Nobelstraat 6-8 Utrecht (oud)

Nobelstraat 6-8, 1892
De bakkerij kort voor de sloop, A.E. Grolman 1892 (Het Utrechts Archief)

Nobelstraat 6-8 Utrecht (tot 1890: wijk G nos. 441 en 442) werd eind negentiende eeuw gesloopt ten behoeve van de verbreding van de Nobelstraat. Op het perceel heeft eeuwen lang de bakkerij De Werelt vol Cruyssen gestaan.

Door de verbreding van de Nobelstraat kwam het naastliggende perceel met het stalgebouw van Drift 9 vrij te liggen (het bruine gebouw rechts op de tekening). Daarop is in 1920 het bankgebouw voor de Amsterdamse Incassobank gebouwd.

Het perceel heeft in de middeleeuwen vermoedelijk bij Drift wijk G no. 239 gehoord. Wanneer het perceel is afgesplitst is nog niet duidelijk.

Reijer Gosens

In een transportakte van 13 november 1627, inzake Drift wijk G no. 239, staat als eigenaar vermeld Reijer Gosens. In een plecht van 2 februari 1628 en een transportakte van 19 november 1652, beide inzake Drift wijk G no. 239, staat als eigenaresse vermeld zijn weduwe Adriaentgen Reijers.

Sandrina van Reede

Volgens een transportakte uit 1660 kreeg Sandrina van Reede, bewoonster van Drift wijk G no. 239, op 22 december 1659 drie woningen aan de westzijde van de Keizerstraat in handen. In 1660 transporteerde Sandrina van Reede drie woningen aan de westzijde van de Keizerstraat (“becomen 22-12-1659”) aan Willem van der Muelen (Meulen). Twee daarvan behield Willem van der Muelen. In 1741 kocht Maria Anna van Lockhorst, toenmalig eigenaresse van Drift 11, van de (kinds)kinderen van wijlen Willem van der Muelen twee cameren aan de westzijde van de Keizerstraat, vermoedelijk gelegen op de percelen A 531 en A 532 (OAT 1832). Het hoekhuis heeft hij vermoedelijk verkocht.

Hermannus van Lopick

In mei 1674, bij de scheiding (uitkoop) van de boedel van Gerrit Aertsz van Renswoude en Petronella Hermans van Aernhem, kwam het huis de Werelt vol Cruysen, in twee woningen verdeeld, in handen van Hermannus van Lopick.

Hermannus van Lopick was een zoon van Petronella Hermans van Aernhem en haar eerste echtgenoot Schrevel Adriaensz van Lopick. Zij waren in juni 1650 getrouwd. Schrevel Adriaensz van Lopick was bakker in de Nobelstraat (schuldbekentenis 1653). Zijn eerste echtgenote Agnietgen Huyberts van Schayck was in februari 1650 overleden, wonende aan de Vuylesloot. Schrevel Adriaensz van Lopick overleed in 1658, wonende in de Nobelstraat.

In december 1674 sloot Hermannus van Lopick een plecht op het huis af.

Jacobus de Vrese

In 1677 verkocht bakker Harmannus van Lopick alinge huysinge ende erve met de torffschure ende erve aan bakker Jacobus de Vrese. Jacobus de Vrese verhuurde de bakkerij aan bakker Lucas van Delft (zie schuldbekentenis).

In 1705 trouwde zoon Pieter de Vrese, wonende aan de Jacobibrug, met Maria Eerseling.

Pieter de Vrese overleed in oktober 1715, wonende in de Sonstraat. Hij liet zijn vrouw na en geen kinderen.

Maria Eerseling

In 1716 vond een uitkoop plaats tussen Petronella van Veersen (-1719), weduwe van Jacobus de Vrese, en haar schoondochter Maria Eerseling, weduwe van Pieter de Vrese. Het huis De werelt vol kruyssen in de Zonstraat ging naar Maria Eerseling.

Maria Eerseling, weduwe van Pieter de Vrese, hertrouwde in 1716 onder huwelijkse voorwaarden met Arnoldus de Bruyn. Volgens de huwelijksinschrijving woonde Maria Eerseling in de Sonstraat.

Maria Eerseling, weduwe van Arnoldus de Bruin, overleed in november 1741, wonende in de Nobelstraat. Zij werd begraven in de Buurkerk.

Anna Maria de Marez

In december 1741 verkochten de erven Maria Eerselingh, in leven weduwe van Arnoldus de Bruyn, huysinge en backerye met camere westwaarts annex aan Anna Maria de Marez.

Johannes van der Hargh

In januari 1742 verhuurde Anna Maria de Marez de bakkerij aan Johannes van der Hargh.

Arnoldus Moesman

In januari 1748 verhuurde Anna Maria de Marez de bakkerij met ingang van 1 mei 1748 aan Arnoldus Moesman. Arnoldus Moesman overleed op 16 mei 1748, nog op zijn oude adres Vreeburg.

Albert Weppelman

Op 27 mei 1748 verhuurde Anna Maria de Marez de bakkerij aan Albert Weppelman. Albert Weppelman trouwde in juli 1748 met Anna Margrita van Heemert.

In 1753 sloten Anna Maria de Marez en Albert Weppelman een nieuw huurcontract. In het huurcontract staat vermeld dat Weppelman hier al enige jaren woonde en werkte.

In 1754 lieten Albert Weppelman en Anna Margrita van Heemert een dochter dopen, wonende in de Sonstraet. In 1758 lieten zij een zoon dopen.

In 1760 werd een nieuw huurcontract opgesteld.

Kamer

In februari 1742 verhuurde Anna Mara de Marez camere of wooningen, gelegen naast de bakkerij, aan Henrick van Nieuwenhuyze.

In juni 1748 werd deze voor twee jaar verhuurd aan Alexander Meynts (Mentz). Alexander Ments en Petronella Haijmans lieten in januari 1751 een zoon Alexander dopen, wonende in de Sonstraat.

In oktober 1751 werd de kamer voor anderhalf jaar verhuurd aan Jan Verheij, ingaande per november 1751. Jan Verheij was in mei 1751 getrouwd met Jannigje Worms. Jan Verheij en Jannigje Worms lieten in juni 1754 een zoon Piter dopen, wonende in de Sonstraat.

In 1756 verhuurde Anna Maria de Marez de kamer voor vijf en een half jaar aan Elisabet de Swart, weduwe van Lubbertus Schruyter.

Philip Frederik Reinhard grave van Rechteren

In 1765 bevonden de bakkerij en de kamer zich in de boedel van Anna Maria de Mareez, weduwe Gerard Maximiliaan baron Pynssen van der Aa. Zij kwamen bij de boedelscheiding in handen van de nog onmondige Philip Frederik Reinhard grave van Rechteren (1758-1781).

De openbare verkoping van het huis de Waereld vol Kruysen en annexe kamer, door de vader en voogd van Philip Frederik Rynhard grave van Rechteren werd opgehouden.

In 1766 werd de bakkerij weer verhuurd aan Albert Weppelman.

Albert Weppelman

In maart 1782 verkochten de erfgenamen van Philip Frederik Reinhard grave van Rechteren de bakkerij en de kamer of woning daarnaast aan Albert Weppelman. In juli 1782 werd procuratie tot transport gegeven.

Albert Weppelman was een patriot. Zie: A. van Hulzen, Schrijven van de Patriot Albert Weppelman, bakker in de Zonstraat te Utrecht aan Mr. J.G. Reigersman, thesaurier van Prins Willem V, 7-6-1787, Maandblad van “Oud-Utrecht”, jg. 25 (1952), no. 3, p. 23 (UBU).

In 1789 sloot Albert Weppelman een plecht af op de bakkerij.

Maas van der Meijden

Op 4 mei 1798 verkochten de erven Albertus Weppelman en Anna Margaretha van Hemert, de broodbakkerij De wereld vol kruissen, met een kamer ten westen, aan de noordzijde van de Zonstraat westhoek Vuilesloot, aan Maas van der Meijden. De kamer werd volgens de akte bewoond door N.N. Helmond.

Maas van der Meijden was enkele dagen daarvoor getrouwd met Diderica Clemens (1769-1811). Volgens de trouwinschrijving woonde Van der Meijden in de Zonstraat. Diderica Clemens overleed in september 1811. Maas van der Meijden overleed in december 1811.

Jan Pieter Jonxis

Tijdens de volkstelling van 1813 werden bakker Jan Pieter Jonxis, zijn echtgenote Maria Wilhelmina Clements en hun kinderen hier geregistreerd. Ook woonden hier Cornelis van der Heijden en bakker Bernardus van der Bilt.

Jan Pieter Jonxis (1768-1820) en Maria Wilhelmina Clements (-1843) waren in 1791 getrouwd. Maria Wilhelmina Clements was mogelijk een zuster van Diderica Clemens.

In juli 1818 adverteerde J.P. Jonxis als timmerman in de Utrechtsche Courant (Delpher). Mogelijk was niet vader, maar zoon Jan Pieter (1801– Harmelen 1832) de plaatser van de advertentie.

Jan Pieter Jonxis overleed op 3 januari 1820, wonende bij zijn zoon op Zonstraat wijk G no. 452 (BS Utrecht 1820 O, aktenr. 13).

Jacob Lambertus Jonxis

In maart 1820 trouwde zoon Jacob Lambertus Jonxis (17921862) met Hendrica van den Berg. In de volkstelling van 1824 staat Jacob Lambertus Jonxis met zijn echtgenote Hendrica van den Berg, drie kinderen, zijn broer bakker Jan Pieter Jonxis (1801-1832) en een dienstmaagd op Zonstraat wijk G no. 442 ingeschreven.

In de OAT 1832 staat Jan Lambertus Jonxis als eigenaar van perceel A533 (huis, erf en kelder) vermeld. Jacob Lambertus Jonxis zal bedoeld zijn.

C. Steenbeek

In 1848 werd de bakkerij te koop aangeboden. Volgens de advertentie had het te koop aangeboden perceel de wijknummer G no. 441 en 442 (Utrechtsche provinciale en stads-courant : algemeen advertentieblad, 24-03-1848, Delpher). De Wereld vol Kruizen werd verkocht aan C. Steenbeek (Utrechtsche provinciale en stads-courant : algemeen advertentieblad, 24-04-1848, Delpher).

Volgens het bevolkingsregister 1850-1859; deel 7525, wijk G, blad 588 (wijk G no. 442) kwam na de verhuizing van de familie Jonxis de weduwe Maria Elisabeth Van Gogh-Schultz (1805-1869) op dit adres wonen. De weduwe Van Gogh overleed in 1869 in de Haverstraat.

Op het adres wijk G no. 441 woonden volgens het bevolkingsregister bakkers en bakkersknechten.

P.H. van Gendt

In mei 1859 werd bakkersknecht Petrus Hendrikus van Gendt ingeschreven (bevolkingsregister 1850-1859; deel 7525, wijk G, blad 587).

In het daarop volgende bevolkingsregister zijn de wijknummers G 441 en 442 omgewisseld. Volgens dit bevolkingsregister woonde Van Gendt op G 442 en Jonxis en de weduwe van Gogh op G 441.

In 1865 liet bakker P.H. van Gendt de toonkast vernieuwen (HUA, bouwdossier 4270-11-1013). In 1873 vond een verbouwing plaats (bouwdossier 4270-22-753).

In september 1888 werd een rapport opgesteld over het privaat van het huis van Van Gendt in de Nobelstraat, uitgebouwd in het westwaarts daarnaast gelegen huis. Het rapport bevat veel gegevens over de eigendomsgeschiedenis van de bakkerij en de daarnaast gelegen woning.

Bij de omnummering van 1890 kreeg de bakkerij (Zonstraat wijk G no. 442) het adres Nobelstraat 8. Wijk G no. 441 werd vernummerd tot Nobelstraat 6.

Nobelstraat 6-8 gesloopt

Ten tijde van de sloop, in 1892, was de bakkerij nog van P.H. van Gendt. Hij bouwde een nieuw pand op de oosthoek met de Keizerstraat. Zijn nieuwe pand kreeg het adres Nobelstraat 6.




Gepubliceerd: 01-08-2017 door Caroline Pelser. Laatst geactualiseerd op 18-09-2024.

Scroll naar boven