Voorstraat 85-87 Utrecht

V.l.n.r. Voorstraat 89, Voorstraat 87 en Voorstraat 85 Utrecht (collectie Het Utrechts Archief)
V.l.n.r. Voorstraat 89, Voorstraat 87 en Voorstraat 85 Utrecht, periode 1908/09 (collectie Het Utrechts Archief)

De huizen Voorstraat 85 (Kenton Utrecht) en Voorstraat 87 Utrecht (tot 1890: Voorstraat wijk H no. 513a en Voorstraat wijk H no. 513) zijn ontstaan uit drie cameren op twee percelen. In 1641 werden deze samengevoegd. In de achttiende eeuw was het logement “Hof van Holland” hier gevestigd. Aan het einde van de negentiende eeuw zijn de percelen weer gesplitst.

Volgens de Stadskaart Gemeente Utrecht zijn tegenwoordig aan de huizen de adressen Voorstraat 85, Voorstraat 85-BS en Voorstraat 87, Voorstraat 87A t/m Voorstraat 87G toegekend.

Claustraal erf V

De huizen Voorstraat 85 en Voorstraat 87 zijn gebouwd op grond die in de middeleeuwen bij claustraal erf V hoorde. Claustraal erf V besloeg in breedte de huidige percelen Janskerkhof 14 en Janskerkhof 15 en liep van de noordzijde van het Janskerkhof tot aan de Voorstraat.

In 1631 werden de percelen door Louis de Malapert, de toenmalige eigenaar van claustraal erf V, verkocht.

Perceel I (≅Voorstraat 85)

Johan de Munter en Willem van de Nijpoort

In 1631 transporteerde Louis de Malapert, eigenaar van claustraal erf V, een camere ende hoffstede aan Johan de Munter, advocaat bij het Hof van Utrecht, en Willem van de Nijpoort.

Johan de Munter was in 1625 getrouwd met Walburga Both (-1656).

Aelbert Aelbertss en Stijntgen Harmens

In 1640 transporteerden Johan de Munter en Willem van de Niport de woninge of camer ende hoffstede aan Aelbert Aelbertss, linnenwever wonende tot Cuylenburch, en Stijntgen Harmens jonge dochter.

Aelbert Aelbertss en Stijntgen Harmens jongedochter vestigden een plecht op de woninge of camer ende hoffstede ten behoeve van Aefgen de Leeuw, weduwe van Hans Claess van Tilborch.

Johannes Schoth en Maria van de Werve

In 1641 transporteerden Aelbert Aelbertss en Stijntgen Harmens de camer en hoffstede aan hun buren Johannes Schoth en Maria van de Werve.

Maria van de Werve was in 1622 getrouwd met Thomas Edmont. Na zijn overlijden was zij hertrouwd met James (?) Schot(h). Maria van de Werve was een (half)zuster van Geertruyd van de Werve, eigenaresse van Janskerkhof 18 en Janskerkhof 19.

Perceel II (≅Voorstraat 87)

Cornelis van Sypenesse

In 1631 transporteerde Louis Malapert, eigenaar van claustraal erf V, “2 cameren annex ende hoffstede” aan Cornelis van Sijpenes.

Cornelis van Sypenesse was op 6 april 1613 (RK) getrouwd met Catharina de Haes. Cornelis van Sypenesse overleed in 1635, mogelijk aan de pest. Arnout van Buchel noteerde op 20 november 1635 (Van Campen, p. 58): “obiit Cornelius a Sypenes ex peste ut quidam ferebant, negabant alii, alter executorum testamenti Alexandri ab Axel intra annum post ipsius mortem, nam nuper Heurnius praecesserat. Superest Nicolaus Dornius.”

Maria Bourgeois

In 1641 werd het huis (“2 camers, nu tot een huis verandert”) door Jacob van Sypenesse en Catharina van Sypenesse uit de boedel van hun overleden vader Cornelis van Sypenesse getransporteerd aan Maria Bourgeois, weduwe van Tomas Chiege.

James Schoth en Maria van de Werve

Maria Bourgeois transporteerde het huis en hoffstede nog dezelfde dag aan James Schoth en Maria van de Werve. De belendingen waren: achter het erf van Louis de Malapert (claustraal erf V), oostwaarts de weduwe en erfgenamen van Tielman van der Burch (op de Drift) en westwaarts mr. Johan de Munter, advocaat (perceel I).

Samenvoeging

Met de transporten aan James Schoth en Maria van de Werve werden de percelen samengevoegd.

Maria van de Werve, weduwe van Jacob Schot, overleed in 1655, wonende achter de Bilt. Zij werd begraven in de Janskerk.

Erven Maria van de Werve

Op 27 maart 1656 vestigde de boedel van de overleden Maria van de Werve, weduwe van James Schoth, een plecht op “alinge huijsinge en hoff”, ten behoeve van Emmerentiana Kivits, weduwe van Gijsbert van Ravenswaey. De belendingen waren oostwaarts de weduwe van Tileman van der Burg en westwaarts Ambrosius de Metselaer (Voorstraat 83).

In december 1656 gaven de voorkinderen van Maria van de Werve en de kinderen die zij met James Schot had gekregen gezamenlijk procuratie aan schrijnwerker Anthoni Vereem, wonende in de Voorstraat, om rente te innen van Otto van Glabbeec, schrijver van de compagnie waarvan James Schot kapitein was, en tot het innen van de huurgelden van het huis aan de Wittevrouwenbrug.

In 1667 sloten de erfgenamen van Maria van de Werve een overeenkomst met Thomas van Wyckerslooth over het bouwen van een stal en voorzieningen voor waterlozing, op kosten van Van Wyckerslooth. Thomas van Wyckerslooth was de eigenaar van perceel Boothstraat 17, dat deels achter het perceel van de erven Maria van de Werve lag.

Francoise Pauw

In 1687 gaven de erven Maria van de Werve procuratie aan een notaris om het huis aan de zuidzijde van de Voorstraat aan de Wittevrouwenbrug te transporteren aan Francoise Pauw, weduwe van Jeuriaen van Gallan.

In 1691 benoemde Francoise Pauw, weduwe van Jeuriaen van Gallan, terwijl ze ziek in bed lag, een voogd over haar onmondige kinderen en erfgenamen. Zij woonde volgens de akte te Utrecht, “op de Voorstraet, aen de Wittevrouwenbrug, daer het wapen van Amersvoord uitgehangen heeft”. Een van de voogden die werden benoemd was Pierre Marsel, die ten huize van Francoise Pauw woonde.

Pierre Marcel en Susanna Seguin

In 1700 verhuurde Francoise Pauw, weduwe van Georgie van Gelan, het huis voor acht jaren aan Pierre Marcel. Pierre Marcel was in 1693 onder huwelijkse voorwaarden getrouwd met Susanne Seguin.

Hof van Holland

Pierre Marcel vestigde hier het logement Hof van Holland.

In 1711 verkocht Franchoise de Pauw, weduwe van Jurriaen van Glaen, wonende in ‘s-Gravenhage, het Hof van Holland (huysinge, erve en koetshuys) aan Pierre Marsel. Dit is voor zover bekend de eerste akte waarin deze benaming Hof van Holland voor het huis wordt gebruikt.

In 1725 diende Pieter Marcel, wonende in het Hof van Holland aan de Wittevrouwenbrug, een akte van protest in tegen het verblijf en de domiciliekeuze van de te zijnen huize verblijvende Alexander, graaf de la Tour [zevende graaf van St. Aldegonde]. Een dag later ondertekende Alexander grave de la Tour een schuldbekentenis van f 8316.14 st. wegens lening en genoten verteringen.

Pieter Marcel overleed in januari 1731, aan de Voorstraat omtrent de Wittevrouwenbrug, nalatende zijn vrouw en mondige kinderen. Hij werd begraven in de Buurkerk.

In maart 1742 maakte Susanna Seguin, weduwe van Pierre Marcel, een testament, waarin zij Jean Louis Bonvourt [Bonvoust] en Jean Louis la Combe, beiden ministre de l’eglise Walonne d’Utrecht, als erfgenamen aanwees, op last van lijftocht voor neef Abraham Bellot.

Jean Louis Bonvoust en Jean Louis la Combe

In december 1742, na het overlijden van Susanna Seguin, werd haar neef Francois Bellot uitgekocht.

In 1743 gaf Jean Louis la Combe procuratie om voor het gerecht van Utrecht een plecht van f 4.000,- op het huis Hof van Holland te vestigen ten behoeve van Daniel van den Hengel, oud fiscaal independent van Kaap de Goede Hoop. Jean Louis la Combe, weduwnaar van Francoise Cassagnas, trouwde in 1745 met Maria Perside de Lastes. In 1747 ondertekende Jean Louis Bonvoust een schuldbekentenis, “uit genegenheid” te voldoen uit de nalatenschap van Susanna Seguin, voor Francois Bellot.

In juni 1755 gaf Henry Richard Pourtales, die getrouwd was met Ester Margariet La Combe, dochter van Jean Louis La Combe en Francoise Cassagnas, procuratie aan notaris Luyt van der Pauw om de nalatenschap van Jean Louis La Combe af te wikkelen, in het bijzonder om het huis bij de Wittevrouwenbrug, genaamd het Hoff van Holland, te verkopen.

In december 1755, bij de scheiding van de boedel van Jean Louis de La Combe en Maria Perside de Lastes kwam het huis in handen van Ester Margariet La Combe.

In 1756 verkocht Hendrik Richard Portales het Hof van Holland aan Jan Pieter du Hamel. In 1757 werd afstand gedaan van de verkoop d.d. 2-9-1756 van het Hof van Holland.

Arend Masson

In juni 1762 verkocht Hendrik Richard Pourtales, echtgenoot van Ester Margarita la Combe, het huis Hof van Holland aan Arend Masson.

August Scheffer

In oktober 1763 verkochten Arend Masson en zijn echtgenote Thérse Gauthier het huis, van ouds genaamd Hof van Holland, aan August Scheffer.

August Scheffer, die in 1759 getrouwd was met Willemina Herks, was van beroep meester kleermaker (schuldbekentenis 1764).

Mattheus Desart

In 1769 verkocht Augustus Scheffer het “van ouds seer vermaarde logement genaamd het Hoff van Holland”, een “huyzinge erve en grond met kelders en kluysen, synde vanouds een logement”, aan Mattheus Desart.

Johanna Wilhelmina Gravia

In 1771 verkocht Mattheus Desart het voormalige logement Hof van Holland aan Johanna Wilhelmina Gravia.

Johanna Wilhelmina Gravia maakte in februari 1777 een testament. Twee dagen daarna werden diverse goederen in het sterfhuis van Johanna Wilhelmina Gravia verzegeld.

Nicolaas Kien jr.

In juni 1777 verkochten de executeurs testamentair namens de erven Johanna Wilhelmina Gravia, weduwe van Gerard Callenburgh Baartmans, het huis Hoff van Holland aan Nicolaas Kien junior, canonicq en cameraar.

Anna Maria van Plasburgh

In 1787 verkocht Nicolaas Kien, “ontvanger van de lyff- en 30-jarige renten der provincie Utrecht en canonik in den capittule van St. Jan te Utrecht”, gehuwd met Margaretha Buck, het huis “zijnde vanouds genaamd het Hoff van Holland en nu gedeeltelijk tot een stallinge en koetshuijs geapproprieert”, aan Anna Maria van Plasburgh, weduwe van Johannes Matthys Swemmelaar.

Bij dezelfde koopakte kocht Anna Maria van Plasburgh ook Boothstraat 17. Anna Maria van Plasburgh was al eigenaresse van het buurperceel op de Drift (tegenwoordig Voorstraat 89).

Vrouwe Anna Maria van Plasburgh, Vrouwe van Hardenbroek, voormaals weduwe van Joachim van Vliet, en laatst weduwe van Johannes Matthijs Swemmelaar, overleed op 13 mei 1792, wonende op de Drift. Zij werd begraven in de Pieterskerk.

Joachim van Vliet

Haar zoon Joachim van Vliet, heer van Hardenbroek (ca. 1744-1831), erfde het huis.

Paulus Willem Bosch van Drakestein

paulus willem bosch van drakestein
Paulus Willem Bosch van Drakestein

In 1799 verkocht Joachim van Vliet het huis aan Paulus Willem Bosch [van Drakestein] (1771-1834). De datum staat genoemd in een verkoopakte uit 1803.

Paulus Willem Bosch was in 1797, onder huwelijkse voorwaarden, getrouwd met Henrietta Hofmann (1775-1839). In 1805 maakte het echtpaar Bosch-Hofmann een testament. Hun zoon Johannes Gerardus Bosch van Drakestein werd hier in juli 1811 geboren (BS Utrecht G 1811, aktenr. 4).

Tijdens het bezoek van keizer Napoleon Bonaparte aan Utrecht, in oktober 1811, logeerde een rekestmeester uit diens gevolg, belast met de Bruggen, Wegen en Polders, bij Bosch op Voorstraat H 514.

Verhuisd naar het Janskerkhof, huis Voorstraat verhuurd

Rond 1812 verhuisde het gezin Bosch van Drakestein naar het voormalige huis Janskerkhof 17-17a. Paulus Willem Bosch van Drakestein hield het huis aan de Voorstraat aan. In de OAT 1832 staat Paulus Willem Bosch van Drakestein als eigenaar van perceel A 545 (huis en erf) vermeld. Het huis werd verhuurd.

Van Wijk

Tijdens de volkstelling van 1813 werd de achternaam Van Wijk genoteerd.

Jan Pieter van Hoey

Tijdens de volkstelling van 1824 werd luitenant-generaal Jan Pieter van Hoey (1755-1838) met vier personeelsleden op no. 513 geregistreerd (p. 149). Jan Pieter van Hoey was lid van het Hoog Militair Gerechtshof (Drift 31).

Reinoud Carel van Tuyll van Serooskerken

Tijdens de volkstelling van 1830 werden Reinoud Carel van Tuyll van Serooskerken (1798-1882), ambtenaar bij ’s Rijks munt, en zijn echtgenote Maria Agnes van Marselis Hartsinck (1796-1868), met vier personeelsleden, op dit adres geregistreerd (p. 441).

Johanna Susanna Senn van Basel

Tijdens de volkstelling van 1840 werd Johanna Susanna Senn van Basel (1775-1850), weduwe van Simon Hendrik Rose, met twee kinderen en drie personeelsleden, op dit adres geregistreerd. Johanna Susanna Senn van Basel overleed in 1850 op Drift H 616 (=Drift 19; BS Utrecht 1850 O, aktenr. 104).

Willem Jacob de Voogt en Johanna Aletta Pellekaan

In januari 1848 werd Voorstraat wijk H no. 513 publiek verkocht, tegelijkertijd met Nieuwegracht wijk F no. 246. Mogelijk – dat moet nog worden uitgezocht – waren beide huizen toentertijd eigendom van de in 1847 overleden Philippina Maria Gijsberti Hodenpijl, weduwe van Johannes Borski. Het huis aan de Nieuwegracht (Runnebaan), haar sterfhuis, was in ieder geval van haar (OAT 1832, perceel B580). Het huis aan de Voorstraat wordt in de advertentie (Utrechtsche provinciale en stads-courant, 20-12-1847, p. 4, Delpher) omschreven als:

“Eene dubbele HEERENHUIZINGE, met Erf en Tuin, binnen Utrecht aan de Voorstraat, bij de Wittevrouwenbrug, Wijk H No. 513, bestaande uit acht zoo Beneden- als Bovenkamers en een Kabinetje, twee Keukens , Strijk- Knechts- en Meidenkamers, Provisiekamers , Kelder en Zolder.”

Het huis werd voor f 8625,- gekocht door W.J. de Voogt (Utrechtsche provinciale en stads-courant, 17-01-1848, p. 4, Delpher).

Willem Jacob de Voogt (1803-1852) was in 1832 getrouwd met Johanna Aletta Pellekaan (-1863).

Willem Jacob de Voogt overleed op 31 december 1852, op 49-jarige leeftijd, wonende op Voorstraat H 513 (BS Utrecht 1852 O, aktenr. 1387). Johanna Aletta Pellekaan, weduwe van Willem Jacob de Voogt, overleed op 2 januari 1863 in Breda.

Carel Sirardus Willem van Hogendorp en Cecile Catharine Olivier

In 1854 werd Voorstraat wijk H no. 513 te koop aangeboden (Utrechtsche provinciale en stads-courant, 02-03-1854, p. 4, Delpher). Het huis wordt in de advertentie als volgt omschreven:

“Een kapitaal dubbeld HEERENHUIS, met Erf, Grond en Tuin, staande en gelegen te Utrecht, aan de zuidzijde van de Voorstraat, nabij de Wittevrouwenbrug, wijk H no. 513, voorzien van: een gestucadoorden en met wit marmer bevloerden Gang, vier Benedenkamers, waaronder eene Suite, allen behangen, gestucadoord , drie gelambriseerd en met schoorsteenen met marmeren mantels, eene met nis, welingerigte Keuken met alle vereischten, Wijn-, Provisie- en Turfkelders; — boven drie Voorkamers en een Kabinetje, allen behangen, met elkander communicerende, en twee met stookplaatsen, nog twee Achterkamers, de eene behangen en met schoorsteen, Dienstbodenkamer, ruimen Droogzolder, enz.”

Het huis werd voor f 15.000,- verkocht aan jhr J.G. (Johannes Gerardus) Bosch van Drakestein qq. (idem, 27-03-1854, p. 4, Delpher).

Carel-Sirardus-Willem-van-Hogendorp
Carel Sirardus Willem van Hogendorp, periode 1806-1810 (collectie Museum Rotterdam)

Johannes Gerardus Bosch van Drakestein was getrouwd met Caroline Wilhelmine Marianne van Hogendorp (1815-1872). Hij kocht zijn geboortehuis voor zijn schoonouders, Carel Sirardus Willem van Hogendorp (1788-1856) en Cecile Catharine Olivier (1790-1867). Zelf woonde Johannes Gerardus Bosch van Drakestein met zijn gezin op Muntstraat G 395 (= nr. 5; BS Utrecht G 1855, aktenr. 469; BS Utrecht O 1872, aktenr. 1439).

Carel Sirardus Willem van Hogendorp, gehuwd met Cecile Catharine Olivier, overleed op 29 oktober 1856, op zijn woonadres Voorstraat H 513 (BS Utrecht 1856 O, aktenr. 1155).

Cecile Catharine Olivier overleed op 19 januari 1867 (BS Utrecht 1867 O, aktenr. 105). Na haar overlijden werden haar “mobilaire goederen” voor het huis verkocht (Utrechtsch provinciaal en stedelijk dagblad, 28-03-1867, p. 3, Delpher).

Anthonij Ebeling

In maart 1867 werd Voorstraat wijk H no. 513 te koop aangeboden (Utrechtsch provinciaal en stedelijk dagblad, 11-03-1867, p. 2, Delpher). Het huis werd voor f 15.800,- verkocht aan C. van der Star qq. (Utrechtsch provinciaal en stedelijk dagblad, 01-04-1867, p. 4, Delpher).

Een maand daarna vestigde A. Ebeling, commissionair in effecten, zich op Voorstraat H no. 513 (Utrechtsch provinciaal en stedelijk dagblad, 14-05-1867, p. 4, Delpher). Anthonij Ebeling (1829-1872) was een zoon van Anthonij Ebeling en Jacqueline Johanna Strick van Linschoten. Hij was in 1857 getrouwd met Henrietta Cornelia Strick van Linschoten.

In 1872 overleed Anthonij Ebeling, gehuwd met Henrietta Cornelia Strick van Linschoten, op 43-jarige leeftijd, wonende op Voorstraat H no. 513 (BS Utrecht O 1872 aktenr. 19).

In 1884 adverteerde mevrouw Ebeling, Voorstraat H no. 513, op zoek naar een werkmeid (Het nieuws van den dag: kleine courant, 21-02-1884, p. 7, Delpher). Henrietta Cornelia Strick van Linschoten overleed in 1892 in Den Haag (‘s-Gravenhage Overlijden 1892 serie, akte 236).

Johan Christiaan Ebeling

Op 19 juli 1889 trouwde Johan Christiaan Ebeling (1865-1939), zoon van Anthonij Ebeling en Henrietta Cornelia Strick van Linschoten, in Den Haag met Josina Frederica Wakker (‘s-Gravenhage Huwelijken 1889, akte 628). Uit de huwelijksakte blijkt dat Johan Christiaan Ebeling in Utrecht woonde.

Voorstraat 85 en Voorstraat 87

In februari 1890 diende Johan Christiaan Ebeling een bouwplan bij de gemeente in tot verbouwing van het huis op het perceel Voorstraat wijk H no. 513 (HUA, bouwdossier 4270-49-294). Bij deze verbouwing werd het huis weer gesplitst; het pand heeft volgens de bouwtekening twee voordeuren.

Bij de omnummering 1890 werd het adres Voorstraat wijk H no. 513a gewijzigd in Voorstraat 85 Utrecht. Het adres Voorstraat wijk H no. 513 werd gewijzigd in Voorstraat 87 Utrecht.

Voorstraat 85 Utrecht

Voorstraat 85, Voorstraat 87
Voorstraat 85 en Voorstraat 87, periode 1905-1915 (collectie Het Utrechts Archief)

In 1901 vestigde J.Ph. Staal (Utrecht 1871 – Zeist 1945), arts, zich op Voorstraat 85 (Utrechts Nieuwsblad 29-04-1901, p. 16). Het gezin Staal verhuisde in 1909.

Na hun verhuizing kwam de familie Hendriksen hier wonen. In hetzelfde jaar werd Voorstraat 85 verbouwd (HUA, bouwdossier 4270-117-161).

Voorstraat 87 Utrecht

In 1901 werd de tweede verdieping van Voorstraat 87 verbouwd (HUA, bouwdossier 4270-76-97).

In het bevolkingsregister 1900-1912 staan op Voorstraat 87 ingeschreven Jan Willem Koelman, commissaris in effecten, zijn echtgenote Cornelia Antonia Maria Kibbeling en hun kinderen. Jan Willem Koelman overleed in april 1906. Zijn weduwe verhuisde in 1909. Hun zoon Jan Hendrik Koelman (1878-1944) werd daarna hoofdbewoner.

De zaak van Anthonij Ebeling werd voortgezet door J.H. Koelman, als lid van de firma wed. A. Ebeling & Co., Voorstraat 87. Op Voorstraat 87 woonde in 1913 een gezin met twee kinderen (Utrechts Nieuwsblad 18-12-1913, p. 4).

Eind jaren twintig verhuisde het kantoor van Voorstraat 87 naar Boothstraat 8 (zie Utrechts Nieuwsblad, 11-12-1929, p. 8).

Huidige bestemming Voorstraat 85 Utrecht: Kenton

Voorstraat 85bis Utrecht
Voordeur van Voorstraat 85bis Utrecht, 1986 (collectie Het Utrechts Archief)

De begane grond van Voorstraat 85 heeft een functie voor detailhandel. Sinds 1977 is op de begane grond van Voorstraat 85 Utrecht matrassenwinkel Kenton Polyether gevestigd. De bovenverdiepingen van Voorstraat 85 hebben een woonfunctie.

Huidige bestemming Voorstraat 87 Utrecht: Dynamo architecten

Op de begane grond van Voorstraat 87 Utrecht is Dynamo architecten gevestigd. De bovenverdiepingen van Voorstraat 87 hebben een woonfunctie.


Vorige huis: Voorstraat 83 Utrecht.


Gepubliceerd: 10-12-2012 door Caroline Pelser. Laatst geactualiseerd op 17-09-2024.

Scroll naar boven