Knel als belending genoemd.

Jan Booms

In juli 1791 transporteerden Johanna van Loenen, weduwe van Gerrit Knel, haar schoonzoon Nicolaas Wilhelmus Buddingh en onmondige kinderen, het huis aan Jan Booms. De belending westwaarts was kleermaker Sino, de belending oostwaarts was De Looijer. Deze belending is onduidelijk, want Jan Booms was ook eigenaar van Lange Jansstraat 24.

Theodora van Rijn / Baltius Falck

Tijdens de volkstelling van 1813 werd het huis bewoond door Theodora van Rijn (ovl. 1828), weduwe van Jan Hendriks. Het echtpaar was in 1792 getrouwd. Zij was toen weduwe van Jacob Huizing.

Ook de negentienjarige Baltius Falck woonde volgens de volkstelling van 1813 op dit adres. Hij was “commis de la Marie”. Vermoedelijk wordt Balthazar Willem Theodorus Falck (1793-1839) bedoeld. Hij trouwde in 1815 met Jacoba Henrietta Adriana van den Heuvel (1795-1832). Zij was een dochter van Hendrik Adriaan van den Heuvel en Johanna Petronella van der Hagen (Janskerkhof 10).

Hubertus Rijnboutt

Tijdens de volkstelling van 1824 woonden Hubertus Rijnboutt en zijn kinderen Petronella, Johannes, Helena Jacoba, Christianus Josephus, Johanna Magtelda en Maria op Lange Jansstraat G 194 (blad 45). Hubertus Rijnboutt en zijn zonen Johannes Rijnbout en Christianus Josephus Rijnbout waren beeldhouwers.

Jan Laurens Bonte en Margrita Molsbergen

Volgens een transcriptie van een transportakte uit 1847 kocht Jan Laurens Bonte het huis op 30 januari 1826 voor f. 2500,- van de erven Jan Broms (Booms?). 

Jan Laurens Bonte was in 1803 getrouwd met Margrita Molsbergen. Jan Laurens Bonte, de echtgenoot van Margrita Molsbergen, overleed op 26 augustus 1828, wonende aan de Viebrug. 

OAT 1832

In de OAT 1832 staat de weduwe L.J. Bonte, rentenierster, als eigenaresse van perceel A 610 (huis en erf) vermeld.

Hubertus Rijnboutt

Tijdens de volkstelling van 1830 woonde Hubertus Rijnboutt hier nog met vijf kinderen (blad 191). Zoon Johannes Rijnbout (1800-1868) was inmiddels getrouwd en het huis uit. Hij woonde met zijn echtgenote op Minrebroederstraat 18.

Hubertus Rijnboutt, weduwnaar van Catharina van Aken, overleed op 6 april 1833 op Lange Jansstraat wijk G no. 194 (BS Utrecht 1833 O, aktenr. 328). De kinderen verhuisden naar Minrebroederstraat 24.

Eigenaresse Margrita Molsbergen overleed in mei 1836, op 73-jarige leeftijd, wonende aan de Viebrug.

Hendrika Catharina Elisabeth Bonte

Na het overlijden van Jan Laurens Bonte en Margrita Molsbergen kwam het huis in handen van hun dochter Hendrika Catharina Elisabeth Bonte (18041844), getrouwd met Anthony Willem Wilten.

Johannes Ophorst

Tijdens de volkstelling van 1840 werd het huis bewoond door Johannes Ophorst, zijn echtgenote Jacomina de Kat, en drie kinderen (blad 193).

Bernardus Ockeloen

Bij de start van het bevolkingsregister, in 1850, werd het huis bewoond door kroeghouder Bernardus Ockeloen (1819-1874), zijn echtgenote Dina Wilhelmina van Amerongen (1815-1871) en drie kinderen.

Verkocht

In februari 1858 werd het huis openbaar verkocht. In de advertentie (Utrechtsche provinciale en stads-courant : algemeen advertentieblad, 18-01-1858, Delpher) wordt het huis omschreven als:

“Een hecht en sterk HUIS, ERF en GROND, staande en gelegen te Utrecht, aan de noordzijde van de Lange St. Jansstraat, wijk G. n°. 194, voorzien van: vier Beneden- en Bovenkamers en Kantoortje, de meeste behangen en met Stookplaats; Keuken, Kelder en Zolder. Breeder bij billetten en nader onderrigt ten kantore van den Notaris VAN SCHERMBEEK, te Utrecht.”

Blijkens een transcriptie van de transportakte uit 1858 werd het huis toentertijd verhuurd voor f 190,- per jaar.

Het echtpaar Ockeloen verhuisde in november 1865.

Petrus Johannes Ruijs

P.J. Ruijs, Lange Jansstraat 22 Utrecht
De naam van P.J. Ruijs stond op het dak van Lange Jansstraat 22 (collectie Het Utrechts Archief)

In 1882 werd de voorgevel van het huis vernieuwd (bouwdossier 4270-37-548). De bouwtekening werd ingediend door Ruijs.

Enkele jaren later werd geadverteerd door P.J. Ruijs, vleeshouwer en spekslager in de Lange Jansstraat (Het nieuws van den dag : kleine courant, 29-09-1886, Delpher).

Petrus Johannes Ruijs (1858-1943) was een zoon van Jan Ruijs (1823-1900), de vleeshouwer van Voorstraat 81, en Cornelia Maas. Petrus Johannes Ruijs was in 1883 getrouwd met Henderika Theresia Maria van der Maden (1855-1916).

Omnummering 1890

Bij de omnummering van 1890 werd Lange Jansstraat wijk G no. 194 gewijzigd in Lange Jansstraat 16. In het begin van de twintigste eeuw is het adres Lange Jansstraat 16 gewijzigd in Lange Jansstraat 22.

In 1897 werd het perceel door P.J. Ruijs verbouwd (bouwdossier 4270-64-160).

In het bevolkingsregister 1900-1912 staat P.J. Ruijs met zijn gezin op Lange Jansstraat 16 ingeschreven.

Lange Jansstraat 22 Utrecht
Lange Jansstraat 22 Utrecht (collectie RCE)

De Combinatie

De zaak van P.J. Ruijs werd overgenomen door De Combinatie. In 1917 was de Combinatie v/h P.J. Ruijs op Lange Jansstraat 22 gevestigd (Het Centrum, 24-12-1917, Delpher).

Huidige bestemming Lange Jansstraat 22 Utrecht: Biitz Slijterij

Op Lange Jansstraat 22 Utrecht is Biitz Slijterij gevestigd.

Bronnen

  • Stukken betreffende de eigendom van een huis aan de noordzijde van de Lange Jansstraat, 1684 en 1707, Het Utrechts Archief.



Gepubliceerd: 26-11-2017 door Caroline Pelser. Laatst geactualiseerd op 18-09-2024.

Scroll naar boven