
Voorstraat 77 Utrecht (tot 1890: Voorstraat wijk H no. 517) dateert uit de zeventiende eeuw. De bovenwoning bestaat tegenwoordig uit twee appartementen, met de adressen Boothstraat 21 en Boothstraat 23. De begane grond wordt gebruikt door biologisch restaurant Gys Utrecht, ook Gys Voorstraat genoemd.
M. Dolfin e.a. beschrijven Voorstraat 77 Utrecht als “[e]en 17de-eeuws diep hoekhuis, bestaande uit twee bouwlagen, een kelder en een zadeldak. Boven begane grond en verdieping liggen samengestelde balklagen met sleutelstukken. In 1977 is het huis gerestaureerd.”
Gemeentelijk monument
Het pand is een gemeentelijk monument (3441054). De toelichting daarop is als volgt:
“Het 17de-eeuwse hoekpand bestaat uit twee bouwlagen, een kelder en een kap met nok loodrecht op de Voorstraat. Het 17de-eeuwse casco, met samengestelde balklagen met sleutelstukken boven begane grond en verdieping is nog aanwezig. De kelder onder het voorste gedeelte heeft een tongewelf. De voorgevel, die door de zware lijst een verdieping meer suggereert, heeft de originele gevelindeling. De hoofdopzet van de gevels heeft een karakteristiek 19de-eeuws karakter. De kozijnen met (recent opnieuw aangebrachte) roedeverdeling en gootlijst zijn 19de-eeuws. De onderpui is geheel vernieuwd. Het laatste vak van het huis (Boothstraat 21-23) is in 1977 met een verdieping verhoogd en bij het hoekhuis getrokken. Het huis is van bouwhistorisch belang.”
Claustraal erf V
De grond waarop Voorstraat 77 Utrecht is gebouwd behoorde in de middeleeuwen bij claustraal erf V. Claustraal erf V besloeg in de breedte de huidige percelen Janskerkhof 14 en Janskerkhof 15. Het erf liep van de noordzijde van het Janskerkhof tot aan de Voorstraat.
Dominicus Vreelandt
Op 1 maart 1661 gaf Gerard van Reede van Drakestein, de toenmalige eigenaar van claustraal erf V, procuratie aan een procureur om voor het gerecht van Utrecht een erf met opstal aan de Voorstraat, op de oosthoek van de Boothstraat, te transporteren ten behoeve van metselaar Dominicus Vrelandt. Het transport van “erf met ’t getimmer en de materialen daar opstaende” vond plaats op 16 maart 1661.
Het getransporteerde erf was opgemeten door landmeter Groenewouw en op diens kaart ingetekend met de letters G en H. Dit kwam overeen met de huidige percelen Voorstraat 77, Voorstraat 79 en Boothstraat 19. De belending aan de achterkant was volgens de transportakte het erf van de kinderen van schout Lobi (Voorstraat 81).
Dominicus Harmanss Vreelandt was in 1642 getrouwd met Maeijchen van Hobooken.
In januari 1662 gaf Dominicus Vreelandt procuratie om voor het gerecht van Utrecht ten behoeve van Geertruydt Huydecopers, weduwe van Jacob Rotgans, wonende te Breukelen, een plecht van f 2000,- te vestigen op twee annexe huizen in de Voorstraat en Boothstraat. Deze formulering suggereert dat ook de voorzijde van Voorstraat 77 Utrecht oorspronkelijk op de Boothstraat was gericht. Inderdaad is op de kaart van Caspar Specht (1695, herdruk ca. 1740) aan de kopse kant van het huis, grenzend aan de Boothstraat, een voordeur getekend.
De huizen werden vermoedelijk verhuurd. Dominicus Vreelandt overleed op 25 juni 1662 bij de Jacobsbrug. Hij werd op 7 juli 1662 begraven in de Jacobikerk.
Perceel gesplitst
In 1664 transporteerde Maycken van Hoboocken, weduwe van Dominicus Vrelandt, het perceel Boothstraat 19 aan Johan Molman en Elisabeth Rocus. Het perceel werd in de transportakte omschreven als “grond en erff van de huysinge”.
In 1669 waren Fredrick Wouterss van Sonsbeeck en zijn echtgenote Feysje Jacobs van Suylesteyn f. 45-0-0 wegens huishuur schuldig aan Maycken van Hoboocken. Mogelijk huurden zij Voorstraat 77 of Voorstraat 79.
Maycken van Hoboocken overleed op 24 oktober 1670 bij de Jacobsbrug, nalatende mondige en onmondige kinderen.
Adriaentgen Vrelandt
Na het overlijden van Maycken van Hoboocken kwamen de percelen Voorstraat 77 en Voorstraat 79 in handen van de kinderen. Dochter Adriaentgen kreeg Voorstraat 77; zoon Alard kreeg Voorstraat 79.
Adriaentgen Vreland (ovl. 1705) was getrouwd met Johannes van Vianen, zoon van metselaar Gysbert Anthonisz van Vianen. Vermoedelijk verhuurden zij Voorstraat 77. In 1672 maakten zij een testament, wonende “ontrent de Jacobibrugge”. Johannes van Vianen is kort daarna overleden.
Ariaentgen Vrelandt, weduwe van Johannes van Vianen, deed wel zaken in deze wijk. In december 1675 legde Ariaentgen Vrelandt, steen- en lootvercopersse, een attestatie af over nog openstaande posten inzake aankopen voor Jacob de Petersen. Hij was eigenaar van het toenmalige huis Janskerkhof 17.
Willem Specht
In 1681 verkochten Adriaentgen Vreland, weduwe van Johannes van Vianen, en een onmondig kind het huis aan ysercooper Willem Specht.
Willem Specht (1640-1717) en zijn echtgenote Aletta van Sonsbeeck waren in 1664 getrouwd. Een maand na de koop van het huis wezen zij bij testament hun kinderen als erfgenamen aan. Aletta van Sonsbeeck overleed in oktober 1710. Ze werd begraven in de Catharijnekerk.
In januari 1711 werd ten behoeve van weduwnaar Willem Specht, wonende aan de Voorstraat, een boedelbeschrijving gemaakt. Willem Specht werd geassisteerd door zijn zoon Gerard (1667–1717) en dochter Hillegonda (1670-ca. 1755). In februari 1711 maakte Willem Specht een testament, wonende Voorstraat, hoek Boothstraat.
Willem Specht overleed in januari 1717, op de Voorstraat, op de hoek van de Boothstraat, nalatende mondige kinderen. Hij werd begraven in de Catharijnekerk.
Hillegonda Specht
Na het overlijden van Willem Specht kwam Voorstraat 77 in handen van zijn dochter Hillegonda Specht. Hillegonda Specht trouwde in 1718 met Anthonius van Meerwijck.
Het huis werd verhuurd aan Engelbert Ketzkens.
Engelbert Ketzkens overleed op 30 oktober 1723, op de hoek van de Boothstraat, aan de Voorstraat, nalatende zijn vrouw en onmondige kinderen. Hij werd begraven in de Buurkerk.
Banketbakker Hermannus Harmson
In januari 1724 verhuurde notaris Anthony van Meerwijk, echtgenoot van Hillegonda Specht, het huis aan Hermannus Hermzon. Volgens de huurakte werd het huis nog bewoond door de weduwe van Engelbert Ketzkens.
Hermannus Hermanson trouwde in mei 1724 met Cornelia van Langeveld. In februari 1725 lieten zij hun dochter Maria Jakoba dopen, wonende op de hoek van de Boothstraat.
In december 1725 verhuurde Anthony van Meerwijk het huis opnieuw aan Hermannus Harmson. Volgens dit huurcontract was Hermannus Harmson banketbakker van beroep.
In 1731 liet het echtpaar hun zoon Johannes dopen, wonende op de hoek van de Boothstraat.
Harmanus Hermson overleed op 11 augustus 1733, wonende aan de Voorstraat op de hoek van de Boothstraat, nalatende zijn vrouw en twee onmondige kinderen. Hij werd begraven in de Buurkerk.
Zijn weduwe Cornelia van Langeveld overleed op 27 juli 1735, op de hoek van de Voorstraat en de Boothstraat, nalatende onmondige kinderen. Zij werd begraven in de Buurkerk.
Banketbakker David Schintzel
In 1743 verkocht Hillegonda Specht, weduwe van Anthony van Meerwijk, het huis aan David Schindsel.
Ook David Schintzel was banketbakker van beroep. David Schintzel was in 1730 (o.tr. Amsterdam, kerk, 07-04-1730) getrouwd met Elisabet Wallenij. Het echtpaar Schintzel woonde hier al in 1736. Op 10 juni 1736 hadden zij hun zoon Everard laten dopen, wonende op de hoek van de Boote-straat.
In 1758 regelden David Schintzel en Maria Elisabeth Waleney de voogdij over hun onmondige kinderen.
In 1769 werd geadverteerd door hun zoon Willem Schintzel (1742-1772), makelaar op de hoek van de Boothstraat te Utrecht (Opregte Haerlemsche courant, 18-11-1769, p. 2, Delpher). In hetzelfde jaar kocht Willem Schnitzel twee kameren aan de Mariaplaats, die zijn moeder, die toen reeds weduwe was, in 1772 als enige en universele erfgename ab intestato van haar zoon verkocht.
In 1787 schonk Maria Elisabeth Walleny, weduwe van David Schintzel, gebruik van het huis aan de zuidzijde van de Voorstraat, met meubelen en huisraad, aan haar dochters. Bovendien kregen dochters Elisabeth Schintzel, Catharina Schintzel (1738-1814) en Maria Schintzel (1745-?) het gebruik van suikerbakkers- en banketbakkersgereedschap en haar kleding, goud en zilver.
Maria Elisabet Wallenij, weduwe van David Schintzel, overleed op 1 april 1789 op de hoek van de Boothstraat, aan de Voorstraat, nalatende mondige kinderen. Zij werd begraven in de Catharijnekerk.
Dochters Schintzel
Het huis bleef bewoond door de dochters. In 1802 vond verzegeling en ontzegeling plaats van kabinetten e.d. in het sterfhuis van Maria Tuynenburg op de Voorstraat, ten huize van de juffrouwen Schintzel. Blijkens de rouwadvertentie in de Utrechtsche Courant van 22 november 1802, p. 2 (Delpher) overleed Maria Tuynenburg op ruim 64-jarige leeftijd.
Johannes Jacobus van Essen
In 1808 transporteerden Nicolaas Schnitzel (1743-1817), predikant te Breukelen, c.s. het huis aan Johannes Jacobus van Essen. Van Essen had het huis voor f 4000,- gekocht. Johannes Jacobus van Essen vestigde een plecht op het huis ten behoeve van Albertus Stevens.
Johannes Jacobus van Essen (Amsterdam 1776-1814) was banketbakker van beroep. Hij heeft het vermoedelijk financieel niet gered. In 1813 vond een vrijwillige gerechtelijke verkoop plaats en werd het huis door de curator aan Hendrik Bruijns getransporteerd.
Johannes Jacobus van Essen overleed in 1814 buiten de Weertpoort (BS Utrecht 1814 O, aktenr. 469). Na zijn overlijden konden crediteuren zich melden bij de procureur van de rechtbank (Utrechtsche Courant, 29-04-1814, Delpher).
Hendrik Bruins en Jacoba van Hesteren
Hendrik Bruins was getrouwd met Jacoba van Hesteren, weduwe van Albertus Stevens.
Het echtpaar Bruins-van Hesteren was tijdens de volkstelling van 1813 geregistreerd op de Wittevrouwenstraat (deel 54 / blad 13). Ook tijdens de volkstelling van 1824 woonden zij in de Wittevrouwenstraat. Ze werden geregistreerd op Wittevrouwenstraat H 627 (=Wittevrouwenstraat 23). Hendrik Bruins was volgens deze inschrijving broodbakker van beroep (bladnr. 186).
Hendrik Jan Hulleman
Tijdens de volkstelling van 1824 werd Hendrik Jan Hulleman (ca.1788-1868) met zijn gezin op Voorstraat H 517 geregistreerd. Ook een advocaat, een student en een dienstmaagd werden op dit adres geregistreerd. Hendrik Jan Hulleman was blijkens de volkstelling van 1824 winkelier.
Hendrik Jan Huleman was in december 1814 getrouwd met Johanna Geertruij Merxlo (BS Utrecht 1814 H, aktenr. 275). In 1815 gaf Hendrik Jan Hulleman, toen nog bediende, de geboorte van een zoon aan, wonende op de Voorstraat (BS Utrecht 1815 G, aktenr. 343). Ook in de geboorteakte van hun dochter Maria Johanna Wilhelmina staat alleen de straatnaam, Voorstraat, vermeld (BS Utrecht 1816 G, aktenr. 797).
Achter hun namen in de volkstelling van 1824 staat vermeld dat zij zijn verhuisd. Vanaf 1829 woonden zij op Voorstraat 79.
Hendrik Bruins
In 1828 overleed Hendrik Bruins, op 52-jarige leeftijd, op zijn woonadres Voorstraat wijk H no. 517 (BS Utrecht 1828 O, aktenr. 528). Volgens de overlijdensakte was hij “buiten beroep”. Stiefzoon Hendrikus Stevens had de broodbakkerij op de Wittevrouwenstraat overgenomen (zie Utrechtsche provinciale en stads-courant: algemeen advertentieblad, 18-01-1847, Delpher).
Tijdens de volkstelling van 1830 werden Jacoba van Hesteren, weduwe van Hendrik Bruins, Johannes Gerardus Stevens, Gerardus Johannes Stevens (beiden kinderen uit haar eerste huwelijk), een dienstbode (vermoedelijk een nicht van haar echtgenoot) en twee inwonende studenten op dit adres ingeschreven (bladnr. 445).
In de OAT 1832 staat Jacoba van Hesteren, weduwe van Hendrik Bruijns, als eigenaresse van perceel A 549 (huis en erf) vermeld.
In september 1835 overleed Jacoba van Hesteren op haar woonadres Hamburgerstraat wijk A no. 534 (BS Utrecht 1835 O, aktenr. 888).
Sara Maria Ordas-Pordon
In december 1835 werd Voorstraat wijk H no. 517 op een veiling te koop aangeboden. Het huis werd in de advertentie in de Opregte Haarlemsche Courant van 21 november 1835, p. 4 (Delpher) omschreven als
“Een hecht en sterk HUIS, ERF en GROND, waarin voorheen de Banketbakkers-Affaire is uitgeoefend, staande te Utrecht, aan de Voorstraat, op de oosthoek van de Boothstraat, Wijk H, No. 517.”
De verkoop werd opgehouden voor f 3940,- (Tijdschrift voor geschiedenis, oudheden en statistiek van Utrecht, 1835, p. 592).
Tijdens de volkstelling van 1840 werd Sara Maria Ordas, geboren Pordon, met drie kinderen op dit adres geregistreerd. Ook woonde hier Leendert Schipper, student in de medicijnen, en Henricus W. Scheidelaar, controleur van het kadaster.
Sara Maria Ordas en kaar kinderen zijn vermoedelijk kort daarna verhuisd. Sara Maria Pordon overleed in december 1845, wonende op Ambachtstraat G 385 (=Ambachtstraat 7; BS Utrecht 1845 O, aktenr. 1385).
Boekhandel H. Thompson
In 1841 verhuisde de boekhandel van H. Thompson van Minrebroederstraat 30 (tegenwoordig onderdeel van Janskerkhof 7) naar de Voorstraat, hoek Boothstraat (Utrechtsche provinciale en stads-courant, 03-05-1841, p. 4, Delpher).
Henricus Johannes Wilhelmus Thompson (1804-1886) was een zoon van de Rotterdamse boekhandelaar J.J. Thompson. Hij was in 1839 getrouwd met Willempje van Davelaar (BS Utrecht 1839 H, aktenr. 141). Hun dochter Anna Henriette werd in oktober 1842 geboren op hun woonadres Voorstraat H 517 (BS Utrecht 1842 G, aktenr. 1315).
Boekhandel Scheltema
In 1842 nam D. Scheltema de boekhandel van H. Thompson over (Utrechtsche provinciale en stads-courant, 05-09-1842, p. 4, Delpher).
In 1845 verhuisde de boekhandel van Dirk Scheltema naar Voorstraat H no. 521 (Voorstraat 67 oud) (idem, 05-05-1845, p. 4, Delpher).
Dentist Dentz
In 1848 vestigde de heer G.N. (George Nathans) Dentz, dentiste, zich op Voorstraat H no. 517 (Utrechtsche provinciale en stads-courant, 07-04-1848, p. 4, Delpher).
George Nathans Dentz (1822-1865) was een zoon van de Amsterdamse tandmeester Simon Nathans Dentz. Hij werkte eerder in de Minrebroederstraat (Utrechtsche provinciale en stads-courant: algemeen advertentieblad, 17-08-1840, Delpher). Dentz heeft hier maar kort gezeten; hij komt niet voor in het Bevolkingsregister op dit adres (1850-1860 Wijk H-2).
Benedenwoning en bovenwoning
In het bevolkingsregister 1850-1859 heeft het huis twee adressen: Voorstraat wijk H no 517 en Voorstraat wijk H no 517a.
Willem Andrée
Op Voorstraat wijk H no. 517 (beneden) woonden Willem Andrée, zijn echtgenote Maria Catharina van Kleef en twee dochters. Zij moeten voor oktober 1853 verhuisd zijn; Willem Andrée overleed op 29 oktober 1853 op Achter Clarenburg D 206 (BS Utrecht 1853 O, aktenr. 1235).
David Christiaan van Walree
Volgens het bevolkingsregister 1850-1859 werd het benedenhuis na de verhuizing van de familie Andrée bewoond door David Christiaan van Walree (1840-1891).
Johan Jacob Karel Lindeman
In 1853 werd het huis op een veiling te koop aangeboden. De omschrijving in de advertentie in het Utrechtsche provinciale en stads-courant: algemeen advertentieblad van 21 februari 1853, p. 4 (Delpher) luidde:
“Eene Kapitale HUIZINGE , Erf en Grond, binnen Utrecht aan de Voorstraat, op den hoek van de Boothstraat, Wijk H. N°. 517, bestaande uit twee Beneden- en vier Bovenkamers, een vrolijk uitzigt hebbende op de Voorstraat en in de Boothstraat, Keuken, Kelder, Zolder en Vliering. Te aanvaarden 1 Mei 1853.”
Het huis werd gekocht door Johan Jacob Karel Lindeman voor f 4300,- (Utrechtsche provinciale en stads-courant: algemeen advertentieblad, 16-03-1853, p. 3, Delpher).
Volgens het bevolkingsregister kwam Johan Jacob Karel Lindeman (1823-1906) hier in september 1860 wonen. Lindeman had een winkel in kindergoederen, maar hij verkocht ook broderies en nouveautés, damast en tafelgoederen (zie bijvoorbeeld een advertentie in het Utrechtsch provinciaal en stedelijk dagblad: algemeen advertentie-blad, 21-04-1864, p. 4, Delpher).

In het bevolkingsregister 1866-1878 zijn op dit adres ingeschreven het gezin Lindeman, bestaande uit Johan Jacob Karel Lindeman, zijn echtgenote Wilhelmina Anthonia Ladage (1832-1887), dochter Maria Johanna Lindeman en schoonmoeder Wilhelmina Jacoba Meere, weduwe van Paulus Ladage, dienstboden en enkele studenten (Bevolking 1866-1878 wijk H deel 2, blad 1014).
Lindeman verhuisde op 6 augustus 1877.
Bovenwoning
Volgens het bevolkingsregister 1850-1859 werd de bovenwoning bewoond door Pieter Delbeek (1799-1850) en twee personeelsleden. Pieter Delbeek was een kleinzoon van Wilhelmina Carolina Elisabeth Wentzel en Jan Carel Pronckert (zie Janskerkhof 11).
Op 18 juli 1852 overleed Charlotta Anna Elisabeth Adolphina van Pallandt, weduwe van Willem op ten Noort (zie Drift 21), op haar woonadres Voorstraat wijk H no. 517 (BS Utrecht 1852 O, aktenr. 816). Zij staat niet in het bevolkingsregister op dit adres vermeld. Haar zoon Jan Gijsbert Reinder Theodorus op ten Noort (1811-) staat wel vermeld. Verder woonden hier onder anderen Susanna Carolina van Embden (1800-1863), Johannes Cornelis van Eelde, winkelier Johannes Roelofswaard, en Clara Rijnborg van Eelde (1836-1919). Zij woonden hier kort. Susanna Carolina van Embden overleed in 1863 op Voorstraat H 499 (=86; BS Utrecht 1863 O, aktenr. 1387).
In juni 1860 werd voor het huis Voorstraat H 517a (de bovenwoning) de inboedel van de vorige bewoner verkocht (Utrechtsche provinciale en stads-courant, 11-06-1860, p. 4, Delpher). Wiens inboedel dit was, is nog niet duidelijk.
Met de komst van het gezin Lindeman verhuisde David Christiaan van Walree naar de bovenwoning.
Voorstraat 77 Utrecht
Bij de omnummering van 1890 werd het adres Voorstraat wijk H no. 517 gewijzigd in Voorstraat 77 Utrecht. Het adres Voorstraat H 517a komt op de omnummeringslijst van 1890 niet voor.
Richard Bresser
In 1895/1896 kreeg de bovenwoning van Voorstraat 77 Utrecht een ingang in de Boothstraat. De bouwtekening (zie ook bouwdossier 4270-60-290, HUA) voor de afzonderlijke gang naar de bovenwoning in dit perceel werd, blijkens opschrift, op 19 november 1895 bij de gemeente Utrecht ingediend door Richard Bresser. Richard Bresser (1855-1921) was de latere oprichter van de Vreeburgbioscoop.
M.J. van Merkestein
In maart 1896 opende het Magazijn voor huishoudelijke artikelen en ijzerwaren van M.J. van Merkestein op Voorstraat 77 Utrecht (Utrechts Nieuwsblad 2 maart 1896, p. 4). Marinus Jan van Merkestein was in 1891 getrouwd met Margaretha de Kruijff (BS Utrecht 1891 H, aktenr. 64).
Enkele jaren later is het huis verbouwd om de benedenverdieping van Voorstraat 77 inwendig te verbinden met die van het buurhuis, Voorstraat 79. In een advertentie in het dagblad Het Centrum van 1 december 1917, p. 8 (Delpher) adverteerde Van Merkestein met het adres Voorstraat 77-79.
Na het overlijden van Marinus Jan van Merkestein, in 1923 (BS Utrecht 1923 O, aktenr. 145), werd de zaak voortgezet als Naamlooze Vennootschap handelmaatschappij voorheen M.J. van Merkestein.
In 1928 werd Voorstraat 77 Utrecht verbouwd.
In 1932 was de N.V. voorheen M.J. van Merkestein hier nog gevestigd (De Gooi- en Eemlander, 02-08-1932, Delpher).
Margaretha de Kruijff overleed in 1940 in Rouveen (BS Staphorst 1940 O, aktenr. 99). Het dossier van de Kamer van Koophandel (240) loopt tot 1943, maar toen was hier inmiddels een ander bedrijf gevestigd.
Stomerij

In 1935 was de N.V. Peter Lührs en Co., gespecialiseerd in het reinigen van kleding en hoeden, op Voorstraat 77 gevestigd (Nieuwe Tilburgsche Courant, 27-07-1935, Delpher). De N.V. Peter Lührs en Co. zat hier in ieder geval nog in 1938 (Utrechts volksblad, 27-06-1938, Delpher).
In 1951 werden Voorstraat 77-79 verbouwd.
In 1974 werd hier stomerij Clean Inn gevestigd, met het adres Voorstraat 77-83 (De Telegraaf, 06-09-1975, Delpher).
Verbouwing
In 1977 heeft de ondergevel van Voorstraat 77 Utrecht een verbouwing ondergaan.
In de jaren tachtig werden de benedenverdiepingen van Voorstraat 77 en Voorstraat 79 apart gebruikt.
In de jaren negentig was op Voorstraat 77 een winkel in parketvloeren gevestigd.
Huidige bestemming Voorstraat 77 Utrecht: Gys Utrecht
Tegenwoordig zijn de benedenverdiepingen van de huizen Voorstraat 77 en Voorstraat 79 weer inwendig verbonden. Voorstraat 77 en Voorstraat 79 hebben een bestemming voor horeca. Sinds oktober 2014 is hier biologisch restaurant Gys Utrecht gevestigd. Gys Utrecht gebruikt als adres Voorstraat 77 Utrecht.
Gepubliceerd: 10-12-2012 door Caroline Pelser. Laatst geactualiseerd op 17-09-2024.