Minrebroederstraat 3 Utrecht

Minrebroederstraat 3 Utrecht
v.l.n.r. Minrebroederstraat 5, 3 en 1 Utrecht, Fotodienst GAU 1988 (collectie Het Utrechts Archief)

Minrebroederstraat 3 / 3 bis Utrecht (tot 1890: Minrebroederstraat wijk G no. 296) is een rijksmonument.

Rijksmonument

Minrebroederstraat 3 werd in mei 2001 ingeschreven in het rijksmonumentenregister (monument nummer 514260). De omschrijving in het rijksmonumentenregister luidt:

“Inleiding

In 1884 tot WINKELWOONHUIS verbouwd ouder pand in eclectische stijl, gelegen aan de zuidzijde van de Minrebroederstraat.

Omschrijving

Smal pand, met drie bouwlagen en steil afgeplat schildddak, gedekt met losanges aan de voorgevel en met zinken roeven platen aan de twee langszijden. In baksteen met natuur- en kunststeen decoraties opgetrokken voorgevel met winkelpui uitgevoerd in hout, ijzer en natuursteen, voorzien van gesneden pilasters. Een links tegen het pand gelegen voormalig achterom – voor panden aan de Korte Minrebroederstraat – is door de uitgebouwde winkelpui geïntegreerd en heeft een smalle en lage verdiepingsruimte gekregen. Winkelpui met pilasters, kroonlijst, deur in het bijgetrokken steegje. Op de hoeken van de oorspronkelijke breedte van het pad komen in het verlengde van de zijgevels voorzetstukken voor. De verdieping is twee traveeën breed met spekbanden, geprofileerde gepleisterde omlijsting van de schuifvensters met koppen in terracotta uitgevoerd ter bekroning, terracotta consoles waarin zowel een kop onder de daklijst als de smalle muurdammen die de hoeken van de gevel markeert. Op de verdieping links is deze verdwenen. In de kroonlijst het opschrift “ANNO” en “1884”. In het dakschild komt een hoge dakkapel voor met rolwerk aan de zijkant van de door een pilaster gemarkeerde hoeken.

Waardering

WINKELWOONHUIS van algemeen belang vanwege de architectuurhistorische waarde als markant voorbeeld van een in Eclectische bouwstijl opgetrokken pand. Het pand bezit esthetische kwaliteiten als rijke detaillering in terracotta, in vormgeving en materiaalgebruik. Van stedenbouwkundige waarde vanwege de situering in de gesloten gevelwand en vervult daarin een beeldbepalende rol.”

Robbert Segerman

Eind zestiende eeuw was het huis eigendom van koperslager Robbert Janss Segerman. Hij was getrouwd met Cuijntje Martens Mode (-1631). Robbert Segerman was een broer van Johan Segerman, kruidenier in De Halve Maen, aan de Ganzenmarkt (testament, 1594).

Jan Gerrits Duvenshooff

In 1616 transporteerden Robbert Segerman en Cunera Marten Roelofsdochter het huis aan Jan Gerrits Duvenshooff.

Jan Gerritsz Duijvenshoff overleed in 1625, wonende op de Ganzenmarkt, nalatende zijn vrouw en vijf kinderen. Hij werd begraven in de Buurkerk.

In 1630 gaven Gijsbert en Maria Lap van Waveren procuratie tot het royeren van een plecht van f 250-0-0, in 1609 gevestigd door Robbert Segerman op het huis achter de Rosbaer, in de Minrebroederstraat (Minrebroederstraat 1 was nog niet gebouwd). Zij hadden de plecht verkregen door het overlijden van hun vader Johan Lap van Waveren. Deze had de plecht in 1612 getransporteerd gekregen door Jacob van Emmenes en zijn vrouw Pauwelsgen.

Bruno Verdoes

Op 13 augustus 1648 gaf Wouter van Gelder procuratie tot transport voor het gerecht van Utrecht ten behoeve van Walburga Both, weduwe van Johan de Munter, in leven advocaat hof van Utrecht, van f. 254-4-0 uit een plecht van f. 300-0-0 ten laste van Jan Gerritss Duvenshooff, aan de lastgever toegekend uit de kooppenningen van het huis op de Ganzenmarkt hoek Minrebroederstraat, gekocht door Bruno Verdoes.

Bruno Verdoes, weduwnaar van Gerritgen Cornelisdr, was in 1619 getrouwd met Geertruydt Cronen (-1640). Bruno Verdoes hertrouwde op 21 januari 1643 met Aleida van Beest, dochter van Wouter van Beest en Geertruyt Verhaer (tr. 1605procuratie).

Bruno Verdoes overleed op 17 januari 1648, aan de Ganzenmarkt.

Maria Verdoes

In 1650 gaf Maria Verdoes procuratie om ten behoeve van Joost Rooden te Utrecht een plecht van f 600,- te vestigen op een huis en erf in de Minderbroederstraat. De belending oostwaarts was een uitgang. De belending westwaarts was de weduwe van Bruno Verdoes, haar stiefmoeder. Aleijda van Beest was eigenaresse van de Rosbaer (zie procuratie 1652).

Maria Verdoes (-1697) trouwde in januari 1654 met Adriaen van Dam (civ.).

In december 1654 gaf Aleijda van Beest procuratie om de Rosbaer aan Maria Verdoes en Adriaen van Dam te transporteren. De akte werd opgemaakt ten huize van Adriaen van Dam en Maria Verdoes, aan de Nieuwegracht bij het Janskerkhof (Drift).

In 1666 vestigden Adriaen van Dam en Maria Verdoes een plecht op het huis. Volgens de akte had Maria Verdoes het huis via haar stiefmoeder Aleijda van Beest, weduwe van Bruno Verdoes, in handen gekregen. De comparanten bewoonden het huis zelf.

Adriaen van Dam overleed in november 1675, wonende in de Minrebroederstraat, nalatende zijn vrouw en onmondige kinderen. Hij werd gratis begraven in de Buurkerk.

Johannes Schoor

In 1681 transporteerde Maria Verdoes, weduwe van Adriaen van Dam, het huis met de gemene gang ernaast aan Johannes Schoor. Op het huis rustte nog de plecht ten behoeve van Justus de Roode.

Johannes Schoor was getrouwd met Sara Houwels. Sara Houwels overleed in januari 1687, wonende in de Minrebroederstraat.

In juli 1687 trouwde Johannes Schoor, weduwnaar van Sara Houwels, onder huwelijkse voorwaarden met Mechtelt van der Laeck, weduwe van Pieter van der Heyden. De bruidegom bracht het huis in de Minrebroederstraat in.

In 1688 sloot Johan Schoor een akkoord met zijn vier kinderen over een legaat.

Erven Vos/van Gelder

In 1749 bevond het huis zich in de boedel erven Johannes Vos en Annigje van Gelderen. Johannes Vos en Annighje van Gelder waren in 1670 getrouwd.

Annigje van Gelder was een erfgename van haar oom Joost de Rode (overdracht, 1688). Zij was een dochter van diens zuster Eva de Rode (-1667) (testament, 1677). Mogelijk had Annighje van Gelder het huis in handen gekregen via de plecht uit 1650. Anna van Gelder, weduwe van Johannes Vos, overleed in 1709, wonende aan de Springweg.

Arnoldus Lobedanius

In 1749 kocht Arnoldus Lobedanius (-1756), getrouwd met Engelina Charlotta van Mulkens, het huis van de erven Johannes Vos/Annigje van Gelder.

Matthijs Houssart

Het huis werd volgens de verkoopakte bewoond door Matthijs Houssart. Matthijs Houssart was in 1742 getrouwd met Gijsbartje van der Lingen.

Gijsbertje van de Lingen overleed in 1744, wonende in de Minrebroederstraat, nalatende haar man en een minderjarig kind. Zij werd gratis begraven in de Buurkerk. In 1746 vond een uitkoop plaats en hertrouwde Matthijs Houssart met Josina Stoltekamp.

Engelina Charlotta van Mulkens, weduwe van Arnoldus Lobedanius, overleed op 1 februari 1767, wonende aan de Oudegracht bij de Weesbrug.

Matthijs Houssart

In april 1767 werd het huis uit de boedel van wijlen Engelina Charlotta van Mulkens, weduwe van Arnoldus Lobedanius, getransporteerd aan Matthijs Houssart.

In 1770 wordt Matthijs Houssart als oostwaartse belending van Minrebroederstraat 1 genoemd.

Matthijs Hoesart overleed in 1784, wonende in de Minrebroederstraat, nalatende zijn vrouw en mondige kinderen. Hij werd begraven in de Buurkerk.

Josina Stoltekamp, weduwe van Mattijs Hoesart, overleed op 3 augustus 1787, wonende in de Minrebroederstraat. Zij werd met acht dragers begraven in de Buurkerk.

Eduard van den Bergh

Op 27 augustus 1787 verkocht executeur Albertus Weppelman het huis namens de kinderen en erven Josina Stoltekamp, in leven weduwe van Matthijs Houssart, aan Eduard van den Bergh junior. De belending waren advocaat Jacob Adriaan Lové (Minrebroederstraat 1) en aan de andere zijde een gangetje.

Eduard van den Bergh was in 1786 getrouwd met Justina Carolina Meijer(n). Hij overleed in 1808, wonende op het Oudkerkhof.

Roelof Bol

Op 5 april 1798 verhuurde Eduard van den Bergh het huis voor zes achtereenvolgende jaren aan Roelof Bol, ingaande per 1 mei 1798 (PHILIP CHRISTIAN POPP – 1798-1798 – 2693 – NL-UtHUA_34-4_2693_000181).

OAT 1832

In de OAT 1832 staat de weduwe van Eduard van den Bergh als eigenaresse van perceel A1397 (huis en erf) vermeld. Het gangetje naast het huis (A1398, steeg) was eigendom van de weduwe Eduard van den Bergh en consorten.

Berend Post en Johanna de Wit

Tijdens de volkstelling van 1813 werd het huis (nr. 4/4bis) bewoond door kleermaker Barend Post, zijn echtgenote Annaatje de Wit en de zevenjarige Hendrik Griethuisen (1806-). Beerend Mellijnk Post en Johanna de Wit (1773-1843), weduwe van Anthony Griethuijsen, waren in juli 1813 getrouwd (BS Utrecht 1813 H, aktenr. 133).

Tijdens de volkstelling van 1824 woonde ook Johanna’s moeder Hendrica van der Vlis (-1828), weduwe van Bernardus de Wit, hier.

Hendrik Griethuisen trouwde in 1825 met Jannetje Aalbertje Verkerk (-1875).

Berend Melgert Post, gehuwd met Johanna de Wit, overleed op 25 maart 1841, op 58-jarige leeftijd, wonende op Minrebroederstraat wijk G no. 296 (BS Utrecht 1841 O, aktenr. 375).

Justina Carolina Meijer, weduwe van Eduard van den Bergh, overleed op 4 februari 1843, op 81-jarige leeftijd (BS Utrecht 1843 O, aktenr. 118).

Verkocht

In mei 1843 werd het huis voor f 1570,- verkocht. In de advertentie (Utrechtsche provinciale en stads-courant : algemeen advertentieblad, 24-04-1843, Delpher) wordt het huis als volgt omschreven:

“Eene HUIZINGE, Erf en Grond , mede te Utrecht, aan de zuidzijde van de Minnebroederstraat , wijk G. No. 296. Voorzien van vier zoo Beneden- als Bovenkamers, Keuken, Kelder, en Zolder. Verhuurd tot 1. Mei 1847, om f 160. in het jaar. Breeder bij biljetten, en nader onderrigting te bekomen ten kantore van den Notaris WIGMAN, te Utrecht.

Het huis werd verkocht voor f 1570,- (N. van der Monde, 1843).

Wijnandus Oosterbaan

Bij de start van het bevolkingsregister, in 1850, werd het huis bewoond door kleermaker Wijnandus Oosterbaan, zijn echtgenote Alida Lebbink en hun kinderen. Wijnandus Oosterbaan, weduwnaar van Johanna van den Born, en Alida Lebbink waren in 1808 getrouwd (huw.voorw.).

Wijnandus Oosterbaan overleed in 1859, wonende in de Korte Minrebroederstraat, F 11.

Johanna Maria Stephan, weduwe Jan Stekelenburg

In mei 1857 kwam Johanna Maria Stephan, weduwe van Jan Stekelenburg (-1849), met haar kinderen op dit adres wonen. (Zij overleed in 1866, wonende onder Catharijne, L 28.)

Johannes Lambertus van Maanen

Op 1 mei 1860 werd J.L. van Maanen met zijn gezin op Minrebroederstraat G 296 ingeschreven. Johannes Lambertus van Maanen was in 1858 getrouwd met Dirkje de Liefde.

Het gezin Van Maanen verhuisde volgens het bevolkingsregister in oktober 1871 naar Baltimore (VS).

Hierna werd het huis tien jaar lang steeds voor korte perioden bewoond.

Samuel Coster

Van 1881 tot 1884 woonde koopman Samuel Coster met zijn gezin op Minrebroederstraat G 296.

Joseph Remy Louis Samson

In 1884 werd het huis, samen met Ganzenmarkt 17, verbouwd (HUA, bouwdossier 4270-39-236). De aanvraag voor de bouwvergunning was in mei 1884 ingediend door Jos. Samson, wonende op de Runnebaan wijk F no. 240.

Joseph Remy Louis Samson was in 1879 getrouwd met Helena Rudolphina Allegonda Albers. Op 18 april 1885 werden zij met hun kinderen in het bevolkingsregister op dit adres ingeschreven. Samson was koopman in tapijten. Er woonden hier ook personeelsleden, waaronder winkelbedienden. Op 11 mei 1887 overleed een pasgeboren zoon op Minrebroederstraat wijk G no 296.

Minrebroederstraat 3 / 3bis

Bij de omnummering van 1890 werd het wijkadres Minrebroederstraat G 296 gewijzigd in Minrebroederstraat 3 (de winkel) en Minrebroederstraat 3bis (bovenwoning).

Het gezin Samson woonde daarna op nummer 3bis. Op de begane grond, de winkel, woonde, vanaf september 1891, de familie Nieuwensteed.

Verkocht

In 1894 werd Minrebroederstraat 3, samen met Ganzenmarkt 17 en Korte Minrebroederstraat 13, te koop aangeboden (Het nieuws van den dag : kleine courant, 09-07-1894, Delpher).

“Zaterdag 14 Juli 1894, des avonds 6 uren, zullen te Utrecht, in het Lokaal voor Verkoopingen, Achter St. Pieter, No. 18, publiek worden Verkocht:
I. Een kapitaal, voor enkele jaren bijna geheel vernieuwd, zeer gunstig gelegen Koopmans- of Winkelhuis, te Utrecht, aan de Ganzenmarkt No. 17, waarin buitengewoon ruim Winkellokaal met Kantoor, groot Magazijn, 8 Woonkamers enz., met een daaraan verbonden
Winkelhuis, mede zoo goed als nieuw, met fraaie Winkelpui, aan de Minrebroederstraat No. 3, bevattende netten Winkel, 5 Kamers enz., en II.
Een HUIS met Plaatsje te Utrecht, aan de Korte Minrebroederstraat No. 13, bevattende Werkplaats, 4 Kamers enz.
Alles breeder bij Biljetten omschreven. Nadere inlichtingen en Toegangsbewijzen ter bezichtiging zijn te verkrijgen ten Kantore van Notaris VAN MEERLANT, te Utrecht, Nobelstraat 2.”

De huizen werden verkocht aan J. van Frankenhuijsen q.q. Voor Ganzenmarkt 17 en Minrebroederstraat 3 betaalde hij f 22.000,- (Utrechtsch Nieuwsblad, 18-07-1894, p. 3, HUA).

Het echtpaar Samson verhuisde in september 1894 naar de Begijnekade. Het echtpaar Nieuwensteed verhuisde in november 1894 naar de Lange Nieuwstraat. In het bevolkingsregister 1890-1900 werden daarna geen bewoners meer op dit adres vermeld.

Allan & Co.

Vanaf 1900 adverteerde Allan & Co met dit adres (Utrechtsch Nieuwsblad, 01-12-1900, p. 5, HUA). In 1904 kocht Allan & Co. Janskerkhof 12 en Jansdam 14 om er een meubelmagazijn te vestigen. Het bedrijf opende daar in 1905.

Huidige bestemming Minrebroederstraat 3 Utrecht: Daen’s

Minrebroederstraat 3 is tegenwoordig in gebruik bij Daen’s. Na een hotel, met één hotelkamer, is er een deli gevestigd geweest.




Gepubliceerd: 25-11-2018 door Caroline Pelser. Laatst geactualiseerd op 10-11-2022.

Scroll naar boven