
Minrebroederstraat 16 (oud) Utrecht (tot 1890: Minrebroederstraat wijk G no. 265) werd in 1912 samengevoegd met Minrebroederstraat 18 en 20. Het samengevoegde pand kreeg als adres Minrebroederstraat 16, hoewel de voordeur zich in het voormalige huis
Minrebroederstraat 20 bevindt. Minrebroederstraat 16 Utrecht wordt gebruikt door de HKU Academiegalerie.
Minrebroederstraat 16 Utrecht is zowel een rijksmonument als een gemeentelijk monument (monument nr. 3440998).
Rijksmonument
Het gebouw wordt in het Rijksmonumentenregister (monument nr. 36363) omschreven als “Statig huis gelegen in flauwe bocht langgerekte gevel, rechte kroonlijst door consoles gedragen, XVIII.”
De flauwe bocht in de gevel is ontstaan in 1912, toen Minrebroederstraat 16 (oud) en Minrebroederstraat 18 aan het gebouw van het Stedelijk Gymnasium Utrecht op Minrebroederstraat 20 werden toegevoegd.
Gemeentelijk monument
Minrebroederstraat 16 is ook een gemeentelijk monument (3440998). De toelichting luidt als volgt:
“Het tweebeukige pand bestaat uit twee bouwlagen, een kelder aan de achterzijde en twee zadeldaken. Het is een in aanleg 17de-eeuws huis, dat in de 18de eeuw ingrijpend werd verbouwd. De beuken liggen evenwijdig aan de straatrichting. De balken van de 17de-eeuwse enkelvoudige balklagen hebben op de begane grond in de voorste beuk en op de verdieping in de achterste beuk een duivejagers-profiel. De bakstenen voorgevel is zes traveeën breed en wordt afgesloten met een gootlijst op rijk versierde consoles met daartussenin geprofileerde velden. De gevel heeft een hardstenen plint. De deur bevindt zich ter plaatse van het derde travee en heeft een geprofileerde omlijsting, eveneens afgesloten met een kroonlijst op consoles. De vensters hebben zes- en achtruitsschuifvensters. Rond 1900 is het huis naar het westen vergroot. De vier traveeën brede voorgevel van deze uitbreiding is een kopie van de 18de-eeuwse gevel. Het pand is van bouwhistorisch en architectonisch belang.”
Terrein Minrebroedersklooster
Minrebroederstraat 16 Utrecht (oud; tot 1890: Minrebroederstraat wijk G no. 265) werd gebouwd op de plek waar tot de reformatie de het hof van het Minrebroedersklooster lag. In 1578 werd de orde van de Minrebroeders de toegang tot de stad ontzegd en kwam het Minderbroedersklooster leeg te staan. Na de reformatie werd het Minderbroedersklooster onteigend.
Dr. Gillis van der Gall
Dr. Gillis van der Gall werd met erven van de voormalige minrebroedershoff beleend (vermoedelijk ter hoogte van Minrebroederstraat, 20, 22 en 24). Het derde erf (16 voet breed en 73 voet lang) kreeg hij in mei 1587 door Alardt van der Kemp, raad van de stad Utrecht, getransporteerd. Dr. Gillis van der Gall, die het huis Minrebroederstraat 26 in eigendom had, had de percelen aan de noordzijde van de Minrebroederstraat, ten westen van zijn huis, die oorspronkelijk deel uitmaakten van de kloostertuin, vermoedelijk in gebruik als kruiden- en medicinale tuin.
Gelet op het transport van 1613 moet hij ook eigenaar zijn geweest van Minrebroederstraat 16. Hoe hij dit perceel in handen heeft gekregen is nog onduidelijk.
Peter Jacobss van Honthorst
In 1613 transporteerden zijn schoonzoon Cornelis de Goyer en dochter Alidt van der Galle een huijsse en hoffstede ofte camer aan Peter Jacobss van Honthorst. Peter Jacobss van Honthorst vestigde een plecht op het huis ten behoeve van Cornelis de Goyer en Alidt van der Galle. Het huis werd volgens de transportakte door Peter Jacobss van Honthorst bewoond.
Peter van Honthorst, weduwnaar van Margareta Jacobs, was in 1611 getrouwd met Geertgen Allerts. Peter van Honthorst woonde ten tijde van het huwelijk in de Minrebroederstraat; Geertgen Allerts, jongedochter van Bronckhorst, in de Annastraat.
Het echtpaar liet in 1613 een dochter Aeltgen dopen, wonende in de Minrebroederstraat.
Peter Jacobsz van Honthorst overleed in november 1629, wonende in de Minrebroederstraat, nalatende zijn huisvrouw met mondige kinderen. Hij werd begraven in de Buurkerk.
Louys Isaacxss le Leu
In 1630 en 1639 wordt Louwis Isaacxsz, schoolmeester, als belending genoemd.
Louys Isaacxz le Leu, afkomstig uit Zutphen, trouwde in 1631 met Geertruyt Alerts, weduwe van Peter Jacobsz van Honthorst. Volgens de huwelijksinschrijving woonden beiden in de Minrebroederstraat.
Geertruijt Alerts van Bronchorst, huisvrouw van Louijs le Leu, overleed in juli 1641, wonende in de Minrebroederstraat.
In 1642 hertrouwde Louwijs le Leu met Grietjen Reiniers [Teelen]. In 1647 woonden Louys Isaacxss le Leu en Margaretha Teelen op Minrebroederstraat 16 oud (voogdijbenoeming). In 1650 woonde hij hier nog.
Op 5 juni 1662 maakte Louis le Leu een testament, wonende in de Ambachtstraat. Hij wees in dit testament Margareta de Bie(r), weduwe van Gysbert van Suylen, als erfgenaam aan. Louis le Leu overleed nog in dezelfde maand.
Margareta de Bier
Gysbert Heyndrijcx van Suylen en Margareta Jans de Bier waren in 1621 getrouwd.
Hendrik van Zuylen
Hun zoon Hendrik van Zuylen, burgemeester van Hulst, erfde het huis.
Johan van der Dussen
In 1683 transporteerde Hendrik van Zuylen het huis aan Johan van der Dussen (1633-1684).
Johan van der Dussen was in 1662 getrouwd met Françoise van Werckhoven (1644-1684). Zij zijn de grootouders van Abraham Jacob van der Dussen (1705-1794), bewoner van Drift 23.
Johan van der Dussen en Françoise van Werckhoven overleden allebei – vlak na elkaar – in januari 1684. In het begraafboek staat geen adres vermeld. Zij werden begraven in de Claaskerk.
De voogdijbenoeming voor hun kinderen werd op 23 januari 1684 ten huize van zijn broer Jacob van der Dussen, op Janskerkhof 2, opgemaakt.
Assuerus van Nes
In 1688 werd het huis uit de boedel van Johan van der Dussen getransporteerd aan tinnegieter Assuerus van Nes (Es, Esch). Assuerus van Es was in 1678, onder huwelijkse voorwaarden, getrouwd met Petronella van Cleeff (?-1748). Petronella van Cleeff werd geassisteerd door haar broer Wilhelmus. Haar echtgenoot assisteerde op zijn beurt bij het huwelijk van Willem van Cleeff.
Het echtpaar woonde op de Ganzenmarkt.
Simon Vlaer
In 1692 kwamen Simon Vlaer en Mechtelt Cock in de Minrebroederstraat wonen. Simon Vlaer en Mechtelt Cock waren in 1690, onder huwelijkse voorwaarden, getrouwd. In 1691 woonde het echtpaar nog op het Preeckerskerckhoff (voogdijbenoeming). Hun zoon Everhard Vlaer (1692-?) werd in de Minrebroederstraat geboren.
Simon Vlaer was schout van de Oudenrhijn en Heycop. Vanaf 1699 (testament) was hij ook schout van Loenersloot. In 1717 was hij ook gadermeester.
In 1693 maakte Johanna Cock een testament waarin zij haar zuster Mechtelt Cock, getrouwd met Simon Vlaer, wonende in de Minrebroederstraat, als erfgename aanwees.
Johanna Cock
In 1696 verkocht en transporteerde Assuerus van Nes het huis aan Johanna Cocq. Zij was de schoonzuster van Simon Vlaer.
In 1704 liet Simon Vlaer een kind begraven, wonende in de Minrebroederstraat.
In 1713 wordt Simon Vlaer als belending genoemd.
Simon Vlaer overleed in januari 1727, wonende in de Minrebroederstraat, nalatende zijn vrouw en mondige kinderen. Hij werd begraven in de Buurkerk.
Zoon Everhard Vlaer trouwde in 1719, onder huwelijkse voorwaarden, met Anna Catarina Versteegh. In 1728, bij de geboorte van hun dochter Anna Elisabet Vlaar (1728-1778), woonde het echtpaar bij de Romerburgerbrug (Hamburgerbrug). Anna Elisabet Vlaar trouwde in 1747, met attestatie van Utrecht, met Jan Kol. Everard Vlaer richtte in 1748 met zijn schoonzoon Jan Kol (1726-1805) het kassiershuis Vlaer en Kol op, de voorloper van de bank Vlaer & Kol.
Wernard van Vloten
In het najaar van 1722, vermoedelijk op of kort na 1 november, verhuisden Wernard van Vloten en Geertruid van Vleuten van het Oudkerkhof naar de Minrebroederstraat. Vermoedelijk deelden zij het huis met het echtpaar Vlaer.
Wernard van Vloten en Geertruid van Vleuten waren in 1721 onder huwelijkse voorwaarden getrouwd. Geertruid van Vleuten overleed op 18 juli 1723, wonende in de Minrebroederstraat, nalatende haar man en geen kinderen. Zij werd volgens het Buurtboek van de Minrebroederstraat op 23 juli 1723 begraven in de Buurkerk.
Wernard van Vloten hertrouwde in 1726 in Arnhem met Cornelia van Beest (attestatie Utrecht). In 1727 lieten zij hun dochter Jakomina dopen, wonende in de Minrebroederstraat.
Wernard van Vloten
Wernard van Vloten huurde de woning aanvankelijk. Op 30 juni 1727 verkocht Johanna Cock het huis aan Wernard van Vloten. In 1729 transporteerde Johanna Cock het huis aan Mr. Wernard van Vloten.
In 1730 werd hun zoon Willem gedoopt, in 1731 hun zoon Dirck Anthonij gedoopt, beiden met het adres Minrebroederstraat. Daarna volgden de dopen van Zibilla (1732), Willem Wernard (1734–1734), Dirk Wernard (1736–1801) en Willem Anthonij (1740).
Dochter Sibilla van Vloten trouwde in 1758 in de Janskerk met Cornelis van Beest. Zij gingen op Minrebroederstraat 23 wonen.
In 1772 maakte Cornelia van Beest een codicil, wonende in de Minrebroederstraat, waarin zij haar besloten testament herriep en (pre)legaten toewees aan zoon Willem Anthony van Vloten en aan kleinkinderen Gerard Wernard van Beest en Wernart van Beest, kinderen van dochter Sybilla van Vloten en Cornelis van Beest.
Willem Anthony van Vloten kreeg de keuze om het huis in de Minrebroederstraat aan te nemen voor de getaxeerde waarde, zonder daarvoor iets in collatie te hoeven brengen.
Jan Cornelis Oskamp Blankers
In december 1779 verkocht Willem Anthony van Vloten het huis aan Jan Cornelis Oskamp Blankers, oud commies en raad en commandant van het fort Orange te Sacconde op de kust van Guinee. In 1780 gaven de kinderen en erven Warnard van Vloten en Cornelia van Beest procuratie om voor het gerecht van Utrecht het huis aan de noordzijde van de Minrebroederstraat te transporteren aan Jan Cornelis Oskamp.
Johannes Cornelis Oskamp Blankers trouwde in 1781 met Catharina Beumer, die hiervoor toestemming van haar vader Sibertus Beumer had gekregen.
In 1787 gaf Jan Cornelis Oskamp procuratie om een plecht op het huis te vestigen.
Lambertus Nederhouw
In mei 1788 bood Johannes Cornelis Oskamp Blankers het huis te koop aan op een publieke verkoping. Het huis werd gekocht door Jacobus van IJzendijk ten behoeve van Lambertus Nederhouw.
Lambertus Nederhouw was getrouwd met Maria van Breemen. Hun dochter Christina Nederhouw (1749-1835) trouwde in 1795 (att. Utrecht) met Coenradus Meijberg (1743-1817).
Lambertus Nederhouw overleed in oktober 1794 wonende in de Minrebroederstraat, nalatende zijn vrouw en meerderjarige kinderen.
Maria van Breemen, weduwe van Lambertus Nederhouw, overleed in juni 1798, wonende in de Minrebroederstraat, nalatende meerderjarige kinderen.
Gerbrand Praalder
Op 16 oktober 1798 verhuurde Pieternella Maria Nederhouw, weduwe van Willem van Wijngaarden, mede namens haar broers en zusters, het huis aan Gerbrand Praalder ( PHILIP CHRISTIAN POPP – 1798-1798 – 2694 – NL-UtHUA_34-4_2694_000236). De huurperiode was drie jaar, ingaande per november 1798.
Petrus Coelen Fz
In 1806 adverteerde koopman Petrus Coelen Fz, wonende in de Minrebroederstraat, met zijde stoffen (Utrechtsche Courant 07-04-1806, Delpher).
Volgens een akte van 1808 werd het huis bewoond door de lakenkoopman Coelen. Petrus Coelen kocht in dat jaar Janskerkhof 7.
Hendrik van Dijk
De erven Nederhouw verkochten het huis aan Hendrik van Dijk. In 1809 had hij de verkoopprijs betaald. Tijdens de volkstelling van 1813 werd kleermaker Hendricus van Dijk met zijn echtgenote Antoinetta Stevens (1771-1825) en zes kinderen op dit adres geregistreerd.
In OAT 1832 staat kledermaker Hendrik van Dijk als eigenaar van perceel A 1216 (“huis en erf”) vermeld.
Tijdens de volkstelling van 1824 werd Hendrik van Dijk, samen met zijn echtgenote Anneta Stevens, vier kinderen en dienstmaagd Petronella van Oostrum op Minrebroederstraat G 265 geregistreerd.
Antonetta Stevens, echtgenote van Hendrik van Dijk, overleed, op 54-jarige leeftijd, op 26 juli 1825 (BS Utrecht 1825 O, aktenr. 607).
Tijdens de volkstelling van 1830 werd Hendrik van Dijk geregistreerd, samen met vier kinderen en dienstmeid Petronella Maria Middelkoop.
Tijdens de volkstelling van 1840 werden kleermaker Hendrik van Dijk, zijn dochter Anna Maria Jacoba van Dijk, en dienstmaagd Naatje Lubbers op Minrebroederstraat wijk G no. 265 geregistreerd.
Hendrik van Dijk overleed op 19 oktober 1840, op Minrebroederstraat wijk G no 265 (BS Utrecht 1840 O, akte 1342).
Gerardus Petrus van Straatsburg
In het bevolkingsregister 1850-1859 heeft het huis twee bladzijden. Op de eerste bladzijde staan Gerardus Petrus van Straatsburg en Johanna Elizabeth Straatsburg (Smits) ingeschreven. Zij verhuisden in 1853.
Cornelis Johannes Petrus van Dijk
In 1854 kwam zijn zoon Cornelis Johannes Petrus van Dijk (1810-Hilversum, 1885) met zijn echtgenote Frederika Sophia Wilhelmina van Vugt en vijf kinderen en personeel op Minrebroederstraat wijk G no. 265 Utrecht wonen. Hun zesde kind werd in 1857 op dit adres geboren.
De echtpaar Van Dijk verhuisde in mei 1877 naar Leiderdorp (Bevolkingsregister 1866-1878 Wijk G, blad 388).
Charles Jean van Dijk
In het bevolkingsregister 1880-1890 staan hun zoon Charles Jean van Dijk (1848-1927) en zijn echtgenote Marianna Wilhelmina Parmentier (1854-1906) als hoofdbewoners ingeschreven.
Minrebroederstraat 16 Utrecht
Bij de omnummering van 1890 werd het adres Minrebroederstraat wijk G no. 265 gewijzigd in Minrebroederstraat 16 Utrecht.
In 1893 verhuisde het gezin Van Dijk van Minrebroederstraat 16 naar Nieuwegracht 6 (Bevolkingsregister 1890-1900 Wijk AI, blad 2354).
Johan Bernard Schröder
In februari 1896 werd het huis betrokken door Johan Bernard Schröder (1840-), zijn echtgenote Cecilia Helena Froschhart (Leiden 1844 – 1920 Den Haag) en twee dochters.
In het bevolkingsregister 1900-1912 staan Johan Bernard Schröder en Cecilia Helena Froschhart met hun dochter Cecilia Helena Schröder (1876-1923) en personeel op Minrebroederstraat 16 ingeschreven. Zij waren de laatste bewoners van het huis.
Minrebroederstraat 16 samengevoegd met schoolgebouw
In 1912 werd het schoolgebouw van het Stedelijk Gymnasium Utrecht op Minrebroederstraat 20 uitgebreid met twee huizen, Minrebroederstraat 16 en Minrebroederstraat 18 (De Tijd, 22-11-1912, Delpher; Algemeen Handelsblad 22-11-1912, Delpher).
Het schoolgebouw kreeg na de verbouwing het adres Minrebroederstraat 16 Utrecht. De adressen Minrebroederstraat 18 Utrecht en Minrebroederstraat 20 Utrecht werden opgeheven.
Huidige bestemming Minrebroederstraat 16 Utrecht
Op Minrebroederstraat 16 is de HKU Academiegalerie gevestigd. De voordeur van het pand bevindt zich op het voormalige adres Minrebroederstraat 20 Utrecht.
Bronnen
- Eigendomsbewijzen betreffende het huis Minrebroederstraat destijds genummerd G 207, 1696-1809 (1812) (Utrechts Archief).
Gepubliceerd: 19-05-2016 door Caroline Pelser. Laatst geactualiseerd op 03-07-2022.