Home » Transcripties » Rampjaar 1672: Utrecht juni 1672 (dagboek Everard Booth)

Rampjaar 1672: Utrecht juni 1672 (dagboek Everard Booth)

sleutels Utrecht 1672
Stadsbestuur van Utrecht biedt Lodewijk XIV de sleutels van de stad aan, 1672, Romeyn de Hooghe, 1672-1674 (collectie Rijksmuseum Amsterdam)

DAGELIJKSCHE AANTEEKENINGEN GEDURENDE HET VERBLIJF DER FRANSCHEN TE UTRECHT IN 1672 EN 1673, GEHOUDEN

DOOR

MR. EVERARD BOOTH, (*)
Raad-Ordinaris in den Hove Provintiaal van Utrecht en Oud-Raad ter Admiraliteyt.

UIT DE PAPIEREN VAN BOOTH MEDEGEDEELD

DOOR

MR. J.A. GROTHE. 1)

Uit: Berigten van het Historisch genootschap gevestigd te Utrecht, Volumes 5-6 (Google books).

En met aantekeningen en noten (met asterisk *) toegevoegd door Huizen aan het Janskerkhof.

1) Dit verdient vergeleken te worden met het volgende mede gelijktijdige geschrift : Journael of dagelijcksch verhael van de handel der Franschen in de steden van Utrecht en Woerden, sedert hun koomst daer binnen tot aen hun vertreck. Amsterdam. 1674. kl. 8°., als mede met de: Deductie van de Staaten van den Lande van Utrecht. Gedruckt in ’t jaar ons ’s Heeren 1673. Eene reeks van resoluties der staten van Utrecht over 1672-1674, vindt men ook in het belangrijk werkje: Extracten uyt de Resolutien van de Ed. Mog. Heeren Staten ’s Lands van Utrecht, enz. 1679. 4°. Later verscheen nog: Kort verhaal van de nare en zeer beklagelijke toestand der Provincie en Stad van Utrecht, in de jaaren 1672 en 1673, strekkende tot den jaarlijkse Utrechtsen dankdag voor de burgers en inwoonders aldaar, door B. V. Utrecht 1757. 144 bl. gr. 8°., hetgeen geene nieuwe bijzonderheden bevat.

(*) De auteur van de Dagelijksche Aantekeningen is Everard Booth (1638-1714), zoon van Cornelis Booth. Cornelis Booth woonde in het Rampjaar 1672 op Boothstraat 6. Everard Booth woonde waarschijnlijk op Boothstraat 8.

De transcriptie van het dagboek in “Berigten van het Historisch genootschap gevestigd te Utrecht” is afkomstig van Jacob Anne Grothe (1815-1899), bewoner van Drift 25.


Deel 1: Juni 1672

Junius 2/12 De Fransche gekomen smorgens ontrent 9 uren over den Nederrhijn dichte bij het Tolhuys, welke post te bewaren was gegeven bij sijn Hoochd. aen Montbas, die deselve schelmagtig heeft verlaten; het Regiment Frisen van den Gl.

Op 12 juni 1672 stak het Franse leger bij Lobith de Rijn over. In Utrecht werd nog volgens de juliaanse kalender gerekend. In zijn aantekeningen noteerde Everard Booth daarom dit feit bij 2 juni.


4

Lieutenant Aylva wiert hier schier geheel in de panne gehackt; van de Fransche bleven den Hartog van Longueville ende meer andre van marque, ende wiert den Prince van Condé seer pijnlijk aen den arm gequetst ; de tijdinge hiervan wiert hier gebracht de volgende nacht ontrent 1 uer, als wanneer terstont de Vroedschap vergaderde; de alteratie daer over was alhier seer groot.
— 3. Des morgens pakten yder op sijn beste ende gereedste meubilen, met deselve naer Holland de vrouwen ende kinderen bestellende.
Des avonts ontrent 6 uren is de Wittevrouwen Poort binnen gekomen den Graef van Hoorn, met in de 40 van de lichste stucken canon ende de vordere trayn van ’t leger, seer haestig komende inrijden, waerdoor de consternatie van de borgerye, veroorsaeckt door de ingekomene tijdingen der Fransche progressen, door het verraderlijk overgeven van so veele capitale frontiersteden, ende het overkomen over den Neder-Rhijn, wierde vermeerdert, veele seggende dat als men een stad wil saccageeren, men op sulken wijse se snel op malkandren komt invallen; de quaedwillige sayden haer saed hierdoor te beter voort; men seyde ende spargeerde onder de borgerye, terwijl de veldstucken ende de wagens met den train van ’t leger het plain van ’t Vreeburg, ende de schrickelijke menigte van tochtpaerden de stallingen aldaer ende de naeste weylanden onder de stad vervult hadden, dat het gansche leger door het laten vooraf trekken van de soetelaers ende vivres, verhongert sijnde, alle uren mede binnen soude komen, ende de gansche stad niet alleen soude vervullen, maer ook de borgerije overmeesteren, ende door faveur van dose confusie pionderen, ten eynde in de stad, die sij aen de Fransche, gelijk geschied was met alle de steden aen den Over-Rhijn, dan souden overleveren, niets soude voor de vijand overblijven.
Hierbij kwam noch, dat men der Fransche macht wel eens soo groot ende vreeslijk maekte, als sij in de daad was, ook dat het in ons leger niet wel en stond, maer datter verraed ende


5

correspondentie met den vijand in hetselve was. Alles wat de welmenende patriotten hiertegens deden, om de vreesachtige de moet in ’t lijf te spreken, het was te vergeefs, ja wierde dezelve door de blode ende sonderling door de quaetwillige uytgelacht, ja ook scherp bejegent, ende ook gedreygt. De schrik dan voor ’t verhongerde leger hadde gansche de overhand genomen in de borgerye, so dat sij bij haer capitainen versochten, die ook haer hetselve beloofden, van geen guarnisoen binnen te sullen nemen, ende dese sake bracht te wege datter in de Vroedschap, ik mene des anderen daegs, wiert geresolveert van geen sterker guarnisoen in te nemen, als de borgerye sonde magtig konnen sijn, ende dat de poorten ende wallen door de borgerye soude werden bewaert.
— 4. Des dingsdag was de consternatie ende het groot vluchten niet als te groter; voor een schuyt op Rotterdam wiert betaelt 250 gulden, voor een wagen 25 ja meer guldens: moeder (*) vertrok ’s morgens met beyde de susters (**) naer Dort (***). Vader 1) ****) wiert tegen den avond bij haer Ed. Mog. gecommitteert, terwijle sijn Ed. noch niet in de vergadering was gekomen, om nevens noch 5 andere gecommitteerden sijn Hoocheid te gemoet te rijden, ende met deselve te overleggen, waer het leger tot dienst van de Provintie ende Stad best sonde behoren gecampeert te werden ; dese commissie was bij de heer Damel ende andere geweygert aen te nemen. Ontrent de Bilt gekomen sijnde verstonden haer Ed. uyt de gevolmagtigden van ’t leger, dat het leger dien nacht boven Rhenen soude slapen, ende dat sijn Hoocheid op Zuylesteyn was aengekomen, warom de gecommitteerden in de laen van den heer Foeyt als doen maer alleen spraken met de voornoemde gevolmagtigde, ende quamen omtrent 11 uren ‘s nachts weder binnen.
— 5. Is d’artillerye weder naer Woerden vertrocken, gelijk ook de gecommitteerden van den Raed van Staten de Heeren

(*) Digna van Wijckersloot (1617-1679).
(**) Aemilia Booth (1649-1696) en Sophia Booth (1655-1693).
(***) Dordrecht.
(****) Cornelis Booth.

1) De bekende Dr. CORNELIS BOOTH, over wien zie VERMEULEN, Verslag over het prov. archief, p. 40.


6

van Zevender, Hop ende Slingeland 1): denselven morgen is hier gekomen de Heere van Albrantsweert 2), notificerende dat sijn Hoochd, met het leger in aentocht was, ook begerende te weten waer men hetselve best sonde in dese Provintie ter neder slaen, ende wiert daerop bij haer Ed. Mog. geresolveert hetselve te leggen op de dorpen Hauten, ’t Goy, Werkhoven, Bunnik, Schalkwijk, Honswijk ende d’andere daer ontrent.
’s Nanoens is hier ook gekomen de Heer van Langerack 3), ten selven eynde als de Heer van Albrantsweert, maer is sijn Hoocheit buyten aller verwachting voor in de spitse van 100 vanen ruyters, met voorts het gehele leger ’s nanoens ontrent 4 uren hier op de Stad aengekomen, rijdende buyten om, de tingels langens, inslaende buyten Catrijnen, ende het leger ter neder leggende langens den Daelschen dijk ; sijn Hoocheyt selfs ging logeren in het huys van Pelt dichte bij de Cathuysers. Dit onverwacht komen van het leger recht op de Stad aen, gaf continuatie van qualyck spreken voor de quaetwillige, insonderheyt dewijle sij bemerkten, dat beyde ruyters ende soldaten seer verhongert waren, als hebbende sommige in 2 a 3 dagen niet gegeten, waerdoor de poorten te meer gesloten bleven, sijnde alles vol confusie, de goede perplex ende deselve door  blode ende quaetwillige gehelijk overmeestert. Ondertusschen ging vader bij veel backers, deselve aenmoedigende tot backen, ende bij de onwillige sijn crediet interponerende, gelijck noch denselven avond een grote quantiteyt van de 40,000 pont brood, die bij haer Ed. Mog. dien morgen aenbesteld was te backen, naer buyten werd gesonden. Monfrere ontbood mij ook te komen op de wal dicht bij de Wittevrouwen poort, maer ik vond hem daer niet, doch quam mij namaels in de

1) PH. DE ZOETE DE LAKE VILLERS, heer van Zevender, CORN. HOP, pensionaris van Amsterdam en CORN. SLINGELAND, secretaris van den Raad van State. WICQUEFORT, Mém. sur la guerre de l ‘an 1672. p.100.
2) De colonel de Bye, hofmeester van den prins.
3) FREDERIK HENDRIK VAN BOETSELAER, heer van Langerak, overste van een regiment ruyterij ; hij sneuvelde bij Senef in 1674.


7

Wittevrouwenstraet te gemoet : wij bequamen dien avond noch ettelijcke broden voor sijn en ook voor enich ander volk. Vader ging alsdoen met de 5 andere gecommitteerden naer buyten in het leger, om sijn Hoocheyd te versoeken, dat doch geliven sonde binnen te komen, ten eynde door de hoochaensienlijkheyd van sijn persoon de goede patriotten versterkt, de blode aengemoedight ende de quaetwillige mochten geintimideert werden ; sijn Hoocheyd beloofde hetselve op ’s anderen daegs te doen. Dien nacht waekten vier compagnien borgers.
— 6. Vader vertrok weder met d’andere gecommitteerden naer het leger des morgens om sijn Hooch d. te spreken, ende binnen te halen, doch wiert hetselve aengesteld op ’s nanoens.
Ondertusschen wiert het brood voor het leger bij al de backers den ganschen nacht gebacken tot 40,000 pont, ende kaes tot ettelijke 1000 pont naer buyten gebracht, ende onder de militie gedistribueert, gelijk ook naer advenant een groote quantiteyt tonnen biers.
Ondertusschen onder de gemeynte verspreyt werdende, dat syn Hoocheyd dien naermiddag stond binnen te komen, begosten de rechtsinnige borgers haer hoofden weder op te steecken, ende de qualijk geintentioneerde de hare te laten hangen, het welke men noch meer sagh, doen sijn Hoocheyd ontrent 4 uren binnenquam, geaccompagneert door de HH. Gevolmachtigde, neffens beyde de Veldmaerschalken, de Prins van Nassau, de Graaf van Stirumb, de Heeren van Zuylensteyn, van de Lecq ende andre meer; sijn Hoocheyd bleef in de vergadering tot half tien uren des avonts, lijnde geresolveert dat het leger alhier soude blijven, en geleght werden ten deelen in de Weert ende ten deelen buyten Tollesteegh, ende binnen komen ’s anderendaags ’s morgens geheel vroeg, met so veel militie als sijn Hoocheyd soude goed vinden.
Haer Ed. Mog. ende ook specialijk de Vroedschap, die tusschen beyden vergaderde, beloofde het uytterste bij deze extreme necessiteyt te sullen opletten, gelijk ook dede de Heere Beverning, wegens Holland alle mogelijke adsistentie belovende,


8

seggende daer toe te sijn gelastight, waer om dien nacht naer den Haghe vertrok om hetselve in de vergadering van haer Ho. Mog. als Holland to rapporteeren. ik hebbe naemaels verstaen dat sijn Ed. per post scriptum hetselve onder sijn missive heeft gesteld ende also haer Ho. Mog. hetselve verwittight : hij hadde belooft selfs te gaen, hij had noch tusschen sijn beyde handen vaders hand genomen, seggende »mijnheer Booth ik betuig u int particulier, Holland sal u niet verlaten.”
— 7. Des morgens vroeg wierde tot yders verwondering van het binnen komen der militie niet vernomen, ende quam sijn Hoocheyd ontrent 10 uren binnen, sonder de bekende Regimenten. Ter vergaderinge erschijnende, seyde, het poinct aengaende de defensie deser Stad nader te hebben geleyd in deliberatie met de Hooftofficieren van het leger, ende dat om het leger hier te houden, nodig was bevonden, het afbranden der bernuerde Weerd, neffens de vier andere voorsteden, ende dat bij ontstentenisse van hetselve, het leger hier niet met vrught soude kunnen blijven 1). Deze propositie quam de vergadering vreemd voor, also ’s avonts te voren daer niets van gerept was; waarom men versochte, sijn Hoocheyd dese sware sake noch nader te leggen in deliberatie met de Heeren Gevolmachtigde te Velde, Generaels ende Hooftoficiers, werdende voorts sijn Hoocheid voorgesteld, dat de landen in ’t noorden in 24 uren gesteld konden worden onder water, dat de Weerd voorsien was met veel huysen hebbende oude seer dicke muren, sullende dienen tot defensie ; ook dat in deselve Weerd ende andere voorsteden haer bevonden de vrouwen ende kinderen welker mans ende vaders respective naer de steden boven ge-

1) Men verstond dat de heer van Papecop bij Justus Vermeer ’s morgens vroeg quam opseggen een tonnetje wijn dat hij daags te voren hadde besproken, seggende, ’t sal nu niet van noden sijn, also het leger vertrekt, ende dit sonde geschiet sijn, eer sijn Hoocht. in de vergadering was geweest, so dat het opbreken van het leger al gearresteert scheen, eer den voorslag van de 4 voorsteden aen brand te steken gedaen is geweest. BOOTH.


9

legen, tot defensie der salver waren gesonden, dat het seer hart soude sijn, die bedroefde luyden haer huysen onder hier te verbranden 1), ook dat in de Weerd waren veel olimeulens, waer van in den jare 1633 een verbrandende, de gansche Stad in pericul was mede te verbranden, wat soude het dan sijn, indien alle die olimeulens teffens quamen te verbranden. Sijn Hoocheyd antwoorde daer op, „gij moest het ook noch selfs doen ende dat voor 2 uren te nanoen ;” doch op het ernstig ende iteratief aenhouden van haer Ed. Mog. van op hetselve met de Heeren Gevolmachtigde te Velde ende Generaels een nader deliberatie aen te leggen, ook dat de Heeren van de Stad dit stuk, als van sulken gewigte, bij haerselven niet kosten bewilligen, maer ondertusschen haer principalen refereren, heeft daer toe noch bewillight, ende belooft ’s nanoens weder binnen ter vergadering te erschijnen, ten eynde op dat poinct nader te resolveren.
’s Nanoens sijn Hoocheyd tot na 4 uren verwacht ende onder de hand verstwen sijnde datter ordre al gegeven wierde om het leger tegen ‘s anderendaegs te doen vertrecken, is vader met 3 à 4 van de andre Gedeputeerde sijn Hoocheyd in ’t leger wesen begroeten, tenterende om de beloofde nader deliberatie te beginnen, ten eynde het leger alhier te houden, doch kosten niets obtineren, alleguerende sijn Hoocheyd daertoe genecessiteert te sijn door de patente 2) van haer Ho. Mog., welcke sijn Hoocheyd op vaders nader instantie de Heer Some-

1) Ik ben alsdoen bij de vrou van Golsteyn ontboden geweest, die mij seyde, dat ik vader vryelijk soude seggen, dat indien de voorsteden in brand wierden gesteken, de voorsteders door andere hier in de stad souden werden geholpen ende vaders ende andre heeren haer huysen mede in brand gestoken. B.
2) Deze patente is op instantie van Holland afgegaan, die oordeelden dat Utrecht met het leger niet kost gedefendeert werden, althans de post alhier niet houbaer te sijn, waarover de Heer van der Hoolk (*) met de R. Pensionaris hoge woorden hebbende gehad tot hees worden toe, Hoolk beklaegde dat Utrecht verlaten wiert. B.

(*) Gijsbert van der Hoolck, bewoner Janskerkhof 17.


10

ren 1) liet leses, seggende daer bij, sij is van u eygen Stigsman geteykent; vader hoorde doen, datse geteykent was door de Heere Wede. Men hoorde ook dat alle de presente H. H. van de Ridderschap, uytgenomen Sandenburg 2) ende ook de heeren Ruysch en Rossum middags te gast geweest in het leger bijde Heer van Ginkel 3), niet weder wouden komen, maer alle weg trocken.
Sijn Hoocheyt seyde vorders, discourerende tegen de H. H. Gecommitteerden, t’ welcke ik uyt vader ende neef van Nellesteyn (*) hebbe, die het uyt sijn Hoocheyds eygen mond hebben, dat het leger van den Staet daer niet seker geoordeeld wierd, ende dat 2000 dragonders sijn leger souden kunnen affronteren.
De Gecommitteerden versochten ten laesten dat de regimenten tot haer Provintie betalinge staende, dan hier mochten verblijven, doch te vergeefs, sodat sij genootsaeckt waren sonder iets te verrichten weder te keren. Vader heeft mij ook verhaelt dat sijn Hoocht. op het seer ernstig aenhouden van de H. H. Gecommitteerden, van doch dese Stad niet te verlaten ende de beloofde conferentie noch in te willigen, noch ten lesten seyde, spreekt met H. H. Gevolmagtigden. Van deselve wasser niemant meer als Beurse 4), de Heer Hop hadde geantwoort uyt haer en de Gecommitteerden van den Raed van Staten naem, “het is gearresteert, het moetter nu mede voort.”
Dit geschiedde alhier; in den Haghe was de missive van de Heer van Beverning ’s morgens aengekomen met de cordate resolutie van haer Ed. Mog. ende sijn Hoocheyd ’s avonts te voren genomen. Haer Ho. Mog. altereerden daerop so verre de bekende patente, dat sijn Hoocheyd ende de H. H. Gevol-

(*) Johan van Nellesteyn, bewoner Janskerkhof 15a.

1) JOHAN VAN SOMEREN, geëligeerde lid der Staten van Utrecht en burgem. in 1668 en 1669.
2) DIRK BORRE VAN AMERONGEN, heer van Sandenburg.
3) GODARD VAN REEDE, later graaf van Athlone.
4) ADOLF HENDRIK RIPPERDA TOT BEURSE, hij was in 1667 een der gevolmagtigden der Staten op de vredehandeling te Breda. WAGENAAR, XII, p. 245.


11

magtigden wierden geauthoriseert met het leger van den Staet te doen gelijk sij tot besten dienst van denselven souden bevinden te behoren, hetsij met het leger hier te houden, of met hetselve in Holland te komen. Hier van soude een resolutie afgesonden werden aen sijn Hoocheyt, een aen de Heeren Gedeputeerden te Velde, ende een aen haer Ed. Mog. De Heer van der Hoolk sond ook aen vader daervan een copye. Die aen haer Ed. Mog. is niet behandigt geworden, als ’s woensdags daeraen volgende, maer vader heeft de sijne noyt gesien; de Heer van der Hoolk schreef namaels, dat vader daerna soude laten vernemen bij de post, also in sijn missive enige saken meer van importantie waren gesteld ; de post verklaerde alle de briven te hebben besteld, die hem hier ter handen waren gekomen, maer dat het in den Hage of elders moest haperen. Veele sijn verwondert dat een resolutie van so groten gewigte niet door een expressen is afgesonden geweest : de Heere geve dat dat, ende de geheele schelmerye noch eens mach voor den dag komen.
Monfrere wierde met Col. Lt. Terbrugge gecommandeert met 200 musquettiers de brandwacht den volgenden nacht te gaen houden.
— 8. Des morgens met het aenbreken van den dag is het leger vertrocken, ons latende in seer groten druk, ende sonder wapenen, want haer Ed. Mog. hadden op ’t vast vertrouwen, dat het leger tot onse defensie hier sonde verblijven, in hetselve gesonden ons overige buspulver tot 8000 pont, hetwelke met het leger vervoert wierde naer Holland; onse Provintie hadde naer Schenkenschans ende Nimwegen 8 dagen te voren gesonden 36000 pont pulver, so dat wij noch qualijck 240 pont maer binnen behielden ; onse manschap was door de recreutes ende niwe leveës so dun geworden, dat de capiteynen van de Waertgelders te samen geen 200 man alhier kosten vinden. Boven dat evertueerde haer de Stad noch sodanig dat boven haer quote van 600 vrijwillige borgers in de 2000 man die dese Provintie naer de frontiersteden boven sende moeste, sij


12

daer noch 100 bij gedaen hadden, so dat wij gansch ontbloot van buspulver ende van verre voor de meeste part onser manschap, van het leger ende diensvolgende van onse bontgenoten verlaten, de quaetwillige borgers ook gansch weder de meester spelende, ter dispositie waren gesteld van onsen magtig af komende vijand, die so nabij te sijn wierde geseyt, dat in 2 uren hier koste wesen. De Coll. Golsteyn hadde tegen de borgerye aen de poort geseyd, » past vrij op, want voor 8 uren sult gij de vijand al voor de poort hebben”. Dit seggen, dat door andre qualijk geiritentioneerde niet versuymt wiert terstond te werden verstroyt ende groter gemaekt, braght bij ider weder de grootste alteratie ter werelt, so dat niet alleen de quaetwillende, maer ook generalijk de goede oordeelden, (althans sprak nimand daertegens, mijns wetens), men moeste het platte land van de Provintie niet tot plundringe van de so nabij sijnde vijand overgeven, maer sonder tijtsverlies terstont om sauveguarde den Conink te gemoet senden ; men solliciteerde daerom bij de Heeren, ja ook selfs Predicanten lieten haer daertoe gebruyken, so dat eyndeling bij haer Ed. Mog. goedgevonden wiegt twee trompetters te senden om te versoecken passeport voor de Gecommitteerden, die bij Sijn Maj t. souden komen om te versoeken sauveguarde voor de Provintie 1) ; welke trompetters ’s morgens voorts vertrocken. Dat dese Provintie naemaels hierdoor beschuldight is, de vijand te spoediger te doen hebben de Veluwe op marcheren, kan niet bedacht werden in reden te bestaen, also de Fransche ’s anderen daegs naer noen ten 2 uren al binnen Amersfoort quamen, alsulx, na ik onthouden hebbe, een dag eerder als oase trompetter in het Fransche leger is gekomen. Ter contrarie is gebleken, dat de Heer van der Hoolk alleen wegens de Provintie van Utrecht (die het namaels evenwel mede densel y en Heere gelast heeft in te willigen, also d’ andere Provintien het allen mede verstonden) ter

1) Dit werd later zeer euvel aan de provincie geduid, zoo als bekend is, en hiertegen is de Deductie gerigt reeds in 1673 uitgegeven.


13

Generaliteyt het besenden naer den Conink heeft tegen gesproken, gebruykende onder anderen die formalia, dat den Conink van Vrancrijk door een ambassade van so een natuer, te meer sonde werden geënfleert etc.; waer uyt af te nemen is den iver van dien vromen Regent, sich maer alleen in de vergadering van de Generaliteyt tegen de besending opposeerende 1), ende in denselven Heere, die van de Provintie, als door denselven werdende gerepresenteert. Och hadde dien Heers ende andere welmeynende goede intentie alsdoen en op andere tijden maer beter door de Regering gesecundeert geweest ! Doch den Almachtigen heeft het niet belieft gehad; diens wille wy ons geduldig willen onderwerpen.
— 9. De Fransche, als geseyt is, binnen Amersfoort gekomen bij de 4000 paerden onder het geleyde van den Marquis de Rochefort.
— 10. Is gekomen Mr. Rosemel met in de 20 exempts, medebrengende het passeport van den Conink voor de Gecommitteerde van de Staten Generael, de Heeren van Gent, de Groot, ende van Odijk ; de Heere Eeck heeft sich van de Commissie geexcuseert, als niet wel te passe sijnde 2), ende is uyt het leger van sijn Hoocheyd leggende tot Niuwerbrugge, daer de drie andre Gecommitteerden des Coninc passeport waren verwachtende, weder naer den Haghe vertrocken. Mr. Rosemel bleef hier met sijn volk, maer sijn trompetter reed voort naer het princenleger, aldaer de tijdinge brengende der aenkomste van Mr. Rosemel, die haer Ed. alhier sonde afwachten.
— 11 3). Des morgens sijn hier gekomen weder in de 20 exempts onder het geleyde van Mr. St. Germain, medebrengende het passeport voor de gecommitteerde van haer Ed. Mog., die met deselve even na den middag naer des Coninx leger vertrocken ; de gecommitteerde waren de Heeren van Wel-

1) Cf. WICQUEFORT, Mém. p. 109.
2) Hij veinsde ongesteldheid, omdat de Staten van Groningen, zijne committenten, de bezending afkeurden, WICQUEFORT, Mém. p. 108.
3) Vgl. de brief aan de Staten-Generaal van dezen datum in Journael, bl. 9.


14

land 1), van Bergesteyn 2) ende de Borgemeester van der Voord, haer Ed. Ed. was by gevoegt als tolke le Sr. Pierreville 3), ook ging met haer Ed. Ed. in wat qualiteyt weet ik niet, Jaques de Buissons, Sr. de Hauteval 4). Den selven morgen sijn hier uyt ’s Princen leger gekomen de drie voornoemde Gecommitteerde van de Staten Generael, die ’s nanoens omtrent 4 uren mede insgelijx naer den Conink vertrocken, haer carosse wiert gevolgt door een carosse, waerinne waren eenige geestlijke Heeren 5), afgesonden van die van de Roomsche Kerke aen Sijn Maj t.; men seyde, sij onder anderen mede hadden een present van twee gouden candelaren. Desen selven avond ontrent 6 uren ben ik in geselschap van neef van Hees ende de muntmeester Rijneveld afgereden naer Dordrecht om moeder weder te gaen halen met beyde de susters ; wij reden den ganschen nacht over door de Dordsche waerd, maer ons is niets quaets ontmoet, tot Meerkerk rescontreerden ons 5 Spaensche ruyters, maer deden ons niets.
—12. Sijn wij van Dordrecht weder gekeert, moeder ende beyde de susters, de Heere sij lof, sonder ongeluk medebrengende in compagnie van noch 5 andere wagens vol Utrechtsche, die ’s daegs te voren al ontrent Schoonhoven waren geweest, maer dorsten alsdoen niet verder rijden ende keerden weder naer Dordrecht.
— 13. Des morgens ontrent 8 uren sijn alhier voor de Wittevrouwenpoort gekomen van Amersfoort le marquis de

1) Tuijl van Serooskerke, heer van Welland. Zie Scheltema, Staatk. Ned., II. 373.
2) Jacob van der Does, heer van Berkesteyn.
3) Pierreville was een Franschman die te Utrecht eene herberg hield. Vid Wicquefort list. ms. 1. XX., en zijne Mémoires sur la guerre de l’an 1672, p. 101.
4) Bij Wicquefort l. c. wordt hij genoemd Hotteval, natif de Lille, d’ou il étoit venu demeurer á Utrecht ; hij verhaalt dat men in de eerste verlegenheid op deze beide Franschen het oog sloeg om hen naar den Koning te zenden.
5) 3 priesters en de advocaat Wijckersloot.


15

Rochefort met 4000 paerden, binnen sendende een trompetter, versoekende passage voor sijn volk door de stad; vader ontving een weynig daerna tijdinge, dat de Vroedschap aenstonts soude vergaderen, ende doen sijn Ed. Mog. daer quam, bevond hij met verwondering den Marquis voornoemt met noch 2 a 3 andee Fransche officiren al mede present te sijn in de vergadering, voorts verstaende dat de Vroedschap hadde gecommitteert de Heeren Hamel ende Veldhuysen ende deselve gelast den Marquis voornoemt met sijn volk buyten om te trecken, indien vorder wilde sijn, also onse Gecommitteerden om te handelen naer den Conink al twee dagen waren weg geweest ende men voor ende aleer volk in te nemen van Sijn Majt., de voltreckinge van ’t accoort geern afwachten wilde : doch hadden de Heeren Hamel ende Veldhuysen voornoemt gerapporteert, sij den Marquis hadden gedisponeert sijn marsch buyten om te nemen, maer op conditie dat 150 van des Coninx mousquettaires hier binnen souden komen, hetwelke ook voorts soo wiert voltrocken, de borgerye alvoren door de Heeren Hamel ende Veldhuyzen gewaerschouwt werdende, dat ider vrijelijk naer huys mochte gaen ende aen de poorten ende op het stadhuys ider sijn posten verlaten, hetwelk bij de borgerye voorts ook, niet sonder rechtveerdig murmureeren viert achtervolgt, want de vendels van d’ een of d’ ander opgerolt ter sluyk wierden naer huys gebracht, ook het geweer van degene die naer huys waren gegaen, ter nouwernoot wierde gesalveert. De Fransche ruyterye reed de tingels langens, ende campeerde sich ten westen van de stad by Lubbenes : de 150 mousquettaires du Roy binnen gekomen, besetten terstond de Wittevrouwen ende Catrijne poorten, ook het St. Janskerkhof ende het stadhuys, belettende dat nimand van het ander paardevolk vooreerst mocht inkomen ; de Weerd ende Tollesteeg poorten bleven vooreerst gesloten.
— 14. De Heeren van Welland, Bergesteyn ende de Borgemeester van der Voord uyt het Fransche leger wedergekomen, rapporterende dat monsr. Louvois hadde gevraecht aen


16

haer Ed. Ed. of sij ook hadden commissie van haer principalen om te handelen, ende verstaende van neen, seyde tegens haer dat is jammer, ende „ och haddet gij nu last daertoe ! ik woede niet twijfelen aen een goed accoord voor u, want sijn Majesteyt nu juist in so goeden humeur is.”
— 15. Sijn van hier ’s morgens vroeg de voornoemde drie Heeren weder vertrocken naer den Conink.
— 16. Arriveerden alhier veele bagagewagens langens de tingels voor het Fransche leger gecampeerd bij Lubbenes.
— 17. Sijn de drie Heeren Gecommitteerden weder gekomen, medebrengende het tractaet met den Conink gesloten 1), ende bij monsr. Louvois onderteykend. Men bevond, dat Sijn Majt. alles hadde toegestaen, behalven in ’t stuk van de geestelijke goederen, daertoe evenwel sijn Coninclijke voort hadde gegeven, dat stuk ten besten bij den Paus te sullen dirigeeren. De Heeren Gecommitteerden waren ook gelast de boeren ten platten lande te doen waerschouwen, van haer meubilen in de naeste steden ende bestialen op de kerkhoven te bestellen, also Sijn Majt. met sijn leger in aentogt was.
— 18. ’s Nanoens is alhier binnen gekomen monsr. le duc de Rohannez comte de la Fuillade 2) met 2 bataillons van de Fransche, ende 2 gelijke bataillons van de Switsersche guardes : de Fransche sliepen ’s nachts in de Servaes ende Duytschen huys kerke ende de Switsers in de Wittevrouwen ende Bagijne kerken, doch waren den ganschen dag langens de wallen rontsom gerangeert : monsr. la Fuillade was gelogeert op de wal boven het Servaes hek, slapende in de huysinge van de vrou van Jutphaes, daer dichte bij monsr. Moulondin, Colonel des Suisses was gelogeert in de huysinge van Renesse in de Wittevrouwestraet, Ook 800 paerden van des Coninx guardes gingen leggen op de Neude, aldaer tenten ende bagage ter nederslaende; twee cornetten moesten naer het Vreeburg.

1) Zie dit, onder anderen, in Journael, p. 17, en in de Deductie, bl.17.
2) Roannois la Feuillade, hij bestuurde in den aanvang van den veldtogt, de inname van Orsoij. WICQUEFORT, Mém. p. 80.


17

— 20. De Heere van Bergesteyn (*) naer den Conink gesonden, om van Sijn Majt. te verstaen op hoedanigen wijse gerecipeert geliefde te wesen.
— 21. Den Conink met het principale leger gekomen te Seyst. Tegen den middag sijn hier binnen gekomen les Ducq d’Anguin, de Roquelaures ende de Vitry, les Comtes de Soissons, de Lude 1), de Grammont ende d’Aignan met meer andere grote mij onbekend. Vier a vijf hondert van des Coninx guardes te paerd vertrocken weder naer ’t leger.
–22. Tegen den middag is hier binnen gekomen Monsieur, des Coninx broeder 2), vergeselschapt van een seer groot getal van de voornaemste groten ; Sijn Koninklijke Hoocheyd ging ’s middags eeten in ’s Paus-huysinge, ende reed naer den eeten door de stad wandelen. ’s Morgens waren ingekomen den Aartsbisschop van Reims, ende den Hartog van Bouillon 3), niet wel te pas sijnde, ging logeren ten huyse van den Heere muntmeester Gerobulus : ook is alsdoen binnen gekomen den Cardinael de Bouillon 4), logerende in Paus-huysinge; maer at ’s middags niet bij Monsieur, maer bij sijn broeder. De Cardinael de Bouillon is dese namiddag met vader geweest de stadsbiblioteque (**) te besigtigen 5), waerin sijn Eminentie wel een uer en een half doorbrachte, sich seer beleeft ende in de Latijnsche tale wel ervaren betonende te sijn. Des nanoens is hier ook binnen gekomen den Bisschop ende Prins van Straesburg 6), logerende

(*) Johan van der Does. Hij was een broer van Josina van der Does, bewoonster Janskerkhof 10.
(**) De stadsbibliotheek, waarvan Cornelis Booth de bibliothecaris was, bevond zich in de Janskerk.

1) De graven de Soissons en de Lude waren beide lieutenant-generaal in het leger des konings.
2) De hertog van Orleans, opperbevelhebber van het leger des konings.
3) HENRI DE LA TOUR, hertog van Bouillon, in de geschiedenis meer bekend onder den naam van Turenne. Hij voerde in dezen veldtogt, onder den hertog van Orleans, bevel over het leger des Konings.
4) EMANUEL THEODOSE DE LA TOUR D ‘ANVERGNE, DE BOUILLON, Cardinaal 1669-1715; vid. MORERI, voce Cardinal. Hij wordt echter door Moreri niet opgenoemd onder de broeders van Turenne.
5) Dr. C. Booth was bibliothecaris der stadsboekerij; VERMEULEN, Verslag, l. c.
6) FRANCOIS EGON, prins van Furstemberg ; vid. MORERI in voce.


18

in de huysinge van den heer van der Aa in de Bregittestraet, Des nachts geraekte den brand in hetselve huys door het onmatig vuurstoken, ende onachtsaemheyd van de dienaers van den Bisschop voornoemt, ende heeft hetselve genoegsaem verteert, althans geheel verdorven. De Duytschers, sijn officiers ende dienaers hadden genoeg te doen den Bisschop wacker te maken, ende sijn bagage, die schrickelijk veel was, te bergen, sodat sich met den brand niet bemoeyden, doch de Switsers hielpen de borgers denselven trouwelijk lessen; men remarqueerde, dat monsieur la Fuillade ende de Fransche, de koertwachter eerst horende blasen, seer waren gealarmeert,
vreesende dat het een seyn was voor de borgers om haer op het lijf te vallen; maer kregen moet, doen verstonden dat het uyt oorsake van de brand was. Monsieur la Fuillade ging selfs persoonlijk na denselven, helpende, so veel mogelijk, goede ordre stellen, met de wacht de straten te besetten ende d’ andre Switsers te doen medehelpen den brand lessen.
— 23. Is sijn Hoocheyd geworden stadhouder over Hollant ende Westvriesland, naerdat alvoren de leden van de Staten van Holland malkanderen van den eed van het euwig edict hadden ontslagen, ook sijn Hoocheyd daerinne gedispenseert.
— 24. Is alhier uytgetrocken de rest van des Coninx guardes te peerd. Bij de vroedschap is afgeschaft de 100 gulden jaerlijx voor de capiteyns van de borgerye tot 2 maeltijden, voor de officieren altijt gegeven. ’s Nanoens is den Coninck van Frankrijk met Monsieur ende seer veel groten alhier voor de Wittevrouwenpoort gekomen, sittende te paerde. Sijn Majt. sloeg het cingel in naer het Maillepoortjen, ende so voorts de stad om tot aen de Weerd, die omrijdende, ende quam eyndeling, op het aenhouden van Monsieur, de Weerdpoort in, rijdende langens de graft tot aen de Pottestraet, over de Neude, de Gansemerkt, door de Minnebroederstraat, over St. Jans kerkhof, langens den Drift, door de Wittevrouwenstraet, ende so voorts de poort uyt, weder het cingel oprijdende naer het Maliepoortjen, de Maliebaan langens, ende so voorts de Steen-


19

straat op weder naer sijn leger. Sijn Majt. wierf gevolgt door ontrent 300 paerden van sijn gens d’ armes, gekleed met scharlake rode rocken seer rijkelijk gepassementeert. Sijn Majt, hadde aen de Catrijne poort het ooge geslagen op de rudera van het casteel 1), ook blijven staen op de Brugge, de Leydsche vaert opsiende.
Den Conink hadde eerst niet willen de stad inkomen, seggende, » wat sal ik in deselve doen, ik salse doch over moeten geven” ; maer Monsieur hadde hem geantwoort dat Sijn Majt. inrijden soude, want hij een seer plaisante stad sien soude, etc.
De Fransche sijn zeer t’ onvrede geweest, dat bij nimand van de borgers geroepen wiert, » vive le Roy.”
— 25. Des nachts isser tot Zeyst in ’t Coninx quartier brand geweest, dewelcke verteerde drie woningen met de achterhuysen, die gebruykt wierden tot stallingen voor des Coninx paerden, In de huysingen was gelogeert den Hartog van Moulmouth 2) ende ook des Coninx officiers ende pages van de stal; den brand was so vehement ende schilijk, dat de pages in ’t hemd des Coninx paerden naulijx salveren konden ; sodat den Conink hierdoor verloor al sijn kostelijk paerdetuygh, ende den Hartog van Moulmouth al sijn bagage; sijn silver servies selfs smolt. Hij selfs ontquam in sijn nachttabbert, niets salverende als sijn bouquet pluymen : den Conink hadde hem uyt de venster siende aenkomen geseyd lagchende : »Mon cousin nous voila Bien équippé pour monter á cheval.”
— 26. Ben ik int geselschap van neven van Benthem (*) ende de Reuver naer het Coninxleger tot Seyst gereden; wij sagen aldaer Sijn Majt. die gelogeert was in de huysinge van

(*) Aelbert van Benthem, bewoner Janskerkhof 15.

1) Vredenburg.
2) De bekende hertog van Monmouth, natuurlijke zoon van Karel II, was bevelhebber van de Engelsche hulptroepen. MACAULAY, hist. of Engl. I. p. 249 seq. Hij teekende tevens als extraordinaris ambassadeur het nader traktaat tusschen Frankrijk en Engeland van 16 Julij. SYLVIUS, vervolg op Aitzema, I. 373. Zie over zijne latere lotgevallen MACAULAY, .dist. of Engl., I. p. 524 seqq.


20

de oude schoutin, ende ter misse, ende ook ter tafel gaen, waertoe in de boomgaert twee tenten opgespannen waren. Des avonts sijn hier aengekomen den Hartog van Buckingham ende de Graef van Arlington, Engelsche Ambassadeurs ; sij hadden nevens den Hartog van Moulmouth last om den Conink van Vrankrijk te feliciteren met sijn geluckige progressen, so bij haer genoemt, ook het tractaet van vreede, dat op het sluyten scheen, hadde de Heere de Groot weder mogen komen, bij te wonen, ende ook haers Coninx interessen, die men seyde daerinne waren vergeten, waertenemen, ook bij wansucces van de vreede, der beyder Coningen alliantie noch voor enige maenden te prolongueren 1) : dit laetste scheen noch namaels bij haer verricht te sijn geweest. Met dese quame ook Milord Germain ; hij wierde tot neef van Benthem (*) gebilletteert. Milord Buckingam ten huyse van de vrou van Brakel (**) en Milord Arlington ten huyse van den heer van Moersbergen.
’s Avonds is hier ook gekomen een sauveguarde, medebrengende een missive van monsieur Louvois, waervan den inhoud was, dat hij ’s anderen daege ’s morgens hier vermeende te komen, om te kennen te geven des Coninx wil.
— 27. ’s Morgens is hetselve om der Engelsche ambassadeurs komste uytgestelt ende opgeseyt geworden, maer sijn de Gecommitteerden van de Staten geeyst ’s anderen daegs hij den Conink te komen.
Is monsieur la Fuillade klagtig geweest over een missive, in dewelke seer over de Fransche geklaegt wort ; hij begeerde daerover van de Regering satisfactie, ende moesten de Borgemeesteren beyde hem een verklaring geven, dat het geinsereerde gelogen was, hetwelke den Hartog voernoemt doen in druk liet overal langens de straten affigeren. D’Engelsche Ambassadeurs wierden ’s morgens door twee Coninx carossen, ider getrocken door ses Napelsche paerden, naer het leger afgehaelt, ende reden derwaerts naernod’n. Op desen dag ver-

(*) Aelbert van Benthem, Janskerkhof 15.
(**) Geertruyt van Aldenbockum, weduwe van Anthonis van Asewijn, Janskerkhof 12.

1) Zie de stukken, Journael bl. 22-39.


21

trocken van hier des Coninx guardes so te voet als te paerd, terwijle hier alvoren ingekomen waren de regimenten van Pie. mant, Castelneault ende andre.
–28. Sijn de Heeren van Wellant, van Bergesteyn ende Borgemeester van der Voort gereden naer het leger van den Conink, alwaer haer van monsieur Louvois voorgehouden is des Coninx wil, so hij het noemde, te weten dat Sijn Majt. op de wederkomste van den Heer de Groot te vergeefsch hebbende gewacht, waerdoor de vreede te gemoet wiert gesien, nu de saek verandert was, ende dat nu in toekomende die van Utrecht souden moeten werden geconsidereert als des Coninx natuerlijke onderdanen, ende daerom de Staten, als magistraet,
gehouden sijn te doen den eed van getrouheid aen Sijn Majt., ook de Heeren Gecommitteerde ter Generaliteyt; gelijk mede alle militaire op de repartitie van dese Provintie gestaen heb bende, souden weder in de tijd van acht dagen in de Provintie komen, op de verbeurte van al haer goederen : ook wierd de Heeren Gecommitteerde door monsieur Louvois voorgesteld, dat haer Ed. tegens ’s anderendaegs ’s morgens ten 7 uren sonder faute een pertinenten staet van de contante penningen der respective comptoiren souden hebben over te leveren, maer dat ook daernevens vrijelijk sonde mogen werden gesteld de lasten, op deselve contante penningen openstaende, doch dat dit in alle getrouheyd moeste geschieden, want men dan een seer goedertieren Conink sonde hebben, ende indien anders, een seer streng Regter etc.
De Engelsche Ambassadeurs reden dienselven morgen weder naer den Coning, ende sijn, mijns wetens, noyt hier weder gekomen, maer sijn vorder den Coning ende sijn leger gevolgt.
Den Conink is desen naernoen van Zeyst komen rijden, langens de cingels, buyten Catrijnen weder naer het leger van den Marquis de Rochefort, ende tegen den avond weder naer sijn quartier vertogen.
— 29. Des morgens ten 6 uren sijn de voornoemde drie Heeren Gecommitteerden weder naer Seyst vertrokken, ten eynde


22

volgens begeerte openinge van de contante penningen op de comptoiren van haer Ed. Mog. berustende, te doen; dele souden alsdoen bedragen hebben 181,000 circum circa. Op desen dag is ook afgelesen, dat nimand naer tien uren sonder licht langens de straet soude mogen gaen, ook niet boven 4 personen tellens in compagnie. ’s Nanoens sijn alle de toewagens geprest om naer het leger van den Conink te gaen, ten eynde met deselve Sijn Majts. bagage ’s anderen daegs met het leger naer Aernhem soude werden gevoert. Tegen den avond hebben de papisten den Dom beginnen in te nemen, hebben voorts den gehelen nacht doorgebracht, met denselven te reynigen, de preekstoel verset ende het hekjen daer roetsom, ook de promotiestoel op het choor weggenomen, ende in hetselve gestelt haer hoochautaer, sy luydeden met alle de klocken van ’s avonts ten 8 uren tot ’s morgens ten 7 uren, alle half uren wat verposende.
— 30. Is den Conink ’s morgens ten vier uren met sijn leger van Seyst opgebroken, makende staet dien selfden dagh met sijn leger noch by Aernhem te konnen wesen. Desen morgen is den Dom door den Cardinael de Bouillon ingewijët, ende is daerop d’eerste misse by den bisschop van Straesburg gecelebreert.
’s Nanoens is het regiment Iren, mede gelegen hebbende in ’t leger buyten de Catrijne poort, door de stad het leger des Conincx gevolgt; sy waren gekleed in rode rocken met groene voedering.

Ga verder naar: Juli 1672

Gepubliceerd: 06-10-2018 door Caroline Pelser. Laatst geactualiseerd op 24-09-2019.

Scroll naar boven