Minrebroederstraat 25 (tot 1890: Minrebroederstraat wijk G no. 307) is een gemeentelijk monument. Het huis heette in de zestiende eeuw De Voochdije van Gelder. Tegenwoordig is hier de Marklin Store Utrecht gevestigd.
Gemeentelijk monument
De toelichting in de gemeentelijke monumentenlijst (gemeentelijk monument 3440999) luidt:
“Het pand is een 14de-eeuws dwars huis met een later middeleeuws diep achterhuis, bestaande uit twee bouwlagen, twee kelders en zadeldaken. De achtergevel van het achterhuis is een tuitgevel met verhoogde schouders. Boven een deel van de begane grond van het voorhuis ligt nog de samengestelde balklaag met sleutelstukken behorend bij een stijlenconstructie in samenhang met een overkragende houten voorgevel. Het achterhuis heeft enkelvoudige 18de-eeuwse balklagen. De voorgevel is een gepleisterde lijstgevel, afgesloten door een geprofileerde gootlijst en voorzien van T-schuiframen. De begane grond wordt ingenomen door een moderne winkelpui. Het pand is van bouwhistorisch belang.”
De toelichting is vrijwel identiek aan die in M. Dolfin e.a. (p. 81).
Lucas de Zwart
In 1564 transporteerden Cornelis Janss van den Aa alias Vrelandt, getrouwd met Margriet Gerrit van Veensdochter, het huis De Voechdije van Gelre aan Lucas Gerritsz de Zwart, getrouwd met Dijrkgen Willem Goertss van Compostellen dr.
Lucas Gerritsz de Zwart en zijn vrouw Dirkgen overleden voor juni 1578 (procuratie).
In 1577 bevonden hun zonen Gerrit en Geurt zich in Parijs (procuratie). Gerrit Lucasz de Swart overleed ongeveer 14 dagen voor vastenavond 1578 te Parijs, Frankrijk, aan een ziekte (attestatie).
Willem de Swart
In februari 1585 werd het huis door Govert de Swart getransporteerd aan Willem de Swart.
Willem van Zijll
In september 1587 transporteerden Willem de Swardt en Elisabeth Jan Luitmonts dr. het huis De Voochdije van Gelder aan Willem van Zijll. Het transport bestond uit het huis, hofstede, kelder en de kelder onder het huis van Gijsbert van de Water (Minrebroederstraat 27).
Arent van Liesfelt
In 1618 werd het huis door Willem van Sijll en Beligjen Soetmonts getransporteerd aan Arent van Liesfelt en Agatha Vuijtenweerdt. In 1604 had hij het buurhuis getransporteerd gekregen.
Aert van Liesvelt (-1648) en Agatha Wtenweerde (-1625) waren in 1604 getrouwd.
In 1625 wordt Arent van Liesfelt als belending van de Swarte Clock genoemd.
Hun dochter Aletta van Liesfelt trouwde in 1634 met Peter van Lommel. Mr. Peter van Lommel, advocaat, overleed in 1642. Hij werd op 18 november 1642 overluid (46p282).
In 1645 hertrouwde Aletta van Liesfelt met Cornelis Portengen, weduwnaar van Cornelia Sem (-1639). In maart 1650 sloten Cornelis Portengen en Aletta van Liesfelt een overeenkomst met Hercules Politz naar aanleiding van een opgestelde koopcedulle betreffende een huis in de Minrebroederstraat.
Hercules Politz
Op 8 juni 1650 transporteerden Cornelis Portengen en Aletta Liesfelt, na procuratie, het huis aan Hercules Politz.
Hercules Cristoffel Politssoon (-1651) was in 1625 getrouwd met Aeltgen Cornelis Huijgen van Schoddenberchsdr (-1656). Politz was meester cleermaecker. Het echtpaar woonde in de Oudmunstertrans.
Op 1 oktober 1650 wordt Hercules Politz als belending genoemd.
In 1652 wordt de weduwe van Hercules Politz als belending genoemd.
In 1659 wordt Paulus Erckelens als belending genoemd.
Simon Lachez
In 1675 regelden Simon Laches [Lachez], horologiemaecker in de Minrebroederstraat, en zijn echtgenote Petronella van Dreem [van der Eem] de voogdij over hun na te laten onmondige kinderen. Simon Lachez en Pieternella van der Eem waren in 1670 getrouwd. Hun oudste dochter Elisabeth werd in 1671 blijkens haar doopinschrijving op de Vismarkt geboren.
Horlogemaker Simon Lachez (1648-1723) was in de leer geweest bij horlogemaker Egbert Jans van Leeuwaerden, die zelf ook in de Minrebroederstraat gevestigd was geweest (zie testament 1662).
In 1686 gaven Hendrik Politz en Elisabeth van Schoonderwoert procuratie om een plecht groot f 1.200,- ten behoeve van brouwer Adriaen van Wyck, getrouwd met Geertruyt Tibbel, te passeren op het huis de Swarte Clock in de Korte Jansstraat (Minrebroederstraat 27) en het huis daarachter in de Minrebroederstraat. Minrebroederstraat 25 werd volgens de akte bewoond door een horologier maecker met de voornaam Simon (zijn achternaam ontbreekt in de akte).
In 1689 werd de boedel van Margareta Politz gescheiden. Het huis in de Minrebroederstraat bleef gemeen.
In 1692 komt het huis voor in de huwelijkse voorwaarden van Willem Polits en Lucia Gaerts.
Abraham van Wilborgh
In augustus 1705 verkocht de familie Polits het huis aan Abraham van Wilborgh. De belending oostwaarts was Cornelis Oosterbaan, westwaarts Nicolaes de Meyer en achter Cornelis van Beeck.
Abraham van Wilborg, zoon van Hendrik van Wilborg, trouwde in 1691 met Theodora Schut. Theodora Schut overleed in 1703, wonende in de Minrebroederstraat, nalatende haar man en een onmondig kind. Zij werd begraven in de Geertekerk. Abraham van Wilborgh, weduwnaar van Theodora Schut, hertrouwde in januari 1705 met Elisabeth Gallé. Zij overleed in februari 1714, wonende in de Minrebroederstraat, nalatende haar man. Zij werd begraven in de Janskerk. In september 1714 hertrouwde Abraham van Wilborgh met Johanna Elisabeth de With, weduwe van Caspar Specht.
In 1716 maakten Simon Lachez en zijn echtgenote Petronella van Dreem een testament, nog steeds wonende aan de zuidzijde van de Minrebroederstraat. In 1722 maakten zij weer een testament, wonende in de Minrebroederstraat. Simon Lachez overleed in 1723, wonende in de Minrebroederstraat, nalatende zijn vrouw en mondige kinderen.
Op 18 maart 1721 kreeg Abraham van Wilborgh een huis getransporteerd door het gerecht van de stad Utrecht. Het huis had als belendingen Abel de Coole (Minrebroederstraat 27) en Abraham van Wilborgh zelf.
Johanna Elisabeth de With overleed in 1721, wonende in de Minrebroederstraat, nalatende haar man. Zij werd begraven in de Buurkerk.
In 1731 sloot Abraham van Wilborgh een overeenkomst met zijn buurman Johan Vermeulen over wijzigingen aan de gemene muur van hun huizen aan de zuidzijde van de Minrebroederstraat.
Abraham van Wilborgh overleed in april 1737, wonende in de Minrebroederstraat. Hij werd begraven in de Janskerk.
Clasina en Johanna Roelans
In juni 1737 verkochten de erven Abraham van Wilborgh het huis aan de zusters Clasina Aletta Antonia Roelans (1695-1777) en Johanna Geertruyd Roelans (1697-1779). De belendingen waren oostwaarts procureur Abel de Coole (eigenaar van de Zwarte Klok) en westwaarts Johan Vermeulen.
Clasina Aletta Antonia en Johanna Geertruyd waren dochters van Adriaen Roelans en Antonia Johanna van Nellesteyn (zie Janskerkhof 15a). Ook hun zuster Hillegonda Hendrina woonde hier. Zij overleed in 1751, wonende in de Minrebroederstraat.
Clasina Aletta Antonia Roelans overleed in februari 1777, wonende in de Minrebroederstraat, nalatende een mondige zuster. Johanna Geertruij Roelans overleed in januari 1779, wonende in de Minrebroederstraat, nalatende mondige erfgenamen.
Johanna van Loenen
In 1782 verkocht Adriaan Roelans (-1786) het huis aan Johanna van Loenen (1724-1800), weduwe van Gerrit Knel (tr. 1749). In de akte worden geen belendingen genoemd.
Johanna van Loenen, weduwe van Gerrit Knel, overleed in november 1800, wonende in de Minrebroederstraat. Zij werd begraven in de Jacobikerk.
Gerrit Nicolaas Buddingh
In 1802 werd de boedel van wijlen Johanna van Loenen, weduwe van Gerrit Knel, gescheiden. Het huis in de Minrebroederstraat werd toegedeeld aan haar kleinzoon Gerrit Nicolaas Buddingh (1782-1850), zoon van Johanna Jacoba Knel (1751-1789) en Nicolaas Wilhelmus Buddingh (1749-1835).
Tijdens de volkstelling van 1813 werd het huis (nr. 26) bewoond door notaris Gerrit Nicolaas Buddingh, zijn zuster Francina Wilhelmina Buddingh, weduwe van Cornelis de Roo, haar dochter Cornelia Wilhelmina Francina de Roo en hun dienstbode Gerritje Lankhout. Hun vader Nicolaas Wilhelmus Buddingh woonde op Drift 11.
Gerrit Nicolaas Buddingh trouwde in augustus 1819 met Andrietta Petronella Heijnsius (ovl. 1827).
Jacob Christiaan de Graaf en Clasina Hartman
In januari 1821 werd het huis verkocht (Utrechtsche Courant, 01-01-1821, Delpher).
“No. 2. Een net en weldoortimmerd Huis en Erve, aan de Noordzijde van de Minnebroederstraat binnen Utrecht, Lett. G. No. 307, een fraai uitzigt hebbende over het Jans-Kerkhof voorzien van zes zoo boven- als benedenkamers, waarvan 3 behangen en 4 met stookplaatsen voorzien, keuken, ruime zolder en dito kelder. No.1. en 2. zijn met 1. Mei 1821 te aanvaarden.”
Het huis werd vermoedelijk gekocht door Jacob Christiaan de Graaf. Jacob Christiaan de Graaf (1753-1821) en Clasina Hartman (1757-1845) waren in 1787 onder huwelijkse voorwaarden getrouwd.
Notaris Jacob Christiaan de Graaf overleed op 17 juni 1821 op zijn woonadres Minrebroederstraat wijk G no. 307 (BS Utrecht 1821 O, aktenr. 494).
Na het overlijden van haar echtgenoot is Clasina Hartman verhuisd. Zij woonde tijdens de volkstelling van 1824 op Boothstraat 10. Tijdens de volkstelling van 1830 werd zij bij haar zoon Nicolaas de Graaf, op Boothstraat 13-15, geregistreerd (p. 521).
OAT 1832
Het huis bleef wel haar eigendom. In de OAT 1832 staat de weduwe van Jacob Christiaan de Graaf als eigenaresse van perceel A1409 (huis en erf) vermeld.
Severijn Scheij
Tijdens de volkstelling van 1830 was de benedenverdieping onbewoond. In het bovenhuis woonden Severijn Scheij, zijn echtgenote Susanna Catharina de Bruijn, haar broer Daniel Ferdinand de Bruijn en dienstmeid Gesina van der Veen.
Tijdens de volkstelling van 1840 was vermoedelijk het hele pand onbewoond.
Herman Waller
Bij de start van het bevolkingsregister, in 1850, werd het huis bewoond door advocaat Herman Waller (1820-1894) en zijn gezin. Herman Waller was in 1845 in Amsterdam getrouwd met Johanna Petronella Francina Wijs (1818-1882).
Nicolaas de Graaf
Het huis werd geërfd door Clasina Hartman’s zoon Nicolaas de Graaf. Nicolaas de Graaf verhuisde op 2 juli 1863 met zijn echtgenote Christina Henrietta Guldensteeden en twee dochters van Boothstraat 13-15 naar Minrebroederstraat wijk G 307 (=Minrebroederstraat 25).
Nicolaas de Graaf overleed in 1871, wonende op Minrebroederstraat G no. 307 (BS Utrecht 1871 O, aktenr. 2127).
Zijn weduwe Christina Henrietta Guldensteeden overleed in 1874, wonende op het Oudkerkhof (BS Utrecht 1874 O, aktenr. 612).
Joannes Jacobus Boldoot
Het huis werd bewoond door Christopher Laurens Zellerhoff (1847-1921) en Johanna Agatha van Dieren Bijvoet (1845-1933). Zij waren in 1876 getrouwd. Het echtpaar verhuisde in 1881 naar Janskerkhof 11.
Het huis werd vervolgens verbouwd (HUA, bouwdossier 4270-34-253). De begane grond werd een winkel met een winkelpui, voor M. de Bruin.
Martinus de Bruin
Vanaf juli 1881 werd het huis bewoond door Martinus de Bruin met zijn gezin, en personeel. Martinus de Bruin (1841-1907) staat in het bevolkingsregister ingeschreven als koopman.
Minrebroederstraat 25 Utrecht
Bij de omnummering van 1890 werd het wijkadres Minrebroederstraat wijk G no 307 gewijzigd in Minrebroederstraat 25 Utrecht.
Het Utrechts Archief bezit de akte van verkoop van 1898 door Joannes Jacobus Boldoot aan Martinus de Bruin van het winkelhuis, erf en grond aan de Minrebroederstraat 25 te Utrecht, kadastraal gemeente Utrecht sectie A nr. 1409.
In 1900 werd de zaak van Martinus de Bruin geliquideerd. Martinus de Bruin verhuisde in augustus 1900 met zijn gezin naar de Ramstraat. Op 25 en 27 september 1900 werd het restant van het Magazijn en inboedel van het huis in het Venduhuis aan het Vredenburg openbaar verkocht (Utrechtsch Nieuwsblad, 21-09-1900, p. 3, HUA; Utrechtsch Nieuwsblad 26-09-1900, p. 4, HUA).
Firma Elling
In april 1901 was het Tapijtmagazijn van de firma Elling op Minrebroederstraat 25 gevestigd (Utrechtsch Nieuwsblad, 09-04-1901, p. 3, HUA).
Weduwe J.R. Seilberger
In 1913 hield de weduwe J.R. Seilberger op Minrebroederstraat 25 uitverkoop ( Utrechtsch Nieuwsblad, 01-02-1913, p. 4, HUA). De winkel in garen, band en modeartikelen was eerder op Korte Jansstraat 10 gevestigd geweest.
De winkel was nog steeds genoemd naar de voormalige eigenaresse Eva Proper (1826-1890), weduwe van Johan Reinhard Seilberger. In 1918 vierde de weduwe J.R. Seilberger haar gouden jubileum. Volgens het krantenbericht daarover werd de zaak gedreven door haar dochter A. Seilberger (Utrechtsch Nieuwsblad, 17-08-1918, p. 2, HUA). Uit het dossier van de Kamer van Koophandel (nr. 391) blijkt dat Anna Hendrika Seilberger (1855-1927) wordt bedoeld.
In 1925 werd de zaak opgeheven (Utrechtsch Nieuwsblad, 30-06-1925, p. 7, HUA).
C. Walsemann
Het Utrechts Archief bezit een polis uit 1943 van NV De Vereenigde Glasverzekering Maatschappijen te Den Haag voor C. Walsemann van een verzekering tegen schade aan ruiten in een zaak in antiquiteiten, gevestigd op Minrebroederstraat 25.
De Discus
In de jaren vijftig en zestig was grammofoonplatenwinkel De Discus op Minrebroederstraat 25 gevestigd. De zaak was in 1929 gestart op Janskerkhof 25. In 1934 was De Discus naar het Oudkerkhof verhuisd.
Huidige bestemming Minrebroederstraat 25: Marklin Store Utrecht
Op Minrebroederstraat 25 Utrecht is de Marklin Store Utrecht gevestigd.
Gepubliceerd: 14-11-2018 door Caroline Pelser. Laatst geactualiseerd op 17-09-2024.