Op hoek van de Minrebroederstraat en het Janskerkhof stond tot in de zestiende eeuw de Sint-Janskapel. De Sint-Janskapel strekte zich uit tot en met het perceel van Minrebroederstraat 26. In 1544 werd de kapel in gebruik genomen door de Jeruzalembroederschap. Vanaf dat moment werd de kapel Jeruzalemkapel, Palmitentempel of kortweg De Tempel genoemd.
De kapel was vermoedelijk in dezelfde tijd gebouwd als de Janskerk, maar moest na een stadsbrand in 1253 worden herbouwd.
Sint-Janskapel, St. Jans-broederschap
De kapel werd aanvankelijk gebruikt door de Sint Jans-broederschap. De fundatiebrief van de broederschap van St. Jan Baptist, St. Jan Evangelist en St. Ewout in de Sint-Janskapel bevindt zich in Het Utrechts Archief.
Jeruzalemkapel of Palmitentempel
In 1544 deed het kapittel van Sint Jan afstand van de kapel ten behoeve van het Jeruzalembroederschap. Vanaf dat moment werd de kapel de Jeruzalemkapel of Palmitentempel genoemd. Op de kaart van Frans Hogenberg uit 1569-1572 is de tempel ingetekend.
In de Verzameling Van Buchel-Booth in Het Utrechts Archief (355) bevindt zich een band met daarin een lijst met namen van leden van het Utrechtse broederschap van Jeruzalem.

De schilder Jan van Scorel, die zelf ook een reis naar Jeruzalem had gemaakt, schilderde vier portretreeksen van leden van de Utrechtse Jeruzalembroederschap. De laatste reeks is hierboven afgebeeld. Het zijn leden die in 1541 Jeruzalem hebben bezocht.
De portretreeksen zijn vervaardigd in de periode voordat de Jeruzalembroederschap de beschikking kreeg over de St. Janskapel, maar hebben hier ongetwijfeld gehangen. De schilderijen bevinden zich tegenwoordig in de collectie van het Centraal Museum Utrecht.
Het huis van Anna Aerts
In 1592 werd voor Anna Aerts, weduwe van Peter Aertsz, een verklaring afgelegd. Anna Aerts zou volgens de attestatie samen met haar broer, pater Willem, in een woning naast de “tempell van de Jerusalemsbroers” tegenover de Janskerk wonen. De verklaring gaat over de periode kort na het beleg van Haarlem (1572/1573).

In 1582 liet het kapittel van Sint Jan een plattegrond maken van het terrein van de tempel. Op de plattegrond is een huesken anden tempel vande Weeú ingetekend (boven de kapel). Vermoedelijk is dit de woning van Anna Aerts.
Na de reformatie
De tempel werd in 1581 verkocht en afgebroken, zodat de Minrebroederstraat kon worden verbreed. In de protocollen van het kapittel van Sint Jan werd hierover opgetekend (J.J. Dodt van Flensburg, e.a., p. 161):
“1581. Mart 8. Is den tempel vercoft by die vande stadt, die gestaen heeft aen ’t St. Jans kerchoff, aen ’t hoeck vd. Minnebroederstraet. Cf. Jun 19.”
Op de kaart van Adam van Vianen uit 1598 is te zien dat deze hoek van het Janskerkhof met huizen is bebouwd. Die huizen zijn, zo kan uit transportakten worden afgeleid, kort na het afbreken van de tempel gebouwd.
Transporten
De oudste gevonden transportakte betreffende het terrein van de voormalige tempel dateert van 11 mei 1582 (huijsinge, Minrebroederstraat 32, perceel A 1227 OAT 1832). Het perceel werd getransporteerd door Niclaes Floriss en Jelis Jansz van Hoboocken. Claes Florisz was landmeter en bouwmeester. Hij had als landmeter vermoedelijk de opmeting en verdeling van de nieuwe erven voor zijn rekening genomen. Jelis Jansz van Hoboocken was vermoedelijk metselaer van beroep.
In september 1582 transporteerden zij samen Minrebroederstraat 26. In februari 1583 werd Minrebroederstraat 28 door Jelis Jansz van Hoboocken getransporteerd. Het transport van Janskerkhof 7 (huis en hoffstede, perceel A 1228), in juli 1583, werd ook door hen samen verricht. Minrebroederstraat 30 (perceel A 1226) werd, in september 1583, door Niclaes Floriss alleen getransporteerd.
Poort
Het Janskerkhof was in de middeleeuwen afgesloten met een poort. De poort is op de hierboven getoonde plattegrond uit 1582 nog ingetekend. Het poortgebouw werd tegelijkertijd met de Palmitentempel afgebroken.
In 1600 richtte het kapittel van Sint Jan verzoekschriften aan het stadsbestuur om na het wegnemen van de roosters draaibomen te mogen stellen voor de toegangen naar het kerkhof.
Uit de tekening van het Janskerkhof door de landmeter Jan Rutgers van den Berch, uit 1604, valt op te maken dat het verzoek werd ingewilligd en de draaiboom is geplaatst.
De draaiboom bij de Korte Jansstraat wordt echter, anders dan de draaiboom bij de Lange Jansstraat (zie Janskerkhof 25), nergens in het register van transporten en plechten als belending genoemd.
Bezienswaardigheid
Ter herinnering aan de Palmitentempel zijn de omtrekken van de voormalige tempel zichtbaar gemaakt in de betegeling van de stoep voor de huizen Minrebroederstraat 26-32.
Bronnen
- J.J. Dodt van Flensburg, A.M.C. Asch van Wijck, H.J. Royaards, Archief voor kerkelijke en wereldlijke geschiedenis van Nederland, meer bepaaldelijk van Utrecht, Volumes 3-4, p. 294 (Google eBoek).
- C.C.S. Wilmer, De veranderingen in het Utrechtse stadsbeeld van ca. 1570 tot ca. 1620, Jaarboek Oud-Utrecht, 1978, p. 89-105.
Gepubliceerd: 03-08-2016 door Caroline Pelser. Laatst geactualiseerd op 23-07-2022.