
Nadat een meerderheid van de gemeenteraad in 2019 aangaf in Utrecht meer straten te willen vernoemen naar vrouwen, activisten en mensen met een bi-culturele achtergrond, is nu de Utrechtse straatnamencommissie bezig met het maken van een lijst met nieuwe straatnamen. Het is verleidelijk om de straatnamencommissie te willen helpen, want een lijstje met namen van te vernoemen historische vrouwen is gemakkelijk gemaakt.
Om de straatnamencommissie van Utrecht te inspireren, hier enkele vrouwen uit de geschiedenis van het Janskerkhof die naar mijn mening een straatnaam verdienen.
Vrouwen aan het Janskerkhof
Het Janskerkhof is van oudsher een mannenbolwerk. Het plein is ontstaan als immuniteit rond de Janskerk. De huizen rond de kerk werden bewoond door (mannelijke) kanunniken die verbonden waren aan het kapittel van Sint Jan. Natuurlijk hebben er in de loop van de geschiedenis ook veel vrouwen rond het Janskerkhof gewoond. Maar zij bleven onzichtbaar. Aanvankelijk zullen het misschien vooral keukenmeiden en ander personeel zijn geweest. Na de reformatie werd het Janskerkhof echter een gewone stadswijk met (heren)huizen en winkels. Vanaf pakweg de zeventiende eeuw woonden er vrouwen uit alle lagen van de bevolking: adellijke dames, regentenvrouwen, kleine zelfstandigen, ambachtsvrouwen, dienstbodes, keukenmeiden, etc.
Slechts enkele vrouwen zijn bekend gebleven, doordat zij in geschiedenisbronnen worden genoemd. Denk bijvoorbeeld aan de keukenmeid van Jan Bor, van wie we helaas nooit zullen weten hoe zij heette.
Maar er zijn ook vrouwen die wel bekend zijn gebleven, om diverse redenen. Ze staan her en der verspreid op deze website vermeld. Ik maak hier een (enigszins willekeurige) keuze uit deze vrouwen die rond het Janskerkhof hebben geleefd.
Aletta Pater
Aletta Pater (1641-1725) is de eerste eigenaresse van Janskerkhof 16. In 1661 kocht Aletta Pater, samen met haar zwager Johan van Nellesteyn, het voorste stuk van claustraal erf IV van Cornelis Booth, eigenaar van Boothstraat 6. Van Nellesteyn kreeg het oostelijke deel van het terrein (nu Janskerkhof 15a) en Aletta Pater het westelijke deel.
In 1663 trouwde Aletta Pater met Jacob Martens (1636-1693). En zoals gebruikelijk in die tijd, bleef zijn naam aan het huis verbonden. Ook al was hij nog niet in beeld toen het perceel werd aangekocht, wordt Janskerkhof 16 nog steeds het Martenshuis genoemd.
Aletta Pater is een kleindochter van de belangrijke Utrechtse schilder Joachim Wtewael. Via haar zijn de schilderijen in de familie gebleven. Veel van deze schilderijen zijn nu in het bezit van het Centraal Museum.
Maria Duyst van Voorhout
Maria Duyst van Voorhout (1662-1754) is een van de vrouwen die mij de inspiratie gaf voor deze website. Eindeloos heb ik in archiefbronnen gezocht naar haar woonhuis, totdat ik erachter kwam dat deze rijke vrouw weliswaar in Utrecht woonde, maar hier geen huis in eigendom had. Zij huurde, samen met haar echtgenoot Frederik Adriaan van Reede van Renswoude, Janskerkhof 13.
Maria Duyst van Voorhout richtte met haar kapitaal de Fundaties van Renswoude op. In haar testament gaf zij de opdracht om veelbelovende weesjongens een beroepsopleiding te geven, zodat zij een goede toekomst kregen. Het gebouw van de Utrechtse Fundatie, in de Agnietenstraat, kennen de meeste mensen wel, maar de naam van de oprichtster, Maria Duyst van Voorhout, is veel minder bekend. Een goede reden om een straat naar haar te vernoemen.
Ada van Rossem

Ada van Rossem (1915-2000) vestigde zich in 1942 als huisarts op Boothstraat 10. In september 1943 stelde Ada van Rossem haar huis ter beschikking voor het inrichten van een meteorologische waarnemings- en radiozendpost. De zender werd gebruikt door de inlichtingengroep Packard.
Op 9 oktober 1944 werd op Boothstraat 10 een inval door de Duitsers gedaan. Door moedig optreden wist Ada van Rossem te voorkomen dat de (mannelijke) marconist die zich tijdig had weten te verstoppen, gearresteerd werd. Ada van Rossem werd zelf wel gearresteerd en zat tot het einde van de oorlog gevangen in het Huis van Bewaring II (Amstelveenseweg) te Amsterdam. In 1950 werd Ada van Rossem onderscheiden met het Bronzen Kruis. Deze jonge moedige vrouw heeft zeker een straatnaam in Utrecht verdiend.
Wie verdient nog meer een straatnaam?
Wie zouden nog meer in aanmerking komen voor een straatnaam? Ik denk bijvoorbeeld aan de vrouwen, die toen hun echtgenoot in ongenade viel, hun leven wisten te herpakken en met hun kinderen rond het Janskerkhof bleven wonen. Zoals Geertruyd van der Graaff, bewoonster van Janskerkhof 14 (oud), wier man Dirk de Goyer na een sodomieproces voor eeuwig uit Utrecht werd verbannen. Of Sara van Rijsenburg op Drift 17, wier echtgenoot Gilles van Ledenberg zelfmoord pleegde, toen hij als medestander van Johan van Oldenbarneveldt werd gearresteerd. En zo zijn er nog veel meer Utrechtse vrouwen die zouden kunnen worden vernoemd. Neem eens verder een kijkje op mijn website en ontdek de vele vrouwen die rond het Janskerkhof hebben geleefd!
En hopelijk heeft Utrecht nu snel een Aletta Paterlaan, een Maria Duyst van Voorhoutstraat en een Ada van Rossemplantsoen. Of iets dergelijks…
Bronnen
- Utrecht wil meer straten vernoemen naar vrouwen, AD 11 juli 2019.
- Nieuwe straatnamen verzinnen is een mijnenveld vol gevoeligheden, Trouw 28 april 2020.
Gepubliceerd: 02-05-2020 door Caroline Pelser. Laatst geactualiseerd op 02-05-2020.