De Ridderlijke Duitsche Orde
Twee landcommandeurs van de Ridderlijke Duitsche Orde Balije van Utrecht hebben op claustraal erf III gewoond.
Twee landcommandeurs van de Ridderlijke Duitsche Orde Balije van Utrecht hebben op claustraal erf III gewoond.
Boothstraat Utrecht; bouwtekeningen en bouwdossiers uit de negentiende en twintigste eeuw. De bouwdossiers linken door naar de website van Het Utrechts Archief.
Aan de Slag bij Waterloo deed een bewoner van Janskerkhof 15a mee: Charles Nepveu, zoon van Laurens Johannes Nepveu en Margaretha Roosmale. Hij staat afgebeeld op het schilderij van Jan Willem Pieneman.
Nederland telt momenteel ruim 60.000 rijksmonumenten. In de lijst met monumentale steden staat Utrecht, met 1402 rijksmonumenten, op de derde plaats, na Amsterdam en Maastricht. 50 Utrechtse rijksmonumenten liggen binnen de grenzen van de voormalige immuniteit van St. Jan.
In het zuider transept van de Janskerk Utrecht bevindt zich de graftombe van Dirck van Wassenaer. Dirck van Wassenaer was in de vijftiende eeuw proost van het kapittel van Sint Jan. Hij woonde op claustraal erf IV, tegenwoordig Boothstraat 6.
Het sociëteitsgebouw PHRM van het Utrechtsch Studentencorps op Janskerkhof 14 Utrecht werd op 23 april 1901 officieel geopend. Tot dan toe was het sociëteitsgebouw gevestigd aan het Munsterkerkhof (Domplein).
In het Batavia van 1629 leidde de verboden liefde van Sara Specx en Pieter Cortenhoeff tot publieke geseling, respectievelijk onthoofding. Sara Specx was de halfzuster van Maria Specx, voormalig bewoonster van Drift 17. De weduwe van de rechter die weigerde om het vonnis te ondertekenen trouwde in 1661 met de eigenaar van Janskerkhof 17.
Op 23 januari 1579 werd de Unie van Utrecht gesloten. Het ontwerp voor de Unie van Utrecht was opgesteld door Floris Thin, pensionaris van Utrecht, die op Drift 21 woonde. De Unie van Utrecht werd medeondertekend door Adriaen van Zuylen, deken van het kapittel van St. Jan, bewoner van claustraal erf V.
Eind zestiende eeuw was het volksgeloof in heksen in Utrecht nog levend. Ondanks dat de heksenvervolging in de Noordelijke Nederlanden toen al ten einde liep, vonden in 1595 nog grote heksenprocessen plaats voor het Hof van Utrecht. Ook op het Janskerkhof zou sprake zijn van hekserij.
In 1911 werd de bloemenmarkt op het Janskerkhof uitgebreid van eenmaal per week op zaterdag, naar tweemaal per week, woensdags en zaterdags.
In het in 1859/60 verschenen werk van Dr. Wap, De stad Utrecht. Album bevattende afbeeldingen harer voornaamste gebouwen en gezigtspunten met historische bijschriften. Utrecht, 1859-1860, wordt ook het Janskerkhof besproken. Over de Janskerk laat Wap zich niet erg vleiend uit.
Op 28 november 1813 werd Utrecht door de Kozakken bevrijd van de Fransen. Kozakkendag werd voor het laatst gevierd in 1913.
Links naast de Janskerk staat de voormalige Hoofdwacht van de Utrechtse schutterijen. De Hoofdwacht heeft bestaan van 1660 tot 1902; het huidige wachthuis (Janskerkhof 30) dateert van 1682. In 1883 hielden studenten van het USC een drinkgelag met de bemanning van de Hoofdwacht op het Janskerkhof.
Op 1 augustus 1674 raasde een zware storm (het ‘Schrickelik Tempeest’) Europa. Grote schade werd aangericht in Utrecht, waar een zware windhoos onder meer het middenschip van de Dom verwoestte. Op het Janskerkhof werden vrijwel alle bomen uit de grond gerukt.
Op 28 april 1610 schreef een nog jonge Constantijn Huygens (1596-1687) vanuit Den Haag aan Cornelis van Sypenesse (†1635): “Het spijt mij, dat ik u niet te Utrecht ontmoet heb; wij hadden dan, volgens uwe belofte, in de kerk van St. Jan eens kunnen zingen.”