Minrebroederstraat 19 (oud) Utrecht

Minrebroederstraat 17-19 Utrecht
Minrebroederstraat 17-19 Utrecht, rond 1905 (collectie Het Utrechts Archief)

Het adres Minrebroederstraat 19 Utrecht (tot 1890: Minrebroederstraat wijk G no. 304) bestaat niet meer. Het huidige pand op deze locatie kreeg het adres Minrebroederstraat 17 Utrecht.

Christoffel Potcamer

In augustus 1592 transporteerde Petertgen, weduwe van Hendrick Vuysting, huis en hofstede aan Christoffel Potcamer.

In 1602 maakten Christoffel Adriaensz Potcamer en Aeffgen Jans van Wely een testament.

Cornelis Palmert

In 1604 werd het huis uit de boedel van Christoffel Potcamer en Aeffgen Jans van Wely getransporteerd aan Cornelis Palmert. De belending oostwaarts is de heer van Gendt (Minrebroederstraat 21), de belending westwaarts is Cornelis Palmert zelf.

In 1605 zijn de twee huizen onderpand in een zekerheidstelling door Cristina Dircx, weduwe van Cornelis Palmert. In 1606 en 1607 vestigde zij plechten op beide huizen. De belending westwaarts is Jan Jelisz (linkerdeel Minrebroederstraat 15). In 1613 vestigde Cristina Proosten, weduwe van Cornelis Palmert, een plecht op een huis, met dezelfde belendingen, ten behoeve van Elisabeth Gerrit van Buijtendijcksdochter, weduwe van de heer van Gripskercken.

(…)

Pieter van Alen

In plechten op de Place Royale (Minrebroederstraat 21), in 1661 en 1688, wordt Pieter van Alen (-1702) als de belending westwaarts genoemd.

Peter van Alen, zoon van Aelbert van Alen, was in 1647 getrouwd met Dirckgen Johans van de Klucht. Hij hertrouwde in 1653 met Anna Pesser van Velsen. Peter van Alen was apotheker op de Jansdam. Vanaf 1686 woonde hij in Schoonhoven. Hij was daar brouwer (procuratieattestatie).

Bart van den Ham

In 1709 sloten Bart van den Ham en Mechtelt Weening een overeenkomst over de verbouwing van hun huis met hun buurvrouw Margareta Carre, eigenaresse van de Place Royal.

Bart van de Ham en Mechtelt Weening waren in 1705 getrouwd. Bart van de Ham, afkomstig uit Barneveld, woonde ten tijde van het huwelijk op het Janskerkhof. Mechtelt Weening woonde in de Pieterstraat.

In mei 1720 kregen Bart van de Ham en Mechtelt Weening het huis getransporteerd uit de boedel Pieter van Alen, getrouwd geweest met Anna Pesser. In april 1721 lieten zij een kind begraven, wonende in de Minrebroederstraat.

In 1727 kocht Bart van den Ham ook het achterbuurhuis in de Annastraat.

In 1728 regelden Bart van den Ham en Meghtelt Weeningh voogdij.

Wouter Baars

In maart 1730 verkocht Bart van den Ham het huis naast de Place Royal en het huis daarachter, in de Annastraat, aan Wouter Baars. Volgens de akte was het huis door Van den Ham zelf bewoond. Wouter Baars kreeg het huis in juli 1730 getransporteerd.

Wouter Baars was in 1714 getrouwd met Petronella Brants.

In 1735 werd het huis verbouwd. Wouter Baars sloot hierover een akkoord met buurman Johan Clevelt (Minrebroederstraat 21). In februari 1736 vestigde Wouter Baars een plecht op het huis ten behoeve van Jan Sadelijn.

In 1741 hertrouwde Petronella Brands met Hermannus Koopman. In 1743 verkocht Petronella Brants, weduwe van Wouter Baars, samen met haar onmondige dochter Hester Hendrica (1723-), het huis in de Annastraat aan het St. Anthonygasthuys.

In 1749 trouwde Hester Hendrica Baars met Paulus Vaynes van Brakel (civ.). In februari 1750 stond Paulus de Vaynes van Brakel borg voor zijn schoonmoeder Petronella Brands, eerder weduwe van Wouter Baars, nu gehuwd met Hermannus Koopman, voor de aflossing van een plecht van f 1.000,- ten behoeve van de kinderen van wijlen Jan Sadelijn.

Jochem Langerak

In mei 1750 verkocht Petronella Brants, weduwe van Wouter Baars, het huis in de Minrebroederstraat aan Jochem Langerak.

Jochem Langerak was in 1747, onder huwelijkse voorwaarden, getrouwd met Regina Prette (-1804). Hun zoon Willem was blijkens zijn doopinschrijving in 1749 aan de Maartensbrug op de hoek van de Zoutmarkt, geboren. Hun dochter Geertruyd werd blijkens haar doopinschrijving in 1751 in de Minrebroederstraat geboren.

In 1754 legde Jochem Langerak een attestatie af dat Daniel Ferny, in leven beroepen predikant te Jutphaas, van mei 1748 tot oktober 1750 bij hem had gewoond en een kamer had gehad.

In 1759 kocht Jochem Langerak ook het buurhuis (nr. 17).

In 1764 leverde Jan Hendrick Mos, eigenaar van het buurhuis La Place Royale (Minrebroederstraat 21), een eis in, in zijn proces tegen Joachim Langerak tot visie van een contract, aangegaan door Langerak met de vorige eigenaar van het huis van Mos.

Jan Hendrik Mos

In 1765 verkocht Jochem Langerak beide huizen aan Jan Hendrik Mos (-1793), eigenaar van de Place Royale (Minrebroederstraat 21). Volgens de verkoopakte werd het ene huis bewoond door Jochem Langerak. Het andere huis werd gehuurd door Nicolaas de Leeuw.  Langerak verhuisde naar de Mariaplaats.

Nicolaas de Leeuw

Nicolaas de Leeuw was in 1751, onder huwelijkse voorwaarden, getrouwd met Maria Elisabeth van Engers. Nicolaas de Leeuw overleed in mei 1779, wonende in de Minrebroederstraat, nalatende zijn vrouw met drie onmondige kinderen. Hij werd begraven in de Weeskerk. In juni 1779 benoemde Maria Elisabeth van Engers voogden over haar kinderen.

In 1784 trouwde dochter Hendrica de Leeuw (-1833) met boekdrukker Hermanus Hendricus Kemink (-1832).

Maria Elisabet van Engers, weduwe van Nicolaas de Leeuw, overleed in februari 1789, wonende in de Minrebroederstraat. Zij werd begraven in de Geertekerk.

Arnoldus Meere

Op 25 maart 1807 verhuurde Maria Catharina Rençon, weduwe van Jan Hendrik Mosch, een huis in de Minrebroederstraat aan Arnoldus Meere (CORNELIS JOHANNES HEIJLIDIJ – 1807-1807 – 2647 – NL-UtHUA_34-4_2647_000119). Abraham Meere stond borg.

Carolina Bentz

Tijdens de volkstelling van 1813 werd het huis bewoond door Carolina Bentz, weduwe van Jan Massin Schmitz, haar vijfjarige dochter en een dienstbode.

Jan Hendrik Mosch Junior

In de OAT 1832 staat Jan Hendrik Mosch junior (1758-1839) als eigenaar van perceel A1406 (huis en erf) vermeld.

Willem van Peelen

Ten tijde van de volkstelling van 1824 werd het huis bewoond door Willem van Peelen (-1829) en Johanna Christina van Peelen (Merkquert). Zij waren in 1784 getrouwd. Johanna Christina Merkquert overleed in 1824 op hun woonadres Minrebroederstraat G 304 (=19; BS Utrecht 1824 O, aktenr. 1080). Tijdens de volkstelling van 1829 werd winkelier Willem van Peelen (1760-1829) samen met zijn dochter Christina van Peelen (1790-?) op Minrebroederstraat 8 geregistreerd.

Stephana Johanna Lieshout

Tijdens de volkstelling van 1829 werd Minrebroederstraat 19 bewoond door Stephana Johanna Lieshout (-1834), weduwe van Johannes van der Voort (tr. 1798), en haar dochters Maria Johanna (1799-1873) en Sibilla Johanna (1801-).

Verkocht

In 1839 werd het huis, samen met Minrebroederstraat 17 en een huis in de Annastraat, verkocht (Utrechtsche Courant, 17-05-1839, Delpher). Het huis wordt beschreven onder No. 2:

“Op Zaturdag den 8. Junij 1839, des namiddags ten 5 ure, zal men aan het Lokaal van Verkoopingen, binnen Utrecht, achter Sint Pieter, publiek aan de meestbiedenden verkoopen:
(…)
No. 2. Eene welbetimmerde HUIZINGE, ERVE en GROND, binnen Utrecht, aan de Zuidzijde van de Minnebroederstraat, Wijk F. No. 304, bestaande in 2 Beneden Kamers, behangen en met Stookplaatsen, Keuken, Kelder, Wel- en Regenwaters Pompen, Binnenplaats met Kasten , boven 2 behangen Kamers, waarvan een met Stookplaats , Zolder en Meidenkamertje.
No. 3. Eene welbetimmerde HUIZINGE, ERVE en GROND, binnen Utrecht, naast het vorige Perceel, Wijk F. No. 303, bestaande in 3 Beneden Kamers, behangen, waarvan 2 met Stookplaatsen, Keuken, Kelder en Binnenplaats, boven 2 Kamers, behangen, met Stookplaatsen, Meidenkamertje en Zolder.
No. 4. Eene welbetimmerde HUIZINGE, ERVE en GROND, binnen Utrecht, aan de Noordzijde van de St. Anna Straat of Vuilsteeg, Wijk F. No. 30. (…)”

De huizen Minrebroederstraat 17 en 19 werden gekocht door P. Marechal. De koopprijs van Minrebroederstraat 19 bedroeg f 2700,- (Utrechtsche Courant, 10-06-1839, Delpher).

Smissaert

Tijdens de volkstelling van 1840 werd het huis bewoond door de gezusters Smissaert: Lucia Johanna Adriana Smissaert (1781-1854), Isabella Maria Smissaert (-1864) en Catharina Elisabeth Smissaert (-1864).

Jean Bex

Bij de start van het bevolkingsregister werd het huis G 304 bewoond door Jean Bex (-1891), zijn echtgenote Willemina Johanna Methorst (1810-1880), hun zoon Jean Martin (1842-1901) en een dienstbode. Jean Bex was kok van beroep.

Het huis werd vermoedelijk dubbel bewoond; het bevolkingsregister bevat nog diverse andere namen. In 1890 werd het wijkadres Minrebroederstraat G 304 gewijzigd in Minrebroederstraat 19 Utrecht.

Jean Bex, weduwnaar van Willemina Johanna Methorst, overleed op 1 december 1891, wonende op Minrebroederstraat 19 (BS Utrecht 1891 O, aktenr. 1883).

Jean Martin Bex

Jean Martin Bex werkte vanaf 1874 als schrijver bij het centraal bureau van de Staatsspoorwegen. Hij trouwde in 1880 met Johanna Isabella Aletta van Schaik. In 1897 ging Jean Martin Bex met pensioen.

Het huis werd nog steeds dubbel bewoond, onder anderen door Hubert Matthijs Adriaan Johan van Asch van Wijck (1875-1962). Hij verhuisde in mei 1902.

Johanna Isabella Aletta van Schaik bleef hier na het overlijden van haar echtgenoot, in 1901, wonen. Zij overleed op 27 april 1914, wonende in de Minrebroederstraat (BS Utrecht O 1914, aktenr. 621).

Verkocht

In 1916 werd het huis geveild en samen met het winkelhuis Minrebroederstraat 17 verkocht aan P.J. Nanninga q.q. voor f 10525,- (Utrechtsch Nieuwsblad, 10-01-1916; p. 3, HUA).

Parochiehuis

In 1938 werden Minrebroederstraat 17 en Minrebroederstraat 19 aangekocht door het R.K. parochieel kerkbestuur van St. Willibrordus te Utrecht om er een parochiehuis van te maken (De Maasbode 24-05-1938, Delpher). De huizen werden vervangen door een pand met het adres Minrebroederstraat 17 Utrecht; huisnummer 19 is vervallen.




Gepubliceerd: 06-12-2018 door Caroline Pelser. Laatst geactualiseerd op 18-09-2024.

Scroll naar boven