
Minrebroederstraat 32 Utrecht (tot 1890: Minrebroederstraat wijk G no. 257) maakt sinds 1946 deel uit van boekhandel Bijleveld. Staande bij de voordeur van Janskerkhof 7 is dit het gedeelte links achter. Minrebroederstraat 32 is geen zelfstandig adres meer. Het huisnummer werd na de samenvoeging met Janskerkhof 7 opgeheven.
Het huis werd gebouwd op het terrein waar in de middeleeuwen de tempel van de Utrechtse Jeruzalembroederschap stond. Na de reformatie werd de tempel afgebroken en het terrein in kleinere percelen verdeeld. In 1858 was het huis zo bouwvallig dat het werd afgekeurd en herbouwd.
Claes Floriszn
In 1582 transporteerden Nijclaes Floriss, getrouwd met Joosgen, en Jelis van Hoboocken, getrouwd met Grietgen, een huis op dit perceel aan Lenaert Jacobss, getrouwd met Elijsabeth.
Lenaert Jacobss Heesbeen
Lenaert Jacobss [Heesbeen] vestigde een plecht op het huis ten behoeve van de vorige eigenaren. In 1583 transporteerde Jelis van Hoboocken zijn plecht aan Claes Floriss.
In 1600 werd een akte van uitkoop opgesteld voor Anna Voechter, weduwe van Lenaert Jacobss Heesbeen. De uitkoop betrof een half huis; het andere deel was al eigendom van Anna Voechter.
Wat er daarna met het huis gebeurde is nog onduidelijk, maar het moet voor 1619 in handen van de eigenaar van Minrebroederstraat 30 zijn gekomen.
Anthoni de Cruyff
Tussen mei 1649 en maart 1650 werd op deze locatie door metselaar Anthoni de Cruyff een nieuw huis gebouwd. De Cruyff had het perceel (“huyssinge ende erff”) in 1649 gekocht van Leendert de Wilt, eigenaar van de bakkerij op het buurperceel Minrebroederstraat 30. In de koopakte wordt De Wilt zelf als belending genoemd.
Het perceel dat De Cruijff gekocht had, maakte deel uit van het perceel dat De Wilt eerder van Johan van Riebeeck had gekocht (zie Minrebroederstraat 30). Leendert de Wilt transporteerde het perceel in 1650 aan De Cruyff. De Cruyff vestigde een plecht op het huis ten behoeve van Bruno de Bruijn.
Anthoni de Cruyff moet meteen met de bouw van het huis aan de slag zijn gegaan. In 1650 vestigde Leendert de Wilt een plecht op zijn huis op Minrebroederstraat 30. De belending oostwaarts was het nieuw getimmerde huis van Anthony de Cruyff, in plaats van het oude aldaar gestaan hebbende en van Leonardt de Wilth gekocht.
Cornelia van Meerlant
In 1652 transporteerde Anthoni de Cruyff het huis aan Cornelia van Meerlant, weduwe van Joost Melder. Cornelia van Meerlant kocht het huis vermoedelijk niet met de bedoeling om er te gaan wonen; zij woonde (al in 1636 met haar echtgenoot) aan de Neude (scheiding, 1636). In 1654 kreeg ze opnieuw een huis aan de Neude getransporteerd. In 1673 (testament) woonde Cornelia van Meerlant daar nog.
Johan Versteech
In 1657 transporteerde Cornelia van Meerlant het huis op de hoek van de Minrebroederstraat aan de cramer Johan Versteech.
Johan Versteech was in 1640 getrouwd met Adriaentgen Hendrickx van Frankenshoven. Jan Versteegh overleed in 1660, wonende in de Minrebroederstraat, nalatende zijn huisvrouw en onmondige kinderen. Hij werd begraven in de Buurkerk.
In 1661 hertrouwde Adriaentgen van Frankenshoven met Claes van Sypen (-1714). In 1669 maakten Claes van Sypen, die een kruidenierswinkel had, en zijn echtgenote Adriaentgen van Frankenshoven (van Franckeshofen), eerder weduwe van Johan Versteech, een testament, wonend in de Minrebroederstraat. Ook maakte Adriaentgen van Frankenshoven een codicil.
In 1684 (testament) woonde het echtpaar op de Nobelstraat omtrent de stadswal.
Willem Bouman en Sibilla Wynhuys
Het huis op de hoek van de Minrebroederstraat hadden zij vermoedelijk verhuurd aan de kruidenier Willem Bouman en zijn echtgenote Sibilla Wynhuys (-1690). Zij waren in 1680 getrouwd.
In 1684 regelden Willem Bouman en Sibilla Wynhuys voogdijbenoeming, wonende op de hoek van de Minrebroederstraat omtrent het Janskerkhof.
Eigenaresse Adriaentje van Franckenshoven overleed in april 1685, wonende in de Nobelstraat. Haar weduwnaar Niclaes van Sypen hertrouwde in 1691 met Geertruit van Solingen (-1710).
Anthoni Bosch
In 1699 transporteerden Nicolaes van Sypen en Geertruyd van Solingen het huis “De Tempel” aan Anthoni Bosch.
Anthoni Bosch was getrouwd met Johanna Wijnhuijs. Johanna Wijnhuijs, huisvrouw van Antoni Bosch, overleed op 22 mei 1716 in de Minnebroederstraet ontrent St. Janskerckhoff, nalatend haar man en geen kind. Antoni Bosch overleed op 18 oktober 1717 in de Minnebroerstraet ontrent St. Janskerckhoff, nalatende een mondige broer. Beiden werden begraven in de Buurkerk.
Maria Bouwman en Roelof van Dorp
In 1718 werd de boedel van Anthony Bosch en Jannichjen van Wynhuys(en) gescheiden. Het huis (“huysinge en erve, kelder en cluys”) ging naar Roelof Aertsen van Dorp namens zijn echtgenote Johanna Maria Bouwman.
Roelof van Dorp en Maria Bouwman (1682-) waren in 1717, onder huwelijkse voorwaarden, getrouwd. Maria Bouwman, dochter van Willem Bouman en Sibilla Wynhuys, was de enige erfgename van Jannichjen van Wynhuysen.
Er werd een plecht op het huis “den Tempel” gevestigd ten behoeve van Rutgerus Keminck.
Johannes van der Horst
Het huis werd verhuurd. Hun laatste huurder was, blijkens de verkoopakte van 1737, Johannes van der Horst.
Ferdinand van Hattingh
In januari 1737 verkocht Maria Bouwman, weduwe van Roeloff van Dorp, het huis aan oud-burgemeester Ferdinand van Hattingh (1659-1740). Volgens de huurakte werd het huis nog tot 1 mei 1737 gehuurd door Johannis van der Horst.
Ferdinand van Hattingh was in 1690 getrouwd met Mechtelt Maria Hamel.
Evert Huegen
In februari 1737 verhuurde Ferdinand van Hattingh het huis voor zes jaren aan Evert Huygen [Huegen] (-1785), bode van Utrecht, ingaande op 1 mei 1737.
In april 1737 trouwde Evert Huegen met Johanna Kabelen (-1787). Op 25 juni 1738 lieten Everd Huegen en Johanna Kabelen hun dochter Johanna dopen, wonende op de hoek van de Minrebroederstraat. In maart 1740 werd zoon Jan Dirk gedoopt. Op 22 maart 1741 lieten Evert Huegen en Johanna Kabelen hun dochter Alida dopen, wonende in de Minrebroederstraat.
Ferdinand van Hattingh overleed in januari 1740, achter St. Pieter, nalatende zijn vrouw en geen kinderen.
Mechtelt Maria Hamel
Enkele dagen na het overlijden van Ferdinand van Hattingh benoemde Mechtelt Maria Hamel bij testament haar achternicht Margareta van Suchtelen tot erfgenaam. Mechtelt Maria Hamel overleed in februari 1740, achter de St. Pieterskerk, nalatende geen kinderen maar mondige vrienden.
Margaretha van Suchtelen en Hendrik Assuerus Wttewaell
Margareta van Suchtelen (1696-1760) was, onder huwelijkse voorwaarden, getrouwd met Hendrik Assuerus Wttewaell (1699-1775). Hendrik Assuerus Wttewaell en Margareta van Suchtelen woonden achter de Pieterskerk (procuratieakte, 1743).
In 1742 (testament) hadden zij zes kinderen. Al hun kinderen trouwden met bewoners van het Janskerkhof, kochten daar zelf een huis of kregen een kind die dat deed.
Dochter Maria Catharina Wttewaal trouwde met Egbert Anthony de Leeuw, zoon van Cornelia Henrietta van Weede en Daniel de Leeuw (Janskerkhof 15a). Ferdinand Wttewaal (1733–1803) trouwde met een dochter van Gerard van Voorst en Cornelia van den Velde (Janskerkhof 21). Jan Wttewaal (1735-1812), die lang in Indië had verbleven, kocht Janskerkhof 21 na het overlijden van de schoonouders van zijn broer. Henrietta Adriana Wttewaal (1738–1807) trouwde met Jacob Adriaan van den Heuvel. Hun zoon Hendrik Adriaan van den Heuvel trouwde met Johanna Petronella van der Hagen, de laatste particuliere eigenaresse van Janskerkhof 10 voordat het huis een logement werd.
Maria van Hamelsveld
Hendrik Assuerus Wttewaall verhuurde het huis in 1747 voor zes jaren aan Maria van Hamelsveld, weduwe van Thomas van Veenendael (huw.voorw.; o.tr.).
Christiaan Weymans
In 1749 verhuurde Hendrik Assuerus Wttewaall het huis voor zes jaren aan meester kleermaker Christiaan Weymans, ingaande op 1 mei 1749.
Christiaan Weymans trouwde op 3 mei 1749 met Hendrina Huydonse. Volgens de huwelijksinschrijving woonde Weymans in de Korte Jansstraat en zijn bruid op het Janskerkhof. In 1753 werd hun zoon Jan begraven. Volgens het begraafboek woonden zijn ouders in de Minrebroederstraat.
Johannes Daniel Muller
In 1755 verhuurde Hendrik Assuerus Wttewaall het huis voor zes jaren aan Johannes Daniel Muller, ingaande per 1 mei 1755. Johannes Daniel Muller overleed in 1760, wonende in de Minrebroederstraat.
Daniel Cornelis de Leeuw
Margareta van Suchtelen overleed in 1760. Hendrik Assuerus Wttewaell overleed in 1775.
Hendrik Assuerus Wttewaall liet het huis bij testament na aan zijn kleinzoon Daniel Cornelis de Leeuw (eigenaar Janskerkhof 24; zie ook attestatie).
Adriana van ’s Gravenweerd
In 1780 transporteerde Daniel Cornelis de Leeuw het huis, genaamd “Den Tempel”, met kelder en kluis aan Adriana van ’s Gravenweerd.
Adriana van ’s Graveweerd was een halfzuster van Nicolaas de Graaf (zie Voorstraat 67 oud).
Albert Duytz en Johanna Margaretha van Krieken
In 1799 verkocht Adriana van ’s Graveweert Minrebroederstraat 32 aan Albert Duytz (ca. 1768-1815). Er werd tevens een overeenkomst gesloten inzake de overname van winkelgoederen en het inwerken van de echtgenote van de koper.
Albert Duytz was getrouwd met Johanna Margaretha van Krieken (ca. 1762-1836). Het huis werd niet alleen als winkel, maar ook als woonhuis gebruikt. Albertus Duits, [Johanna] Margaretha van Krieken en twee dochters werden tijdens de volkstelling van 1813 op dit adres geregistreerd.
In 1815 overleed Albert Duijts “ten zijnen huize staande op de hoek van de Minrebroederstraat Wijk G No. 39” (Franse nummering; BS Utrecht 1815 O, aktenr. 104).
Johanna Margaretha van Krieken, weduwe van Albert Duytz
Zijn weduwe Johanna Margaretha van Krieken hertrouwde in 1816 (BS Utrecht 1816 H, aktenr. 88) met Hermannus van Vendeloo (ca. 1755-1835). Johanna Margaretha Krieken staat als ‘de weduwe Albert Duijts’ in de OAT 1832 vermeld als eigenaresse van perceel A 1227 (huis en erf).
Tijdens de volkstelling van 1824 werden Gerardus Coenraad Opperhuizen, tapper, met zijn echtgenote en dochter, en Jan Frederik Dorsten, sergeant bij de 5e Afd., met zijn echtgenote en drie dochters, op dit adres geregistreerd (p. 57). In de laatste kolom staat vermeld dat zij allen zijn verhuisd.
Pieter van Bemmel en Elisabet Maria Duijts
Tijdens de volkstelling van 1830 werden Pieter van Bemmel, schildersknecht, zijn echtgenote Elisabet Maria van Bemmel geb. Duijts (ca. 1796-1875), haar 69-jarige moeder Johanna Margaretha Duijts geb. Krieken, en Gijsbert van den Wijngaard, kleedermaker, en zijn echtgenote Elisabet van den Wijngaard geb. Klijn op dit adres geregistreerd (p. 251). Elisabeth Duijtz en Pieter van Bemmel waren in 1828 getrouwd (BS 1828 H, aktenr. 82).
Hermanus van Vendeloo wordt niet genoemd (Johanna Margaretha Duijts-Krieken staat als weduwe vermeld). Hermanus van Vendeloo verbleef in het oudemannen- en vrouwenhuis aan de Jansbrug wijk C no. 13 (Huis Oudaen; Volkstelling 1830 wijk C deel 1, fol. 13), waar hij in 1835 overleed (BS Utrecht 1835 O, aktenr. 1185).
Ook Johanna Margaretha van Krieken bracht de laatste periode van haar leven in het oudemannen- en vrouwenhuis aan de Jansbrug door. Zij overleed op 14 september 1836 op 68-jarige leeftijd aan de Jansbrug wijk C no. 13 (in de BS geregistreerd als Johanna Hendrica Krieken, weduwe van Hermanus Vendeloo; BS Utrecht 1836 O, aktenr. 992).
Cornelis de Fuijk
Tijdens de volkstelling van 1840 werden Cornelis de Fuijk (1809-1886), zijn echtgenote Alida Justina Vroom (1809-1883), hun drie kinderen, Alida Justina’s moeder Catharina Muntendam (ca. 1766-1853), weduwe van Lodewijk Vroom (ca. 1763-1815), en de 49-jarige Christina Grobbe uit Amsterdam, op dit adres geregistreerd (p. 254).
Theodorus Pisa
Bij de start van het bevolkingsregister werd het huis bewoond door timmerman Theodorus Pisa, zijn echtgenote Elisabeth van de Poel en hun kinderen. Het gezin verhuisde in april 1852 naar Amsterdam.
Elisabeth Korvezee-van Doorn

In 1858 werd Minrebroederstraat 32 herbouwd. Het bouwplan was ingediend door de weduwe E. Korvezee, geboren van Doorn (HUA, bouwdossier 4270-6-502).
Elisabeth van Doorn (1788-1866) en Jan Korvezee waren in 1806 getrouwd. Jan Korvezee was in 1844 overleden (BS Utrecht 1844 O, akte 612).
Volgens de aanvraag van de bouwvergunning was het huis bouwvallig en afgekeurd. Voor het huis lagen op de stoep twee troggen die moesten worden weggebroken. Hierdoor zou de kelderkeuken worden verkleind. Elisabeth Korvezee-van Doorn diende hiervoor bij de gemeente Utrecht een verzoek tot schadevergoeding in. De kameraar adviseerde om haar een vergoeding van f 75,- te geven.
Meessen
In februari 1859 vestigden timmerman H.J. Meessen, timmerman, en W. Meessen, wollenaaister, zich op Minrebroederstraat wijk G no. 257 (Utrechtsche provinciale en stads-courant, 01-02-1859, p. 4, Delpher). Hermanus Johannes Meessen (1812-1859) was getrouwd met Mechteld Legué (1810-1897). Het echtpaar had zes kinderen. W. Meessen uit de advertentie was vermoedelijk dochter Wijnanda (1839-1881). Volgens het bevolkingsregister verhuisden zij alweer op 30 mei 1859 (Bevolking 1850-1859; deel 7524, wijk G, blad 346).
Van de Poel – Coenaers
Op 30 juni 1862 werden Gerardus Johannes van de Poel (1825-1896) en zijn echtgenote Eliza Coenaers (1827-1889) op Minrebroederstraat G 257 (tweede blad) ingeschreven (Bevolking 1860-1879; deel 7579, wijk G, blad 376). Gerardus Johannes van de Poel en Maria Elisabeth Lambertina Coenaers waren op 11 juni 1862 getrouwd (BS Utrecht 1862 H, aktenr. 197).
Gerardus Johannes van de Poel was volgens het bevolkingsregister meubelmakerknecht. Volgens een advertentie uit 1864 voerde zijn echtgenote Eliza van de Poel-Coenaers een winkel in dameskleding op Minrebroederstraat G 257 (Utrechtsch provinciaal en stedelijk dagblad, 20-04-1864, p. 4, Delpher).
Op 8 september 1864 verhuisden zij naar G 314 (Korte Jansstraat 6).
Elisabeth van Doorn, weduwe van Jan Korvezee, overleed op 25 juli 1866, wonende aan de Jansbrug G 33 (= Oudegracht 130; BS Utrecht 1866 O, akte 2456).
C.J. Kragten
Op 1 december 1866 werd het huis geveild (Utrechtsch provinciaal en stedelijk dagblad, 12-11-1866, p. 3, Delpher). Volgens de advertentie ging het om een “onlangs veel vernieuwd huis met grond”. Het huis werd voor f. 3000,- verkocht aan C.J. Kragten (Utrechtsch provinciaal en stedelijk dagblad, 03-12-1866, p. 4, Delpher).
H.J. Lomans
In 1867 was hier een crinoline fabriek en magazijn van H.J. Lomans gevestigd (Utrechtsch provinciaal en stedelijk dagblad, 03-09-1867, p. 4, Delpher).
A. van Beek
Op 11 januari 1868 werd het huis wederom geveild (Utrechtsch provinciaal en stedelijk dagblad, 23-12-1867, p. 2, Delpher). Volgens de advertentie had het huis een voorhuis, drie kamers, een zolder en een kelder. Het huis werd verkocht aan A. van Beek, voor f. 2120,- (Utrechtsch provinciaal en stedelijk dagblad, 13-01-1868, p. 4, Delpher).
Jan Jacob Tak
Op 11 mei 1888 werden Jan Jacob Tak (1833-1904) en zijn echtgenote Johanna Geertruida Rust (1839-1927) op Minrebroederstraat G 257 ingeschreven. Zij waren in 1882 in Amsterdam getrouwd (Reg.8 fol. 33).
Minrebroederstraat 32 Utrecht
Bij de omnummering van 1890 werd het adres Minrebroederstraat wijk G no. 257 gewijzigd in Minrebroederstraat 32 Utrecht.
Vanaf juli 1892 adverteerde J.J. Tak J.Czn. op Minrebroederstraat 32 Utrecht (Het nieuws van den dag: kleine courant, 25-07-1892, p. 8, Delpher), hoofdzakelijk met Lauterbach’sche eksteroogen-zeep.
Jan Jacob Tak en Johanna Geertruida Rust verhuisden op 31 mei 1902 naar Nijmegen (bevolkingsregister 1900 – 1912, blad 2450).
Theodora en Anna van Dortmond
De zaak van J.J. Tak J.Czn. werd voortgezet door de zusters Theodora Anthonia van Dortmond (1876-1953) en Anna Petronella van Dortmond (1878-?) (Utrechts Nieuwsblad, 02-05-1902, p. 6). Zij werden op 21 juli 1902 op dit adres ingeschreven. Volgens kadastergegevens waren zij niet alleen eigenaar van perceel A1227, maar ook van perceel A1226. Hun zaak is te zien op de foto boven aan deze pagina.
In 1908 kwamen ook hun ouders Gerardus van Dortmond (1844-1924) en Maria Cornelia Broekman (1850-1927) en broer Wouter Antonius van Dortmond (1881-1951) hier wonen.
Wouter Antonius van Dortmond trouwde in 1911 in Nijmegen met Johanna Mathilda van Gerven (aktenr. 285). In 1913 trouwde Anna Petronella van Dortmond met Frederik George van der Linden (BS Utrecht 1913 H, aktenr. 533). Ook na haar huwelijk werd geadverteerd door de Gez. Dortmond (zie bijv. Utrechts Nieuwsblad 19-09-1918, p. 4).
In 1921 werd Minrebroederstraat 32, samen met Minrebroederstraat 30, verbouwd. Het bouwdossier (HUA 6871, 1921) is vanwege auteursrechten nog niet via internet te raadplegen.
Adres Minrebroederstraat 32 opgeheven
In 1946 werden de huizen Minrebroederstraat 32 (perceel A 1227) en Minrebroederstraat 30 (perceel A 1226) bij de boekhandel op Janskerkhof 7 gevoegd. Het adres Minrebroederstraat 32 werd daarna opgeheven.
Gepubliceerd: 16-04-2016 door Caroline Pelser. Laatst geactualiseerd op 17-09-2024.