Minrebroederstraat 23 Utrecht

Minrebroederstraat 23 Utrecht
Minrebroederstraat 23 Utrecht, 1910 (collectie Het Utrechts Archief)

Minrebroederstraat 23 Utrecht, waar Minre Boutique & Coffee is gevestigd, dateert van 1910. Het pand werd gebouwd als herenhuis met afzonderlijk bovenhuis. Het verving een eerder huis (tot 1890: Minrebroederstraat wijk G no. 306) dat werd gesloopt ten behoeve van de bouw van het huidige pand.

De bouwtekening van 1910 is te vinden bij Het Utrechts Archief, in bouwdossier 4270-126-515.

Steven Pelt

In 1592 transporteerde kleermaker Caerl Jansz van Lemeau het huis aan Steven Pelt. Pelt vestigde een plecht op het huis ten behoeve van Caerl Jansz van Lemeau.

Steven Pelt was in 1590 getrouwd met Anna Gerrit van Schaycks.

Margareta Cornelis

In 1601 transporteerde Steven Pelt het huis aan Margareta, weduwe van Tomas van Gellichhuijsen.

Arent van Liesfelt

In april 1604 transporteerde Margareta Cornelis, hertrouwd met Claes Jacobsz de Wilt, het perceel aan Arent van Liesfelt.

Aert van Liesvelt (-1648) trouwde in juni 1604 met Agatha Wtenweerde (-1625).

Dochter Aletta van Liesfelt, weduwe van Peter van Lommel, trouwde in 1645 met Cornelis Portengen, weduwnaar van Cornelia Sem (-1639).

Cornelis van Portengen

In 1649 gaf Cornelis Portengen procuratie om een plecht op het huis te vestigen. De belending oostwaarts was Hercules Politz.

In 1650 gaf Cornelis Portengen procuratie om het huis aan Hercules Politz, eigenaar van de Swarte Clock (Minrebroederstraat 27), te transporteren. Cornelis Portengen en Hercules Politz sloten een overeenkomst over de muur van de tweede partij naar aanleiding van de koopcedulle tussen hen opgericht betreffende een huis in de Minrebroederstraat te Utrecht.

In 1660 gaf timmerman Geurt Dircksen van Esch procuratie om zijn belangen waar te nemen in het proces aangespannen tegen Cornelis van Portengen, als eigenaar van een huis in de Minrebroederstraat naast de plaats Royael, over de reparatie van diens huis. Het huis was toen allang niet meer diens eigendom.

Johan van Balen

In april 1651 sloot Hercules Politz een akkoord met Johan van Balen over de overname van de koop van het huis en hofstede door de tweede comparant, gekocht door de eerste comparant van de curators over de desolate boedel van Cornelis Portengen en Aletta van Liesfelt. Het huis werd aan de oostkant belend door het huis van Hercules Polits en westwaarts door de heere van Blyenborch.

Johan van Balen was in 1639 getrouwd met Johanna van den Hoven. Zij overleed in mei 1651.

In juli 1651 gaven Aeltgen van Schoddenberch, weduwe van Hercules Politz, en anderen procuratie om een huis aan de zuidzijde van de Minrebroederstraat te Utrecht te transporteren aan Johan van Balen, zodra het huis aan hen was getransporteerd.

Johan van Balen hertrouwde in oktober 1651 met Mechtelt van Noortdijck.

Louis Gobeau

Op 20 mei 1652 transporteerde Johan van Balen het perceel aan chirurgijn Louis Gobeau.

In 1654 maakten Louis Gobeau en zijn echtgenote Marguareta Sena een testament, wonende aan de zuidzijde van de Minrebroederstraat.

In 1656 gaf Louis Gobeau procuratie, wonende in de Minrebroederstraat. Niet lang daarna is het echtpaar verhuisd naar Amsterdam.

Pierre Mouton

Op 14 januari 1661 transporteerde Lowies Gobeau, koopman te Amsterdam, het huis aan Pierre Mouton.

Francois Very

Op 22 mei 1663 transporteerde Pierre Mouton het huis aan Francoijs Ferrij.

Frans Verrij was in 1643 getrouwd met Catharina Henricx in den Engh. In 1644 hadden zij een kind laten dopen, wonende in de Minrebroederstraat. Bij de doop van hun volgende kinderen, een tweeling in 1647, woonde het echtpaar in de Jansstraat. Haar zwager Gerrit Vreemt had eigendom verderop in de straat. Zij wezen hem in 1666 aan als voogd. Volgens deze voogdijakte woonde het echtpaar in de Minrebroederstraat.

In het Manuaal van het huisgeld staat Francois Verrij vermeld tussen de dochter van Hercules Politz en Joan Carre.

In 1686 maakten Frans Very en Catharyntje Hendricx in den Engh een testament.

Frans Verij overleed in augustus 1690, wonende in de Minrebroederstraat, nalatende zijn vrouw met een mondige zoon. Hij werd begraven in de Buurkerk. Zijn weduwe Trijntie in den Eng overleed in september 1691, wonende in de Minrebroederstraat.

Nicolaes de Meyer

Op 21 mei 1692 werd het huis uit de boedel van Frans Very en Catharina Henricx in den Engh getransporteerd aan kleermaker Nicolaes de Meyer. De Meyer had het huis op 8 februari 1692 gekocht.

Nicolaus de Meijer (-1733) was in 1683 getrouwd met Cornelia Taets. De eerste jaren van hun huwelijk woonden zij aan de Wittevrouwenbrug. Hun zoon Albartus werd blijkens zijn doopinschrijving in mei 1694 in de Minrebroederstraat geboren.

Cornelia Taets, huisvrouw van Nicolaes de Meijer, overleed in november 1705, wonende in de Minrebroederstraat. In 1710 hertrouwde Nicolaus de Meijer met Helena Margaretha van Hertsogenraed.

Helena Margareta Hartogenraed overleed in juli 1718, wonende in de Minrebroederstraat, nalatende haar man. Zij werd begraven in de Buurkerk.

In oktober 1730 sloot Nicolaes de Meyer, wonende aan de zuidzijde van de Minrebroederstraat, een akkoord.

Johan Vermeulen

Nicolaes de Meyer verkocht het huis aan groefbidder Johannes Vermeulen. Het transport vond plaats op 31 oktober 1731.

Johannes Vermeulen was in 1716 getrouwd met Helena Reppel.

Op 1 februari 1731 sloten Johannes Vermeulen en zijn buurman Abraham van Wilborgh een overeenkomst over wijzigingen die De Meyer had aangebracht aan de gemene muur tussen hun huizen aan de zuidzijde van de Minrebroederstraat.

Helena Reppel overleed in mei 1739, wonende in de Minrebroederstraat, nalatende haar man en geen kinderen. Zij werd begraven in de Catharijnekerk.

Johannes Vermeulen hertrouwde in november 1739 met Magdalena van Ommeren (-1781).

Johannes Vermeulen overleed in april 1746, wonende in de Minrebroederstraat, nalatende zijn vrouw. Hij werd begraven in de Catharijnekerk.

In juli 1746 vestigde Magdalena van Ommeren, weduwe van Johannes Vermeulen, een plecht op het huis ten behoeve van Haesje van Rijn en Maria van Rijn.

Haesje van Rijn

In september 1747 werd het huis door procureur Weyer Jan van Overmeer getransporteerd aan Haasje van Rhijn.

Arnold Elliot

Al in februari 1747 verhuurde Haasje van Rijn, bejaarde geestelijke dochter, het huis voor twee jaar aan Arnold Elliot, ingaande per 1 mei 1747. Haasje van Rijn tekende met een kruisje. 

Arnold Elliot (17041764) was getrouwd met Catharina Lindenbergh (-1762). Hun zoon Francois Arnoldus (1748-) werd in de Minrebroederstraat geboren.

Antony Westerwijk

In 1753 verhuurde Haesje van Rijn het huis aan Antony Westerwijk.

Haesje van Rijn overleed op 8 augustus 1756, wonende buiten de Catharijnepoort bij het Paerdewater.

Haasje Cornelis van Rijn

In 1757 werd de boedel gescheiden. Het huis in de Minrebroederstraat werd toegedeeld aan haar nicht Haasje van Rijn, dochter van Cornelis van Rijn.

Haasje van Rijn overleed in februari 1767, wonende achter Clarenburg.

Cornelis van Beest

Cornelis van Beest (1730-1790)
Cornelis van Beest (1730-1790)

Het huis werd volgens de koopakte van 1767 verhuurd aan notaris Cornelis van Beest. Cornelis van Beest (1730-1790) was in 1758 getrouwd met Sibilla van Vloten (1732-), dochter van Wernard van Vloten en Cornelia van Beest. Sibilla van Vloten was op Minrebroederstraat 16 (oud) geboren.

Cornelis van Beest en Sibilla van Vloten zijn hier vermoedelijk direct na hun huwelijk komen wonen. Hun zoon Wernard (1760-1830), later eigenaar van Janskerkhof 1 en Janskerkhof 12, werd in de Minrebroederstraat geboren.

Jean Baptiste des Tombe

In mei 1767 verkocht de familie Van Rijn het huis aan Jean Baptiste des Tombe.

Jean Baptiste des Tombe (17141788) was in 1742 getrouwd met Anna Sophia Pelser (Beltzer).

Hendricus van Dusseldorp

Volgens de verkoopakte van 1788 werd het huis gehuurd door notaris Henricus van Dusseldorp. Hendricus van Dusseldorp (1752-1827) was in 1785 getrouwd met Aletta Jacoba Finjé (1762-).

A. Booy

In november 1788 werd het huis uit de boedel Jean Baptiste des Tombe en Anna Sophia Beltzer verkocht aan makelaar A. Booy.

Tijdens de volkstelling van 1813 woonden hier mogelijk de zussen Catharina Wormbach (1764-1822) en Christina Wormbach.

Bernardus Bunte

In de OAT 1832 staat Bernardus Bunte, horologiemaker, als eigenaar van perceel A1408 (huis en erf) vermeld.

Bernardus Bunte was in 1796 getrouwd met Anna Maria Schippers (o.tr. Amsterdam 08-04-1796). De eerste jaren van hun huwelijk hadden zij in Amsterdam doorgebracht. Maria Magtilda Scheepers, 60 jaar oud, gehuwd met Bernardus Bunte, overleed in 1826, wonende op Minrebroederstraat wijk G no. 306 (BS Utrecht 1826 O, aktenr. 657). 

In 1826 adverteerden B. Bunte en zoon, horologiemakers, op Minrebroederstraat G 306 (Opregte Haarlemsche Courant, 11-11-1826, Delpher).

Bernard Henrich Bunte hertrouwde in 1828 te Driebergen met Hilligje (Hillegonda) Werkhoven (-1874).

In 1832 verscheen een artikel over Bernardus Bunte in de Leeuwarder Courant, 13-11-1832 (Delpher). In 1834 vroeg B. Bunte om een leerling horlogemaker (Utrechtsche Courant, 11-07-1834, Delpher). In 1836 bood B. Bunte een land-chronometer te koop aan (Opregte Haarlemsche Courant, 23-01-1836, Delpher). In 1837 verscheen een artikel van de hand van Bunte (Delpher), met vervolg. In een advertentie in 1837 sprak B. Bunte zich uit tegen laster (Utrechtsche courant, 27-02-1837, Delpher).

In augustus 1845 adverteerde J. Bunte, horologiemaker op Minnebroederstraat No. 306, met een mechaniek muziekinstrument dat vanzelf speelde (Utrechtsche provinciale en stads-courant : algemeen advertentieblad, 04-08-1845, Delpher). Vermoedelijk was sprake van een typefout.

In de Utrechtsche provinciale en stads-courant : algemeen advertentieblad, 07-08-1846 (Delpher) plaatste B. Bunte het onderstaande bericht:

“De ondergeteekende, gehoord hebbende , dat er sommige lieden zijn die verspreid hebben , dat de ondergeteekende zijne affaire zoude nedergelegd hebben, en dat zijn zoon bij eenen (zoogenaamden) Horologiemaker als leerling zoude wezen, doch zulks is niet anders dan logentaal en kwaadspreken. De ondergeteekende oefent zijne werkzaamheden nog voortdurend uit, zoo als hij reeds voor dertig jaren gedaan heeft; bij heeft ook geen Compagnon, en ook geen meerdere Zoons dan nog minderjarigen, die bij hem aan huis mede werkzaam zijn; hij woont ook nog in hetzelfde huis, waarin hij reeds twee en twintig jaren gewoond heeft, in de Minnebroederstraat No. 306, naast het Roomsche Weeshuis. Utrecht den 5. Aug. 1846. B. BUNTE, Horologiemaker.”

In 1857 maakte J.G. Horsthuis voor de Atlas Coenen van ’s Gravesloot een tekening van het katholieke weeshuis op het buurperceel Minrebroederstraat 21. Op de tekening (HUA, catalogusnr. 38533), te zien op de genoemde pagina, is ook een stukje van het toenmalige huis op Minrebroederstraat 23 te zien. Het huis had twee etages boven de begane grond, waar de klokkenwinkel gevestigd was. Horsthuis heeft achter de ruiten twee uurwijzers getekend.

Bernardus Hendricus Bunte, gehuwd met Hillegonda Werkhoven, overleed op 12 november 1858, wonende op Minrebroederstraat G 306 (BS Utrecht 1858 O, aktenr. 1311).

Johannes Bernardus Hendricus Bunte

Minrebroederstraat 23 oud op ansichtkaart rond 1900.
Minrebroederstraat 23 oud op ansichtkaart van rond 1900 (collectie Het Utrechts Archief)

De zaak werd voortgezet door Johannes Bernardus Hendricus Bunte (1832-1914), zoon van Bernardus Bunte en Hillegonda Werkhoven (Utrechtsche provinciale en stads-courant : algemeen advertentieblad, 14-02-1859, Delpher). Hij was in juni 1858 getrouwd met Johanna Theodora Leerma(a)kers (1834-1873).

Minrebroederstraat 23 Utrecht

Bij de omnummering van 1890 werd het wijkadres Minrebroederstraat wijk G no. 306 gewijzigd in Minrebroederstraat 23 Utrecht.

In oktober 1910 verhuisde Johannes Bernardus Hendricus Bunte samen met zijn dochter Maria Hillegonda Bunte (1859-1911) naar Nijmegen (bevolkingsregister 1900-1912, blad 2438).

Nieuwbouw op Minrebroederstraat 23

Na de verhuizing van Bunte werd een nieuw pand op dit perceel gebouwd door bouwkundige B.J. Brandsen jr. (HUA, bouwdossier 4270-126-515).

Het nieuwe pand werd op 14 juli 1911 door Bartholomeus Johannes Brandsen (1883-) en zijn echtgenote Maria Johanna Schoonhoven (1889-1942) betrokken. Het echtpaar woonde hier slechts kort. In november van dat jaar verhuisden zij, ieder naar een eigen adres.

J. Boksteijn

In 1945 was de kapperszaak J. Boksteijn v/h C.Th. Bosselaar gevestigd op Minrebroederstraat 23 (Het Parool, 22-06-1945, Delpher). De kapperszaak van C.Th. Bosselaar was gevestigd geweest op Minrebroederstraat 17.

Huidige bestemming Minrebroederstraat 23: Minre Boutique & Coffee

Sinds september 2018 is op Minrebroederstraat 23 Minre Boutique & Coffee gevestigd.




Gepubliceerd: 20-11-2018 door Caroline Pelser. Laatst geactualiseerd op 17-09-2024.

Scroll naar boven